BELLA NEEMT GEWOON
HAAR BROOD MEE
Mevrouw Eekhout zit al jaren in de mode
Barend wil nog wel
Kunstnaaldwerk
uit Aardenburg
DONDERDAG S APRIL, 1965
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
11
Bella Hage ui» Sint-Maartensdijk,
zestien jaar, winkeljuffrouw in een
Bergen op Zoomse boekhandel, be
langstelling voor literatuur, tenger,
innemende charme, roomwitte
schoenen, heeft deze week van de
Koninklijke Nederlandse Wielren
Unie een licentie gekregen als ama
teurwielrenner. Zondag rijdt zij in
Stipthout, bij Helmond, haar eerste
wedstrijd.
Bella is op Tholen een gevreesde ver
schijning. In een uur rydt zy het ei
land rond, gemiddelde snelheid byna
veertig kilometer. Als zij door de
dorpen raast, roepen de jongens haar
niet na „Ze zijn meestal te ver
baasd om iets te roepen denk ik".
Vechtlust
Bella Hage heeft niets van het beeld
dat men zich onwillekeurig van zo'n
meisje vormt: een pezige, pinnige
tante met een surplus aan wils
kracht, die om de dooie dood niet
met zich laat spotten.
Bella blijkt een bevallig meisje, dat
beschroomd en met zachte stem ver
zekert, dat ze véchtlust bezit ze
had evengoed kunnen zeggen, dat ze
ln haar eentje do Mount Everest wil
beklimmen. Toch staat het onaan
vechtbaar in „Wielersport", gedegen
vakblad voor de wielrennerij, als of
ficiële mededeling van de K.N.WVU.:
aan mej. L Hage, Provinclaleweg 5,
Stot-Maartensdijk, is een licentie uit
gereikt als amateurwielrenner. Sinds
16 januari van dit jaar is mej. Hage
lid van de Nederlandse Dames Wie
lerclub, een eminent groepje van
zo'n vijfentwintig wielrennende da
mes, dat die 16e januari in Baarn
vergaderde, op welke bijeenkomst
ook Bella verscheen om daar zéér
taxerende blikken te doorstaan toen
zij het eiland van haar herkomst
noemde.
Racefiets
„Ze keken zo van kom jij van Tho
len? Nou, dan zul je er wel niet veel
van kunnen. Maar ciélt moeten ze na
tuurlijk maar afwachten".
Bella verschijnt in ieder geval met
uitstekend materiaal aan de meet:
zij onderhoudt meer dan vrlenschap-
pelijke betrekkingen met een acht
tienjarige Antwerpse jongeman, een
erg lieve jongen, wielrenner en het
neefje van een fabrikant van race
fietsen.
Hoe verzeilt nu zo'n aardig meisje
als Bella, meer het type voor het
borduurraam, in de wielrennerij?
„Ach, in het begin had ik er hele
maal geen belangstelling voor. Twee
jaar geleden waren we, m'n vader en
ik, eens in Roosendaal wezen kijken
naar een rit van de Rijwiel Tour
Club Noord-Brabant, een rit voor
toeristen. We zijn lid geworden van
die club en reden mee in oriëntatie-
ritten, op gewone fietsen. Eén keer
ben ik eens in Amsterdam uitgeko
men op een racefiets, die ik van een
jongen uit Roosendaal mocht lenen.
Maar ook dat was een toerrit. Wel
reden we, als we uit Roosendaal te
rug fietsten, af en toe om het
hardst naar huis.
Maar aan een echte wedstrijd
heb ik nog niet meegedaan. Zondag
is de eerste. Een dameskoers. Van
daar die licentie. Anders kun je niet
uitkomen in wedstrijden".
Begin -januari is Bella gaan trainen.
Tweemaal per week anderhalf uur.
Geen dieet, geen biefstuk, geen drui-
vensuiker, geen klontjes, geen pillen,.
„Je neemt gewoon je brood mee".
Tien
Bella's racefiets, speciaal voor haar
in Antwerpen vervaardigd, heeft tien
versnellingen en ze verzekert met
grote overtuigingskracht, dat ze alle
tien worden gebruikt. Zo nu en dan
fietst haar vriendje even van Antwer
pen naar Sint-Maartensdijk, maar
samen trainen, ach, daarvoor is dan
niet zóveel gelegenheid.
„U begrijpt dat d&ér niet zoveel van
komt. Ik heb wel eens tegen 'm gere
den en lk kan hem bijhouden, maar
als ik in de wind kom..."
Tussen de vijfentwintig dames van
de Nederlandse Dames Wielerclub
is nog géén kampioenschap verre
den. „Hopelijk dit jaar" zegt Bella
ernstig, „en natuurlijk hoop ik iets
te bereiken".
Mej. Hage werkt in een boekhandel
uit interesse „daarom werk ik er
ook".
Welke boeken, welke schrijvers
hebben haar voorkeur?
„Ach, ik lees van alles".
Welk boek heeft darr tot nu toe,
het meeste indruk op haar ge»
maakt?
„Gejaagd door de wind".
Als oplossingen van de vorige puz
zelfoto werden onder meer ge
noemd Retranchement, Vrouwenpol
der, Ovezande, Aardenburg, Groe-
de, Cadzand, Wilhelminadorp et
Wissenkerke. Er kwamen slechts
vier goede oplossingen binnen
Sluis en het wekelijkse tientje
gaat ditmaal naar Anke Pladdet,
Burgemeester Verplankeplein 15,
Biervliet. Aardenburg was op het
randje, want het gefotografeerde
wegje ligt op de grens van Sluis en
Aardenburg. Het land op de voor
grond én het wegje vallen echter
onder Sluis. Oplossingen van de
nieuwe puzzelfoto gevraagd
wordt de gemeente, waarin de foto
werd genomen moeten uiterlijk
dinsdag 30 maart in ons bezit zijn.
Een briefkaart, geadresseerd P.Z.C.,
Wolstraat, Vlissingen, is voldoende.
De naam van de winnaar wordt vol
gende week weer bij de nieuwe op
gave gepubliceerd.
het centrum voor de mode zegt
hij, „hoewel het erg moeilijk is om
daar aan de slag te komen. De Fan-
sen zijn namelijk erg chauvinistisch,
willen haast niet aannemen, dat de
buitenlanders ook wel eens wat pres
teren. Maar nogmaals: ik heb geluk
gehad". Waarom komt Robert Ne-
lisse helemaal uit Maastricht naar
Amsterdam en zoekt hij het niet
dichterbij Eindhoven, Tilburg of
Breda. „Ach. Amsterdam is toen wel
het cultureel centrum en bovendien
vond ik het gewoon prettig om eens
helemaal uit te zijn en in de grote
stad te gaan wonen".
„Ja", zegt mevrouw Eekhout. „Zo
denken de meeste leerlingen. Het is
geloof ik ook wel goed, dat ze er eens
helemaal uit zijn, dat ze andere in
drukken opdoen. Alleen die etalages
al", zegt Robert Nelisse, „de vele
tentoonstellingen, het werk, dat je
hier ziet: die geven zoveel indrukken,
dat het een bron van inspiratie is".
Overigens heeft iedereen, die van
buiten komt, moeilijkheden om een
kamer te vinden. „De meeste leerlin
gen moeten lang zoeken", vertelt me
vrouw Bekhout, „maar ze komen in
zoverre in een gunstige tijd, dat ze
een kamer zoeken op het ogenblik,
dat. de meeste studenten niet in Am
sterdam zijn. Onze cursus begint na
melijk eerder dan de colleges". De
nieuwe leerlingen moeten dan weer
ingewijd worden in het vak, de an
deren zijn een trapje hoger gekomen.
„Die examens weten wat", verzucht
de heer Van Braam, „elk jaar geeft
dat weer heel wat drukte". De ex
amens van mode-academie Van
Braam staan in de Nederlandse mo
dewereld hoog aangeschreven, zo
vertelde ons de directeur. „Dit jaar
zitten in de jury Ferren Offermann,
de bekende couturier voor de mode
afdeling, decorbouwer Koenraads
van de televisie, die decorontwerpen
zal- bekijken en mevrouw Stork voor
de algemene smaak".
De mode-academie Van Braam is
een particuliere school, zoals alle
modescholen in Nederland particu
lier zijn. „Helaas krijgen we geen
subsidies", zegt de heer Van
Braam, „maar dat heeft zijn voor-
Mevrouw Eekhout (rechts voor) meP
enkele van haar leerlingen.
delen, want nu zijn we nergens aan
gebonden". De school kan de oplei
ding geven, zoals ze zelf wil. „We
leggen bijvoorbeeld erg het accent
op het figuurtekenen", vertelt me
vrouw Eekhout.
„Heel belangrijk", zegt de heer
Van Braam. „De mens is namelijk
alleen maar een geraamte. Alles
wat er meer aanzit, is opgeblazen".
De school, die enkele lokalen telt, ia
gevuld met geluid. Leerlingen lopen
rond, vragen wat. Een meisje showt
een zelfgemaakte avondjurk. ,,De
leerlingen maken veel voor zichzelf',
zegt mevrouw Eekhout. „Men zegt
wel eens: wat zal dat een hoop geld
kosten om je zoon of Je dochter naar
Amsterdam te sturen voor het vol
gen van de cursus, maar dat valt
erg mee. Na een paar maanden kun
nen ze al heel wat maken voor d«
familieleden en voor andere men
sen. Veel leerlingen van ons krij
gen opdrachten en verdienen zo hun
lesgeld. Er is zelfs een leerling ge-
weest vorig jaar eindexamen ge
daan die zijn hele levensonder
houd zelf verdiende. Er zijn ook
mensen die bij de P.T.T. wat gaan
werken. Ach, ik zeg maar: als je
wilt, kan je alles bereiken. De men
sen, die dit er voor over hebben,
blijken later de besten te zijn. Ze
hebben namelijk al veel moeilijkhe
den overwonnen en dat Is erg be
langrijk.
De derdejaars hebben vlijtig door
gewerkt. Wat ze gaan doen over een
paar maanden? „Wat je kan krij
gen", zegt een van hen. „Daarna
zien we verder. Deze opleiding is
namelijk algemeen. Je kunt dus alle
kanten uit. Later bekijk je pas, wat
je het beste ligt".
Mevrouw Eekhout lacht even.
„Vaak weet ik het al", zegt ze,
„omdat je de mensen drie Jaar lang
meemaakt. Daarom heb ik zulk fijn
werk. Echt. Het is een heel eind
van Sint-Anna ter Muiden naar
Amsterdam, maar ik heb het er
graag voor over".
Hij stond in de buurt van het
orkestje, greep tussen twee
nummertjes door naar de mi
crofoon en verkondigde via het
spreekijzer tot de danslustigen
in de zalen van restaurant
Wöhler: „het optreden van het
gezelschap van vanavond was
wel leuk, maar er gaat eigenlijk
niets boven een voorstelling met
eigen mensen. Het zou toch nog
eens mogelijk moeten zijn weer
eens een P.Z.E.M.-revue in
elkaar te draaien". De man ach
ter de microfoon was Barend
de Jong en hij vertrouwde zijn
hartewens toe aan zijn mede-
P.Z.E.M.-personeelsleden, die
met genodigden en familieleden
even te voren in het Citytheater
een jaarlijkse ontspannings
avond hadden beleefd.
Barend wil nog wel. Dat is zonder
meer duidelijk. Met een tikkeltje
weemoed denkt hij terug aan „Tom
bola", „Capriolen", „Confetti", „Tin-
gel-tangel", „Kortsluiting" en ande
re revue's waarmee de vereniging tol
ontwikkeling en ontspanning van de
P.Z.E.M. in telegramstijl: O en
O zich het enthousiasme van het
Zeeuwse publiek op de hals haalde.
Hij vindt het in- en intreurig dat
het vandaag-de dag ineens niet meer
kan. Dat er beroepsgezelschappen
uit de randstad moeten worden ge
haald om een avond van de P.Z.E.
M. op een al dan niet acceptabel)'
wyze te vullen.
Eerlijk
Iedereen weet het: voor een P.Z.E
M.-revue ging je vroeger rechtop
zitten.
Dat betekende altijd een paar uurtjes
goed en eerlijk amusement. Dat be
tekende een overvol programma van
schets, ballet, muziek en zang, op de
planken gebracht in een verbluffend
tempo, tegen een smaakvolle achter
grond en onder uitstekende regie
gepresenteerd in een keurige kos
tumering. Programma-onderdelen
als „Ouwe Barend" een creatie
van Barend de Jong zelf het fiets-
acrobatennummer van Willem den
Hollander, het duo O en O (Barend de
Jonge en Kees van Hoek) gingen er
bij het publiek in als met dik boter
besmeerde koek om over showscènes
al dan niet met fluoriscentiebe-
lichting nog maar te zwijgen. Wat
we dan ook doen.
Krantenbesprekingen uit de revue
rage tijd van de P.Z.E.M. liegen er
niet om. Jhr mr. De Casembroot, in
leven voorzitter van de raad van be
stuur, merkte eens na afloop van een
van de succesvolle voorstellingen op:
„Het was goed, het was perfect. We
Uit de P.Z.E.M.-revue „Tombola";
links Barend de Jonge, rechts
Kees van Hoek.
hebben ons geen seconde verveeld".
Ook liet hij de organisatoren weten:
„Wanneer jullie volgend jaar weer
plannen hebben, bel me dan op want
dan ben ik graag weer van de par
tij".
Toneelknecht
Toneel en cabaret dat is het stok
paardje van Barend de Jonge. Op
zijn veertiende jaar scharrelde hij al
achter de coulissen van de Schouw
burg, waar zijn vader toneelknecht
was.
Daar zag hg de favorieten van die
tijd van nabij aan het werk. In 1938
begonnen zijn eigen activiteiten. Hfl
trad toen voor de militairen op als
conferencier, muzikaal geassisteerd
door Baby den Toonder. Met veel ple
zier vertelt hij over het in de koffie
kamer van de P.Z.E.M. geboren
plannetje om een revue in elkaar te
steken. De toenmalige directeur
Slooves toonde zich een groot voor
stander. Bij elkaar presenteerde een
gezelschap uit het P.Z.E.M.-perso-
neel Baby den Toonder was vrijwel
de enige buitenstaander acht re
vue's. Als men Barend de Jong
vraagt of in deze tijd de organisatie
van een revue in de trant van de
voorgaande, jaren geleden gepresen
teerde programma's mogelijk is, zegt
hij resoluut: „Zeeland is rijk aan
amateurartiesten. Daar zal het niet
aan liggen. Maar is de jeugd tegen
woordig nog wel bereid om zich op te
offeren. Om maandenlang te repete
ren. Als het echter aan Barend al
leen lag zou er het volgend winter
seizoen nog eens zo'n degelijke ou
derwetse maar nooit vervelende re
vue draaien in Middelburg.
Voorlopig heeft hij nog genoeg
omhanden. Hij heeft het beheer
over een artiestenbureau, „Ser
vice" genaamd. En dan zijn er
nog de voorstellingen voor brui
loften en partijen en de feest
avonden voor buurtverenigin
gen, waarin Barend de Jong
nog een leeuwenaandeel heeft.
Zijn enthousiasme voor het
lichte amusement is inmiddels
overgeslagen op zoon Arend
(21) en Paul (15). Hen leert
hij dezelfde les: „Kom met ge
zonde humor voor de dag.
Waarom dubbelzinnige taal uit
te slaan. Daar is geen kunst
aan. Maar humor brengen waar
iedereen van kan genieten. Dat
is pas kunst!".
Op een tentoonstelling
van de stichting Goed
Handwerk", momenteel
in het Huis van Looy in
Haarlem, is bovenstaand
wandkleed te zien, een
inzending van de uit
Aardenburg afkomstige,
SJf-jarige lerares kunst-
naaldwerk Wiea Berths
Schram de Jong. Het
wandkleed wordt tot de
mooiste inzendingen van
de tentoonstelling gere
kend. Wiea Berthe
Schram de Jong, dochter
van de tekenleraar van
het Oostburgse Koningin
W i l helminalyceum, is
sinds januari lerares
kunstnaaldwerk aan de
Eerste Koninklijke Nij
verheidsschool voor Meis
jes in Arnhem. Zij ont
ving haar opleiding aan
een bijzondere afdeling
van de huishoud- en in
dustrieschool te Haarlem
en omdat mejuffrouw
Schram nog steeds con
tacten onderhoudt met
deze school, kreeg ook zij
een uitnodiging te expo
seren, toen werk werd
opgevraagd van oud-leer
lingen.
In het wandkleed, een
Perzisch jachtmotief
voorstellende de vorst
Bahrangur, zevende
eeuw zijn op een basis
van wollen meubelstof,
allerlei oude stoffen ver
werkt, zoals stukjes van
oude wortelnoten doeken,
voor dit doel in Aarden
burg door allerlei vrien
delijke oude dames" be
schikbaar gesteld.
De techniek, het opbren
gen van de lapjes, soms
doorgestopt, soms geap-
pliceerd, wordt vrij bor
duren genoemd.
Van Sint-Anna Ier Muiden naar
Amsterdam is een hele reis. Bijna
ondoenlijk, zeker om het iedere
week te doen. En toch doet ze het:
mevrouw A. Eekhout-Wohlhaupter
uit Sint-Anna ter Muiden, vrouw
van de schrijver Jan Eekhout. Drie
en een halve dag per week werkt
ze in Amsterdam: de rest van de
week zit ze in Sint-Anna ter Mui
den. Bijna een dag per week is ze
kwijt aan reizen. Wie haar in Am
sterdam wil treffen, moet naar de
Keizersgracht gaan. Een groot he
renhuis met een een statige stoep,
zware keffingen langs de leuning.
„Mode-academie Van Braam" staat
met sierlijke letters geschreven
„tweede etage, links de trap op".
Mode-academie Van Braam: in feite
de enige school in Amsterdam,
waar volledig onderricht wordt ge
geven in alle facetten van de mode.
Mevrouw Eekhout geeft les in pa
troontekenen en naaien. „Daarnaast
adviezen en richtlijnen voor het ont
werpen", zegt ze. Dertig leerlingen
heeft ze onder haar hoede. „Het ene
jaar wat minder, het andere jaar
wat meer. Ik zit hier nu, laat eens
kijken, negen jaar", vertelt ze, ter
wijl ze inspecterend door het lokaal
loopt, waar de derdejaars ijverig be
zig zijn. „Nog een paar maanden en
ze zijn er van af", zegt mevrouw
Eekhout. Mode-aeademié Van Braam
geeft les in dessin-ontwerpen, illu
streren. modetekenen, patroonteke
nen, uitvoeringen, naaien en figuur
tekenen. De tweede- en derdejaars
krijgen er nog mode-ontwerpen, il
lustratie, kostuum, geschiedenis, de
corontwerpen en toneelkostuums bij.
De leerlingen komen niet allen uit
Amsterdam, integendeel; de meesten
komen van buiten de stad. Bij de
derdejaars zat er maar een, die uit
Amsterdam kwam, de anderen uit
het Gooi, Den Haag, Maastricht.
Zeeuwen zijn er dit jaar niet bij.
„Maar we hebben mensen, uit Goes,
Axel en Terneuzen", die interesse
hebben getoond voor de volgende
cursus, vertelt mevrouw Eek
hout. „En dat hoop ik maar,
want ik zou het leuk vinden,
als ooit Zeeuwen mode-onderricht
kregen". Er zijn veel mogelijkheden
voor de leerlingen, die de mode-aca
demie aflopen. „Laat eens kijken".
zegt mevrouw Eekhout. „Er gaan
veel mensen naar de confectiefabrie
ken. Maar we hebben er ook een ge
had, die is mode-redactrice gewor
den van een textielvakblad. we heb
ben iemand gehad, die ging naar
Londen voor toneelkostuums en twee
meisjes, die naar Pucci gingen. Ove
rigens: die zijn daar snel van terug
gekomen. Nu op het ogenblik hebben
we een jongen bij de derdejaars zit
ten, die naar Parijs gaat.
Een jongen in de mode .„Taboe in
Nederland" zegt mevrouw Eekhout.
„In Holland wordt het modevak als
een vrouwelijk beroep beschouwd".
Robert Nelisse uit Maastricht: „Ach,
ik heb geluk gehad. Het is meer een
kwestie van relaties. Aan de andere
kant moet je natuurlijk ook wel leuk
werk leveren". Lacht even: „Waarbij
ik natuurlijk niet wil zeggen, dat ik
leuk werk heb gemaakt". Hij is blij
om naar Parijs te gaan. „Ja, het is