Levende relatie bestuur bestuurden hoofdzaak Staatssecretaris Westerhout over agglomeratieproblemen Organisatie Davitamon 10 elke dag NIEUWE ZWARTE BEERTJES Italiaans geld vermindert in omvang en vermeerdert in waarde Drama in Florida Boek over Israël Dit staat er in de nieuwe Eva! *Jy| DINSDAG 2 NOVEMBER 1965 PROVINCIALS ZEEUWSE COURANT AUTOMATISERING VRAAGT NIEUW TYPE AMBTENAAR (Van een onzer redacteuren) Zorgen voor een levendé re latie tussen bestuurden en be stuur'. Deze zin heb ik onderstreept in mijn notities over een gesprek met de staatssecretaris drs. Th. J. Westerhout. Het was name lijk zijn antwoord op de vraag hoe in een paar woorden zijn taak kon worden vastgelegd. Levende relatie tussen bestuur den en bestuur': dergelijke woorden zijn al eerder gebruikt en men hoort ze nog dagelijks, terwijl in werkelijkheid echter de afstand tussen bestuur en bestuurden steeds groter wordt, de kloof steeds dieper. Waarom dan strepen gezet onder de wat slogan-achti ge opmerking van de staatssecretaris? Omdat drs. Westerhout het in dit gesprek het niet bij de slag zin liet, maar globaal, nochtans duidelijk, aangaf hoe in de prak tijk zou kunnen worden ge werkt. En omdat hij er blijk van gaf, dat dit deel van de rege- ringstaak thans op een frisse, zo men wil: gedurfde manier wordt aangepakt. Het ging zo: op het moment, waarop ik onmiddellijk wilde reageren op zijn .levende relatie', zei de staatssec retaris en zijn hand ging omhoog- om de onvermijdelijke vraag ,maar hoe?' even te bezweren: .Jawel, ik weet: met kreten komen we er niet. De kernvraag moet beantwoord wor den: welke eisen dienen er aan een modern bestuursapparaat te worden gesteld? Het antwoord: het moet ef fectief kunnen werken, het behoort aangepast te zijn aan de specifieke eisen van onze tijd, het dient demo cratisch te zijn en vooral ook door zichtig. Dat laatste is heel belangrijk: het systeem van Thorbecke is in zijn opzet transparant en mede daarom zo voortreffelijk. Hoe aan deze eisen te voldoen? Met betogen als ,de klei ne gemeente is zo ideaal voor goede bestuursverhoudingen' kom ik niet ver. Het gaat er immers om, dat op de uitdaging van deze tijd een ant woord in bestuurlijk opzicht wordt geformuleerd, een antwoord waarmee vandaag, maar vooral morgen kan worden gewerkt. En dat alles ik herhaal het op basis vaar die be- faamde .levende relatie'. Welnu, er zijn bestuurstaken, die als het ware vlakbij de burger liggen en .taken, die verder van hem zijn veinvijderd. Dit gegeven wil ik proberen te vertalen in een bestuursorganisatie'. .Concreet gezegd: de taak van een gemeentebestuur op het gebied van gemeenschapsvoorzieningen, bebou wingsvoorschriften, sportterreinen, vuilophaaldiensten, bestratingen, en fin allerlei zaken vah het gemeente lijk beleid, waarmee de burger recht streeks heeft te maken, dienen te worden beslist op het bestuursniveau, waarmee de burger onmiddellijk con tact kan hebben. Als oud-wethouder weet ik uit ervaring, dat allerlei mensen heel bewust met het gemeen telijk beleid meeleven, zodra het bin nen hun eigen gezichtskring komt. Er bestaat namelijk grote belangstel ling voor beleidsonderwerpen, die het dagelijks leven direot raken. Maar daarnaast zijn er vele zaken, waar over de gemiddelde burger veel moei lijker tot een oordeel komt, zoals het structuurbeleid voor een groter ge bied, beleidsmaatregelen dus, die een geheel betreffen, waarvan de omvang vooral sociaal-economisch is bepaald. Dergelijke zaken nu zouden in een andersoortig in een bovengemeen- telijk, zo men wil bestuurscollege moeten worden behandeld. In dit op zicht denk ik bijvoorbeeld aan de plannen van wat ik gemakshalve maar de .Elndhovense club' zal noe men: de gemeente Eindhoven met omringende gemeenten. Overigens: een dergelijk agglomeratiebestuur be hoeft niet beperkt te worden tot gro- stedenconcentraties. Het is zeer wel denkbaar, dat. ook plattelandsge meenten een aantal taken overheve len naar een bovengemeentelijk or gaan'. ,Maar het belangrijkste uit gangspunt iseen bovengemeen telijk orgaan kan alleen dan goed functioneren als de samen stellende eenheden stuk voor stuk levend en gezond' zijn. Men kan zich voorstellen, dat een bepaalde agglomeratie zes tot acht volwaardige eenheden be vat, waarvan het bestuur elk in het eigen gebied autonoom is. De uitoefening van deze autono mie past zich automatisch aan het eigen karakter van zulk een eenheid aan: een oude binnen stad stelt b.v. andere eisen dan een nieuwe stadsuitbreiding, er komen ook heel andere proble men aan de orde. De verlangens van zeg de middenstand in eenheid A. kunnen anders lig gen dan in die van eenheid B. In Rotterdamse termen: een in woner van Hoogvliet wil meebe slissen over problemen, die zijn eigen woongebied raken, terwijl hij de specifieke vraagstukken van de Alexanderpolder graag aan de inwoners daar zal over laten- Geen bezwaar: men kan daar op democratische wijze de eigen belangen regelen en af handelen. Maar deze eenheden ontmoeten elkaar in de top in het overkoepelend orgaan, waar dan die punten worden behan deld en beslist, die de totaliteit van de agglomeratie raken' .Zorgen voor een levende relatie': de staatssecretaris maakt ernst met de ze slogan en hjj spreekt ér met over tuiging over. In het gesprek zorgt hij voor een duidelijke systematiek. Een interrumperende vraag wordt even naar de achtergrond gedron gen: Wacht even, eerst dit. afmaken, ik kom op die waag nog terug'. En hij attendeert er enige malen nadruk kelijk op, dat de door hem ontvouwde visie niet zo maar een op zichzelf staande zaak is. ,ïk zie het scheppen van een moderne bestuursconstellatie in deze tijd als een onderdeel van de ruimtelijke ordening in ons land in de breedste zin van hot woord. Ook in bestuurlijk opzicht moeten we vol doen aan de eisen, die allerlei taken ons vandaag en morgen stellen. Dat eist initiatief. Het is niet juist en niet mogelijk af te wachten luUial ergens een college van gedeputeerden eens een grenswijziging of een samenvoe ging aan de orde stelt. Ik geloof, dat In ons land langzamerhand algemeen wordt erkend, dat deze zaak een an dere aanpak vereist. De bestuurljjke organisatie loopt namelijk te veel achter by de werkelijke ontwikke ling. Wij zullen de werkelijkheid van vandaag en morgen haar weerslag moeten geven in de opbouw van hpt bestuursapparaat. ,Wat betekent dat voor de provincies en voor de provinciegrenzen?' ik stel deze vraag omdat niet zo heel lang geleden burgemeester Bolkestein van Deventer enige geïrriteerde opmer kingen heeft gemaakt over de onaan tastbaarheid van gewestelijke gren zen. De staatssecretaris heeft zijn antwoord klaar: „Wanneer men de bestuurlijke organisatie van Neder land wil aanpassen, dan heeft men vanzelfsprekend niet alleen met de gemeenten te maken: ook de provin cies zijn er bij betrokken. Maar bij de gemeenten liggen de problemen meer aan de opppervlakte, ze zijn ur genter'. De visie van de staatssecretaris zal menige ouderwetse gemeentebestuur der vrij revolutionair in de oren klin ken. Wie opgegroeid en vergroeid is met de constructie van Thorabecke, zal wel enige moeite hebben met de ze benadering. De staatssecretaris: ,Dat begrijp ik volkomen. Maar wat ik hier nu heb gezegd zijn nog slechts gedachten. Ik ben er my van bewust, dat hier sprake is van een groeipro ces, dat er nog allerlei ontwikkelin gen zullen zijn en dat er nog veel gestudeerd, zal dienen te worden. In dit verband moet ik op één punt wij zen: men ziet in verschillende delen van ons land pogingen om eigen op lossingen te vinden voor deze hier aan de orde zijnde problematiek. Dat is te waarderen, maar tegelijkertijd zal men willen begrijpen, dat dit ter rein er Zich niet voor leent om naar hartelust te experimenteren. Er zal juist op dit vlak harmonisatie moe ten zijn: wij kunnen niet door het ge hele land werken met verschillende oplossingen'. Hoe zal deze materie ter discussie komen? Men zou zich kunnen voor stellen, dat er bijvoorbeeld een nota van de staatssecretaris zou verschij nen, waarover in het parlement van gedachten kan worden gewisseld. De bewlndsmn denkt echter niet, in de ze richting: ,Dt hoop, dat er In de na bije toekomst twee gelegenheden zul len zijn om op deze pnnten in te gaan, namelijk via de inbreng van mijn de partement in de komende nota ruim- Nevénstaand artikel is geschreven na een onderhoud, dat een onzer redacteuren dezer dagen had met de staats secretaris van binnenlandse zaken drs. Th. J. Westerhout. Men weet: deze staatssecretaris is belast met twee spe ciale taken van de staatszorg, namelijk bestuursproble- men, en de doelmatige organisatie van de rijksdienst. Over beide onderwerpen vindt men 'de mening van de bewindsman in dit artikel terug. Enkele opvallende uitspraken van de staatssecretaris: Bestuurlijk gezien moet Nederland doorzichtig' blijven. Ér dient een bestuursniveau te zijn, waartoe de burger zich di rect moet kunnen wenden én waarmee hij onmiddellijk contact kan hebben. Een bovengemeentelijk orgaan kan slechts dan goed werken als de samenstellende delen gezond zijn. Het gaat er om een bestuursapparaat te creëren, dat de uitda ging van .het Nederland, van morgen' aankan. Er ontstaat mede door de automatisering een nieuw type ambtenaar, over het algemeen een hoog gekwalificeerde functiona ris, die zeker niet onder hoeft te doen voor zijn collega's in het be drijfsleven. teLjjke ordening en voorts via de me morie van toelichting by de begro ting. We zullen evenwel moeten be ginnen het antwoord te vinden op een aantal fundamentele vragen over de principes van de bestuursorganisa ties in deze tijd! Een tweede onderwerp van het ge sprek: de doelmatigheid van de or ganisatie der rijksdiensten, eveneens behorend tot de portefeuille van 'de ze bewindsman. Een vaag begrip, al thans voor de buitenstaander.^ Mij bleek echter, dat de staatssecretaris in dit opzicht evenmin van vaaghe den is gediend en dat er voor hem sprake is van een reëel stuk beleid. ,Een noodzakelijk stuk beleid', zo on- Overigens: in een vroeger stadium derstreepte hij nog nadrukkelijk, was met dit beleid reeds begonnen. Er was bij financiën een adviseur doelmatige organisatie rijksdienst, een functionaris die thans onder de staatssecretaris van binnenlandse za ken werkt. Er bestaat verder de rijkscentrale voor mechanische ad ministratie, er is ook voortdurend in terdepartementaal overleg, waarbij uiteraard vooral de automatisering een belangrijk onderwerp van ge sprek is. De Nederlandse rijksdiens ten zijn met de automatisering min der ver dan by voorbeeld de Verenigde Staten, minder ver ook dan. de om ringende landen in Europa. Elders in Europa wordt over het algemeen zeer systematisch gewerkt aan de moder nisering en automatisering van de overheidsdiensten. De staatssecreta ris: .Het gaat bij dit alles niet alleen om het rijk, maar ook om de admini stratieve ontwikkelingen by de lage re organisaties. Alles bijeen is cr sprake 'Van één groot complex vraag stukken, dat zo mogelijk volgens goed doordachte beleidslijnen moet worden aangepakt, een complex dat overleg vergt naar alle kanten, met het bedrijfsleven, met instellingen als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten enz.' .Zoals er in allerlei sectoren van het bedrijfsleven tengevolge van de au tomatisering een nieuw type perso neelslid is ontstaan zo komt er on vermijdelijk ook een nieuw type ambtenaar. Er zal omgeschoold moe ten worden, een omscholing die ge paard gaat, onvermijdelijk, met een mentaliteitsverandering. Voor de overheid is het geen kunst een com puter te kopen. Maar wel om de com puters deskundig te bemannen. En daarmee is het grote probleem aan geduid: het tekort aan geschoolde krachten. De consequenties van om scholing, eventueel van afvloeiing dienen overwogen en. bestudeerd te worden. Bij de postcheque en giro dienst hebben we echter gezien, dat een automatisering vrijwel geluidloos kan verlopen zonder al te grote span ningen voor het personeel. Maar er dient dan aan dit speciale aspect de nodige zorg te worden gegeven'. Vraag: Is automatisering bij de overheid nu wel even urgent als bijvoorbeeld bij het bedrijfsleven? Staatssecretaris: Jawel. We moe ten er namelijk voor zorgen, dat ons ambtenarenapparaat binnen redelijke grenzen blijft. Er is een neiging tot .uitdijen': de bevol kingsgroei vraagt meer mensen in overheidsdienst, de nog altjjd toe nemende overheidstaak eveneens. Juist daarom is het zaak de groei te beheersen en wel zodanig dat relatief gezien het ambtenarenap paraat niet groter wordt. Ik ben er van overtuigd, dat in deze twee de helft van de twintigste eeuw 'n nieuw type ambtenaar ontstaat, over het algemeen een hoog gekwa lificeerde functionaris, die niet on der hoeft te doen voor zijn collega in het bedrijfsleven, een ambtenaar die efficiënt en modem kan wer ken'. De buitenstaander weet over het al gemeen weinig van deze ontwikkelin gen. Voor hem is de ambtenaar maar al te vaak een mét een kroontjespen schrijvende figuur. Maar dit beeid klopt allerminst met de werkelijk heid. De grote veranderingen, die het bedrijfsleven heeft meegemaakt de laatste jaren en nog meemaakt, hebben een parallel bij de overheid. Tot dusver echter waren deze ont wikkelingen nogal incidenteel, de laatste tijd is het algemeen duidelijk geworden dat men dea® zaken niet op hun beloop kan laten: er moet ge coördineerd en centraal leiding wor den gegeven, opdat het overheidsap paraat slagvaardig kan blijven op treden. Vandaar, dat de staatssecre taris deze speciale taak heeft gekre gen: het is een noodzakelijk wérk. .Aanvankelijk dacht ik, dat dit deel van mijn taak niet veel tijd zou ver gen, ik schatte er argeloos tien pro cent voor en negentig procent voor de agglomeratieproblemen. Maar de ze problematiek is van een dusdanige omvang en urgentie, dat zij nu veer tig procent van mijn werk uitmaakt', zo besluit de bewindsman. "Dan en wvwwwwww. DE BOEKENPLANK ELIZA DANST Bij H. P. Leopolds Uitgeversmaat schappij te Den Haag verscheen „Eliza danst" van Mini ter Kuile- Scholten. Het is een fijnzinnig ge schreven roman over een bewogen periode uit het leven van de jonge weduwe Eliza, die na de dood van haar man en een dochtertje door een auto-ongeluk, stuurloos achterblijft met twee jonge kinderen. Zij is zich sterk bewust van de slagen, die het leven haar heeft toegebracht, maar haar geestkracht blijft ongebroken. In haar dans, een uitbeelding van leven en dood, leeft de herinnering aan gelukkiger dagen fel na. Zó ziet haar de leraar kunstgeschiedenis Auge als hij op een avond voorbij het helverlichte raam loopt, waar achter de schimmige figuur van Eli za zwevend voorbij trekt. Hij wordt zo geobsdeerd door dit beeld, dat hij avond aan avond terug komt. Kennismaking volgt en uit oprech te vriendschap groeit een hartstoch telijke, ongebreidelde liefde, die ab rupt afbreekt als Auge een profes soraat in een grote stad aanvaardt. Met een gevoelige pen beschrijft Mini ter Kuile-Scholten deze beide karakters. Op indringende wijze geeft ze hun denken, hun emoties weer. „Eliza danst" stijgt daardoor boven de gemiddelde roman uit. Wjjien ïan Fleming heeft ongetwij feld de meeste roem vergaard door het scheppen van de James Bond-fi- guur. Dat Fleming echter ook zonder de hulp van de Bond-figuur in staat was een spannend boek te schrijven heeft hij bewezen met „De diamant- smokkelaars", een geschiedenis die bovendien nog waar is gebeurd. Fleming Iaat in „De diamantsmok kelaars" voornamelijk een voormalig lid van de geheime dienst aan het woord, die zich jarenlang heeft bezig gehouden met het tegengaan van de diamantsmokkel, die in Afrika welig tiert. Deze anonieme deskundige in het boek Blaize genaamd geeft een indruk van de strijd, die een se lect gezelschap speurders jarenlang heeft moeten voeren tegen de bijzon der geslepen smokkelaars, die voor hun „waren" gretig aftrek vonden achter het ijzeren gordijn. Een hoogst interessant boek. Verschenen bij de uitgeverij A. W. Bruna en zoon in Utrecht in de Zwarte-Beertjesreeks. Ook van de auteur Edgar Wallace verscheen bij Bruna een nieuw boek je. In „Het politieraadsel" krijgt een scherpzinnige inspecteur .het aan de stok met de schrik van de Engelse onderwereld: de Onvindbare. Een aantal spannede gebeurtenissen volgt elkaar op als inspecteur Wembury aan het werk is in de richting van een verrassende ontknoping. „Rue du rendez-vous" is een boekje van de journalist Jan Brusse. Het is een omnibus, waarin een aantal kos telijke verhalen van Brusse zijn bij eengebracht. Jan van Keulen maak te de tekeningen in het boekje. De bekende schrijver Francis Dur- bridge is de auteur van „De wereld van Tim Frazer", een uitstekende detective. Een boekje om in één keer uit te lezen. „OVERAL HOLLANDERS" Bij de uitgeverij Bosch en Keunlng N.V. in Baarn verscheen „Overal Hollanders" een reisverhaal van P. J. Rlsseeuw. De auteur geeft een ver slag van een reis rond de wereld die voert naar alle landen, waar zich in de loop der tijd Nederlandse emi granten hebben gevestigd. Hij heeft gesprekken met de emigranten, van wie sommigen pas enkele jaren maar anderen reeds tientallen jaren gele den het „benauwde" Holland zijn ontvlucht. Risseeuw maakte tevens van de gelegenheid gebruik een groot aantal plaatsen, die voor Ne derland van historische betekenis zijn te bezoeken. Een boelend boek, dat bovendien nog is opgeluisterd met 48 foto's. „Woeste wereldP' De bekende Duitse journalist en na tuurvorser Paul Eipper heeft een bij zonder Interessant boek geschreven over een zwerftocht van 100 dagen die hij door de Canadese Rocky Mountains heeft gemaakt. Op onder houdende wijze vertelt Eiper het reisverhaal: van zwerftochten door een overweldigend mooie natuur, ontmoetingen met buffels, elanden en beren, het geheel opgeluisterd met 6 kleuren- en zwart-wit-foto's. Eip- M. C. Stok Forum Boekerij in Den Haag. „Straaljager Me 163" De Duitser Mano Ziegler. een ex-pi loot van de Luftwaffe, heeft een boek geschreven over een Duits project uit de laatste wereldoorlog, waarover vrij weinig bekend is geworden: de ontwikkeling van de Messerschmidt- raketjagers. Ziegler is zelf een van de testpiloten op deze raketjager ge weest. Wat Ziegler vertelt is zeker interes sant. maar de manier waarop hij dit meent te moeten doen laat nogal eens een wat rare smaak achter. Het boek getiteld „Straaljager Me 163" is geïllustreerd met een aan tal foto's van Duitse raketjagers. Het. verscheen bij H. Meulenhoff in Amsterdam. Bankbiljetten van 100.000 lire Waarde gedaald van 500 tot 16 dollar Binnenkort zullen de Italianen de biljetten van 100.000 lire krygen, waarop zy zo lang hebben gewacht. Zij zullen hierdoor vanzelfsprekend niet ryker worden. Wel houdt het in <lat zij, nu onlangs de omvang van de biljetten van 5000 en 10.000 lire drastisch is verminderd, voortaan geen bakfiets meer nodig hebben om hun salaris naar huis te vervoeren. De gouverneur van de bank van Ita lië, Guido Carli, heeft in zijn jaar verslag verklaard dat wordt overwo gen biljetten van een grotere waarde dan 10.000 lire uit te geven en vol- gens financiële autoriteiten bedoelt Het biljet van 10.000 lire is reeds van voor de tweede wereldoorlog, toen het nog ongeveer 500 dollar waard was, de grootste coupure in Italië Door de waardevermindering van het geld na de oorlog is de waar de van het 10.000 lirebiljet terug gelopen tot 16 dollar, maar rege ringen zijn er niet toe gekomen gro tere coupures in omloop te brengen uit vrees voor het veroorzaken van een inflatie-psychose. Voor de lezeressen van meisjesro mans zal de schrijfster Frederika de Cesco geen onbekende zijn. Van haar hand verscheen nu de zevende in het Nederlands vertaalde roman „De gouden vogels". Door het vele reizen en trekken in haar jeugd is de schrijfster in staat zich met gemak in tg leven in de zeden en gewoonten in vreemde landen. In deze nieuwe roman verplaatst ze haar lezeressen in het meer woeste deel van de Amerikaanse staat Florida. Hier woont Jessica Hawkins met haar ou ders en pieegbroer op een boerderij tje. Zij is zeer bevriend met het in dianen jongetje Haoko, dat de toe komst kan voorspellen. Als dan ook haar neef Randy terugkomt in het dorp, waarschuwt Haoko Jessica voor de gevolgen, die haar verliefd heid op deze Randy zullen hebben. Zij slaat deze waarschuwing in de wind en dan blijkt uit de volgende dramatische gebeurtenissen hoezeer zij zich heeft vergist. Maar in haar diepste ellende ontdekt ze de boom met de gouden vogels en dan keert alles zien ten goede. Hoewel het verhaal zich- in net begin wat moei zaam ontwikkelt, krijgt het naar het einde een drastische vaart, die de le zeresjes zal nopen deze roman in één adem uit te lezen. Als aanhangsel treffen we in het boek nog enige in teressante wetenswaardigheden aan over o.m. de staat Florida en de indianenstam de Seminoien. „De gouden vogels" is een Maraboepocket in de vertaling van Margot Bakker. HONGERLANDEN De hongersnood met alle nevenver schijnselen alsmede de bestrijding er van vormen al lang een van de meest controversiële onderwerpen in inter nationale discussies. Sinds organisa ties van de Verenigde Naties en phi- lantropisch ingestelde particulieren zich inspannen om de honger in vele landen van Afrika en Azië te bestrij den, is de methodiek onderworpen aan niet altijd ongefundeerde kritiek. Nog steeds is men niet tot een eensgezin de conclusie gekomen. Dit komt bij voorbeeld doordat wat de ene deskun dige honger noemt, door de ander als ondervoeding wordt gekwalificeerd. Dit alles heeft bepaald niet bijgedra gen aan de acties om honger of on dervoeding voorgoed uit te bannen. Voor wie het naadje van de kous wil weten, bevelen we een boekje aan dat is geschreven door Noëi Drogat en dat is verschenen by het Nederlands Boekhuis in Tilburg. Het heet ,Hon- gerlanden' en het bevat, niet alleen een analyse van het hongerprobleem, maar bovendien een opsomming van al hetgeen door de diverse organisa ties wordt gedaan om het probleem op te lossen. Noël Drogat is land bouweconoom en socioloog. Zijn stu die is zeer lezenswaardig, niet in het minst ook door de vele praktische voorbeelden die hij aanhaalt en die getuigen van een degelijke bestude ring van onderwerp in alle landen waar honger of ondervoeding een ernstig probleem vormen. DETECTIVES De schrijfster Mignon G. Eberhart heeft de laatste jaren een aantal uit stekende detectives geschreven, die haar een grote lezerskring hebben bezorgd. Haar boeken zijn spannend, soms beklemmend en altijd met een verrassende pointe. Brj de uitgeverij Bosch en Keuning N.V. te Baarn verscheen „Meesteres van Honotas- sa", een boeiend verhaal, gesitueerd ten tjjde van de Amerikaanse burger oorlog. Vorig jaar werd de enige verbete ring bereikt door het lnomloop bren gen van nieuwe biljetten van 5000 .en 10.000 lire ter grootte van een dollar, welke de oude bankbiljetten ter grootte van een beddelaken moe ten vervangen.-Met deze biljetten kon. een kantoorbediende zich op betaal dag een staalmagnaat voelen, geme ten naar de omvang van zijn porte feuille. De oude bankbiljetten worden slechts geleidelijk vervangen en volgens de gewone man zijn er nog veel te wei nig in omloop. Op het ogenblik zijn de kansen gelijk om een 10.000 lire in handen te Krygen dat in tweeën of in vieren moet worden gevouwen om in een portefeuille te passen. Ook het bankpersoneel heeft de grootste moeite om alle kleine cou pures te verwerken. Zoals Carli in zijn jaarverslag verklaarde vormen de 337 miljoen biljetten van 10.000 lire die thans in omloop zijn 85,1 procent van de waarde van al het in omloop zijnde papier- en muntgeld in Italië. De biljetten van 500 lire, welke tot voor kort de kleinste coupures in papiergeld waren, worden geleidelijk vervangen door zilveren munten van dezelfde waarde en zijn vanaf juli niet meer van waarde in het geld verkeer. De eerste 500 lire munten het enige zilvergeld in Italië kwamen in 1958 in omloop en aan het eind van vorig jaar waren er 105.970.000 van in omloop. Elk muntstuk weegt 11 gram, met •een zilvergehalte van 83,5 procent. Dit is niet veel, maar genoeg om de munt enige concrete waarde te ge ven. Nog kleinere coupures 11,50, 10 20 en 5 lire zijn van metaal ver vaardigd. De muntstukken van één lire, die na de oorlog nog in omloop waren, zijn niet langer wettig betaal middel. Een lire is thans jets minder waard dan één zesde dollarcent en het enige dat men ervoor kan kopen is één dropje. Volgens bankkringen is reeds ge ruime tijd overlegd over het uitge ven van een 100.000 lirebiljet en zul len deze voon-ang krijgen op biljet ten van 50.000 lire, omdat de Italia nen liever met ronde getallen wer ken. Als de biljetten van 50.000 lire het eerst in omloop zouden worden gebracht, dan zou het publiek deze bij gebrek aan beter oppotten maar zich er weer zo spoedig mogelijk van ontdoen zodra de biljetten van 100.000 lire in omloop zouden ko men. Het is nog niet bekend wanneer het nieuwe papiergeld in omloop zal ko men. De voorbereidingen van een dergelijke nieuwe aanmaak vergt veel tyd om het geld te verzekeren tegen vervalsing. De meest recente zjjn uitermate moeilijk na te maken voor valsemunters. Van de 2.252 val se bankbiljetten die vorig jaar in be slag genomen en vernietigd werden, waren slechts zeven van recente uit gave het biljet van 1000 lire van 1962 en deze, zo verzekerden de autoriteiten, waren zeer slechte Imi taties van de originele. In de serie „Kinderen uit alle lan den" heeft uitgeverij C. P. J. van der Peet een boekje uitgegeven met de titel „Twee Sabra's trekken door Is raël", Gillian Tindall geeft in dit boek een beeld van Israël, gezien door de ogen van de tweeling Rachel en Aaron. Deze twee joodse Kinderen zijn opgegroeid in een kibboets en willen, nadat hun broer met verlof uit militaire dienst terugkomt en een massa verhalen vertelt ook weieens iets van het nieuwe Israël zien. Een week lang trekken Rachel en Aaron op allerlei manieren het gehele land door. Tijdens deze reis beleven ze veie avonturen. Hieruit komt duide lijk de tegenstelling tussen de oude bewoners en de nieuw gevestigde tot uitdrukking. Over postzegels Bij de uitgeverscompagnie De Bran ding te Amsterdam verschenen twee boekjes, die de volle belangstelling van postzegelverzamelaars verdie nen. J. H. Broekman schreef een boekje over „Het interessante van poststukken". Deze „zijlijn" van het postzegelverzamelen komt steeds meer in de belangstelling. Voorts verscheen een vertaling uit het Duits van H. Wittmann's werkje over „De postzegel ais geldbeleg ging". Het Ls meer dan een vertaling, want K. E. König bewerkte het boekje voor Nederland en nam er tal van bijzonderheden in op, welke voor de Nederlandse verzamelaar van betekenis zijn. DIT IS ONS LAND In de serie „Dit is ons land" Zuid- Hollandse uitgeversmaatschappij Den Haag verschijnen regelmatig nieuwe deeltjes. Met „José in Span je" en „Kinderen uit het land van. de bergen" krijgt de lezer een vluch tige. maar niettemin boeiende in druk van Spanje en Zwitserland. Fraaie kleuterfoto's maken de boek jes bijzonder aantrekkelijk. Zeldzame kleuren-fotoreportage van Koninklijk paar: Koningin en Prins bezochten de West... en Eva fotograaf Harry Pot geeft u het gevoel dat u 'erbij bent'. Een historische fotoserie! Dat verwachten ze niet! Gaat u vrienden en magen blij maken met uw éigen Sinterklaas cadeautje? Kijk in Eva. Tips voor Sint-surprises... massa's! En leuk... leuk. Vrouwen en Vreemdelingen. Heus, u bent er óók bij betrokken. Want in Nederland leven en werken tienduizenden buiten landers. Tja, dal geeft wel eens problemen... De eerste van 2 boeiende reportages, nü in Eva. En nog véél meer, natuurlijk! Koop dus Eva. Of - nog beter - word abonnee. Krijgt u Eva wekelijks keurig thuis. Kost ook minder, trouwens. Meteen doen. Eva, Postbus 163, Leiden. Eva is varfnu. Eva is énig'. Ju r2|lppl>

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1965 | | pagina 9