Levende relatie bestuur
bestuurden hoofdzaak
Staatssecretaris Westerhout over agglomeratieproblemen
Organisatie
Davitamon 10
elke dag
NIEUWE ZWARTE
BEERTJES
Italiaans geld vermindert
in omvang en vermeerdert
in waarde
Drama in Florida
Boek over Israël
Dit staat er
in de nieuwe Eva!
*Jy|
DINSDAG 2 NOVEMBER 1965
PROVINCIALS ZEEUWSE COURANT
AUTOMATISERING
VRAAGT NIEUW
TYPE AMBTENAAR
(Van een onzer redacteuren)
Zorgen voor een levendé re
latie tussen bestuurden en be
stuur'.
Deze zin heb ik onderstreept in
mijn notities over een gesprek
met de staatssecretaris drs. Th.
J. Westerhout. Het was name
lijk zijn antwoord op de vraag
hoe in een paar woorden zijn
taak kon worden vastgelegd.
Levende relatie tussen bestuur
den en bestuur': dergelijke
woorden zijn al eerder gebruikt
en men hoort ze nog dagelijks,
terwijl in werkelijkheid echter
de afstand tussen bestuur en
bestuurden steeds groter wordt,
de kloof steeds dieper. Waarom
dan strepen gezet onder de wat
slogan-achti ge opmerking van
de staatssecretaris?
Omdat drs. Westerhout het in
dit gesprek het niet bij de slag
zin liet, maar globaal, nochtans
duidelijk, aangaf hoe in de prak
tijk zou kunnen worden ge
werkt. En omdat hij er blijk van
gaf, dat dit deel van de rege-
ringstaak thans op een frisse,
zo men wil: gedurfde manier
wordt aangepakt.
Het ging zo: op het moment, waarop
ik onmiddellijk wilde reageren op
zijn .levende relatie', zei de staatssec
retaris en zijn hand ging omhoog-
om de onvermijdelijke vraag ,maar
hoe?' even te bezweren: .Jawel, ik
weet: met kreten komen we er niet.
De kernvraag moet beantwoord wor
den: welke eisen dienen er aan een
modern bestuursapparaat te worden
gesteld? Het antwoord: het moet ef
fectief kunnen werken, het behoort
aangepast te zijn aan de specifieke
eisen van onze tijd, het dient demo
cratisch te zijn en vooral ook door
zichtig. Dat laatste is heel belangrijk:
het systeem van Thorbecke is in zijn
opzet transparant en mede daarom
zo voortreffelijk. Hoe aan deze eisen
te voldoen? Met betogen als ,de klei
ne gemeente is zo ideaal voor goede
bestuursverhoudingen' kom ik niet
ver. Het gaat er immers om, dat op
de uitdaging van deze tijd een ant
woord in bestuurlijk opzicht wordt
geformuleerd, een antwoord waarmee
vandaag, maar vooral morgen kan
worden gewerkt. En dat alles ik
herhaal het op basis vaar die be-
faamde .levende relatie'. Welnu, er
zijn bestuurstaken, die als het ware
vlakbij de burger liggen en .taken, die
verder van hem zijn veinvijderd. Dit
gegeven wil ik proberen te vertalen
in een bestuursorganisatie'.
.Concreet gezegd: de taak van een
gemeentebestuur op het gebied van
gemeenschapsvoorzieningen, bebou
wingsvoorschriften, sportterreinen,
vuilophaaldiensten, bestratingen, en
fin allerlei zaken vah het gemeente
lijk beleid, waarmee de burger recht
streeks heeft te maken, dienen te
worden beslist op het bestuursniveau,
waarmee de burger onmiddellijk con
tact kan hebben. Als oud-wethouder
weet ik uit ervaring, dat allerlei
mensen heel bewust met het gemeen
telijk beleid meeleven, zodra het bin
nen hun eigen gezichtskring komt.
Er bestaat namelijk grote belangstel
ling voor beleidsonderwerpen, die het
dagelijks leven direot raken. Maar
daarnaast zijn er vele zaken, waar
over de gemiddelde burger veel moei
lijker tot een oordeel komt, zoals het
structuurbeleid voor een groter ge
bied, beleidsmaatregelen dus, die een
geheel betreffen, waarvan de omvang
vooral sociaal-economisch is bepaald.
Dergelijke zaken nu zouden in een
andersoortig in een bovengemeen-
telijk, zo men wil bestuurscollege
moeten worden behandeld. In dit op
zicht denk ik bijvoorbeeld aan de
plannen van wat ik gemakshalve
maar de .Elndhovense club' zal noe
men: de gemeente Eindhoven met
omringende gemeenten. Overigens:
een dergelijk agglomeratiebestuur be
hoeft niet beperkt te worden tot gro-
stedenconcentraties. Het is zeer
wel denkbaar, dat. ook plattelandsge
meenten een aantal taken overheve
len naar een bovengemeentelijk or
gaan'.
,Maar het belangrijkste uit
gangspunt iseen bovengemeen
telijk orgaan kan alleen dan
goed functioneren als de samen
stellende eenheden stuk voor
stuk levend en gezond' zijn. Men
kan zich voorstellen, dat een
bepaalde agglomeratie zes tot
acht volwaardige eenheden be
vat, waarvan het bestuur elk
in het eigen gebied autonoom is.
De uitoefening van deze autono
mie past zich automatisch aan
het eigen karakter van zulk een
eenheid aan: een oude binnen
stad stelt b.v. andere eisen dan
een nieuwe stadsuitbreiding, er
komen ook heel andere proble
men aan de orde. De verlangens
van zeg de middenstand
in eenheid A. kunnen anders lig
gen dan in die van eenheid B.
In Rotterdamse termen: een in
woner van Hoogvliet wil meebe
slissen over problemen, die zijn
eigen woongebied raken, terwijl
hij de specifieke vraagstukken
van de Alexanderpolder graag
aan de inwoners daar zal over
laten- Geen bezwaar: men kan
daar op democratische wijze de
eigen belangen regelen en af
handelen. Maar deze eenheden
ontmoeten elkaar in de top in
het overkoepelend orgaan, waar
dan die punten worden behan
deld en beslist, die de totaliteit
van de agglomeratie raken'
.Zorgen voor een levende relatie': de
staatssecretaris maakt ernst met de
ze slogan en hjj spreekt ér met over
tuiging over. In het gesprek zorgt
hij voor een duidelijke systematiek.
Een interrumperende vraag wordt
even naar de achtergrond gedron
gen: Wacht even, eerst dit. afmaken,
ik kom op die waag nog terug'. En
hij attendeert er enige malen nadruk
kelijk op, dat de door hem ontvouwde
visie niet zo maar een op zichzelf
staande zaak is. ,ïk zie het scheppen
van een moderne bestuursconstellatie
in deze tijd als een onderdeel van de
ruimtelijke ordening in ons land in
de breedste zin van hot woord. Ook
in bestuurlijk opzicht moeten we vol
doen aan de eisen, die allerlei taken
ons vandaag en morgen stellen. Dat
eist initiatief. Het is niet juist en niet
mogelijk af te wachten luUial ergens
een college van gedeputeerden eens
een grenswijziging of een samenvoe
ging aan de orde stelt. Ik geloof, dat
In ons land langzamerhand algemeen
wordt erkend, dat deze zaak een an
dere aanpak vereist. De bestuurljjke
organisatie loopt namelijk te veel
achter by de werkelijke ontwikke
ling. Wij zullen de werkelijkheid van
vandaag en morgen haar weerslag
moeten geven in de opbouw van hpt
bestuursapparaat.
,Wat betekent dat voor de provincies
en voor de provinciegrenzen?' ik stel
deze vraag omdat niet zo heel lang
geleden burgemeester Bolkestein van
Deventer enige geïrriteerde opmer
kingen heeft gemaakt over de onaan
tastbaarheid van gewestelijke gren
zen. De staatssecretaris heeft zijn
antwoord klaar: „Wanneer men de
bestuurlijke organisatie van Neder
land wil aanpassen, dan heeft men
vanzelfsprekend niet alleen met de
gemeenten te maken: ook de provin
cies zijn er bij betrokken. Maar bij
de gemeenten liggen de problemen
meer aan de opppervlakte, ze zijn ur
genter'.
De visie van de staatssecretaris zal
menige ouderwetse gemeentebestuur
der vrij revolutionair in de oren klin
ken. Wie opgegroeid en vergroeid is
met de constructie van Thorabecke,
zal wel enige moeite hebben met de
ze benadering. De staatssecretaris:
,Dat begrijp ik volkomen. Maar wat
ik hier nu heb gezegd zijn nog slechts
gedachten. Ik ben er my van bewust,
dat hier sprake is van een groeipro
ces, dat er nog allerlei ontwikkelin
gen zullen zijn en dat er nog veel
gestudeerd, zal dienen te worden. In
dit verband moet ik op één punt wij
zen: men ziet in verschillende delen
van ons land pogingen om eigen op
lossingen te vinden voor deze hier
aan de orde zijnde problematiek. Dat
is te waarderen, maar tegelijkertijd
zal men willen begrijpen, dat dit ter
rein er Zich niet voor leent om naar
hartelust te experimenteren. Er zal
juist op dit vlak harmonisatie moe
ten zijn: wij kunnen niet door het ge
hele land werken met verschillende
oplossingen'.
Hoe zal deze materie ter discussie
komen? Men zou zich kunnen voor
stellen, dat er bijvoorbeeld een nota
van de staatssecretaris zou verschij
nen, waarover in het parlement van
gedachten kan worden gewisseld. De
bewlndsmn denkt echter niet, in de
ze richting: ,Dt hoop, dat er In de na
bije toekomst twee gelegenheden zul
len zijn om op deze pnnten in te gaan,
namelijk via de inbreng van mijn de
partement in de komende nota ruim-
Nevénstaand artikel is geschreven na een onderhoud, dat
een onzer redacteuren dezer dagen had met de staats
secretaris van binnenlandse zaken drs. Th. J. Westerhout.
Men weet: deze staatssecretaris is belast met twee spe
ciale taken van de staatszorg, namelijk bestuursproble-
men, en de doelmatige organisatie van de rijksdienst.
Over beide onderwerpen vindt men 'de mening van de
bewindsman in dit artikel terug.
Enkele opvallende uitspraken van de staatssecretaris:
Bestuurlijk gezien moet Nederland doorzichtig' blijven.
Ér dient een bestuursniveau te zijn, waartoe de burger zich di
rect moet kunnen wenden én waarmee hij onmiddellijk contact kan
hebben.
Een bovengemeentelijk orgaan kan slechts dan goed werken als
de samenstellende delen gezond zijn.
Het gaat er om een bestuursapparaat te creëren, dat de uitda
ging van .het Nederland, van morgen' aankan.
Er ontstaat mede door de automatisering een nieuw type
ambtenaar, over het algemeen een hoog gekwalificeerde functiona
ris, die zeker niet onder hoeft te doen voor zijn collega's in het be
drijfsleven.
teLjjke ordening en voorts via de me
morie van toelichting by de begro
ting. We zullen evenwel moeten be
ginnen het antwoord te vinden op een
aantal fundamentele vragen over de
principes van de bestuursorganisa
ties in deze tijd!
Een tweede onderwerp van het ge
sprek: de doelmatigheid van de or
ganisatie der rijksdiensten, eveneens
behorend tot de portefeuille van 'de
ze bewindsman. Een vaag begrip, al
thans voor de buitenstaander.^ Mij
bleek echter, dat de staatssecretaris
in dit opzicht evenmin van vaaghe
den is gediend en dat er voor hem
sprake is van een reëel stuk beleid.
,Een noodzakelijk stuk beleid', zo on-
Overigens: in een vroeger stadium
derstreepte hij nog nadrukkelijk,
was met dit beleid reeds begonnen.
Er was bij financiën een adviseur
doelmatige organisatie rijksdienst,
een functionaris die thans onder de
staatssecretaris van binnenlandse za
ken werkt. Er bestaat verder de
rijkscentrale voor mechanische ad
ministratie, er is ook voortdurend in
terdepartementaal overleg, waarbij
uiteraard vooral de automatisering
een belangrijk onderwerp van ge
sprek is. De Nederlandse rijksdiens
ten zijn met de automatisering min
der ver dan by voorbeeld de Verenigde
Staten, minder ver ook dan. de om
ringende landen in Europa. Elders in
Europa wordt over het algemeen zeer
systematisch gewerkt aan de moder
nisering en automatisering van de
overheidsdiensten. De staatssecreta
ris: .Het gaat bij dit alles niet alleen
om het rijk, maar ook om de admini
stratieve ontwikkelingen by de lage
re organisaties. Alles bijeen is cr
sprake 'Van één groot complex vraag
stukken, dat zo mogelijk volgens
goed doordachte beleidslijnen moet
worden aangepakt, een complex dat
overleg vergt naar alle kanten, met
het bedrijfsleven, met instellingen
als de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten enz.'
.Zoals er in allerlei sectoren van het
bedrijfsleven tengevolge van de au
tomatisering een nieuw type perso
neelslid is ontstaan zo komt er on
vermijdelijk ook een nieuw type
ambtenaar. Er zal omgeschoold moe
ten worden, een omscholing die ge
paard gaat, onvermijdelijk, met een
mentaliteitsverandering. Voor de
overheid is het geen kunst een com
puter te kopen. Maar wel om de com
puters deskundig te bemannen. En
daarmee is het grote probleem aan
geduid: het tekort aan geschoolde
krachten. De consequenties van om
scholing, eventueel van afvloeiing
dienen overwogen en. bestudeerd te
worden. Bij de postcheque en giro
dienst hebben we echter gezien, dat
een automatisering vrijwel geluidloos
kan verlopen zonder al te grote span
ningen voor het personeel. Maar er
dient dan aan dit speciale aspect de
nodige zorg te worden gegeven'.
Vraag: Is automatisering bij de
overheid nu wel even urgent als
bijvoorbeeld bij het bedrijfsleven?
Staatssecretaris: Jawel. We moe
ten er namelijk voor zorgen, dat
ons ambtenarenapparaat binnen
redelijke grenzen blijft. Er is een
neiging tot .uitdijen': de bevol
kingsgroei vraagt meer mensen in
overheidsdienst, de nog altjjd toe
nemende overheidstaak eveneens.
Juist daarom is het zaak de groei
te beheersen en wel zodanig dat
relatief gezien het ambtenarenap
paraat niet groter wordt. Ik ben
er van overtuigd, dat in deze twee
de helft van de twintigste eeuw 'n
nieuw type ambtenaar ontstaat,
over het algemeen een hoog gekwa
lificeerde functionaris, die niet on
der hoeft te doen voor zijn collega
in het bedrijfsleven, een ambtenaar
die efficiënt en modem kan wer
ken'.
De buitenstaander weet over het al
gemeen weinig van deze ontwikkelin
gen. Voor hem is de ambtenaar maar
al te vaak een mét een kroontjespen
schrijvende figuur. Maar dit beeid
klopt allerminst met de werkelijk
heid. De grote veranderingen, die
het bedrijfsleven heeft meegemaakt
de laatste jaren en nog meemaakt,
hebben een parallel bij de overheid.
Tot dusver echter waren deze ont
wikkelingen nogal incidenteel, de
laatste tijd is het algemeen duidelijk
geworden dat men dea® zaken niet
op hun beloop kan laten: er moet ge
coördineerd en centraal leiding wor
den gegeven, opdat het overheidsap
paraat slagvaardig kan blijven op
treden. Vandaar, dat de staatssecre
taris deze speciale taak heeft gekre
gen: het is een noodzakelijk wérk.
.Aanvankelijk dacht ik, dat dit deel
van mijn taak niet veel tijd zou ver
gen, ik schatte er argeloos tien pro
cent voor en negentig procent voor
de agglomeratieproblemen. Maar de
ze problematiek is van een dusdanige
omvang en urgentie, dat zij nu veer
tig procent van mijn werk uitmaakt',
zo besluit de bewindsman.
"Dan en wvwwwwww.
DE BOEKENPLANK
ELIZA DANST
Bij H. P. Leopolds Uitgeversmaat
schappij te Den Haag verscheen
„Eliza danst" van Mini ter Kuile-
Scholten. Het is een fijnzinnig ge
schreven roman over een bewogen
periode uit het leven van de jonge
weduwe Eliza, die na de dood van
haar man en een dochtertje door een
auto-ongeluk, stuurloos achterblijft
met twee jonge kinderen. Zij is zich
sterk bewust van de slagen, die het
leven haar heeft toegebracht, maar
haar geestkracht blijft ongebroken.
In haar dans, een uitbeelding van
leven en dood, leeft de herinnering
aan gelukkiger dagen fel na. Zó ziet
haar de leraar kunstgeschiedenis
Auge als hij op een avond voorbij
het helverlichte raam loopt, waar
achter de schimmige figuur van Eli
za zwevend voorbij trekt. Hij wordt
zo geobsdeerd door dit beeld, dat
hij avond aan avond terug komt.
Kennismaking volgt en uit oprech
te vriendschap groeit een hartstoch
telijke, ongebreidelde liefde, die ab
rupt afbreekt als Auge een profes
soraat in een grote stad aanvaardt.
Met een gevoelige pen beschrijft
Mini ter Kuile-Scholten deze beide
karakters. Op indringende wijze
geeft ze hun denken, hun emoties
weer. „Eliza danst" stijgt daardoor
boven de gemiddelde roman uit.
Wjjien ïan Fleming heeft ongetwij
feld de meeste roem vergaard door
het scheppen van de James Bond-fi-
guur. Dat Fleming echter ook zonder
de hulp van de Bond-figuur in staat
was een spannend boek te schrijven
heeft hij bewezen met „De diamant-
smokkelaars", een geschiedenis die
bovendien nog waar is gebeurd.
Fleming Iaat in „De diamantsmok
kelaars" voornamelijk een voormalig
lid van de geheime dienst aan het
woord, die zich jarenlang heeft bezig
gehouden met het tegengaan van de
diamantsmokkel, die in Afrika welig
tiert. Deze anonieme deskundige
in het boek Blaize genaamd geeft
een indruk van de strijd, die een se
lect gezelschap speurders jarenlang
heeft moeten voeren tegen de bijzon
der geslepen smokkelaars, die voor
hun „waren" gretig aftrek vonden
achter het ijzeren gordijn. Een hoogst
interessant boek. Verschenen bij de
uitgeverij A. W. Bruna en zoon in
Utrecht in de Zwarte-Beertjesreeks.
Ook van de auteur Edgar Wallace
verscheen bij Bruna een nieuw boek
je. In „Het politieraadsel" krijgt een
scherpzinnige inspecteur .het aan de
stok met de schrik van de Engelse
onderwereld: de Onvindbare. Een
aantal spannede gebeurtenissen volgt
elkaar op als inspecteur Wembury
aan het werk is in de richting van
een verrassende ontknoping.
„Rue du rendez-vous" is een boekje
van de journalist Jan Brusse. Het is
een omnibus, waarin een aantal kos
telijke verhalen van Brusse zijn bij
eengebracht. Jan van Keulen maak
te de tekeningen in het boekje.
De bekende schrijver Francis Dur-
bridge is de auteur van „De wereld
van Tim Frazer", een uitstekende
detective. Een boekje om in één keer
uit te lezen.
„OVERAL HOLLANDERS"
Bij de uitgeverij Bosch en Keunlng
N.V. in Baarn verscheen „Overal
Hollanders" een reisverhaal van P. J.
Rlsseeuw. De auteur geeft een ver
slag van een reis rond de wereld die
voert naar alle landen, waar zich in
de loop der tijd Nederlandse emi
granten hebben gevestigd. Hij heeft
gesprekken met de emigranten, van
wie sommigen pas enkele jaren maar
anderen reeds tientallen jaren gele
den het „benauwde" Holland zijn
ontvlucht. Risseeuw maakte tevens
van de gelegenheid gebruik een
groot aantal plaatsen, die voor Ne
derland van historische betekenis zijn
te bezoeken. Een boelend boek, dat
bovendien nog is opgeluisterd met 48
foto's.
„Woeste wereldP'
De bekende Duitse journalist en na
tuurvorser Paul Eipper heeft een bij
zonder Interessant boek geschreven
over een zwerftocht van 100 dagen
die hij door de Canadese Rocky
Mountains heeft gemaakt. Op onder
houdende wijze vertelt Eiper het
reisverhaal: van zwerftochten door
een overweldigend mooie natuur,
ontmoetingen met buffels, elanden en
beren, het geheel opgeluisterd met
6 kleuren- en zwart-wit-foto's. Eip-
M. C. Stok Forum Boekerij in Den
Haag.
„Straaljager Me 163"
De Duitser Mano Ziegler. een ex-pi
loot van de Luftwaffe, heeft een boek
geschreven over een Duits project
uit de laatste wereldoorlog, waarover
vrij weinig bekend is geworden: de
ontwikkeling van de Messerschmidt-
raketjagers. Ziegler is zelf een van
de testpiloten op deze raketjager ge
weest.
Wat Ziegler vertelt is zeker interes
sant. maar de manier waarop hij dit
meent te moeten doen laat nogal
eens een wat rare smaak achter. Het
boek getiteld „Straaljager Me
163" is geïllustreerd met een aan
tal foto's van Duitse raketjagers.
Het. verscheen bij H. Meulenhoff in
Amsterdam.
Bankbiljetten van 100.000 lire
Waarde gedaald van
500 tot 16 dollar
Binnenkort zullen de Italianen de
biljetten van 100.000 lire krygen,
waarop zy zo lang hebben gewacht.
Zij zullen hierdoor vanzelfsprekend
niet ryker worden. Wel houdt het in
<lat zij, nu onlangs de omvang van
de biljetten van 5000 en 10.000 lire
drastisch is verminderd, voortaan
geen bakfiets meer nodig hebben om
hun salaris naar huis te vervoeren.
De gouverneur van de bank van Ita
lië, Guido Carli, heeft in zijn jaar
verslag verklaard dat wordt overwo
gen biljetten van een grotere waarde
dan 10.000 lire uit te geven en vol-
gens financiële autoriteiten bedoelt
Het biljet van 10.000 lire is reeds
van voor de tweede wereldoorlog,
toen het nog ongeveer 500 dollar
waard was, de grootste coupure in
Italië Door de waardevermindering
van het geld na de oorlog is de waar
de van het 10.000 lirebiljet terug
gelopen tot 16 dollar, maar rege
ringen zijn er niet toe gekomen gro
tere coupures in omloop te brengen
uit vrees voor het veroorzaken van
een inflatie-psychose.
Voor de lezeressen van meisjesro
mans zal de schrijfster Frederika de
Cesco geen onbekende zijn. Van haar
hand verscheen nu de zevende in
het Nederlands vertaalde roman „De
gouden vogels". Door het vele reizen
en trekken in haar jeugd is de
schrijfster in staat zich met gemak
in tg leven in de zeden en gewoonten
in vreemde landen. In deze nieuwe
roman verplaatst ze haar lezeressen
in het meer woeste deel van de
Amerikaanse staat Florida. Hier
woont Jessica Hawkins met haar ou
ders en pieegbroer op een boerderij
tje. Zij is zeer bevriend met het in
dianen jongetje Haoko, dat de toe
komst kan voorspellen. Als dan ook
haar neef Randy terugkomt in het
dorp, waarschuwt Haoko Jessica
voor de gevolgen, die haar verliefd
heid op deze Randy zullen hebben.
Zij slaat deze waarschuwing in de
wind en dan blijkt uit de volgende
dramatische gebeurtenissen hoezeer
zij zich heeft vergist. Maar in haar
diepste ellende ontdekt ze de boom
met de gouden vogels en dan keert
alles zien ten goede. Hoewel het
verhaal zich- in net begin wat moei
zaam ontwikkelt, krijgt het naar het
einde een drastische vaart, die de le
zeresjes zal nopen deze roman in één
adem uit te lezen. Als aanhangsel
treffen we in het boek nog enige in
teressante wetenswaardigheden aan
over o.m. de staat Florida en de
indianenstam de Seminoien. „De
gouden vogels" is een Maraboepocket
in de vertaling van Margot Bakker.
HONGERLANDEN
De hongersnood met alle nevenver
schijnselen alsmede de bestrijding er
van vormen al lang een van de meest
controversiële onderwerpen in inter
nationale discussies. Sinds organisa
ties van de Verenigde Naties en phi-
lantropisch ingestelde particulieren
zich inspannen om de honger in vele
landen van Afrika en Azië te bestrij
den, is de methodiek onderworpen aan
niet altijd ongefundeerde kritiek. Nog
steeds is men niet tot een eensgezin
de conclusie gekomen. Dit komt bij
voorbeeld doordat wat de ene deskun
dige honger noemt, door de ander als
ondervoeding wordt gekwalificeerd.
Dit alles heeft bepaald niet bijgedra
gen aan de acties om honger of on
dervoeding voorgoed uit te bannen.
Voor wie het naadje van de kous wil
weten, bevelen we een boekje aan dat
is geschreven door Noëi Drogat en
dat is verschenen by het Nederlands
Boekhuis in Tilburg. Het heet ,Hon-
gerlanden' en het bevat, niet alleen
een analyse van het hongerprobleem,
maar bovendien een opsomming van
al hetgeen door de diverse organisa
ties wordt gedaan om het probleem
op te lossen. Noël Drogat is land
bouweconoom en socioloog. Zijn stu
die is zeer lezenswaardig, niet in het
minst ook door de vele praktische
voorbeelden die hij aanhaalt en die
getuigen van een degelijke bestude
ring van onderwerp in alle landen
waar honger of ondervoeding een
ernstig probleem vormen.
DETECTIVES
De schrijfster Mignon G. Eberhart
heeft de laatste jaren een aantal uit
stekende detectives geschreven, die
haar een grote lezerskring hebben
bezorgd. Haar boeken zijn spannend,
soms beklemmend en altijd met een
verrassende pointe. Brj de uitgeverij
Bosch en Keuning N.V. te Baarn
verscheen „Meesteres van Honotas-
sa", een boeiend verhaal, gesitueerd
ten tjjde van de Amerikaanse burger
oorlog.
Vorig jaar werd de enige verbete
ring bereikt door het lnomloop bren
gen van nieuwe biljetten van 5000
.en 10.000 lire ter grootte van een
dollar, welke de oude bankbiljetten
ter grootte van een beddelaken moe
ten vervangen.-Met deze biljetten kon.
een kantoorbediende zich op betaal
dag een staalmagnaat voelen, geme
ten naar de omvang van zijn porte
feuille.
De oude bankbiljetten worden slechts
geleidelijk vervangen en volgens de
gewone man zijn er nog veel te wei
nig in omloop. Op het ogenblik zijn
de kansen gelijk om een 10.000 lire
in handen te Krygen dat in tweeën
of in vieren moet worden gevouwen
om in een portefeuille te passen.
Ook het bankpersoneel heeft de
grootste moeite om alle kleine cou
pures te verwerken. Zoals Carli in
zijn jaarverslag verklaarde vormen
de 337 miljoen biljetten van 10.000
lire die thans in omloop zijn 85,1
procent van de waarde van al het in
omloop zijnde papier- en muntgeld
in Italië.
De biljetten van 500 lire, welke tot
voor kort de kleinste coupures in
papiergeld waren, worden geleidelijk
vervangen door zilveren munten van
dezelfde waarde en zijn vanaf juli
niet meer van waarde in het geld
verkeer. De eerste 500 lire munten
het enige zilvergeld in Italië
kwamen in 1958 in omloop en aan
het eind van vorig jaar waren er
105.970.000 van in omloop.
Elk muntstuk weegt 11 gram, met
•een zilvergehalte van 83,5 procent.
Dit is niet veel, maar genoeg om de
munt enige concrete waarde te ge
ven.
Nog kleinere coupures 11,50, 10
20 en 5 lire zijn van metaal ver
vaardigd. De muntstukken van één
lire, die na de oorlog nog in omloop
waren, zijn niet langer wettig betaal
middel. Een lire is thans jets minder
waard dan één zesde dollarcent en het
enige dat men ervoor kan kopen is
één dropje.
Volgens bankkringen is reeds ge
ruime tijd overlegd over het uitge
ven van een 100.000 lirebiljet en zul
len deze voon-ang krijgen op biljet
ten van 50.000 lire, omdat de Italia
nen liever met ronde getallen wer
ken. Als de biljetten van 50.000 lire
het eerst in omloop zouden worden
gebracht, dan zou het publiek deze
bij gebrek aan beter oppotten maar
zich er weer zo spoedig mogelijk van
ontdoen zodra de biljetten van
100.000 lire in omloop zouden ko
men.
Het is nog niet bekend wanneer het
nieuwe papiergeld in omloop zal ko
men. De voorbereidingen van een
dergelijke nieuwe aanmaak vergt
veel tyd om het geld te verzekeren
tegen vervalsing. De meest recente
zjjn uitermate moeilijk na te maken
voor valsemunters. Van de 2.252 val
se bankbiljetten die vorig jaar in be
slag genomen en vernietigd werden,
waren slechts zeven van recente uit
gave het biljet van 1000 lire van
1962 en deze, zo verzekerden de
autoriteiten, waren zeer slechte Imi
taties van de originele.
In de serie „Kinderen uit alle lan
den" heeft uitgeverij C. P. J. van der
Peet een boekje uitgegeven met de
titel „Twee Sabra's trekken door Is
raël", Gillian Tindall geeft in dit
boek een beeld van Israël, gezien
door de ogen van de tweeling Rachel
en Aaron. Deze twee joodse Kinderen
zijn opgegroeid in een kibboets en
willen, nadat hun broer met verlof
uit militaire dienst terugkomt en een
massa verhalen vertelt ook weieens
iets van het nieuwe Israël zien. Een
week lang trekken Rachel en Aaron
op allerlei manieren het gehele land
door. Tijdens deze reis beleven ze
veie avonturen. Hieruit komt duide
lijk de tegenstelling tussen de oude
bewoners en de nieuw gevestigde
tot uitdrukking.
Over postzegels
Bij de uitgeverscompagnie De Bran
ding te Amsterdam verschenen twee
boekjes, die de volle belangstelling
van postzegelverzamelaars verdie
nen. J. H. Broekman schreef een
boekje over „Het interessante van
poststukken". Deze „zijlijn" van het
postzegelverzamelen komt steeds
meer in de belangstelling.
Voorts verscheen een vertaling uit
het Duits van H. Wittmann's werkje
over „De postzegel ais geldbeleg
ging". Het Ls meer dan een vertaling,
want K. E. König bewerkte het
boekje voor Nederland en nam er
tal van bijzonderheden in op, welke
voor de Nederlandse verzamelaar
van betekenis zijn.
DIT IS ONS LAND
In de serie „Dit is ons land" Zuid-
Hollandse uitgeversmaatschappij
Den Haag verschijnen regelmatig
nieuwe deeltjes. Met „José in Span
je" en „Kinderen uit het land van.
de bergen" krijgt de lezer een vluch
tige. maar niettemin boeiende in
druk van Spanje en Zwitserland.
Fraaie kleuterfoto's maken de boek
jes bijzonder aantrekkelijk.
Zeldzame kleuren-fotoreportage van Koninklijk paar: Koningin
en Prins bezochten de West... en Eva fotograaf Harry Pot geeft
u het gevoel dat u 'erbij bent'. Een historische fotoserie!
Dat verwachten ze niet! Gaat u vrienden en magen blij maken
met uw éigen Sinterklaas cadeautje? Kijk in Eva. Tips voor
Sint-surprises... massa's! En leuk... leuk.
Vrouwen en Vreemdelingen. Heus, u bent er óók bij betrokken.
Want in Nederland leven en werken tienduizenden buiten
landers. Tja, dal geeft wel eens problemen... De eerste van 2
boeiende reportages, nü in Eva.
En nog véél meer, natuurlijk! Koop dus Eva. Of - nog beter -
word abonnee. Krijgt u Eva wekelijks keurig thuis. Kost ook
minder, trouwens. Meteen doen. Eva, Postbus 163, Leiden.
Eva is varfnu. Eva is énig'.
Ju r2|lppl>