Jemenieten hebben zich nooit aan een vijand onderworpen Willem A. Maijer GALOP IS VOOR KENNERS RITMEESTER Strijd om het koninkrijk Scheba (slot) DE BOEKESPLM GRIEP DE MEESTER DER POOLSE VERTAALKUNST WOENSDAG 17 FEBRUARI 1965 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 7 (Door Gerald de Gaury) Ma het avondmaal en het avondgebed verzamelde de premier van Jemen, Al Hassan ben Jahia, zijn secretarissen weer om zich heen, luisterde hij naar de berichten van reizigers en boodschappers, verhoorde hij gevangenen en sprak hij recht. Tot na middernacht zat hij op een lage bank, zijn rust bed in een hoek van de kleine ruimte, verlicht door een sis sende petroleumlamp die scherp licht en scherpe schaduwen wierp over de tulbanden der aanwezigen. Als een bepaalde zaak slechts In aan wezigheid van veel mensen kon wor den behandeld, hoopten zich bij de in gang van de grot de sandalen op. Daar stond ook de hofmaarschalk, een lange man met een grote zwart bruine tulband, een dolk en een in drukwekkende patroongordel. Voor hem knielden of hurkten de verdach ten en gesticuleerden, enigszins voor overgebogen, de getuigen of verdedi gers. Soms werd een slanke hand naar Al Hassan uitgestoken om een welsprekend betoog kracht bij te zet ten. Het leek allemaal wel een tot le ven gekomen ets van Rembrandt. De gevangenen waren die avond drie mannen, aangetroffen toen zij zich na het gevecht in Gharir hadden ver stopt. Deze actie was iets nieuws in de oorlog geweest, een soort comman do-raid van de Egyptenaren, die één miljoen gulden hadden uitgeloofd om de premier levend in handen te krij gen en honderdduizend gulden als hij zou worden gedood. Het commando telde zeventig man. Zij waren Gharir in het holst van de nacht binnengedrongen en hadden vervolgens overvallen gedaan op on bewaakte grotten, waar zij alleen bedden, papieren en een geldkoffer met een schamele inhoud hadden aan getroffen. De Jemenieten dachten eerst dat een sterke macht Egyptena ren in actie was, doch z(j aarzelden niet tot de tegenaanval over te gaan. Intussen ging een wapen- en munitie opslagplaats met een daverende klap de lucht in. Snel zochten de comman dotroepen een goed heenkomen. Een paar hunner werden gedood, achttien gevangen genomen. Al Hassen merk te op. dat de overvallers 'n lesje had den gekregen, „maar wij ook". De mannen die voor hem werden ge leid, hadden een mooie uitvlucht. Zij zeiden, onder bedreiging aan de aan val te hebben deelgenomen en zich dan ook te hebben verstopt om niet met hun makkers mee terug te gaan. Zfl noemden de namen van mensen die zich wel borg zouden willen stel- DEMOCRATIE EN TRADITIE Met deze derde en laatste re portage besluit de Britse kolo nel Gerald dc Gaury, kenner by uitstek van Arable,"zyn indruk ken uit Jemen. Twee jaar lang reeds is dit een burgeroorlog met buitenlandse interventie. Terwijl nu wapen stilstand heerst, gaan de ge dachten van de leiders uit naar de toekomstige staatsvorm, waarby een zinvolle band tot stand moet komen tussen de mocratische opvattingen en een eeuwenoude traditie. opvattingen en buitenlandse >ok wordt hij geregeld op de landse opi druk. Ook hoogte gehouden door zijn minister van buitenlandse zaken, een speciale Amerikaanse adviseur en anderen. Al Hassans antwoord liet er geen twij fel over bestaan dat hij. de prinsen en de voorlopige volksvertegenwoordi ging vastbesloten zijn. de noodzake lijke vernieuwingen uit te voeren. De prinsen en het volk spreken zich krachtig uit tegen terugkeer van eni gerlei vorm van autocratie. Gevangenen last van de oude Imam enige tijd ge vangen gezeten. Zij wilden een mo derne grondwet, opgesteld volgens republikeinse opvattingen. Zij zeiden, dat de oude Imam en zijn vader niet 't recht hadden, van de automatische opvolging door de oudste zoon een traditie te maken. Jemen was demo cratisch, lang vóór de democratie in het westen gemeengoed was, menen zij. Iman betekent ook niet ..ko ning". maar leider op religieuze grondslag. Aan een koningsschap kan een einde worden gemaakt, niet aan een imanaat, dat is eeuwig. Nasser daarentegen, zeggen de loyalisten, is een dictator. De premier vroeg zich af, hoe zijn taak zo goed mogelijk kon worden aangepakt, hoe fouten konden wor den "vermeden. ..Maar", vroeg hij ten slotte, „meent U heus dat op dit ogen blik, nu het land gedeeltelijk door een buitenlands leger is bezet, het bijeenroepen van een vrije, represen tatieve vergadering praktisch nut zou hebben?" De koningagezlnden wijzen er ook op, dat de republikeinen en Egypte naren in de twee dagen na de staats greep, méér Jemenieten zonder vorm van proces executeerden, dan op grond van de wetten van de Koran in veertien jaar van het ouderwetse en dikwijls onredelijke bewind van de oude iman. „Dit is dan de zogenaam de socialistische revolutie van Nas ser". constateren zij. Ook al zijn de juiste aantallen niet te verifiëren, er bestaat geen twijfel aan de gang van zaken in het algemeen. Volgens de premier hebben de Amerikanen op een zeker ogenblik een beroep op hem gedaan, geen aanvallen op de Egyp tenaren meer te doen opdat zij zich konden terugtrekken. Wat gebeurde? De Egyptenaren gebruikten het be stand óm hun stellingen te verbete ren. Filmbeelden Hoe het resultaat van de strijd om Jemen uiteindelijk moge ziin, het is vermoedelijk de laatste oorlog waar in lichamelijke kracht en het moreel zo sterk meetellen. Misschien zal deze krachtmeting inspiratie bieden voor toekomstige films, een nieuw soort „Western", of „Eastern", om precies te zijn. Reeds doen aan de kampvuren ver halen de ronde over de jonge leiders, van wie er enige op universiteiten in het buitenland studeerden toen de ge vechten uitbraken en die terugkeer den om te kunnen meestrijden. Van een hunner wordt verteld dat hij, toen hij hoorde dat de royalisten niet vol doende geld hadden, naar Sa'ana ging en onder bescherming van de duister nis een bevriende koopman opzocht. Met diens hulp en de hulp van andere zakenmensen kreeg hij in één nacht genoeg geld bij elkaar om weer ver scheidene maanden vooruit te kun nen. Alle slimheid, ook die van de vrouwen, was nodig om onze held met zijn kostbare lading onopgemerkt de stad uit te loodsen. Een ander verhaal gaat over een stam die. in geldgebrek, voorwendde ruzie te hebben. Een paar mannen werden uitgestuurd naar de Egypte naren met de boodschap, dat men be reid was de andere stammen aan te vallen mits hulp met geld werd gebo den om eerst zoveel mogelijk mensen te kunnen omkopen. „Vergeet nic-t hoog boven onze hoofden te schieten I als jullie de Indruk willen wekken ons aan te vallen", kregen de vertrekken- den als raad mee. Het plan werkte uitstekend. Historische raak De Jemenieten achtten zich belast met een historische taak. Voorheen1 zijn Romeinse legioenen, troepen van] de kalief, Mamelukken en Otto-| maans-Turkse strijdkrachten uit) Egypte naar Zuid-Arabic gekomen. Nooit is het de aanvallers gelukt er zich blijvend te vestigen. Als het dit maal anders zou lopen, zou hel al leen een kwestie van overmacht zijn. Maar zelfs met een leger van 40.000 man of meer. uitgerust met middel zware en zware tanks, verscheidene squadrons vliegtuigen, straaljagers en Russische technici hebben de ptenaren weinig vorderingen ge maakt Zij verliezen de steun van de stam men in het zuiden, waar zij op had den gerekend en die ze betalen. Een buitenlandse bezetting smeedt een! volk hechter aaneen dan wat ook. i Een bepaalde stam die had geluisterd! naar de mooie verhalen van een repu- j blikeinse afgezant, vond het allemaal wel de moeite waard. Plotseling! kwam echter de vraag: „En wat zal straks de plaats zijn van onze iman?" Twee jaar lang vechten Jemenieten op een mager loon, met onvoldoende voedsel en gebrekkige wapens. Zou den zij daartoe bereid 'zijn als zij geen vertrouwen hadden in hun leiders? Jemen had voor de Egyptenaren de achterdeur moeten zijn naar de olie rijke landen in Arabië en de haven stad Aden. Zo zien de royalistische Jemenieten het. En omdat zij zelf in het verleden een begerig oog op Aden hebben geworpen, zijn hun de Egyp tische aspiraties des te onaangena mer. De naam van het land heeft in het Arabisch een dubbele betekenis, niet alleen een poiitiek-geografische, j maar ook een dichterlijke: Arabia Felix, gelukkig land uit het zuiden. Het beeld van dit land dat mij hel scherpst in de herinnering blijft, is j dat van een rij vrouwen en kinderen, i vluchtend uit de zon, die op een rots! scheen. Zij trokken naar de schaduw der ravijnen, die bescherming bood tegen de Russische bommenwerpers van Nasser. (slot) 'cut en uoor DE BOEKANIERS I Dick Dreux kennen we als ge- I vierd samensteller van hoorspelen die vooral door de jeugd graag wor- I den beluisterd. Maar Dreux is ook op andere terreinen werkzaam. Van zijn hand zijn bijvoorbeeld verscheidene boeken verschenen die de historie tot onderwerp hebben, doorgaans boeiende boeken waarin i de feiten zijn ondergebracht in een vlot lopend verhaal. Zijn jongste boek in dit genre zal, daaraan twijfelen we geen ogen blik, zowel door de jeugd als door| oudere lezers met plezier en inte resse worden gelezen; het behelst I namelijk een onderwerp dat de j meeste Nederlanders na aan het hart ligt: het piratendom door de eeuwen heen. Wat Dreux ons in „De boekaniers" duidelijk maakt is. dat de Neder landers die op zovele uiteenlopende terreinen een grote naam hebben verworven, in een ver verleden ook in minder fraaie praktijken hun mannetje stonden. Nederlandse zee rovers waren eens zelfs berucht on der hun collega's en dat wilde in die tijd heel wat zeggen. Wat toen door onze zeevarende voorvaderen op de zeven zeeën werd gepresteerd vindt in de huidige activiteiten van onze moderne piraten op de Noord zee slechts een zeer flauwe afspie geling. „De boekaniers", een uitgave van N.V. De Arbeiderspers bevat eenen twintig authentieke geschiedenissen uit de zeeroverstijd, welke een in teressant licht werpen op een stukje van onze nautische historie. Wat de geschiedenisboekjes over het alge meen verzwijgen of met heel wei nig woorden afdoen, maakt Dick Dreux de lezer met talrijke citaten duidelijk, namelijk dat onze hoog vereerde zeehelden en watergeuzen lang niet altijd zulke edele heren waren als sommige geschiedschrij vers ons willen doen geloven. In dit boek, waarin de Hollanders ere wie ere toekomt voorop staan, worden de piraten van vreem de bloede niet vergeten. Befaamde figuren als sir Henry Morgan bij voorbeeld, komen ruimschoots aan bod in „De boekaniers" dat met zijn vele reprodukties van oude pren ten en uitstekend gedocumenteerd tekstgedeelte een serieuze indruk maakt. (Advertentie) len voor hun goede gedrag. Al Has san concludeerde: „Wij hebben geen borgen nodig. Wij zullen zelf borg voor uw toekomstige gedrai door U tot het eind van de oorlog by ons te houden". Dit soort overvallen, de hoge premies en schone beloften aan Jemenieten door de Egyptenaren, waren een nieuw verschijnsel. De pogingen zul len wel worden herhaald, ook al is het conflict door de wapenstilstand in een nieuwe fase getreden. Een van de prinsen werd enkele dagen later, toen hjj in een streek reed waar ook ik was geweest, door een sluipschutter gedood. Grondwet Al Hassan onderbrak enige malen zijn besprekingen om met mij te ko men praten. Ik informeerde bij zo'n gelegenheid eens naar de moderne grondwet die hij, naar ik had gehoord, in zijn hoofd had. „Kan ze spoedig worden verwacht Bijzonderheden over zulke denkbeelden ter vervan ging van een duizend jaar oud re gime zouden op de buitenwereld een uitstekende indruk maken". De premier was in New York bij de Verenigde Naties toen de Egyptena ren Jemen binnenvielen na de repu blikeinse staatsgreep. Hij vloog terug naar Arabië, zijn gezin achterlatend. Hij is zich terdege bewust van buiten- Advertentie) Kies bij griep ook voor uw kind het betrouwbaarste middel. Baver maakt Kin der-Aspirin. Het smaakt goed en bovendien is de verpakking beveiligd door een vernuftige sluiting. eobsedeerd door de polonistiek propageert de Nederlandse letterkundige en journalist Willem A. Maijer al sedert meeredere jaren ijverig de Poolse letterkunde in Nederland en België, door het schrijven van artikelen, recensies, maar vooral en dit is zijn voornaamste en grootste verdienste door het vertalen van boeken van Poolse auteurs in het Nederlands. Nog maar enige jaren geleden en dit wordt door literaire critici unaniem be vestigd, was de Poolse letterkunde, Sienkiewicz' „Qua Vadis" uitgezonderd, in ons land een bijna volkomen onbekend gebied. Het streven van Willem A. Maijer werd met succes bekroond: steeds meer in het Nederlands vertaalde Poolse boeken zijn in Nederland en België verkrijgbaar, worden gaarne ge kocht en hebben succes. Niet om het geld, want de honoraria voor het vertalen aldus de heer Maijer zijn „humoristisch laag", maar uit roeping en liefde voor de polonis tiek, tikt Willem A. Maijer in zijn woning in de Amazonenstraat te Amster dam, sedert jaren, dag en nacht op zijn schrijfmachine en vertaalde o.a. wer ken van Sienkiewicz, Prus, Zeromski, Reymont, Maria Dombrowska, Tadeusz Nawakowski, Jozef Mackiewicz, Gombrowicz, Hlasko, Andrzejewski, Rusinek, Krystyna Nepomucka en van de onlangs in Engeland overleden prominente Poolse schrijver Sergiusz Piasecki. Binnenkort begint hij aan de vertaling van het boek van de bevrijder van Ne derland en België, de Poolse generaal Stanislaw Maczek „Od podwody do czolga" en aan het toneelstuk van Ryszard Kiersnowski „Nacht te Alicante". Als blijk van grote waardering voor zijn zeer verdienstelijk werk ter ver spreiding en bevordering van de Pool se cultuur en letteren in Nederland en België, werd de heer Maijer verle den jaar tijdens de herdenkingsplech tigheden ter gelegenheid van het vierde lustrum van de bevrijding van Axel, door generaal Maczek onder scheiden met het Poolse Gouden Kruis van Verdienste en door de voor zitter van de Vereniging van Poolse Oud-strijders ir. J. Minkiewicz, met het gouden ere-insigne van de we reldfederatie van Poolse oud-strijders alsook met het ere-diploma van de Poolse oud-strijders in Nederland. Bovendien werd door de Bond van Poolse Schrijvers in Ballingschap aan Willem A. Maijer een literaire prijs toegekend van 200 dollar. LIEFDE VOOR POLEN Willem Adriaan Maijer werd gebo ren op 13 augustus 1895 te Rotter dam. Hij voltooide zijn studies in Bel gië. Van meetaf aan stelde hjj veel belang in de Slavische letterkunde, .1 in de Poolse. Willem A. Maijer schau gewoond, waar hij met voor aanstaande Poolse letterkundigen in contact kwam. Zijn verblijf in Polen schetste hij als „de mooiste tijd van mijn leven". „Daar maakte ik kennis met de Pool se letterkunde. Tijdens mijn verblijf in Warschau was ik een vaste gast in literaire en toneelkringen. Door mijn toedoen werd destijds onder regie van Karol Borowski, Heyermans' dra ma „Op hoop van zegen" opgevoerd; het stuk beleefde 27 voorstellingen en had veel bijval. Vervolgens heb ik, in samenwerking met de eminente polonist Czeslaw Ziemkiewicz 1943) het Vlaamse verhaal „Pallieter" van Felix Tim mermans en diens „Zeer schone uren van Symforosa, begijntjen" (uitg. Gebether Wolf, Warschau) ver taald". Zijn verblijf in Polen had zoveel in vloed op de heer Maijer. dat hij als correspondent van diverse dagbladen in Brazilië en Argentinië, uit heim wee naar Polen, een tiental korte verhalen over dit land heeft geschre ven. Deze liefde voor Polen is hem bijgebleven. In 1932 keerde Maijer naar Nederland terug; een zware ziekte was daar de oorzaak van. Toen hij enigszins genezen was, werk te hij tot het uitbreken van de oorlog bij het onderwijs. IN HET VERZET De verraderlijke overval van Hitier op Nederland dwong hem het lesge ven vaarwel te zeggen. Tijdens de bezetting verrichte Willem A. Maijer illegaal werk. Hij was contactman van de ondergrondse beweging. Bo vendien vonden in zijn woning in de Amazonestraat 42 te Amsterdam- Zuid verschillende joden een gastvrij onderdak. Zo vertoefde daar een vol le neef van de grote Duits-joodse auteur Herman Kesten. ook een volle neef van de grote Nederlandse schrij ver Herman Heyermans verbleef ge ruime tijd in de woning van de verta ler. Na de bevrijding werkte Maijer bijna zeven jaren aan het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie te Amster dam, waar hy zich als wetenschap pelijk ambtenaar verdiepte in de „Drang nach Osten"-politiek tijdens de tweede wereldoorlog. TALRIJKE VERTALINGEN „Na mijn 65e levensjaar vertelt de heer Maijer in uitstekend Pools ben ik begonnen met het vertalen van Poolse werken. Mijn Poolse vrienden hebben mij hiertoe aangespoord, maar de grootste stuwende kracht was mijn goede vriend, de eminente Poolse au teur Tadeusz Nowakowski, met wie ik nog steeds een nauw contact on derhoud. Het eerste boek in Mayers bewer king was de anthologie van Poolse prozaïsten: „Meesters der Poolse ver telkunst" in 1959 uitgegeven door T. M. Meulenhoff te Amsterdam. De Galop een Ritmeester van onmiskenbaar ras. Een sigaar, die favoriet is bij rokers van een geurige maar toch lichte kwaliteits-sigaar HET MANNEKE Na zijn televisiedebuut is het Man neke zich nu een plaats aan het ver overen in de kinderliteratuur. Waarschijnlijk komt hij hier meer tot zijn recht. In een gemengde sfeer van sprookje en werkelijkheid laat Fernand Auwera Het Manneke allerlei avon turen beleven. Hij komt terecht in het land van de Roestige Ridder. Een goochelaar heeft alle mensen de lach ontstolen. Na een hele reeks van belevenissen weet Het Manneke verschijning van dit boek wekte op de Nederlandse boekenmarkt, waar de Poolse letterkunde tot dan toe een volkomen onbekend gebied was, nog al wat sensatie. Talrijke recensies, veel belangstelling, en een uitver kochte oplaag. Dr. T. Eekman schreef naar aanleiding van dit boek in „Haagsch Dagblad" d.d. 24.4.1959: „Wat de vertaling der bijeengebrach te novellen betreft deze is zeer goed en men leest haar over het al gemeen met groot genoegen... En la ten wij blij zijn dat er tenminste één man in Nederland is die vertaalt uit de ten onrechte bij ons zo verwaar loosde en onbekende Poolse taal". Een tweede oplaag van „Meesters der Poolse vertelkunst" verscheen in 1964. In 1960 verschenen bij de N.V. Arbeiderspers tegelijk twee delen met verhalen van ^^?k Hlasko: „De achtste dag van de week" en „Wie volgt naar het paradijs". Als Pool heb ik een grote bewondering voor Willem A. Maijer, die Hlasko's zon derlinge taal zo perfect in het Neder lands heeft weergegeven. Wam de Moor schreef in „De Gelderlander" d.d. 28.6.1960: „Hlasko's taalvermogen is fabelach tig. Dat Willem A. Maijer de kracht van deze magistrale taal in het Ne derlands hehouden heeft doen blijven, tekent hem als een eminent verta ler". IN DE PUNTJES Ook de Ingewikkelde taal van Gom browicz werd dóór de vertaler tot in de puntjes in het Nederlands over gebracht in het in hetzelfde jaar ver schenen boek „Ferdydurke" (Mous- sault. Amsterdam). „Vraagt U mij wat Ferdydurke be tekent? Ferdydurke betekent niets, onderscheidt het boek alleen van an dere boeken. Het genot dat wij bele ven aan Gombrowicz' humor en iro nie wordt door de vertaling in fraai, genuanceerd en beeldend Nederlands voor de Nederlandse lezer aanzienlijk verhoogd. Het resultaat dat Willem A. Maijer vermocht te bereiken is dan ook bewonderenswaardig". Aldus drs. Max Teipe op 23.9.1962 voor de AVRO. De firma Meulenhoff bracht voorts het uitstekende werk „Het kamp Allerheiligen" van Ta deusz Nowakowski in Maijers verta ling op de markt. Afgezien van het bovenstaande pu bliceerde Willem A. Maijer enkele grotere essays over de Poolse letter kunde In het maandblad „De Vlaamse Gids" (Brussel) en een folkloristisch verhaal over Pools-Mazovië: „De blinde merel" in het Gentse literaire kwartaal blad „Pan". In 1963 verscheen Jerzy Andrzejews- ki's beroemde roman „As en Dia mant" (Uitg. de Boer, Hilversum en in maart 1964 het werk van prof. B. Mark: „Strijd en Ondergang van het getto in Warschau". Dit bron- nenwerk werd door Maijer voorzien van een uistekend voorwoord, waarin hij hulde brengt aan de Poolse joden, die in het bezette Europa de eerste opstand ontketenden. Bovendien vertaalde Willem A. Maij er voor de uitgeverij Meulenhoff en door prof. J. Presser samengestelde bundel „Antwoord aan het Kwaad", gedichten en verhalen die door ge vangenen in kerkers en kampen zijn geschreven. Daarna verscheen bij dezelfde uitge verij „De schilderkunst van de XXe eeuw" door prof. Jaffé, en een ant hologie van de Joegoslavische pro zaïsten „Meesters der Joegoslavische Vertelkunst" eveneens bijeengebracht vertaald en voorzien van een korte inleiding door Willem A. Maijer. In druk zullen dit voorjaar verschij nen: „Onderwereld" van Sergiusz Piasecki. „Het onvolmaakte huwe lijk" van Krystyna Nepomucka (West-Friesland. Hoorn) en ..De red ding" van Maria SzczeDanska (De Boer, Hilversum In een gesprek, dat ik met de heer! Maijer in diens geriefelijke woning] te Amsterdam mocht hebben, ver- klaarde hij: „Ik wil hier nogmaals stellen, dat ik als bewerker en vertaler van Pool - se literatuur, mijn uiterste best zal doen om de werken van vooraan staande Poolse auteurs een eervolle] plaats in ons land te verzekeren He: is mogelijk dat de Nederlandse lez°r niet weet dat Polen het meest gast vrije land ter wereld is. Ik heb dit i acht volle jaren aan den lijve kun nen ervaren. Mede daarom acht ik I het mijn plicht blijk te geven van mijn dankbaarheid voor de aldaar j ondervonden gastvrijheid Ik hoon dat mijn pogineen om de in ons lnnd zeer ten onrechte verwaarloosde Pool- se literatuur de plaats te helnen be- j zorgen waar zii recht on heeft, daar-] van een blijk mag zijn". Wat het streven van Willem A. Maij er aangaat: hij ontkent het gezegde; „Traduire est trahir", want de Ne derlandse versie die hij de Poolse schrijvers in het Nederlands gepft is zeer getrouw en staat op een hoog peiL Zjjn werk ter verspreiding en bevordering van de Poolse lectuur en letteren in Nederland en in het Vlaamse gedeelte van België verdient dan ook de hoogste erkenning. Voor volwassenen met leeservaring en be langstelling voor literatuur, zal de kennismaking met de Poolse litera tuur. (die na de Russische toch wel de belangrijkste is van alle Oost- Europese landen)) bijzonder interes sant zijn. Ik ben er van overtuigt, dat iedere literatuurliefhebber dank baar zal zijn voor deze kennismaking ener de uitstekende vertalingen van Willem A. Maijer eens te meer om zal prijzen. de toverban te doorbreken. Hij trekt zulke grappige gezichten, dat de een na de ander in de lach schiet. In „Het Manneke en de Roestige Ridder" zijn de illustraties verzorgd door R. van den Eynden. Dit boek voor kinderen van 5 tot 3 jaar is verschenen bij De Arbeiders pers. JEUGDBOEKEN TANJA EN SERGE UIT RUSLAND Kinderen uit alle landen is een serie boeken, die een beeld geeft van het leven van kinderen in verschillende landen van de wereld. Nadat verscheidene landen aan de orde zijn geweest zoals: India, Bir ma, Mexico, Zuid-Afrika etc., schreef Joan Charnock nu over twee kinderen in Rusland: „Tanja en Serge uit Rusland". Tanje en Serge, een jongetje en een meisje, die :n Moskou wonen, maar in de zomervakantie naar een bui tenhuisje gaan. Moeder wordt ech ter ziek en de kinderen gaan bij een oom logeren in Kiev. Oom is directeur van een collectieve boer derij. Het kost hun nogal wat moei te om door de Oekraïnische jeugd geaccepteerd te worden. Maar als het blijkt dat ze niet klikken en zelfs het paardrijden onder de knie hebben weten te krijgen, worden ze in de gemeenschap opgenomen. Terug in Moskou gekomen, blijkt dat moeder nog niet volledig is her steld. Een wintervakanlie aan de Zwarte Zee met het hele gezin is de oplossing. Een boekje dat door de kinderen van 8-10 met plezier zal worden gelezen. (Uitgeverij C. P. J. v. d. Peel, Amsterdam). Opgedragen aan Hare Majesteit Ko ningin Juliana der Nederlanden is Pieternel, een sprookje uit Italië, geschreven door de Italiaanse Elena S. Tessadri. Het is een vlinderlicht verhaal over Pieternel uit het ge slacht der Narcissen, geboren op Texel vele, vele jaren geleden. De schrijfster werd tot dit verhaal ge ïnspireerd door het kleine meisje voor de groep schutters op het be roemde schilderij van Rembrandt, De Nachtwacht. Dit schone sprookje werd uitgegeven door Duwaer en Zonen te Amsterdam. Ten slotte dan nog Snowy het Kerst veulen van Suzanne Reynolds, uit het Engels vertaald door Joop Ter mos. Het is een boekje, dat geschre ven werd door een tienjarig meis je, kort voor haar dood. Ze stierf aan kanker. De ouders van Suzanne stelden het boekje ter beschikking van het Imperial Cancer Research Fund in Londen en voorzover het de Nederlandse vertaling betreft ook aan het Koningin Wilhelmïna- fonds voor de kankerbestrijding. De gedachte hierachter was, dat kinde ken van Suzannes leeftijd het ver haal zouden lezen en dat de baten van het boek ter beschikking zou den komen van instellingen, die zich bezig houden met de strijd tegen kanker. Het boekje is een uit gave van Van Goor Zonen in Den Haag. De typografische vormgeving is buitengewoon goed Het verhaal is aandoenlijk, pretentieloos, maar kinderlijk lieflijk.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1965 | | pagina 7