heer
is
troel
De Vey Mestdagh
MAYFAIR KOSTUUMS
Qca
PARIJSE
TELEFOONTJES
Uit Denemarken
leuke
manchetknopen
en hangers
ii
TT
Slabakken
uit de mooiste
houtsoorten
vervaardigd.
Koffie- en
theeserviezen
Kop-en-
schotels
Ons succes
Deense
plastieken
in prachtige
vormen
Bellaniypark 45-58 - Vlissingen
Voor de totstandkoming van de in
dit nummer afgebeelde foto's wer
den kleding en accessoires welwil
lend verstrekt door: N.V. Bischoff,
Vlissingen, lederhuis Byou, Middel
burg, fa. Van Dixhoorn en Zn., Vlis
singen en fa. Frits Gerritsen, Goes.
Anneke Flu uit Biezelinge ontwierp
het toiletje en de hoed van de voor
pagina. De tekeningen van de Ju-
gendstilkleding zijn vervaardigd
door Rien Dominicus uit Wemeldin-
ge.
Het is mogelijk op deze ma
nier zonder geldig toegangs
bewijs de Middelburgse
Schouwburg te betreden.
Eenmaal binnengekomen is er
geen vuiltje aan de lucht,
want dit driedelige kostuum
zal het in deze omgeving uit
stekend doen. Het is een dub
bele ruit, grijs met beige. Het
vest is camelkleurig en met
een effen das is de schouw
burgbezoeker „het heertje".
DE OPENLIJKE OORLOG tussen verschillen
de herenmodedeskundigen in Nederland is
nu wel uitgebroken. De herenmode mag zich
de laatste jaren verheugen in een toenemen
de belangstelling van de zijde van de Neder
landse man en de confectiefabrikanten en
ontwerpers hebben dat heel goed gemerkt.
Vroeger wist men ongeveer wel, wat er een
komend seizoen zou komen: hetzelfde als het
vorig seizoen met hoogstens een klein tint-
verschil of een lichte verandering van lijn. De
laatste jaren echter gaat de ontwikkeling van
de herenmode schoksgewijs en daarbij merkt
men op, dat lang niet alle ontwerpers de
zelfde denkbeelden volgen. Met name in het
komende voorjaar en zomer zal dit merkbaar
worden. In Nederland zijn op het ogenblik
drie richtingen te bespeuren. Die van de stijl
groep Groningen, de NEVEC, de Nederland
se Economische Vereniging voor de Confec-
tie-indusfrie en de progressieve richting, die
vooral de jongere ontwerpers aanhangen.
Allereerst de in de stijlgroep Groningen sa
menwerkende herenconfectiefabrikanten. Zij
willen van de Nederlandse man een lange,
slanke vent maken met mode, die geënt is op
de Verenigde Staten. Daarbij wordt het accent
gelegd op de zogenaamde één-rij-kostuums. In
de ogen van de stijlgroepmensen is de Gaulle
met zijn degelijke twee-rij-kostuums dus een
onmodieuze man. De één-rij-kostuums hebben
smalle revers en worden gesloten met drie of
twee knopen. Op de show, die de stijlgroep
Groningen in Amsterdam gaf, was zelfs een
colbert met één knoop te zien. Het silhouet
anno 1965 is alweer volgens de stijlgroep
Groningen Amerikaans met een duidelijke
hoekig en smal silhouet. Veel colberts
hebben een rugsplit of lange zijsplitten, maar
men mag ook colberts dragen zonder split.
Overigens mag volgens de stijlgroep bij de
herenkleding alles. Als u een pantalon wil dra
gen zonder omslag is het goed, maar met om
slag is het ook goed. U mag een vest dragen,
zij komen er al meer in, maar zonder vest
loopt u niet achter.
Voor wat de kleuren betreft, spreekt de stijl
groep zich sterker uit. Grijs in allerlei tin
ten en dessins. Ziet u het alles een beetje te
grijs in, dan mag een pak in beige ook. maar
dat is bij de stijlgroep de uiterste concessie.
Natuurlijk is er ook een melange van grijs en
beige. De mannen echter, die bij blauw zwe
ren kunnen dat gerust blijven doen. want de
stijlgroep Groningen brengt ook zwart-blauw
en een donkere meer besloten tint grijs-blauw.
Wat de stoffen gladde wollen kamgarens
en twisttypen betreft nog dit: de stijlgroep
Groningen verwerkt alleen stoffen, die gewe
ven zijn en zuiver scheerwol. De dessinering
biedt nog steeds veel ruiten, van kleine pied-de-
poule tot grote ruiten met overruit. Intussen
komen ook allerlei strepen weer in de mode.
Smalle visgraten met streepeffect zijn hier
een goed voorbeeld van. Dat is dan de stijl
groep Groningen. Voor diegenen, die een beet
je willen opvallen, zijn er nog wel enkele
extra-vagances. Zo is er een smokLng met een
pantalon van effen zwarte wol met mohair
en met een colbert van een zwart-bruine ruit
van wol, mohair en zijde.
De show in Amsterdam, waarmee de srtijl-
groep naar voren kwam, werd besloten met
de presentatie van het doorsneekostuum. Van
een bijzonder kostbare stof, geweven van de
duurste Australische merinowol, die vorig jaar
op de markt kwam, is volgens het ontwerp
van de verzamelde confectiefabrikanten een
kostuum gemaakt, dat de eerstkomende jaren
te dragen zal zijn. Deze stijl is: één rij twee-
knoops, laag gesloten met lange smalle opge
sneden revers, rechte schouders, slanke mou
wen, smalle borstpartij en een geaccentueer
de taille. Al met al dus een slank knulletje.
De Nederlandse Economische Vereniging
voor de Confeetie-industrie is een andere
groep van verzamelde confectionairs zowel
voor dames- als voor herenmode. Deze groep
geeft een afwijkend modebeeld te zien ten
opzichte van de stijlgroep Groningen. Natuur
lijk zijn er ook overeenkomsten, maar in het
ilgemeen zoekt deze groep het meer in de
Engelse richting, terwijl de Groningers het
meer aan de Amerikaanse zijde zoeken.
De NEVEC zoekt het eveneens in slanke kos
tuums. Kenmerkend zijn een kortere kraag
met een smalle revers. Borst en voorkant lig
gen vlakker. Het colbert heeft van voren een
iets aangegeven taillering. In vergelijking met
voorjaar 1964 is er een toename in driedelige
kostuums, waarvan de vesten vaak een rechte
onderkant hebben. De pantalons blijven slank,
speciaal over de bovenbenen en hebben in toe
nemende mate smalle zomen. In overeenstem
ming met genoemde stijlopvatting is de be
langrijkheid van het één-rij-tweeknoops mo
del met lange zijsplitten. Hiernaast blijft het
één-rij-drieknoops kostuum een grote plaats
innemen.
Bij de dagelijkse Kostuums treft men voorna
melijk, en in toenemende mate gladde kamga
rens met een gewicht van 450 tot 550 gram,
daarnaast saxony's en flannels. Die vraag naar
het sportief kostuum neemt iets af. Gevraagd
zijn twisttypen 500 tot 540 gram en fresco's
van 400 tot 460 gram.
De lichtgewichtkostuums nemen een steeds
belangrijker plaats in. Voornamelijk worden
deze kostuums vervaardigd uit polyesterwol-
mengingen van 320 tot 400 gram.
Er is een toenemende belangstelling voor
diverse genres strepen, haarlijntjes, krijt
strepen, zachte kleur en schaduwstrepen en
strepen samengesteld uit onopvallende kleine
effecten. Ook voor de twisttypen, welke in
mindere mate uit contrasten een rustiger en
minder vlekkerig fond vormen, bestaat deze
toegenomen belangstelling voor strepen. Smal
le visgraten onder andere met streepwerking
zijn en vogue. De vrij sterke vraag naar rui
ten op klassieke basis, overruiten en zoge
naamde vensterruiten blijft bestaan. De kleu
ren zijn lichter dan in het voorjaar 1964 en
zijn voornamelijk licht tot middengrijs, voor
de gladde kamgarens grijs-blauw en blauw en
lichtgewichtkostuums grijs-beige en beige en
voor de gladde kamgarens grijs-beige en beige.
Voor de twisttypen fresco's en lichtgewicht
blauw: Voor de vrijetijdskostuuma treft men
voornamelijk uni- of ani-achtig en kleine
werkjes, ruiten- en fantasiedessins, ln lichte
kleuren, beige, camel en grijs.
Voor de sportcolberts geldt voor stijlopvatting
hetzelfde als voor de kostuums. Naast het
één-rij en tweepnoops sportcolbert komen veel
variaties voor, mede ln verband met de toe
name in de vrijetijdscolberts. De kenmerken
zijn: voorpanden met rechte kanten, opgestik
te zakken, stolpplooien. Een belangrijke plaats
wordt ingenomen door wollen tweeds in fres-
co-genre-450 gram en normale wol en tweed
op keperbasis met een zowel fijn als grof
uiterlijk, Voorts enige niet te kleurige done-
gals, hopsack en saxony kwaliteiten. Verder
zijn er tweeds met een lichtgewicht uiterlijk,
lichte flannel en Shetland met een sportief en
luchtig karakter voor vrijetijdscolberts.
Als algemene regel geldt een rustige dessine
ring met alleen bij fresco en donegaltypen
een iets contrastrijk fond. Voorts veel effen,
fantasie korreleffecten en zachte pied-de-
poule al of niet met overruiten. De kleuren
zijn licht tot middengrijs en zwart-wit of grijs,
verder mengingen van bruin (roest, havanna,
camel en brons), grijs met kleurmengingen,
voornamelijk naar beige en blauw-zwarte en
grijs-blauw.
De belijning van de regenjassen zal het vol
gende beeld geven: neo-classic look met
voornamelijk hoog gesloten kragen. Daarnaast
de military-look: verschillende types trench
coat in één- en twee-rij en verder de boatlook.
De hoofdkleuren zijn lichtbeige en zwart met
daartussen middenbeige, donkerblauw en
groen. Belangrijk minder bruin en nog min
der grijs.
De pantalons met ceintuur, kapnaad, zonder
zoom, slank langs de dijen en met een voet-
wijdte van 40-42 centimeter.
Dit alles volgens het NEVEC, ons overge
bracht door de heer M. Mogroby uit Amster
dam, die razendsnel met zijn vulpen notities
neerkrabbelde en langs de collectie huppelde
om ons aldus een beeld te geven van het ko
mende seizoen, nog steeds dus naar de me
ning van zijn groep, die in verschillende op
zichten dus, vooral wat kleur en lijn betreft
afwijkt van de stijlgroep Groningen. „En we
zijn al bezig met het voorjaar 1966 en 1967",
zong de heer Mogroby nog. Voorspellingen
daaromtrent deed hij nog niet, hoezeer wij
daar ook op aandrongen.
Over de herenmode van het voor
jaar en de zomer sproken we met
Corstiaan de Vries, leraar aan twee
Amsterdamse mode-academies. Hij
kwam het Américainhotel binnen,
keek even om zich heen en steven
de toen op ons af. Hij was gekleed
in een vrij opvallend kostuum. Gro
te ruiten, twee-rij-vierknoops. Zijn
mening over de komende herenmode
ze» hij snel en puntig en van tijd
tot tijd zoekend in paperassen uit
een. „Wacht even", zegt hij dan.
„Even iemand bellen, die vandaag
is teruggekomen uit Parijs. Misschien
wee» hij nog het allerlaatste
nieuws". De stijlgroep Groningen
vindt hij „doodvervelend". „Dat is
geen internationale mode", roept
hij uit. „Nee, hoor. Daar heb ik wel
andere ideeën over".
„Er zijn niet veel nieuwe snufjes bij
de herenmode", vindt hij. „Het mo
debeeld ontstaat op straat en da»
gaat natuurlijk geleidelijk. Toch is
er wel genoeg van te vertellen".
„Het wordt Engels", zegt hij. „Die
kant gaaf het tenminste al meer op.
Ruiten en vesten. Esterelle heeft een
leuk gebruik gemaakt van een vest
in dezelfde kleur als de pantalon.
Daar moet het naar toe. De panta
lon komt hoog te zitten met daar
over heen het vest in dezelfde kleur,
recht afgesneden. Daardoor krijg
je het effect van een soort kruippak-
je. Bijzonder leuk staat dat met een
donkerblauw jasje". Cardin, de
man, die vorig jaar zoveel opzien
baarde met zijn Cardinlijn komt dit
jaar niet zo opzienbarend naar vo
ren. „De pantalon valt bij hem van
onder iets uiteen", zeg» Corstiaan.
„De kostuums zijn over het alge
meen wat donker en een bijzonder
heid is de lange split in de rug.
Bij de sportieve pakken zie je twee
lange zijsplitten". De kostuums
moeten volgens Corstiaan de Vries
zes- of acht-knopen zijn. „Veel
tweed en veel ruiten", zegt hij. Hij
is dus tegenstander van de één-rij
kostuums." „Er wordt wel beweerd,
dat dat modieus zou zijn", zegt hij,
„maar dat is niet meer zo". Iets ge
failleerd, wat vrouwelijk en krulle
rig: dat is voor hem de toekomst.
Een nieuwtje is volgens hem ook
de pantalon met een gestikte vouw
in plaats van een geperste vouw.
De overhemden krijgen boorden met
veel langere punten en overwegend
pasteltinten. Bij de regenjassen zal
volgens Corstiaan de Vries vooral
de military-look gaan overheersen.
Hij gaat niet in op details, maar zet
enkele hoofdlijnen uiteen, hoofdlij
nen, die hij heeft leren kennen door
zijn veelvuldig contact met vele mo
de deskundigen. Dat zijn mening
sterk afwijkt van andere, mag als
waarschuwing dienen. Het is voor
onze lezers, dat die waarschuwing
dient. Waarschijnlijk zal het gene-
ratieverschil hierin wel een belang
rijke rol spelen.
(Advertentie)
coupe en dessin 1965
zojuist ontvangen
HERENMODEHUIS
WINKELGALERIJ - MIDDELBURG