kunst SUCCES VAN BUFFET EEN MYSTERIE expositie werk van agressief schilder de man ,voor klaartje' Bekende artiesten tonen dat zij ook kunnen schilderen Illustratie: een zeer karakte ristiek schilderij van Buffet, dat trouwens al uit 1956 dateert: ,Twee Bretonse vrou wen'. Hef is volledig kenmer kend voor de sfeer van Buf fets werk. Het is me eerlijk gezegd ietwat een raadsel, waaraan het grote succes van de Franse schilder Bernard Buffet te danken is. Dat succes is groot, niet zozeer bij de officiële kunsthistorici dan wel bij de particuliere kopers. De nog jonge kunstenaar verdient schat ten en woont met zijn charmante An nabel op een even comfortabel als kostbaar kasteel. Het is waar, dat hij door contracten aan een bepaalde kunsthandelaar is gebonden. Zoals een tienerster wordt gemaakt door een platenmaatschappij, zo is Buffet gemaakt' door de kunsthandel. Maar wil dat zeggen, dat hij ,van zichzelf' niets is? Dat dient nader te worden on derzocht. Er is ten eerste de Intrigerende signa tuur op zijn schilderijen en litho's. Hane- poten van letters, vaak vrij groot, altijd spichtig, venijnig, agressief en eerlijk gezegd niet helemaal zonder aanstelle rij. Letters als zweepslagen, als dolk punten ik weet niet hoe ik het moet zeggen, maar ze doen me altijd weer onaangenaam aan. Buffet speelt zijn rol goed. Zijn lettervorm past in het karakter van zijn schilderijen en zijn grafiek, die dezelfde agressiviteit ver tonen. Die schilderijen: ik heb er in Galerie d'Eendt in" de Spulstraat te Amsterdam (tot 15 april) lang naar gekeken, zonder dat ik er voor mijzelf mee klaar kon komen. Nu bekijk Ik de reprodukties in de catalogus weer zo'n juweel van een boekje van Meulenhoff: Will Hoog- strate, eigenaar van d'Eendt, weet wat hjj doet! en ik sta nog voor proble men. Wat moet ik met Buffet aanvan gen? Venijnige, spichtige signaturen, grauwe, vuilgrijze tonen, harde, scherpe lijnen, als een soort in olieverf geïmiteerde grafiek dat is de eerste indruk, die de schilderijen nalaten. Die indruk ver andert niet, wanneer men die schilde rijen langer bekijkt Maar er komen dan wel aspecten bij, die overtuigen, mee slepen, zonder daarom nog het gevoel te geven, dat het werk ,mooi' is in de zin die we daaraan doorgaans hechten. Boeiend is deze tentoonstelling onbe twistbaar en Will Hoogstrate is be kwaam genoeg om dat werk in zijn vreemde oude huis zo op te hangen, dat het dan ook duidelijk spreekt. Daarmee ben ik intussen nog geen stap nader tot de oplossing van net raadsel, waarom Buffet zoveel succes heeft. Want succes heeft hij. Zijn schilderijen worden duur verkocht. Reprodukties hangen in iedere lijstenwinkel, grafiek ligt in de porte feuilles van de kunsthandel. Een en an der vliegt weg. Waarom? Bepaald niet alleen omdat ,je zo goed kunt zien wat het voorstelt'. Want dat maakt op het ogenblik nóch de belangrijkheid, nóch de aantrekkelijkheid van een kunstwerk uit integendeel. Bovendien: wie dit als criterium gebruikt bij de beoordeling bewijst, dat hij alleen tegen de opper vlakte van 't kunstwerk aankijkt, maar van de geestelijke dimensies ervan niets begrijpt. Welnu: wie Buffet waardeert om de herkenbaarheid van de voorstel ling, ondergaat kennelijk niet de leegte, de eenzaamheid, de geestelijke verschra ling, de agressiviteit, de ontluistering, die uit iedere penseelstreek op de kijker afkomen. Niet voor niets heeft Buffet die grafische, hoekige stijl. De signa tuur is onthullend, zoals elk handschrift onthullend is. De dingen zijn als het ware uit het vlak gesneden door harde, lineaalrechte scherpe lynen. Het vlak zelf is van een vuilgrijze kleur. Zet zo een stadsgezicht op en men krijgt een van de meest desolate, vijandige schil derijen die men zich kan voorstellen een beeld als van een stad op een regen achtige zondag, waarin men elkaar van haat en ellende zou kunnen vermoorden. Soms komt er een veeg dunne kleur bij een hard geel, een gemeen rood maar dat maakt de zaak alleen nog maar troostelozer. Met de mensen staat Buffet helemaal op gespannen voet. Ik heb jaren geleden van hem een naakt gezien, waarvoor een oude vrouw model had gezeten, dat gewoonweg vernieti gend van ontluistering was. Dergelijke wreedheden bespaart d'Eendt ons, al be slaat de tentoonstelling dan ongeveer tien jaar. Het is ook mogelijk, dat dit in het leven van Buffet .passé' is. Maar wat wél aanwezig is, kan men nauwe lijks milder noemen. Het vriendelijkst is nog een groot doek, .Twee Bretonse vrouwen": de figuren recht als palen ter weerszijden van een ronde tafel, sekseloze wezens, met verstarde, lege gezichten, elkaar wezenlijk vreemd een schuchtere poging tot contact via een aarzelende aanraking van die schra le, stakerige armen. De achtergrond is op zichzelf verstikkend; een akelig bur gerlijk blommetjesbehang. In de uitdrukking van zijn eigen een zaamheid, zijn afweer-uit-kwetsbaarheid, die wij hierin terugvinden? Een ander voorbeeld: een portret van een vrouw met een grote hoed. De kop op de lange hals boven de als uitgehakte sleutel beenderen: dom-wreed en leeg, de hoed zelf als een scherpe wond dwars in het schilderij boven ae halfverscholen, loe rende ogen. Het is al venijn wat eraan is. Het toppunt van ontluistering is hier trouwens het portret van een torero; van het .idool' blijft hier niets over, dit is alleen maar een stomme, bloeddors tige kerel, een slachter. Leegte, ontluistering, agressie, het wordt allemaal niet milder, wanneer Buffet kleur gaat gebruiken. Hij doet het vooral in zijn laatste werken: in een paar bloemstillevens, tn een enkel landschap. In de bloemstukken metselt hij de kleur als met een troffel op het doek. Vazen en stelen blijven grafisch van opvatting, maar in de bloemen zelf ontstaat een reliëfwerking door de pas- teuze verfopdracht. Hard geel, een wat tenuanc eerder rood, een fel groen at is het zowat. In de landschappen lijkt de schilderwijze wat vrijer te wor den maar de sfeer blijft gelijk. Buffet is een belangrijk, een boeiend kunstenaar. Hij heeft een artistieke overtuiging en hy staat er voor. Maar hij neemt niet voor zich in. Hij vertolkt, om een versleten cliché toch nog maar eens te gebruiken, een negatief levens gevoel. He mensen zyn marionetten en schimmen, eenzaam en met verkrampte maskers. De wereld is rot en zonder enige fleur. Zelfs de geliefde Annabel komt er maar nauwelijks gunstig af of kan men in de onverhulde charme van haar fijn ge zicht toch nog een tikkeltje levens vreugde en vermogen tot liefde van Buf fet zelf terugvinden? Het is waar: de ogen zijn even leeg en dood als die van de andere modellen de kruisende ar men maken een gebaar van afweer, maar toch... Bernard Buffet intrigeert, omdat hij zo onbewimpeld ,neen' zegt. Toch wekt hij in zijn laatste landschappen de indruk, weer onderweg te zijn. Naar iets anders. In de manier waarop hij .neen' zegt. is hij van een welhaast tragische groot heid. D'Eendt heeft er goed aan gedaan, deze tentoonstelling te organiseren. Zaterdag 26 maart 1966 VOOR KLAARTJE', de titel lokt niet zo aan, waaraan dat ügt? Hij heeft iets zoetsappigs, él te naïefs. Dat de schrijfster waarschijnlijk bewust gezocht heeft naar een titel die een tegenwicht moest vormen voor al die indrukwekkende titels die vele moderne romans volkomen topzwaar maken (want de .beloften', in die titels vervat of gesuggereerd worden zo zelden ingelost), dringt pas tot de lezer door als hij de moed heeft gehad dit boek met z'n roze kindje, rode zon en oonte krabbels op de stofomslag open te slaan en een eindweegs te lezen. .Voor Klaartje' is namelijk helemaal geen naïef of zoetsappig boek; het is een heel goede roman die verre uitsteekt ooven de gemiddelde produktie van onze romancières. Het is een diep- ontroerend boek. met een warm hart geschreven: het is zo'n eerlijke ,>oging om een tafereel van het twintigste-eeuwse gezinsleven (doch het gezin gezien als de ,cel' van de hele maatschappij) op te roepen, zó doorwerkt en vlekkeloos, dat men eigenlijk een beetje spijtig moet constateren: jammer dat het net geen blijvertje zal zijn, geen litera- Lüur. .enkel maar' een ontspanningsroman. maar dan van het Aller beste soort. Eén echt bezwaar: Yvonne de Man, Een Zuidnederlandse zij werd het bekendst door haar roma.n ,Een vrouw met name Suzan- na', haar .antwoord' op Marnix Gijsens Joachim van Babyion') schrijft een zó dialectisch getint Nederlands, dat het Noordnederlanders af en toe wel moet storen omdat haar taal ook al moge deze goed- Vlaams zijn, absoluut foutief Nederlands ls. Doch dit terzijde, het ïeeft overigens met de intrinsieke waarde van het boek niets van Joen. En hiermede hebben we dan alle bedenkingen tegen dit mooie oek geuit, en kunnen we ons aan de lof wijden en aan de dankbaarheid voor de vele genoeglijke, ontroerende, vriendelijke uren die dit boek /.ijn lezer bezorgen kan. Wie veel leest, weet wel hoe schaars zulke uoeken tegenwoordig zijn. boeken die iets positiefs weten over te orengen. een zekere blijheid, een geluk en een gevoel van dierbaarheid - en dat niet omdat de auteur domweg en zorgeloos een beetje wereld vreemd zit te pijpen, doch juist doordat hij of zij alle misöre en tekort van het bestaan heeft beleefd, gepeild en doordacht, en dan tóch, on danks alles, het geloof in de mens en het streven van de mens heeft weten te behouden. Zo'n auteur Is Yvonne de Man, en zo'n mens ls haar creatie, de wat ouder geworden Rafaël, die .voor Klaartje', zijn kleindochter tje, zijn leven opbiecht In de vorm van een autobiografie, onversierd, simpel, eerlijk en innig. Het is een klein leven, helemaal In de marge eigenlijk, een mislukt leven ook. in zekere zin, en toch is het een leven dat de moeite waard is, een leven dat ons weet te boeien, waarin we onszelf herkennen, dat wil zeggen: Rafaël is wéér. Deze man, die „Tootvadei geworden is haast zonder te beseffer. dat het leven aan hem voorbijgleed, en die toch op zijn manier het leven leefde, merk waardige dualiteit, deze goede, zwakke mens met zijn kleine fouten en zijn grote verdriet, zijn onmacht en zijn goede wil, is een figuur waar men onvoorwaardelijk in geloven kan Rafaël stamde uit de gegoede Antwerpse bourgeoisie. Zijn vader, die zelf graag kunstschilder had willen worden, bezat ln die stad een apotheek. Nog vóór het kind geboren werd, stond zijn naam al vast: een schildersnaam. De zoon zou zijn wat de vader niet had kun nen worden. De moeder stierf toen de Jongen vier Jaar was. en zo groeide de knaap wat vereenzaamd op. De vader was vrijmetselaar, een zeet verstandig, humaan en beheerst man, doch aan de schuwe genegenheid van de zwakgebouwde, overgevoelige jongen on hij on voldoende tegemoet komen. Het ontbraik de Jongen aan niets dan aan warme moederliefde. Hij bleef zeer klein van gestalte en hij bleek gelukkig inderdaad kunstzinnig begaafd, mogelijk nog meer voor mu ziek dan voor schilderen, doch daar geen van belde drangen eigenlijk voldoende geprononceerd was, koos hij de schilderkunst om de vader een genoegen te doen. Met religieuze problemen wordt hij niet belast, en al zijn verering richt zich op de oudste zoon van zijn vaders vriend Derldder, Jan. Jan Derldder ls een der eerste en zuiverste pacifisten (Het verhaal begint vóór de eerste wereldoorlog). Jan van zijn kant, draagt de knaap een genegenheid toe, die levenslang zal blijven be staan; deze man van de daad ziet de kwaliteiten van de dromer en accepteert zijn zwakheden. Wanneer de eerste wereldoorlog uitbreekt (Jan vertrekt naar het front, zijn, boeiend vertelde, leven zal één nimmer opgegeven strijd zijn) vluchten Raf en zijn vader naar Neder land. Na enige tijd de kat uit de boom gekeken te hebben, keren ze terug naar Antwerpen en hernemen zo goed en zo kwaad het gaat hun oude leven. Raf heeft eerst les gehad bij een .kleinmeester' en gaat nu naar de academie. Jans Invloed en voorbeeld zijn zo groot, dat hij zich bij de pacifisten en wereldfederalisten aansluit en zijn talenten als musicus, zanger en decorateur vaak ten dienste van de goede zaak stelt. Wanneer de oorlog gewonnen, de vrede verloren ls, sluit hij zich bij de jeugdige arbeiders aan, en het is in die kring dat hij een meisje ontmoet, Betty idat overigens, net als hij, uit de zeer gegoede bour geoisie stamt en eigenlijk maar een beetje liefhebbert in die kring). Hij ontmoet haar op een erg idyllische 1-meiviering in de mei van zijn leven; hij heeft haar eerder gezien, en zij beantwoordt ook aan zijn haast ingeboren vrouwenideaal de Leda van Da Vinei. Zij wordt de zijne te gemakkelijk misschien. Geen van beiden kan op eigen benen staan, doch de ouders springen bij, geven een toelage; zij zijn aan alle kanten beschermd. Aanvankelijk wonen zij in een soort hutje bulten de stad: het is hun gouden tijd. Die duurt drie jaar. Raf schil dert een naakt waarvoor Betty model was, en legt daarin al zijn liefde voor haar vast. Het wordt zijn meesterwerk. Op zijn eerste (en enige tentoonstelling wordt dit doek door Iedereen geroemd, en hoewel - hij het niet verkopen wil, biedt een mecenas er zo'n groot bedrag voor dat hij er, onder aandrang van allen, Betty incluis, afstand van doet. Het zal zijn laatste echte schilderij zijn: zijn zeggingskracht blijkt toch te gering. Weldra komt er een lichte breuk in hun geluk. Betty heeft een miskraam, en wanneer zij weer een kindje verwacht gaan zij, aangespoord door de ouders, in de stad wonen. Een luxe appartement met luxe dingen. Raf voelt er zich niet thuis. Hun zoon Dree wordt geboren en hoe langer hoe meer drijven Raf er Betty uit elkander. Hij verzinkt in een algehele onmacht, verlummelt zijn tijd, knoeit wat; zij daarentegen ontwikkelt steeds meer Initiatieven. Zij gaat in een kunsthandel werken, en wordt weldra hoofd van het filiaal in Brussel Het betekent weer verhulzen, een wagentje, en allerlei zaken waar Raf een grondige afkeer van heeft. Hij versukkelt hoe langer hoe meer, of eigenlijk is dat niet het goede woord, hij laat zich alleen niet mee opjutten, blijft volkomen zichzelf. En zo ziet men hem. als alle idealen waarvoor hij op zijn manier toch pal gestaan heeft weer verwoest zijn en wereldoorlog II ls ontbrand, dag in dag uit met zijn geit Mie ln het Zoniënwoud: .Het keuterboertje van wie ik haar ge kocht had. leerde mij hoe ze te melken en te verzorgen. Ik had mijn beroep gevonden. Het was een der oudste der wereld. Abel. de zoon van het eerste mensenpaar, had het beoefend. Tk was herder Het paste volkomen bij mijn temperament en mijn gemoedstoestand op dit ogen blik. Het liet mij toe mij af te zonderen. Het bracht mij in een sfeer van rust en vrede waar de zorg voor het dier mijn enige kommer was. Ik slenterde achter mijn Mie aan, uitkijkend naar de spichtige gras soort die haar lief was, een twijg met smakelijke botten naar haar toe- bulgena, mfl verheugend wanneer ik de wilgesoort ontdekte waar zij verzot op was. Legde zij zich neer, volgevreten, om te herkauwen, dan rustte ik eveneens en keek toe hoe de spijs bal vanuit haar maag weer naar haar keel steeg en hoe zij er dan opnieuw- aan smulde, haar kinne bak horizontaal bewegend, de ogen half gesloten. Soms deden wij bet- den een dutje', (pp 140-141). Heel voorzichtig loopt Raf zo langs de afgrond van de waanzin, wetend wéér hij loopt. Het huwelijk is al jarenlang tot een vriend schappelijk samengaan geworden, de zoon is opgegroeid, ongemerkt haast. De vriendschap met Jan Deridder is blijven bestaan, doch deze man, die mogelijk een activerende invloed had kunnen hebben, ver toeft bijna altijd ln het buitenland. Ondertussen trekt een bewogen tijd aan ons voorbij; de schrijfster belicht namelijk, vanuit haar hoofd persoon, vele facetten van het leven in de eerste helft van deze eeuw. en zij zoekt nergens naar een goedkoop effect. Zij plaatst de figuur van Raf en het hele gezin centraal, als een kerncel in het grote geheel van de maatschappij. Zij verstaat ook de kunst, buitengewoon tedere en .gevaarlijke' onderwerpen (gevaarlijk in de zin var.: dreigen naar het sentimentele i zó gereserveerd en ingehouden te behandelen dat de lezer keer op keer ontroerd wordt op een heel zuivr-re er. eer lijke manier. Het Ls geen effectbejag, het is échte bewogenheid die doortrilt; milde wijsheid, een soort helmwee-achtig. schrijnend ver langen, eer herinnering aan iets moois en voorbijgaands. Een vleug humor geeft het schrijnende dan soms nog een wonderlijke toets van echtheid. Dree. de zoon. trouwt, en dan wordt, na jaren. Klaartje ge boren. Dan, eindelijk, krygt het leven van Raf weer inhoud Hij grootvader en zal het uiterste uit dat grootvaderschap halen Pas dan is deze man, dit grote, wijs-onwijze kind, rijp geworden en met een kind om te gaan. Zelden zal een Klaartje een grootvader gehad hebben deze Raf. Hij gaat ln Klaartje op, aanbidt haar; alles wat hij voor Dree nooit geweest is, is hij voor het kleinkindt, en door Klaartje komt hij zijn zoon. zijn vrouw Betty en de hele wereld weer nader. Met een ongelooflijk fijn observatievermogen volgt en leidt hij het meisje, cd hoewel hij alle regels van de pedagogie wetens met voeten treed', doet hij het voornaamste wat er te doen is: hy geeft Klaartje de liefde die zij nodig heeft en die zij van haar ouders nooit kragen zou omdat die het veel te druk hebben in het jachtige leven van thans dé grote fout .-an deze tijd, want deze kinderen, die tekort gekomen zijn aan liefde, zijn het die het later op de ouderen verhalen. Zo zien we eer. Idylle die schrijnend zou kunnen zijn maar het niet is: een man. nog niet eens erg oud. mislukt in zijn eigenlijke levenstaak, een eenzelvige, tengere figuur in de marge, die het leven geniet met zijn kleindochter tje; die de tijd krijgt, een beetje goed te maken wat hij heef; erprutst. Een kind en een hondje voeden hem op tot een nieuw geluk var. waaruit hij mogelijk nog veel goed zal kunnen doen Voor Klaartje" is een ontroerende, lieve roman: wij geloven dat de schrijfster uiteinde lijk zelfs het hart van de meest nurkse highbrow zal weten te winnen door haar ongekunstelde eenvoud die gepaard gaat met heel vee! tact en met een grote distinctie. Yvonne de Mant .Voor Klaartje', J. M. Meulenhoff, Amsterdam. Diogenes.Antwerper Dol aan de nieuwste, tot 25 april lopende, tentoonstelling in het Goois museum te Hilversum zoveel aan dacht wordt besteed, ligt niet aan de bij voortduring hoge kwaliteit van de exposities in het oude raad huisje aan een vroegere schapen- markt. Het is een luttel museumpje met gekortwiekte ruimte, dito fi nanciële armslag en daarmee nave nante mogelijkheden tot het aan trekken van vermaarde collecties. De grote belangstelling voor de ,Four men show', die er thans te zien is, vloeit voort uit de bekend heid die de exposerende vier schil ders in de artiestenwereld hebben. Het zijn, in alfabetische volgorde. Jan de Cler, Alex de Haas, Toon Hermans en Bert Robbe, waarbij, wonderlijk genoeg, de alfabetische volgorde tevens een opklimmende waardebepaling inhoudt. Was de .Four men show' alleen een tentoonstelling van schilderende ama teurs met een beroemde naam in de artiestenwereld, dan was slechts een oproep nodig om er heen te gaan aan al degenen, die zich gaarne koes teren in een bekendheid, waaraan ze zelf niet toekomen. Was het alleen een tentoonstelling van zondags schilders. zoals vorige maand in de VARA-studio bijeenhing en met veel succes ook nog. want het tv-signale- ment van Henk de By ontketende een run op het VARA-gebouw, dan zat er ook al weinig leerstof ln. De .Four men show' is echter meer. Omdat ze, zoals Pierre Janssen het in zijn openingswoord zei, .ervan ge tuigt dat vier (toneel)kunstenaars er blijkbaar behoefte aan hebben hun artistieke existentie al schilderend uit te breiden.' Voor Toon Hermans gaat dat niet op. Hrj schildert voor de lol. Hii is, zegt nij zelf, een zondagsschilder. Hij schildert om zijn moeheid, om spanning met zijn toneeltaak, kwijt te raken. De anderen pretenderen meer. Bert Robbe zegt, dat hij even zeer hoofd van de afdeling lichte muziek van de VARA is, als zanger en schilder. Jan de Cler, Alex de Haas en Bert Robbe kunnen voorts niet als schilderende amateurs wor den aangemerkt omdat ze een acade mie-opleiding hebben gehad. Jan de Cler Kort en goed: vier artiesten tonen in de .Four inen show" hun tweede muze, al is die van Toon Hermans niet volledig als eigen dochter er kend. ,Er hangen een paar slechte schilderijen bijaldus Pierre Jans sen, .rnaar die hangen ook ln het rijksmuseum'. In het rijksmuseum hangen er minder, z ding tot het totaal. 1 stelling niet in hoofd; op de naam, die de n krachtens artistieke arbeid op ander terrein, dan zou bijvoorbeeld het elf tal werken van Jan de Cler nooit in het openbaar zijn opgehangen. Daar mee gaat Jan de Cler niet af. Hij la sinds 1945 een duizelingwekkend pro- duktieve schrijver van radiocabaret teksten gebleken, een van de, voor de hoeveelheid materiaal die nodig is te weinige bronnen op vaderlandse bodem die nooit sc' Bovendien is hij i geworden. Nou ja. even.T. Hij begon aan zijn studie in 1955 en deed er niet langer over verder niets om 1 studeren. Wat op de is dan ook de Jan c de oorlog onder meer aan de Acadé mie de la Grande Chaumière te Parijs heeft gestudeerd, die in die jaren trant, onpersoonhjl als in kleur Alleen ln een tekening van een begrafenis kondigt zich de latere spotter aan. Alex de Haas Het werk van Alex de Haas ls als de maker, even veelzijdig als gecom pliceerd. Alex de Haas heeft ln zijn jonge jaren vijf jaar Rotterdamse academie voor beeldende kunsten ge had. In het bijvak decoratieve kunst, kreeg hij les van professor Luns, de briljante vader van de minister van buitenlandse zaken. Hy heeft als ca ricaturist meegewerkt aan het door de dichter-zanger-tekenaar Jacobus H. Speenhoff geredigeerde spotblad .De Ware Jacob". Hij zegt: .Tegen het einde van de tweede wereldoor log begon ik, waarschijnlijk bij wijze van reactie op de reële en irreële duisternis welke toen heerste, aan een reeks kleurige waterverfteke ningen. die ik Karikwarellen noemde'. Er hangen op de tentoonstelling ook enkele .maitramorfoses'. parodisti sche bewerkingen van erkende mees terwerken, zoals Manets ,Le déjeuner sur l'herbe'. Aan één werkje is te zien hoe technisch onderlegd Alex de Haas als schilder is. Het is een uit 1915 daterend getekend portret van Jane Sharp, nu oma Haas. Alex de Haas moet een zeer hoog cijfer voor tekenen hebben gehad. Het portret van Jane Sharp, volgens de acade mische normen van die tijd lyn voor lijn neergezet, is meer dan een prie- gelwerkje. Het is gewoon heel erg lex de Haas als man zon der lijn. Daaruit biykt dat hij een amateurschilder is geworden Het portret van Straw insky uit 19581 is gedaan in de stijl van de puntjesz.-t- ters en de streepje.^.jc-ir. '..in de latere Van Gogh Maar zonder Van Goghs spanning in si. i. .Uu. en kleur Het portret van Euziau (uit 19621 bestaat uit in elkaar overlopende, wolkerige vlekken waterverf in pri maire kleuren. De .kwarikwaretlien' en .mètramorfoses', van latere da tum, zijn gedaan in een aangepaste Picassostijl-kubistlsche periode. Ook Kandinsky komt om de hoek kijken. Ze zijn aardig, soms zelfs verrassend, om het onderwerp, maar hun struc tuur is slap. Toon Hermans Toon Hermans ia een fenomeen. HU schildert, zegt hij. omdat hij het leuk vindt met kleurtjes te stoeien. Mis schien wil hij Inderdaad niet meer, maar het resultaat gaat ver boven de stoeiparty uit. Een portret van hemzelf en een van zijn kinderen bijvoorbeeld is formi dabel en niet alleen omdat het zo Op het ogenblik is Alex illustratief kunstenaar e onder meer ook illustrator is geweest bij de uitgeverij Nijgh en van Ditmar en die tijdens de oorlog op het insti tuut voor kunstnijverheidsonderwijs te Amsterdam zat. En het is hele maal de Jan de Cler van die tyd, want geen van de tentoongestelde werken dateert uit een later jaar dan 1939. Hij is dus niet op dit moment ook nog schilder. Zijn werk hangt er als curiosum. Dat is het aardigste wat ervan kan worden gezegd, want het zijn paneeltjes in stijve academie- De kleuren elkaar geste op de plaati gebracht. Er zijn, dan een nog niet af. jk van vrolijk Bert Robbe Minerva tc Groning< gen probeerde hij d. van kunstlievende bui voor zijn exposities e: den van de door i kunstkring ,De Regel gen leidde tot een beu:* I>ie beurs tot een zangcarrière. Die zangcar rière tot hoofd van de afdeling lichte muziek van de VARA-radio. Die ambtenarenbaan tot opnieuw schilde ren. Elke dag. Niet als vrijetijdsbe steding. zoals bij Toon Hermans en Alex de Haas. maar als volledig deel by veel van Spaanse dorpen, vallen op door hun gedegen structuur. Bert Robbe durft ook riskante kleuren naast elkaar te zetten. Over het to taal hangt een waas van soms zacht paars, aan weer van witgeel Het zijn goede schilderijen, vakwerk, maar ze missen vibratie en sponta neïteit. Dat is ook het geval met de Robbe wil teveel met zijn schilder- zijn. De kunstenaar in hem zit vast aan het ambacht Het verbaast dan ook niet hem te horen zeggen: .Bui ten schilderen doe Ik niet. Ik maak schetsen en werk ze thuis uit'. Da persooniyke schilder breekt door in met houtskool getekende portretten van Charlie Nederpelt. Thérèse Steinmetz en Paul Godwin. Enkele sterke contourlijnen zijn de gepor- tretteerden helemaal. TOON HERMANS: vader en zoon, olieverf.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1966 | | pagina 13