ZEEUWSE BABBELAARS 1* Vier minuten draaien moet voldoende zijn KINDERKRANT NIEUWSTE STRANOMODE CONFECTIE IN COURREGtS-STIJL De tevreden auto Zaterdag 12 juni 1965 Het tweedelige strandensemble met de lange Bermudabroek (Ro- dier) is voor de jeugd een aantrekkelijk geheel. Hopelijk blijft om de aanblik van oudere dames erin bespaard: hetzelfde geldt voor het aparte model met zwart bovengedeelte en olijk gestreepte broeks pijpen (Stanley). De moderne anorak (rechts), gedragen op een lan ge jersey pantalon is voor meer dames geschikt, zij het dat een goed figuur vereist is. Een heerlijke dracht voor koele zomerdagen (KIM) Wie een huishoudcentrifuge koopt moet op twee belang rijke punten lettende dekselbeveiliging en de afwerking van de binnentrommel. Het Consumenten Contact Or gaan heeft 32 huishoudcentrifuges onderzocht (er zijn op het ogenblik meer dan 150 typen in de handel) en möest daarbij constateren dat dertien apparaten een binnentrommel hadden waarvan de afwerking niet vol deed. De 32 onderzochte typen zijn. aldus het C.C.O., representatief voor het overgrote deel van de totale landelijke omzet in huis houdcentrifuges. Onderzocht werden maten en gewichten, droog effect, stabiliteit, elektrische veiligheid, mechanische veiligheid, geruis en radio-ontstoring, afwerking van de binnentrommel. Over het droogeffect wordt onder meer opgemerkt, dat het maxi male verschil hierin tussen de onderzochte apparaten ruim twin tig procent blijkt te zgn. Ook is het droogeffect van de minste laagtoerige centrifuge nog altijd belangrijk groter dan dat van de zogenaamde wasautomaten met-centrifugegang. Langer dan 4 minuten centrifugeren blijkt weinig of geen nut te hebben. Het C.C.O. ontdekte verder dat ten tijde van het onderzoek nog geen enkel apparaat een KEMA-goedkeuring voor elektrische veiligheid had. Dat hoeft niet in te houden dat de apparaten niet veilig zijn. Toch zou het C.C.O. graag zien dat fabrikanten en importeurs streven naar deze goedkeuring op hun produkten. Bij het punt mechanische veiligheid wordt aangetekend dat dek selbeveiliging beslist noodzakelijk is voor centrifuges die in ge zinnen met kleine kinderen worden gebruikt. Voor industriële cen trifuges is een zogenaamde .absolute beveiliging" voorgeschre ven. Geen van de onderzochte huishoudapparaten bleek een der gelijke beveiliging te hebben. De resultaten van het onderzoek zijn overzichteHjk samengevat in de geïllustreerde brochure „Centrifuges". Het boekje kan worden besteld bij de Stichting Consumenten Contact Orgaan, Muzen- straat 25, Den Haag, gironummer 36 39 13. ZES CHARMANTE boerin nen traden op als vertegen woordigsters van Zeeland tij dens het achtste en voor lopig laatste Dutch Festi val, dat vorige week in het Engelse plaatsje Scarbo rough plaats had. De belang rijkste taak van de dames, le den van de Bond van Platte landsvrouwen. bestond uit het uitdelen van ruim hon derd kilogram babbelaars. Ruw geschat vijfendertig duizend zoete klevertjes wer den, in plastic zakjes verpakt geschonken aan inwoners van een instelling voor hulp behoevende, armlastige be jaarden, een herstellingsoord voor kinderen, twee zieken huizen en een blindentehuis. Dit gebaar, dat zo gemakkelijk ironisch zou kunnen worden be schouwd, heeft een golf van har telijkheid van de bevolking opge leverd, en een ontroerende dank baarheid van de patiënten. Me juffrouw A. v. d. Leeden, leidster van de Zeeuwse vertegenwoordi ging, peilt onmiddellijk de gedach ten die in het begin van ons ge sprek achter beleefdheid schuil gaan. Verontschuldigend merkt zij op: „Het lijkt een beetje kinder lijk. We maakten er in het begin zelf gekheid over. Wij zeiden te gen elkaar: Wat heerlijk dat wij in deze levens De Babbelaar mo gen brengen". Mejuffrouw v. d. Leeden is even stil. Dan zegt zij: „We zijn van het bezoekje aan die hulpbehoe vende bejaarden vooral dagenlang onder de indruk geweest. Ze be groetten ons met tranen in de ogen. Er waren mensen bij~die in jaren geen bezoek hadden gehad. Velen hadden een attaque gehad en kon den niet meer recht zitten. We hebben op onze knieën gezeten om ze ons kostuum te laten zien. Het was dat bezoek, dat de Zeeuwse plattelandsvrouwen het gevoel gaf niet alleen maar uitgezonden te zijn om snoepjes uit te delen. Door een simpel gebaar, dat hen zelf voordien als een ridicule bezigheid voorkwam, brachten ze een beetje vreugde bij eenzame mensen. Dat klinkt sentimenteel, maar het is Broodjes bakken DE huishoudelijke balans van het weekend levert vaak een overschot aan oud brood op. Zijn er bovendien nog wat plakken ham, boterhamworst of soortgelijke vlees waar overgebleven, dan is de basis voor het volgende „restverwerkingsrecept" al aanwezig. Snijd het brood in dunne boterhammetjes, snijd de kors ten er of. Besmeer de boterhammetjes met boter, leg op elke boterham een plak jonge kaas. Leg de kaasboter hammetjes twee aan twee op elkaar met een plakje ham of worst ertussen. Laat ze lichtbruin worden in de oven die eerst een paar minuten op vol heeft gebrand en daar na iets is getemperd. De boterhammetjes zijn goed wan neer ze de kleur van geroosterd brood hebben. Om uit druipende kaas op te vangen legt men een vel alumini umfolie op het rooster onder de broodjes. Poesmooi Honden en katten plegen aan het begin van de zomer ster ker te verharen dan de rest van het jaar. Eigenaars van honden vinden het, als ze hun huisdier ten minste goed verzorgen, vanzelfsprekend om de hond dan eens een extra borstelbeurt te geven. Poesen hebben die hulp niet nodig, denkt men. Die wassen zichzelf en raken zo dat losse haar wel kwijt. Het vervelende is dat poes een gedeelte van de haren binnen krijgt en daar niet zelden spontaan misse lijk van wordt, met alle gevolgen van dien voor het inte rieur van de woning Een dagelijkse borstelbeurt met een speciale kattenborstel kan dergelijke narigheden voorko men. De kattenborstels zijn uit stevig rubber gemaakt en worden in de winkels voor dierenbenodigdheden verkocht. Prettige bijkomstigheid: poes wordt beslist mooier door zo'n dagelijkse borstelbeurt. Combinatie-handschoen In Amerika heeft men weer eens een nieuw snufje voor de keuken bedacht. De Amerikaanse huisvrouw kan nu huishoudhandschoenen kopen die een combinatie zijn van elastische plastic handschoen en de isolerende handschoen die gebruikt wordt bij het hanteren van hete ovenschotels. De combinatiehandschoen is uit dun plastic gemaakt, maar heeft vingertoppen van isolerend materiaal. Amerikaanse winkels verkopen ze per zeven stuks tegelijk voor de prijs van één dollar. ons op de foto, allemaal. Ze zullen het zelf nooit zien, maar ze voel den of ze naast een „sweety- queen" stonden Hoewel de Dutch Week overwe gend prettige herinneringen heeft opgeleverd zijn het kennelijk juist deze bezoeken waaraan mejuf frouw v. d. Leeden de meeste waarde hecht. Evenals de andere dames, die luchthartig als Vrolijke Babbelaars naar binnen gingen, en bij het afscheid meer neiging tot zwijgen hadden. Het Dutch Festival van dit jaar zou het laatste zijn. Bij de aan vang heeft men acht festivals ge pland, maar in de loop van die acht jaar zijn zoveel hartelijke contacten gelegd dat continuatie niet onwaarschijnlijk is. Volgend jaar bestaat Scarborough duizend jaar. Het ligt in de bedoeling Noorwegen dan als gast uit te no digen. De stichter van het plaatsje is een Viking geweest. Maar de inwoners van Scarborough zijn voorlopig meer Nederland-minded. Het laatste festival is een enorm succes geweest. De Nederlandse gToepen die het meest attractief zijn gebleken waren er allemaal. Naast onze plattelandsvrouwen en de Haarlemse bloemenmeisjes ble ken onder meer de politieband uit Leeuwarden en een Zutphense band zeer populair. „De af scheidsavond waarop een bal werd georganiseerd, was heel grappig. De twee Nederland se bands speelden de Jenka, die daar niet bekend was De intro ductie beviel enorm. Op het po dium stonden Jongens met lange haren beatsounds te produceren, maar zij werden weggefloten. De- Nederlandse boerenkapellen moes ten spelen. De bevolking kent bij voorbeeld de polonaise niet, en dat wij allemaal liepen mee Overstelpend hartelijk, dat waren de inwoners van Scarborough. „Het is echt te merken dat Enge land een eiland is, en dat men over het algemeen niet in andere landen komt. Zij kennen onze ge woonten niet en vinden het alle maal echt geweldig". Over belangstelling en vriend schap hebben de Nederlanders niet te klagen gehad. Drie Jaar geleden zijn de plattelandsvrou wen, met de fanfare uit Serooe- kerke. eveneens naar Engeland geweest. Zij werden nu herkend door vele mensen, en zelfs kwam men afdrukken brengen van foto's van de vorige keer. „Omdat men bang was in herha lingen te vallen overweegt men de festivals stop te zetten. Het enter- tainment-departement, dat de hele organisatie verzorgt, zal ongetwij feld door de bevolking worden be naderd. De laatste avond zijn we voorgesteld aan de burgemeester. In alle speeches klonk het steeds: geen afscheid, maar een tot ziens". De Zeeuwse kostuums hebben de f;astheren en -vrouwen een goede ndruk gegeven van onze folklore, die helaas verdwijnt. „We hebben expres geen klompen aan gedaan, om geen verkeerd beeld te wekken. We hebben bewust ge probeerd het Idee van de Hollan der op klompen, wat vele mensen zich gevormd hebben, te verdrij ven. Alleen kleding ionen ls vrij doelloos. Daarom hebben we dit jaar dus babbelaars uitgedeeld, en een van de dames heeft in een warenhuis het kantklossen gede monstreerd". op zich te nemen. Doordat zij een been brak moest een vervangster worden gezocht. „Verschrikkelijk sneu, was het. we hebben erg met haar meegeleefd, Gelukkig was mevrouw H. van Weele-Wiskerke uit Rilland-Bath bereid de demon straties te verzorgen. Nou. die had een fanmail, niet te geloven". We springen in het gesprek, heel gezellig, van de hak op de tak. Dit keer van het kantklossen op de babbelaars. De Engelsen waren eenvoudig dol op het Nederlandse roomboterballetje. Ze vonden ze „lovely, ah lovely". De Zeeuwse dames trouwens ook. Want de veronderstelling dat zij het woord niet meer kunnen hóren, en het snoepje niet meer lusten, is er volkomen naast. „We zijn zo druk bezig geweest dat we er zelf niet aan toe gekomen zijn. Eén luxe doos is wel bijzonder in de smaak gevallen. ,,De officiële opening werd verricht door am bassadeur Van Rooyen. Zijn vrouw bleek van Walcheren af komstig te zijn, dus was het wel heel toepasselijk haar een doosje aan te bieden". Als organisatrice van de Zeeuwse groep heeft mejuffrouw v. d. Lee den veel werk moeten verrichten. Maar voor haar ls veel werken iets normaal», dat met plezier wordt gedaan. Als landbouwhulshoudconsulente bij de ZLM en als provinciaal «c- cretarexse van de Bond van Platte landsvrouwen worden haar vaak waarderende woorden toegevoegd. Privé mag zij eveneens op veel hartelijkheid rekenen. Haar ver jaardag die op de terugreis kon worden gevierd, heeft dat wel be wezen. Het vermelden van de leef tijd van een vrouw is zelden als compliment te interpreteren. Bij een vrouw met een drukke werk kring, die het presteert zeker tien jaar jonger te ziin dan de kalan der aangeeft ls net gerechtvaar digd. „Niemand gelooft dat )k veertig geworden ben. ik weet niet hoe dat komt. Ik voel me veel meer b(J de jeugd staan dan bil de volwassenen". Het is geen IJdel heid die deze opmerking inhoudt, het is het met plezier aanvaarden van een prettige positie. Door ons babbeltje over de babbe laars is de enorme stapel werk, die dreigend in ons gezichtsveld ligt. weer blijven liggen. Mejuf frouw v. d. Leeden kijkt er wat moedeloos naar. maar wordt on middellijk weer energiek en zegt opgewekt: „Het Is goed dat we weer terug zijn. We zijn een week lang zo in de aandacht geweest, we werden zo gefêteerd, dat het alieen maar goed is weer met twee benen op de grond te moeten staan". De Nederlandse confectiewereld wil ken nelijk toch iéts doen in de richting van de Courrèges-stijl die zo'n opzienbarend element in de Parijse voorjaarsmode vormt. Ietwat aarzelend verschijnen de eerste op Courrèges geïnspireerde kleding stukken op de Nederlandse markt; jurken vrijetijdsensembles en jassen die het spec taculaire, rechthoekige en „afgeplatte" silhouet van de Parijzenaar trachten te benaderen. Voorlopig blijven het echter „pogingen tot Courrèges-stijl". Dat is niet zo verwonder lijk, want met het verkorten van een rok, het aanzetten van grote knopen en het ge bruiken van constrasterende biezen alléén valt de Courrègeslijn niet te imiteren. Het zyn de „platte" snit en de geometrische lij nen die de originele Courrègeskleding haar jeugdige, z(j het nogal steriele charme ger ven en die kenmerken zijn in de confectie- imltaties vaak ver te zoeken. Maar sporen van de Courrèges-stijl zfjn er dus wel ln de Nederlandse zomermode. Ze zijn onder meer te vinden in de vrijetijdscol- lecties die uit blazers, hesjes, rechte rokken en pantalons kunnen worden opgebouwd. De pantalons hebben wljdultlopende pijpen, naden van voren inplaats van opzij en splitten op de voet. Ze worden gemaakt uit stoffen met breedtestretch. Op de foto een voorbeeld van de waarop de Nederlandse modewereld de Cou rrègers-stljl tracht te interpreteren. De lichte jas is, uiteraard, afgezet met sterk contrasterende biezen. De laarsjes met open teen worden in meer dan twintig kleuren gemaakt. En natuurlijk mag de be kende bril met de kijkspleetjes niet ontbre ken. Ook die bril is op het ogenblik in Ne derland te koop. Gekraak, geschuifel en gepiep van autoveren gaat door de garage. Wie alles van auto's weet, zoals Autobas, wéét dat alle auto's stuk voor stuk nu hun best staan te doen om niet in lachen uit te barsten. En het is te begrij pen ook! Wat er nü voor een ding binnen rijdt Zelfs de monteurs die heel wat gewend zijn, kijken van hun werk op en schateren. „Wat is het vragen ze aan Dirk, die het ding met Beer de takelwagen heeft binnengesleept, „een auto die de clowns in het circus uit elkaar laten vallen? Een vrijetijdkarweitje van een stel handige schooljongens Of is het om er een gekke advertentie voor de krant van te maken?" „Weet ik niet", zucht Dirk, „ik begrijp maar niet wat de baas daar mee wil. Hij heeft dat wrak nog gekocht ook!" „Gekócht?" Met open mond kijken de monteurs hem aan en ook de auto's vergeten te lachen. ,Nou, dat zal ons benieuwen wat ie dóórmee moet", zeggen ze als ze weer aan het werk gaan. De hele dag blijven klanten en monteurs en ook de auto's zo af en toe naar het ding staan kijken dat stil in een hoek staat. Pas 's avonds als de grote deuren van de garage dicht zijn en ook Karei de Grote, die net van een lange tocht is teruggekomen, het ding van wiel tot dakje heeft bekeken, krijgen de auto's het verhaal van de vreemdeling te horen. Heel stil heeft hij eerst staan luisteren naar alles wat er over hem werd gezegd, net gedaan of hij het gegiechel van Fluffie en Zeemeermin en het gebrom van Black, die vindt dat zo'n mormel niet in één garage met deftige auto's kan staan, niet hoorde. Alleen Aladdin, die in zijn lange leven zelf zóveel heeft meegemaakt, zegt niets en kijkt alleen maar nieuwsgierig naar het rare bakje op wielen. Hij probeert de vreemdeling aan het praten te krijgen. „Ik was vroeger van een maharadja", zegt hij (toch wel een beetje trots natuurlijk 1 „waar kom jij van daan?" „Is een maharadja zoiets als een keizer?", vraagt de vreemde auto. „Nou, een keizer is nóg hóger", zegt Aladdin heel eerlijk. „O", zegt de ander, „ik was van een keizer, zie je". „Ha ha... Ja Ja... Dacht je dat we dót geloofden?", klinkt het van alle kanten, „Nee, ik kan best be grijpen dat jullie dat niet geloven", zegt de vreem deling vriendelijk, „er is daarna ook erg veel gebeurd met me. Maar het is toch zo. Je kunt het nog zien, zie je. De keizer was zó hoog dat er nooit iemand vóór hem mocht lopen of zitten. Ook geen chauffeur. De fabriek waar ik vandaan kom, bouwde toen een hele speciale auto voor de keizer. K(jk maar. mijn stuur zit achter de bank waar de keizer altijd op zat. Daar stond de chauffeur, zie je". Stil van verbazing kijken de auto's hem aan. En het is waar: achter de bank, waar nog wat viezeltjes rood pluche op zitten, is een klein opstapje en daar even boven een stuur en een bord met knopjes en handletjes zoals zij zelf allemaal voorin hebben. Ze beginnen nu al met heel andere ogen naar de vreem deling te kijken en Zeemeermin fluistert: „wat vre selijk moet dat voor je zijn om er zó uit te zien als je vroeger van een keizer bent geweest". „O, nee", lacht hij wijs. „ik ben de gelukkigste auto van de wereld. Eerst was ik bij de keizer. Ik was helemaal open, maar op warme dagen als we dooi de woestijn zoefden, stond er naast de chauffeur nog een andere man die een gouden parasol boven het hoofd van de keizer hield. Als de keizerin ook mee reed, werd ik van binnen helemaal besproeid met rozenwatërolie van honderdduizend rozenblaadjes en als er feest was in het land van de keizer, liepen er acht schildwachten met me mee. Ja. het was een heerlijk leven. Toen de keizer op reis ging mocht ik ook mee; ik werd helemaal ingepakt in zijden kus sentjes en door tachtig mannen op hun schouders naar een boot gedragen. Ik voelde me zelf een beetje keizer. Maar ja, jammer genoeg ging de keizer op zijn reis een autofabriek bezoeken en dóór hadden ze een speciale auto van echt goud voor hem ge maakt, ook met een stuur van achteren. Uit be leefdheid moest de keizer mij toen achterlaten". „De directeur van de autofabriek vond het zó leuk om een auto van een keizer te hebben, dat hij me zelf hield. Niet voor elke dag natuurlijk, want dat vond hij veel te lastig met zo'n stuur van achteren. Maar 's zondags maakten we ritjes met de hele familie van de directeur. Ze picknickten op mijn kussens, ze deden wedstrijden met andere nieuwe auto's uit zijn fabriek, ook expres botswedstrjjden om te kijken hoe sterk die andere auto's wel waren". „Wat vreselijk voor je!", zegt Fluffie, „expres bot sen? Afschuwelijk „Welnee. Waarom?", zegt de auto van de keizer, „ik was toch maar een grapauto en een plezier dat we hadden, al die nieuwe auto's en ik! Later vond de directeur nieuwe botsauto's uit en werd ik hele maal van zijn kinderen. Ze kampeerden in mij, ik was rovershol, tovenaarshuisje, schuilhuisje, boot, berghut in de sneeuw, indianentent... alles! Maar de kinderen werden groot en hadden zelf nu echte auto's. Mij hadden ze op een dag ergens in het bos laten staan en de takken begonnen al door me heen te groeien; een hazenfamilie maakte zijn hol onder mijn achterbank en wipte de hele dag in en uit door mijn portier". „Ontzettend roept Zeemeermin. „Ontzettend? Waarom?", lacht de auto, „het was heel gezellig al die hazen. We hadden erg veel ple zier samen en ik heb veel van ze geleerd. Maar toen de haasjes groot werden gingen ze toch zelf op zoek naar andere holletjes in het bos en toen de blaadjes van de bomen vielen was ik weer alleen. Oei, oei, zei ik tegen mezelf, dat zal niet zo leuk zijn, hele maal open en bloot in die koude winter in het bos staan". „Maar wat dacht je? Een lange rij zigeunerwagens trok over de weg door het bos. Vlak bij de plek waar lk stond, zakte er ééu door zijn wielen en viel krakend in elkaar. O, wat had ik met die familie te doen die daar opeens op het mos stond: een vader, een moeder en drie kinderen! Maar dat duurde niet lang, want het jongetje van de familie ontdekte mij en toen had je eens moeten zien: alle zigeuners samen maakten een echte zigeunerwagen van mij: het houten dak van de oude wagen werd mqn dak. Van het opstapje, waar vroeger de chauffeur en de man met de gouden parasol hadden gestaan, liep een leidsel naar het paardje dat mij moest trekken. Waar vroeger mijn motor zat (die was er al bijna helemaal uitgesloopt) maakte de zigeunervader een piepklein keukentje met potjes en pannetjes van koper. Boven mijn banken timmerden de zigeuners nog twee banken, zodat ik op een echte scheepskooi leek waarin makkelijk vijf mensen slapen konden". „Nou en toen de wereld in. Ach, vrienden, wat ik gezworven heb! Bijna de hele wereld rond, bergen over langs rivieren, zó breed dat je de overkant niet zien kan, door echte poesta's waar je de wilde paar den 's nachts hoort briesen en door sneeuwvlakten, waar de sneeuw tot boven mijn wielen kwam. Nee, de witte luchtbanden van de keizer waren natuurlijk allang opgesleten; ik had gewone houten wielen, net als de andere zigeunerwagens". Niet één auto in de garage lacht nu meer om het vrolijk geschilderde houten dak van de auto en zijn rood met witte houten wielen. „Verder, verder", fluistert Donald Duck, „hoe ben je er van afgekomen van die verschrikkelijke zwerftochten?" „Verschrikkelijk? Het was de mooiste tijd van mijn leven. Elke dag iets nieuws te zien, feesten met wilde dansen om een vuur. Midden in de stad heeft een zigeunermeisje eens bovenop mijn dak gedanst en iedereen stond stil en klapte in zijn handen. O, het was heerlijk! 's Nachts, als de zigeunervader op zijn viool speelde, dacht ik dikwijls: ik ben de gelukkigste auto van de wereld! Kijk toch eens naar al aie andere auto's, die maar moeten jagen over de weg. Vlug... vlug, vlug. daar gaat het tegenwoordig om. En ik en mijn paardje sjokken maar voort en hebben daar gelukkig niets mee te maken" „Jammer genoeg begonnen de zigeuners ook steeds meer van vlug, vlug, vlug te houden. Steeds meer lieten er hun mooie houten wagens aan de weg staan en kochten auto's. Toen mijn paardje te oud werd, verkochten ze mij samen met hem aan een boer en een boerin op de paardenmarkt. Dat paard begrijp ik. zei de boerin, dat is precies goed voor kleine ritjes in de buurt als de grote paarden uitrusten van het werk op het land. Maar die ouwe wagen? Wat moeten we daarmee? Zie je dan ni»* dat het een prachtig kippenhok is?, zei de boer. Er hoeft haast niets aan vertimmerd! We breken er alleen één zij kant uit en daar spannen we gaas voer". „O nou begrijp ik het", zeggen de auto's, die al de hele dag hebben staan denken wat dat kippegaas aan één kant toch moet. „Wat zal je treurig zijn geweest", zegt Aladdin, „een kippenhok zijn!" „Welnee. Waarom?", zegt de vreemdeling, „het was erg gezellig. De hele dag gekakel en getok. iedere keer weer vrolijkheid als een kip een ei had gelegd in het zigeunerkeukenlje en elke morgen de naan op het stuur van de keizer om te vertellen dat hel cag werd. Nee, nee, ik was heel tevreden. Wat er verder ook gebeurt, ik heb een prachtig leven gehad. De boer en de boerin zijn nu oud en gaan in een klein huisje wonen. Ik dacht b(J mezelf: nou, dat is het einde. Dan hakken ze mij in elkaar als brandhout, mijn onderstuk naar de oudroesthoop en afgelopen is het. Maar niks hoor. daar komt opeens ecu echte takelwagen en brengt me naar jullie toe. Ik ben benieuwd wat ze hier met me moeten" „Ja. wat moeten we daar hier mee Dat vraagt Auto- Bas aan zij vader als ze samen na het eten nog even in de garage komen kijken. „Daar heb ik een plannetje mee", zegt zijn vader, „meneer Van Duren klaagt al en hele poos dat zijn autowinkel te klein wordt. De mensen willen tegen woordig zoveel kopen, dat hij het niet allemaal meer mee kan nemen in die ouwe slee van de maharadja. Nu zijn er natuurlijk erg mooie wagentjes te koop die je aan je eigen auto kunt koppelen. Maar dat is een duur grapje. Ik heb dus al eens rondgekeken of ik niet ergens een mooi sterk onderstel van een oude sloopauto kon vinden. Nou, en daar zie ik me toch bij de boerderij van de oude Lemmers een kippennck op wielen en ik denk: wat is dat voor een gekke brik? Ik kruip er eens onder en ik ontdek het sterkste auto-onderstel dat lk ooit in mijn leven ben tegengekomen! Alsof het helemaal met de hand ge smeed is voor een reuzenkoning, zó sterk. Met geen bulldozer krijg je het kapot. Die houten wielen gaan eraf; die horen er trouwens ook niet onder.- Twee flinke wielen op luchtbanden krijgt ie Die heb ik nog wel ergens. Het bakje zelf wordt mooi opge knapt. En dat gaas? Weet je wat we daarmee gaan doen? Eraf en een mooie glazen ruit ervoor in de plaats. Man. de mensen in de polder kunnen voortaan etalage-kijken als meneer Van Duren voorrijdt! Je zult eens wat zien! Nou. Auto-Bas wat zeg je er van?" Auto-Bas zegt niets, maar kijkt vol bewondering naar zijn vader, die alles kan. En wat zeggen de auto's? Ook niets. Ze zijn er stil van en kunnen alleen maar zachtjes wiebelen van geluk en met stralende ogen naar hun nieuwe vriend kijken. Een vriend, die keizersauto. botsauto van de fabriek, kampeerauto en speelauto was. toen hazenhol werd. zigeunerwagen en kippenhok is geweest en. nu ais etalage-auto achter hun andere vriend aan zal hob belen door do polder, waar iedereen altijd blij het huis uitkomt als de autowinkel verschijnt. 'Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1965 | | pagina 21