HET GANGSTERMEISJE' kunst Remco Campert: SCHOUWBURG VAN 27 MILJOEN DUITSE MARK Nevenfuncties vat predikanten ZIJ BOEIDEN HEM stemmen uit de kerkeïi VRUDAG 18 MAART 1966 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Letterkundige Kroniek door Hans Warren HET is een publiek geheim dat schrijven voor menige schrijver niet veel meer en niet veel minder is dan.- op avontuur gaan in het on bekende. En dan vaak nog beperkt tot: op ontdekkingsreis gaan in zich-zelf, exploreren van het eigen- ik. Natuurlijk, er zijn romanciers die van te voren alles keurig uitgedacht hebben wat er gebeuren moet, hoe de personen zullen zijn, hoe ze er uitzien zelfs, tot werken met fiches toe. Een tikje speling blijft er altijd wel, maar veel is het dan toch niet. Doch niet minder groot is het aan tal schrijvers dat slechts een flauwe notie heeft van hetgeen ze schrij ven gaan. Ze spelen met een paar ideeën, concipiëren een aanvangs regel of het een begin van een ge dicht was, en hopen dan maar dat het verhaal zichzelf zal schrijven. Wat natuurlijk niet gebeurt; van die eerste notitie tot de bittere laatste bladzij moeten ze het zeif doen; maar welk een verschil. Het is een beetje als met op reis gaan: de een weet precies wannéér hij gaan zal. waarheen, en hij deelt van te voren zijn dagen al zo helder mogelijk in; het progTamma staat vaat. De ander vertrekt in een op welling, koopt een kaartje naar X maar stapt in Y al uit en laat het eenvoudig aan het lot over wat er febeuren gaat. Mogelijk gaat hij, 000 km van huis in een onbehaag lijke hotelkamer met de luiken dient Remco Campert was, toen hij ,Het Gangstermeisje' begon te schrij ven, een van die ordeloze avontu riers In de eigen jungle. Hij vond het woord .gangstermeisje' waar schijnlijk leuk dat ts het ook. leuker om te zien, als denk-beeld dan om uit te spreken, overigens, hij vond de achtergrond van het be grip mogelijk leuk, en verder was het dikke mist. Ergens in die mist of achter die mist was het gang stermeisje, en daar is zij gebleven. Als de lezer de roman uitneeft, weet hij over het gangstermeisje onge veer net zoveel als in het begin: er zou een film moeten komen over een gangstermeisje, maar gaat u zitten, begin maar, denk maar, droom maar pert ook gespeeld, ernstig, met inzet van zichzelf. Je kunt het .jongens- gevoel' oproepen, zoals hij dat zo aardig noemt, klein en warm in jezelf kruipen, de wereld, de verantwoor- dehjKheid vér weg, een tikkeltje vrij, een tikkeltje zielig, en dan komt zij mogelijk, het gangstermeisje, uit de mist. in een flits. Het is natuurlijk het echte gangstermeisje niet, het dan degene, die ettelijke musea en kerken van Italië vanaf de kelders tot de hanebalken doorvorste. Het hangt helemaal van de persoonlijk heid af, van de wijze van aanpak, in de bioscoop, lekker in 't donker, en maken het felbelichte meisje on gevaarlijk op het witte doek. Ze mag met haar revolver recht op ons mik ken en schieten, tar, tar, het wordt een volledige overgave. Later betalen we de tol, als de warme, collectieve duisternis niet meer om ons is. als we, alléén, over een kletsnatte, vreemde straat lopen, met moede benen, het .jongensgevoel' hopeloos kwijt. Een man van 35 of ouder, die snakt naar een fles whisky. Die tot het bittere einde nu zijn droom waér moet maken: een voortreffelijk boek Remco Campert gelukt! ,Het Gangstermeisje' ls een .Wessel- Franken'-verhaal; Wessel is een fi guur, die men vaker in Camperts oeuvre tegenkomt. Men hoeft er niet erg scherpzinnig voor te zijn om in Wessel een dubbelgangerfiguur van Remco Campert zelf te zien; we ge bruiken speciaal het woord dubbel ganger omdat dit Wessel Franken beter dekt ten aanzien van Remco Campert het ls Immers geen auto biografisch verhaal, al ls er nóg zo veel persoonlijks in verwerkt. Wil men de roman tot zijn kern redu ceren, dan is het probleem .slechts' een tijdelijke vlucht, een vlucht waar van de terugkeer geen enkele ver betering of oplossing kan brengen, aangezien Wessel vóór hij vertrok net zo wijs en gedesillusioneerd was als wanneer hij terugkeert, ,een man in een crisis, die hij zichzelf waar- ook zijn tweede huwelijk met Le- onie (zjj is 25, en er ls een kindje) blijkt een vergissing. Zij maken elk aar het leven erg onplezierig, en Wessel vertrekt, midden in de winter, naar een huis aan de Zuidfranse kust dicht bij Italië, dat hij gehuurd heeft van een oude, vaderlijke vriend, Dan- onie brengt Wessel naar de trein; of hij ooit terugkeren zal bij haar is twijfelachtig. Ook van zijn eerste vrouw is hij op een dergelijke manier it hij je; Jas vriend die in Rome woont en die regisseur ls, wil een script voor een füm van hem. Hij weet helemaal niet wat Jascha wil. enkel de titel .Het Gangstermeisje'. Maar Jascha is nog niet bij hem, en .Van een woord kun je geen film maken. Misschien wel van een beeld, maar Wessel heeft niet eens een beeld van het gang stermeisje. Toch wanhoopt hij niet, want hij weet dat zo alles altijd be gint: boekt >eken, films, liefdes, een Dorfmund (600.000 inwoners) heeft de beschikking gekregen over een nieuw representatief schouw burg-centrum. Het theater telt 1100 plaatsen. Architectonisch aantrek- kingspunt is de gedurfde staalcon structie, die zich over de toeschou wersruimte welft. De schouwburg van de architecten Tritthardt en Rosskotten heeft meer dan 27 mil joen Duitse marken gekost. Vandaag plaatsen wij op één pa gina de wekelijkse artikelen van onze medewerkers ds 8. J. M. Hulsbergen en Hans Warren. WJJ zuilen namelijk ons raterdagnum- mer van morgen geheel wijden aan de aanstaande verkiezingen. Hat betekent echter dat een aan tal van onze .gewone» zaterdag- puglna's zal vervallen. Vandaar dat wij deze twee vaste bijdragen, alsmede de wekelijkse overdenking reeds vandaag opnemen. woord of een beeld in iemands hoofd. Zo begint en zo eindigt alles' (pa gina 70). Men kan het gangstermeisje ook als symbool nemen, zeggen: .Film ls een gangstermeisje' Doch waarom is Wessel gegaan? Voorna melijk om in een zelfgekozen isole ment zijn wonden te likken. We leren hem kennen ais een eenzelvige, zwakke, maar zeer sympathieke man, een jongen eigenlijk, die In het leven kleerscheuren heeft opge lopen en nauwelijks beseft hoe. Zelfs een wondje aan zijn vinger preoc cupeert hem op een erg kinderlijke manier het doet aan Frits uit ,De Avonden' denken. De spiegel, en de steile straatjes van het stadje zeggen Wessel dat zijn kinderjaren voorbij zijn. Wat nu? Hij speelt met een revolver die hij in een margarine doos weggestopt in het huis vindt, hij drinkt, hif slaapt, hij kwijnt, hij laat zich gaan en laat zich heerlijk terug vallen in een onmogelijke toestand van onverantwoordelijkheid; een pas op de plaats, uitstel. Doch hij heeft het allemaal zelf wel In de gaten: En het gangstermeisje ls voor de dromer een andere vlucht, want op de enige momenten dat hij zichzelf probeert te hervinden, en daar zó dicht bij is dat er vonken over gaan springen, schrijft hij moeizaam, bij stukjes en beetjes aan het enige wat er eigenlijk op aan komt, een ver haal dat óók zichzelf moet schr" .Bassist', een somnabulisch aan de geschiedeni- over een musicus die uit zijn onderbewustzijn allerlei com plexen omhoog laat wellen ln de hoop op een mogelijke afrekening, met nog de beloning van de prestatie /~\mgevmg: in werkelijkheid een U gesloten badplaats aan een gure wir.ter.se Middellandse Zee, waar en kel wat oude emigranten en rijke Engelsen op de dood wachten; in .Bassist' een dito aan de Noordzee, waar een hotelier en zijn kelnertje een onvruchtbare pantomime via een spiegel voor de schrijver opvoeren. Een bezoekje aan Danny, die met zijn huisgenoot Max, een mooie jon gen op z'n retour, wat verderop woont, brengt niet veel afleiding, en de komst van Jascha is au fond" niet erg welkom: nu moet er wel gewerkt worden aan dat schimmige gangster meisje en dienen zelfs de schrale ple ziertjes van het dooie stadje op het meisje en dienen zelfs de scni js van het dooie stadje tweede plan te komen. En het gekke ls: na wat spartelen gebeurt er wel wat. (zoals altijd ook in realiteit), komt er wat op papier, zelfs .Bas sist' groeit naar een voltooiing, en het boek naar zijn einde; Wessel Franken gaat terug naar Amster dam. Of hij er in geslaagd is zich .uit zijn crisis te praten'? Geen enke le illusie. ,Hoe boei ik de r derhalf uur lang zonder mezelf te vervelen was het probleem dat Ja scha zich stelde. Remco Campert ziet kans zijn lezer enkele uren bezig te houden met een kaleidoscoop waarin alles door elkaar schuift. Eigenlijk is er haast niets, wat brokjes levens patroon. .Is het wel een verhaal Er is geen verhaal'. Een volkomen onberedeneerd opeenvolgen van qua si met elkaar in verband staande zaken. Of misschien is er wel een verband, een heel natuurlijk. Het schrijven ervan heeft hem zelf stel lig niet verveeld. ,Wat ls het gang stermeisje precies voor jou', vraagt Jascha. ,Een Illusie', zegt Wessel. ,Een dodelijke Illusie', zegt Jascha. Remco Campert: Het gangstermeisje De Bezige Bij, Amsterdam. Hel lijdensevangeUe roept vele vragen op, ook voor om. God hee/t de mensheid begenadigd in het zenden van Zijn Zoon: Im- manuël. In de personen van de wettige volksleiders der joden en ven de gezagsdrager der Romeinen Pila- tus tracht de mensheid zich van Hem te ontdoen. Ware vrijheidshelden gooien gen rookbommen naar een koninklijke eeststoet! Maar staat wat met Jezus ge- gebeurde op een ander niveau 1 ,...,Wat heeft Hij dan voor kwaads gedaan f' zo vraagt de gezags drager Pilatus. Er ts. waarachtig ook nu, geloof nodig om in deze mens: Jezus, 1e ontdekken dat de relatie van de eeuwige God uit. met de mensheid, met mij, is ge legd en, op door mensen onver- tooestbare wijze van Gods wege tn stand wordt gehouden, de eeuwen door! Dat is een .heden der genade', dat is .welbehagen des Heren'! Daarin ligt de on/iantastbare vastheid van het heil, de vaste grond ondanks alle verzet der we reld. Wij zoeken vastheid in veiligheid, in zekerheden voor gezondhèitl en maatschappij. Daarom wordt sommige individuen de vrijheid ontnomen. Dat is geen gemakke lijke politionele taak. maar wél maatschappelijk noodzakelijk en we mogen daar dankbaar voor zijn. Geboeide mensen zijn in de macht van anderen! Daarbij zijn machts verhoudingen aan de orde. Is Jezus ook in de macht van die anderent Was Petrus dat in de gevangenis T (Hd. 5 J9ven Is raël in EgypteT (Ex. 1-20J. Is het hele verloop van de trage die met de mens Jezus «tor een doorbreking van onze aardse machtsverhoudingen en een mys terievolle openbaring van een werkelijke en een schijnbare rea liteit in het gelooft JSr is geen macht, geen over heid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld'. RmIS). Jezus weerstreeft de macht niet. maar misplaatste macht is een belachelijke vertoning, ook al kost dit mensenlevens! In het lijdens- evangelie wordt openbaar dat de geioofsrela-tie van ae mens met zijn God de enige waarachtige vrijheid en koninklijke waardig heid is die doet leven uit dat ho ge roepingsbesejdat ons m het evangelie wordt gepredikt, waar toe de kerk van Christus geroe pen is. Jezus tcerd geboeid,.... wpdai wij ontbonden zouden worden. Hij werd onschuldig ter dood veroor- lier). Het mysterie van het lijden is het wonder van Gods verlossend handelen opdat wij mensen zul len leven voor en met God. •-HF" -ARENDSKERKE D. J. BAARS Hoe meer een mens moet doen, hoe meer hij kan doen.' Deze zin snede wordt nogal eens gebruikt wanneer men iemand wil over halen om een verkiezing, een benoeming aan te nemen, waartegen hijzelf, al of niet ernstig, bezwaren oppert, omdat hij aan het rekenen ls geweest hoeveel tijd hem dit wel zal kosten. Hij zal zichzelf moeten afvragen of het kan by de werkzaamheden die hij reeds heeft; of zijn normale werk er niet onder zal gaan lijden. Dan is er nog een over weging die ie het geding moet komen, tenminste als de uitverkorene gehuwd is, of dit niet zal gaan ten koste van zijn gezin, waaraan hij toch ook zijn verplichtingen heeft. Maar ln het algemeen genomen geloven we dat er veel waarheid ligt in het gezegde dat Iemand meer kan doen naarmate hij meer moet doen. Doch er zijn natuurlijk gren zen en wanneer men deze overschrijdt, wordt het een riskante zaak. Dan kan het gebeuren dat men alleen doet wat niet langer kan wonden uitgesteld en dan zal heel het leven een voortgejaagde zaak wezen. Men behoeft er zich dan niet over te verbazen wanneer de kwalijke gevolgen niet uitblijven. Blijkbaar komt het ln de kerk ook voor dat predikanten teveel hooi op hun vork nemen, zodat het moet gaan ten koste van iets anders. Wanneer dat andere het werk in eigen gemeente is. wordt het de taak van hen die kerkelijk over deze dienaren des Woords zijn gesteld, om een waarschuwende vinger op te steken. Ook tegen zichzelf moet een mens wel eens worden beschermd. We heb ben ln het verslag van de laatste zitting van de generale synode de Nederlandse Hervormde Kerk gelezen dat deze hoogeerwaarde heren voor de derde maal behandeld hebben de zaak van de nevenwerkzaam heden voor predikanten. Op de vergadering van 15 februari ls men, voorlopig althans, tot een beslissing gekomen. In de ordinantie voor nee pastoraat zal het 7e hoofdstuk, dat gaat over de nevenwerkzaam heden, geheel worden veranderd. Met 12 stemmen tegen werd deze .vijzlging aanvaard. Het oordeel van de classicale vergaderingen zal nu worden gevraagd en daarna komt de zaak wederom ln de synode. Dat een predikant er naast zijn pastorale werkzaamheden in eigen gemeente iets anders bij kan doen, is door de eeuwen heen normaal geweest. Maar in voorgaande tijden waren de mogelijkheden zeer ge ring. Die beperkten zich tot het schrijven en vertalen van boeken. Wanneer we zien wat er vroeger in onze provincie werd gedrukt, ls nogal eens dikwijls een predikant de auteur geweest. De gemeenten lagen nogal afgesloten, zeker .n de winter, en d< verkeersmogelijk- heden waren beperkt, zodat het gaan naar een ander eiland meer moeite kostte da: tegenwoordig een reis naar een ander land. Wie het aardige boekje leest over de reis die Charles de Coster in 1873 in onze provincie maakte, bemerkt daarin hoe gebrekkig de verkeers situatie hier toen nog was. Zodoende zat een predikant min of meer opgesloten in zijn eigen gemeente. Dat alles is nu veranderd en daar door zijn er meer mogelijkheden gekomen om werkzaamheden te ver richten buiten zijn gemeente. Bovendien zijn de mogelijkheden hiertoe na de tweede wereldoorlog, in sterke mate gestegen. En hoe meer de .verstedelijking" toeneemt, hoe meer er vraag zal zijn, ook voor predi kanten, om naast de gewone werkzaamheden in eigen gemeente, iets te gaan doen daar buiten. Daar is ook niets tegen. Er is bijna alles vóór dat een predikant, naast zijn normale werkzaamheden ook nog Iets anders doet en zeker is er alles vóór wanneer zijn gemeente geen grote omvang heeft. Hij komt daardoor met een wat ander werk in aanraking, leert andere mensen kennen; zijn gezichtskring wordt daardoor wijder en dit alles kan zijn eigen gemeente alleen maar ten goede komen. Ik geloof ook niet dat men het in de gemeente erg vindt wanneer hij voor bepaalde werkzaamheden buiten zijn eigen parochie wordt gevraagd. Bovendien is een predikant niet alleen een dienaar van eigen gemeente alleen, maar eveneens van heel de kerk die hem tot de evangeliebediening heeft toegelaten. In de gemeente moet men het daarom als normaal zien wanneer hij voor een functie, een neven werkzaamheid ergens anders wordt gevraagd. Daar komt bij dat de werkverdeling voor een predikant anders ligt dan bij de grote meerder heid van het mensdom. Zeker is dit het geval in de plattelandsgemeen ten. Wanneer de gemeenteleden kunnen rusten van hun dagelijkse en wekelijkse arbeid, begint het werk van een evangeliedienaar. In de lente en zomer kan hij het rustiger aan doen, omdat zijn gemeente leden het dan te druk hebben en in de herfst en winter zit hij volop in zijn werk. De avonden zijn bij voorkeur zijn werktijd en een vrij weekend is voor hem een niet dikwijls gekende zaligheid. Ook wat dat betreft zijn er mogelijkheden om er iets bij te doen. Zo ln het algemeen genomen behoeven er dus geen bezwaren te zijn als een predikant er wat anders bij doet en die bezwaren worden nog minder wanneer deze werkzaamheden liggen op het pas torale vlak. Toch is de synode der N. H. Kerk in meerderheid van oordeel dat hier bepaalde regels moeten worden gesteld. Het kan te erg worden met die nevenfuncties en nevenwerkzaamheden, zodat het werk in eigen gemeente en misschien nog meer dan dat, er schade onder gaat lijden. Daarom wil de synode een zeker onderscheid gaan maken. Niet alle werkzaamheden buiten eigen gemeente zijn op ge lijk niveau te schatten. Er zijn er .welke primair in het belang van het pastoraat' van heel de kerk zijn. Deze wil men nevenfuncties noe men. Wanneer een predikant tot praeses of scriba van een classicale vergadering wordt gekozen, zit daaraan een heel stuk werk vast. Als hij lid van de generale synode wordt en daardoor vanzelf ln allerlei commissies terechtkomt, weet hij wel wat hij met zijn tijd moet doen, zeker wanneer hij hier nog een beginneling is. Er is een bepaald werk dat voortvloeit uit het feit dat een gemeente deel uitmaakt van een groter geheel dat nu eenmaal moet worden gedaan. Naast deze nevenfuncties wil men gaan spreken van nevenwerk zaamheden. waarmee zullen worden aangeduid die werkzaamheden, .waarbij niet het pastoraat een primair belang heeft'. Voor be-.de, zowel de nevenfuncties als -werkzaamheden zal gelden dat de kerke- raad en de kerkvoogdij van de gemeente waar de predikant staat, hun toestemming moeten geven wanneer er meer dan zes uren mee ge moeid zjjn en dat dan ook enige meerdere vergadering een stem in het kapittel heeft. En eveneens dat er dan een verrekening zal moeten plaatsvinden van de Inkomsten die voortvloeien uit die nevenwerk zaamheden. Het zal niet gemakkelijk zijn een scheidslijn te trekken tussen nevenfuncties en nevenwerkzaamheden. Het is zo maar met uit te maken welk werk primair ln het belang van het pastoraat is en welk werk niet. Voorzover we kunnen nagaan, staan ze eigenlijk alle in verband met pastorale zorg, een enkele uitzondering daargelaten. Wanneer in deze materie een situatie is ontstaan waarvan net hoogste bestuur van een kerk zegt dat daarvoor bepaalde regels nodie zijn, duidt dit erop dat hier iets scheef kan liggen, dat er bij sommige pre dikanten een teveel aan nevenwerk kan zijn. Daarvoor is dan een regeling gewenst. Doch wie is in staat uit te maken of hetgeen ge vraagd wordt voor een bepaalde predikant teveel is of niet Uit heel deze zaak zien we dat ook de kerk rekening moet houden met de andere tijd waarin we terecht zijn gekomen. Deze week hoorden we voor de radio dat nu nog 10 procent van de bevolking van ons land bij de landbouw betrokken is en dat dit in de toekomst 5 procent zal moeten worden, willen degenen die hierin werken een redelijk bestaan vinden. De kerken en dit geldt zeker van de NH Kerk. heeft een opbouw, die is voortgekomen uit de tijd dat, uitgezon derd dan enkele steden, heel de bevolking van ons land bij de landbouw betrokken was. direct of indirect Zal het ln de toekomst niet steeds meer nodig zijn dat er door de kerk in haar geheel meer regelend wordt opgetreden wanneer het gaat om werkzaamheden van hen. die vrijgestelden van de kerk zijn"' Zelfs zijn we van oordeel dat. wan neer het gaat om die nevenwerkzaamheden, het onontbeerlijk zal bl ij ken te zijn dat meerdere kerken hier gezamenlijk optrekken. Onze provincie wordt aan de ene kant steeds meer geïndustrialiseerd en aar. de andere Kant wordt het steeds meer recreatiegebied. Wat er hier, naar kerkelijk oordeel, gedaan moet worden, kan met meer worden overgelaten aan de gemeenten die er direct bfl betrokken zijn. Zal het in de toekomst niet steeds meer nodig zijn dat vanwege de kerk in haar g-heel, of liever nog van meerdere kerken gezamenlijk, nepaalde predikanten uit gemeenten waar dat mogelijk is, een opdracht krijgen om gedurende een zeker deel van hun tijd of gedurende een deel van het jaar in te springen ln die gemeenten waar het nodig is? Dat eer. predikant gebonden is, ook aan de kerk in haar geheel, zal meer nadruk moeten krijgen dan tot nu toe het geval ls geweest. H.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1966 | | pagina 13