Jemenieten hebben zich nooit
aan een vijand onderworpen
Willem A. Maijer
GALOP
IS VOOR
KENNERS
RITMEESTER
Strijd om het koninkrijk Scheba (slot)
DE BOEKESPLM
GRIEP
DE MEESTER DER POOLSE VERTAALKUNST
WOENSDAG 17 FEBRUARI 1965
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
(Door Gerald de Gaury)
Ma het avondmaal en het
avondgebed verzamelde de
premier van Jemen, Al Hassan
ben Jahia, zijn secretarissen
weer om zich heen, luisterde hij
naar de berichten van reizigers
en boodschappers, verhoorde
hij gevangenen en sprak hij
recht. Tot na middernacht zat
hij op een lage bank, zijn rust
bed in een hoek van de kleine
ruimte, verlicht door een sis
sende petroleumlamp die scherp
licht en scherpe schaduwen
wierp over de tulbanden der
aanwezigen.
Als een bepaalde zaak slechts In aan
wezigheid van veel mensen kon wor
den behandeld, hoopten zich bij de in
gang van de grot de sandalen op.
Daar stond ook de hofmaarschalk,
een lange man met een grote zwart
bruine tulband, een dolk en een in
drukwekkende patroongordel. Voor
hem knielden of hurkten de verdach
ten en gesticuleerden, enigszins voor
overgebogen, de getuigen of verdedi
gers. Soms werd een slanke hand
naar Al Hassan uitgestoken om een
welsprekend betoog kracht bij te zet
ten. Het leek allemaal wel een tot le
ven gekomen ets van Rembrandt.
De gevangenen waren die avond drie
mannen, aangetroffen toen zij zich
na het gevecht in Gharir hadden ver
stopt. Deze actie was iets nieuws in
de oorlog geweest, een soort comman
do-raid van de Egyptenaren, die één
miljoen gulden hadden uitgeloofd om
de premier levend in handen te krij
gen en honderdduizend gulden als hij
zou worden gedood.
Het commando telde zeventig man.
Zij waren Gharir in het holst van de
nacht binnengedrongen en hadden
vervolgens overvallen gedaan op on
bewaakte grotten, waar zij alleen
bedden, papieren en een geldkoffer
met een schamele inhoud hadden aan
getroffen. De Jemenieten dachten
eerst dat een sterke macht Egyptena
ren in actie was, doch z(j aarzelden
niet tot de tegenaanval over te gaan.
Intussen ging een wapen- en munitie
opslagplaats met een daverende klap
de lucht in. Snel zochten de comman
dotroepen een goed heenkomen. Een
paar hunner werden gedood, achttien
gevangen genomen. Al Hassen merk
te op. dat de overvallers 'n lesje had
den gekregen, „maar wij ook".
De mannen die voor hem werden ge
leid, hadden een mooie uitvlucht. Zij
zeiden, onder bedreiging aan de aan
val te hebben deelgenomen en zich
dan ook te hebben verstopt om niet
met hun makkers mee terug te gaan.
Zfl noemden de namen van mensen
die zich wel borg zouden willen stel-
DEMOCRATIE
EN
TRADITIE
Met deze derde en laatste re
portage besluit de Britse kolo
nel Gerald dc Gaury, kenner by
uitstek van Arable,"zyn indruk
ken uit Jemen.
Twee jaar lang reeds is dit een
burgeroorlog met buitenlandse
interventie. Terwijl nu wapen
stilstand heerst, gaan de ge
dachten van de leiders uit naar
de toekomstige staatsvorm,
waarby een zinvolle band tot
stand moet komen tussen de
mocratische opvattingen en
een eeuwenoude traditie.
opvattingen en buitenlandse
>ok wordt hij geregeld op de
landse opi
druk. Ook
hoogte gehouden door zijn minister
van buitenlandse zaken, een speciale
Amerikaanse adviseur en anderen. Al
Hassans antwoord liet er geen twij
fel over bestaan dat hij. de prinsen en
de voorlopige volksvertegenwoordi
ging vastbesloten zijn. de noodzake
lijke vernieuwingen uit te voeren. De
prinsen en het volk spreken zich
krachtig uit tegen terugkeer van eni
gerlei vorm van autocratie.
Gevangenen
last van de oude Imam enige tijd ge
vangen gezeten. Zij wilden een mo
derne grondwet, opgesteld volgens
republikeinse opvattingen. Zij zeiden,
dat de oude Imam en zijn vader niet
't recht hadden, van de automatische
opvolging door de oudste zoon een
traditie te maken. Jemen was demo
cratisch, lang vóór de democratie in
het westen gemeengoed was, menen
zij. Iman betekent ook niet ..ko
ning". maar leider op religieuze
grondslag. Aan een koningsschap kan
een einde worden gemaakt, niet aan
een imanaat, dat is eeuwig. Nasser
daarentegen, zeggen de loyalisten, is
een dictator.
De premier vroeg zich af, hoe zijn
taak zo goed mogelijk kon worden
aangepakt, hoe fouten konden wor
den "vermeden. ..Maar", vroeg hij ten
slotte, „meent U heus dat op dit ogen
blik, nu het land gedeeltelijk door
een buitenlands leger is bezet, het
bijeenroepen van een vrije, represen
tatieve vergadering praktisch nut zou
hebben?"
De koningagezlnden wijzen er ook
op, dat de republikeinen en Egypte
naren in de twee dagen na de staats
greep, méér Jemenieten zonder vorm
van proces executeerden, dan op
grond van de wetten van de Koran in
veertien jaar van het ouderwetse en
dikwijls onredelijke bewind van de
oude iman. „Dit is dan de zogenaam
de socialistische revolutie van Nas
ser". constateren zij. Ook al zijn de
juiste aantallen niet te verifiëren, er
bestaat geen twijfel aan de gang van
zaken in het algemeen. Volgens de
premier hebben de Amerikanen op
een zeker ogenblik een beroep op hem
gedaan, geen aanvallen op de Egyp
tenaren meer te doen opdat zij zich
konden terugtrekken. Wat gebeurde?
De Egyptenaren gebruikten het be
stand óm hun stellingen te verbete
ren.
Filmbeelden
Hoe het resultaat van de strijd om
Jemen uiteindelijk moge ziin, het is
vermoedelijk de laatste oorlog waar
in lichamelijke kracht en het moreel
zo sterk meetellen. Misschien zal deze
krachtmeting inspiratie bieden voor
toekomstige films, een nieuw soort
„Western", of „Eastern", om precies
te zijn.
Reeds doen aan de kampvuren ver
halen de ronde over de jonge leiders,
van wie er enige op universiteiten in
het buitenland studeerden toen de ge
vechten uitbraken en die terugkeer
den om te kunnen meestrijden. Van
een hunner wordt verteld dat hij, toen
hij hoorde dat de royalisten niet vol
doende geld hadden, naar Sa'ana ging
en onder bescherming van de duister
nis een bevriende koopman opzocht.
Met diens hulp en de hulp van andere
zakenmensen kreeg hij in één nacht
genoeg geld bij elkaar om weer ver
scheidene maanden vooruit te kun
nen. Alle slimheid, ook die van de
vrouwen, was nodig om onze held met
zijn kostbare lading onopgemerkt de
stad uit te loodsen.
Een ander verhaal gaat over een
stam die. in geldgebrek, voorwendde
ruzie te hebben. Een paar mannen
werden uitgestuurd naar de Egypte
naren met de boodschap, dat men be
reid was de andere stammen aan te
vallen mits hulp met geld werd gebo
den om eerst zoveel mogelijk mensen
te kunnen omkopen. „Vergeet nic-t
hoog boven onze hoofden te schieten I
als jullie de Indruk willen wekken ons
aan te vallen", kregen de vertrekken-
den als raad mee. Het plan werkte
uitstekend.
Historische raak
De Jemenieten achtten zich belast
met een historische taak. Voorheen1
zijn Romeinse legioenen, troepen van]
de kalief, Mamelukken en Otto-|
maans-Turkse strijdkrachten uit)
Egypte naar Zuid-Arabic gekomen.
Nooit is het de aanvallers gelukt er
zich blijvend te vestigen. Als het dit
maal anders zou lopen, zou hel al
leen een kwestie van overmacht zijn.
Maar zelfs met een leger van 40.000
man of meer. uitgerust met middel
zware en zware tanks, verscheidene
squadrons vliegtuigen, straaljagers
en Russische technici hebben de
ptenaren weinig vorderingen ge
maakt
Zij verliezen de steun van de stam
men in het zuiden, waar zij op had
den gerekend en die ze betalen. Een
buitenlandse bezetting smeedt een!
volk hechter aaneen dan wat ook. i
Een bepaalde stam die had geluisterd!
naar de mooie verhalen van een repu- j
blikeinse afgezant, vond het allemaal
wel de moeite waard. Plotseling!
kwam echter de vraag: „En wat zal
straks de plaats zijn van onze
iman?"
Twee jaar lang vechten Jemenieten
op een mager loon, met onvoldoende
voedsel en gebrekkige wapens. Zou
den zij daartoe bereid 'zijn als zij geen
vertrouwen hadden in hun leiders?
Jemen had voor de Egyptenaren de
achterdeur moeten zijn naar de olie
rijke landen in Arabië en de haven
stad Aden. Zo zien de royalistische
Jemenieten het. En omdat zij zelf in
het verleden een begerig oog op Aden
hebben geworpen, zijn hun de Egyp
tische aspiraties des te onaangena
mer.
De naam van het land heeft in het
Arabisch een dubbele betekenis, niet
alleen een poiitiek-geografische, j
maar ook een dichterlijke: Arabia
Felix, gelukkig land uit het zuiden.
Het beeld van dit land dat mij hel
scherpst in de herinnering blijft, is j
dat van een rij vrouwen en kinderen, i
vluchtend uit de zon, die op een rots!
scheen. Zij trokken naar de schaduw
der ravijnen, die bescherming bood
tegen de Russische bommenwerpers
van Nasser.
(slot)
'cut en uoor
DE BOEKANIERS
I Dick Dreux kennen we als ge-
I vierd samensteller van hoorspelen
die vooral door de jeugd graag wor-
I den beluisterd. Maar Dreux is ook
op andere terreinen werkzaam.
Van zijn hand zijn bijvoorbeeld
verscheidene boeken verschenen die
de historie tot onderwerp hebben,
doorgaans boeiende boeken waarin i
de feiten zijn ondergebracht in een
vlot lopend verhaal.
Zijn jongste boek in dit genre zal,
daaraan twijfelen we geen ogen
blik, zowel door de jeugd als door|
oudere lezers met plezier en inte
resse worden gelezen; het behelst I
namelijk een onderwerp dat de j
meeste Nederlanders na aan het
hart ligt: het piratendom door de
eeuwen heen.
Wat Dreux ons in „De boekaniers"
duidelijk maakt is. dat de Neder
landers die op zovele uiteenlopende
terreinen een grote naam hebben
verworven, in een ver verleden ook
in minder fraaie praktijken hun
mannetje stonden. Nederlandse zee
rovers waren eens zelfs berucht on
der hun collega's en dat wilde in
die tijd heel wat zeggen. Wat toen
door onze zeevarende voorvaderen
op de zeven zeeën werd gepresteerd
vindt in de huidige activiteiten van
onze moderne piraten op de Noord
zee slechts een zeer flauwe afspie
geling.
„De boekaniers", een uitgave van
N.V. De Arbeiderspers bevat eenen
twintig authentieke geschiedenissen
uit de zeeroverstijd, welke een in
teressant licht werpen op een stukje
van onze nautische historie. Wat de
geschiedenisboekjes over het alge
meen verzwijgen of met heel wei
nig woorden afdoen, maakt Dick
Dreux de lezer met talrijke citaten
duidelijk, namelijk dat onze hoog
vereerde zeehelden en watergeuzen
lang niet altijd zulke edele heren
waren als sommige geschiedschrij
vers ons willen doen geloven.
In dit boek, waarin de Hollanders
ere wie ere toekomt voorop
staan, worden de piraten van vreem
de bloede niet vergeten. Befaamde
figuren als sir Henry Morgan bij
voorbeeld, komen ruimschoots aan
bod in „De boekaniers" dat met zijn
vele reprodukties van oude pren
ten en uitstekend gedocumenteerd
tekstgedeelte een serieuze indruk
maakt.
(Advertentie)
len voor hun goede gedrag. Al Has
san concludeerde: „Wij hebben geen
borgen nodig. Wij zullen zelf borg
voor uw toekomstige gedrai
door U tot het eind van de oorlog by
ons te houden".
Dit soort overvallen, de hoge premies
en schone beloften aan Jemenieten
door de Egyptenaren, waren een
nieuw verschijnsel. De pogingen zul
len wel worden herhaald, ook al is het
conflict door de wapenstilstand in een
nieuwe fase getreden. Een van de
prinsen werd enkele dagen later, toen
hjj in een streek reed waar ook ik
was geweest, door een sluipschutter
gedood.
Grondwet
Al Hassan onderbrak enige malen
zijn besprekingen om met mij te ko
men praten. Ik informeerde bij zo'n
gelegenheid eens naar de moderne
grondwet die hij, naar ik had gehoord,
in zijn hoofd had. „Kan ze spoedig
worden verwacht Bijzonderheden
over zulke denkbeelden ter vervan
ging van een duizend jaar oud re
gime zouden op de buitenwereld een
uitstekende indruk maken".
De premier was in New York bij de
Verenigde Naties toen de Egyptena
ren Jemen binnenvielen na de repu
blikeinse staatsgreep. Hij vloog terug
naar Arabië, zijn gezin achterlatend.
Hij is zich terdege bewust van buiten-
Advertentie)
Kies bij griep ook voor uw
kind het betrouwbaarste
middel. Baver maakt Kin
der-Aspirin. Het smaakt
goed en bovendien is de
verpakking beveiligd door
een vernuftige sluiting.
eobsedeerd door de polonistiek propageert de Nederlandse letterkundige en
journalist Willem A. Maijer al sedert meeredere jaren ijverig de Poolse
letterkunde in Nederland en België, door het schrijven van artikelen, recensies,
maar vooral en dit is zijn voornaamste en grootste verdienste door het
vertalen van boeken van Poolse auteurs in het Nederlands.
Nog maar enige jaren geleden en dit wordt door literaire critici unaniem be
vestigd, was de Poolse letterkunde, Sienkiewicz' „Qua Vadis" uitgezonderd, in
ons land een bijna volkomen onbekend gebied. Het streven van Willem A.
Maijer werd met succes bekroond: steeds meer in het Nederlands vertaalde
Poolse boeken zijn in Nederland en België verkrijgbaar, worden gaarne ge
kocht en hebben succes.
Niet om het geld, want de honoraria voor het vertalen aldus de heer
Maijer zijn „humoristisch laag", maar uit roeping en liefde voor de polonis
tiek, tikt Willem A. Maijer in zijn woning in de Amazonenstraat te Amster
dam, sedert jaren, dag en nacht op zijn schrijfmachine en vertaalde o.a. wer
ken van Sienkiewicz, Prus, Zeromski, Reymont, Maria Dombrowska, Tadeusz
Nawakowski, Jozef Mackiewicz, Gombrowicz, Hlasko, Andrzejewski, Rusinek,
Krystyna Nepomucka en van de onlangs in Engeland overleden prominente
Poolse schrijver Sergiusz Piasecki.
Binnenkort begint hij aan de vertaling van het boek van de bevrijder van Ne
derland en België, de Poolse generaal Stanislaw Maczek „Od podwody do
czolga" en aan het toneelstuk van Ryszard Kiersnowski „Nacht te Alicante".
Als blijk van grote waardering voor
zijn zeer verdienstelijk werk ter ver
spreiding en bevordering van de Pool
se cultuur en letteren in Nederland
en België, werd de heer Maijer verle
den jaar tijdens de herdenkingsplech
tigheden ter gelegenheid van het
vierde lustrum van de bevrijding van
Axel, door generaal Maczek onder
scheiden met het Poolse Gouden
Kruis van Verdienste en door de voor
zitter van de Vereniging van Poolse
Oud-strijders ir. J. Minkiewicz, met
het gouden ere-insigne van de we
reldfederatie van Poolse oud-strijders
alsook met het ere-diploma van de
Poolse oud-strijders in Nederland.
Bovendien werd door de Bond van
Poolse Schrijvers in Ballingschap aan
Willem A. Maijer een literaire prijs
toegekend van 200 dollar.
LIEFDE VOOR POLEN
Willem Adriaan Maijer werd gebo
ren op 13 augustus 1895 te Rotter
dam. Hij voltooide zijn studies in Bel
gië. Van meetaf aan stelde hjj veel
belang in de Slavische letterkunde,
.1 in de Poolse. Willem A. Maijer
schau gewoond, waar hij met voor
aanstaande Poolse letterkundigen in
contact kwam. Zijn verblijf in Polen
schetste hij als „de mooiste tijd van
mijn leven".
„Daar maakte ik kennis met de Pool
se letterkunde. Tijdens mijn verblijf
in Warschau was ik een vaste gast in
literaire en toneelkringen. Door mijn
toedoen werd destijds onder regie
van Karol Borowski, Heyermans' dra
ma „Op hoop van zegen" opgevoerd;
het stuk beleefde 27 voorstellingen en
had veel bijval.
Vervolgens heb ik, in samenwerking
met de eminente polonist Czeslaw
Ziemkiewicz 1943) het Vlaamse
verhaal „Pallieter" van Felix Tim
mermans en diens „Zeer schone uren
van Symforosa, begijntjen" (uitg.
Gebether Wolf, Warschau) ver
taald".
Zijn verblijf in Polen had zoveel in
vloed op de heer Maijer. dat hij als
correspondent van diverse dagbladen
in Brazilië en Argentinië, uit heim
wee naar Polen, een tiental korte
verhalen over dit land heeft geschre
ven. Deze liefde voor Polen is hem
bijgebleven. In 1932 keerde Maijer
naar Nederland terug; een zware
ziekte was daar de oorzaak van.
Toen hij enigszins genezen was, werk
te hij tot het uitbreken van de oorlog
bij het onderwijs.
IN HET VERZET
De verraderlijke overval van Hitier
op Nederland dwong hem het lesge
ven vaarwel te zeggen. Tijdens de
bezetting verrichte Willem A. Maijer
illegaal werk. Hij was contactman
van de ondergrondse beweging. Bo
vendien vonden in zijn woning in de
Amazonestraat 42 te Amsterdam-
Zuid verschillende joden een gastvrij
onderdak. Zo vertoefde daar een vol
le neef van de grote Duits-joodse
auteur Herman Kesten. ook een volle
neef van de grote Nederlandse schrij
ver Herman Heyermans verbleef ge
ruime tijd in de woning van de verta
ler.
Na de bevrijding werkte Maijer bijna
zeven jaren aan het Rijksinstituut
voor Oorlogsdocumentatie te Amster
dam, waar hy zich als wetenschap
pelijk ambtenaar verdiepte in de
„Drang nach Osten"-politiek tijdens
de tweede wereldoorlog.
TALRIJKE VERTALINGEN
„Na mijn 65e levensjaar vertelt
de heer Maijer in uitstekend Pools
ben ik begonnen met het vertalen van
Poolse werken. Mijn Poolse vrienden
hebben mij hiertoe aangespoord, maar
de grootste stuwende kracht was mijn
goede vriend, de eminente Poolse au
teur Tadeusz Nowakowski, met wie
ik nog steeds een nauw contact on
derhoud.
Het eerste boek in Mayers bewer
king was de anthologie van Poolse
prozaïsten: „Meesters der Poolse ver
telkunst" in 1959 uitgegeven door
T. M. Meulenhoff te Amsterdam. De
Galop een Ritmeester
van onmiskenbaar ras.
Een sigaar, die favoriet is
bij rokers van een geurige
maar toch lichte
kwaliteits-sigaar
HET MANNEKE
Na zijn televisiedebuut is het Man
neke zich nu een plaats aan het ver
overen in de kinderliteratuur.
Waarschijnlijk komt hij hier meer
tot zijn recht.
In een gemengde sfeer van sprookje
en werkelijkheid laat Fernand
Auwera Het Manneke allerlei avon
turen beleven. Hij komt terecht in
het land van de Roestige Ridder.
Een goochelaar heeft alle mensen
de lach ontstolen. Na een hele reeks
van belevenissen weet Het Manneke
verschijning van dit boek wekte op
de Nederlandse boekenmarkt, waar
de Poolse letterkunde tot dan toe een
volkomen onbekend gebied was, nog
al wat sensatie. Talrijke recensies,
veel belangstelling, en een uitver
kochte oplaag. Dr. T. Eekman schreef
naar aanleiding van dit boek in
„Haagsch Dagblad" d.d. 24.4.1959:
„Wat de vertaling der bijeengebrach
te novellen betreft deze is zeer
goed en men leest haar over het al
gemeen met groot genoegen... En la
ten wij blij zijn dat er tenminste één
man in Nederland is die vertaalt uit
de ten onrechte bij ons zo verwaar
loosde en onbekende Poolse taal".
Een tweede oplaag van „Meesters der
Poolse vertelkunst" verscheen in
1964. In 1960 verschenen bij de N.V.
Arbeiderspers tegelijk twee delen met
verhalen van ^^?k Hlasko: „De
achtste dag van de week" en „Wie
volgt naar het paradijs". Als Pool
heb ik een grote bewondering voor
Willem A. Maijer, die Hlasko's zon
derlinge taal zo perfect in het Neder
lands heeft weergegeven. Wam de
Moor schreef in „De Gelderlander"
d.d. 28.6.1960:
„Hlasko's taalvermogen is fabelach
tig. Dat Willem A. Maijer de kracht
van deze magistrale taal in het Ne
derlands hehouden heeft doen blijven,
tekent hem als een eminent verta
ler".
IN DE PUNTJES
Ook de Ingewikkelde taal van Gom
browicz werd dóór de vertaler tot in
de puntjes in het Nederlands over
gebracht in het in hetzelfde jaar ver
schenen boek „Ferdydurke" (Mous-
sault. Amsterdam).
„Vraagt U mij wat Ferdydurke be
tekent? Ferdydurke betekent niets,
onderscheidt het boek alleen van an
dere boeken. Het genot dat wij bele
ven aan Gombrowicz' humor en iro
nie wordt door de vertaling in fraai,
genuanceerd en beeldend Nederlands
voor de Nederlandse lezer aanzienlijk
verhoogd. Het resultaat dat Willem
A. Maijer vermocht te bereiken is
dan ook bewonderenswaardig".
Aldus drs. Max Teipe op 23.9.1962
voor de AVRO. De firma Meulenhoff
bracht voorts het uitstekende werk
„Het kamp Allerheiligen" van Ta
deusz Nowakowski in Maijers verta
ling op de markt.
Afgezien van het bovenstaande pu
bliceerde Willem A. Maijer enkele
grotere essays over de Poolse letter
kunde In het maandblad „De Vlaamse
Gids" (Brussel) en een folkloristisch
verhaal over Pools-Mazovië: „De
blinde merel" in het Gentse literaire
kwartaal blad „Pan".
In 1963 verscheen Jerzy Andrzejews-
ki's beroemde roman „As en Dia
mant" (Uitg. de Boer, Hilversum
en in maart 1964 het werk van prof.
B. Mark: „Strijd en Ondergang van
het getto in Warschau". Dit bron-
nenwerk werd door Maijer voorzien
van een uistekend voorwoord, waarin
hij hulde brengt aan de Poolse joden,
die in het bezette Europa de eerste
opstand ontketenden.
Bovendien vertaalde Willem A. Maij
er voor de uitgeverij Meulenhoff en
door prof. J. Presser samengestelde
bundel „Antwoord aan het Kwaad",
gedichten en verhalen die door ge
vangenen in kerkers en kampen zijn
geschreven.
Daarna verscheen bij dezelfde uitge
verij „De schilderkunst van de XXe
eeuw" door prof. Jaffé, en een ant
hologie van de Joegoslavische pro
zaïsten „Meesters der Joegoslavische
Vertelkunst" eveneens bijeengebracht
vertaald en voorzien van een korte
inleiding door Willem A. Maijer.
In druk zullen dit voorjaar verschij
nen: „Onderwereld" van Sergiusz
Piasecki. „Het onvolmaakte huwe
lijk" van Krystyna Nepomucka
(West-Friesland. Hoorn) en ..De red
ding" van Maria SzczeDanska (De
Boer, Hilversum
In een gesprek, dat ik met de heer!
Maijer in diens geriefelijke woning]
te Amsterdam mocht hebben, ver-
klaarde hij:
„Ik wil hier nogmaals stellen, dat
ik als bewerker en vertaler van Pool -
se literatuur, mijn uiterste best zal
doen om de werken van vooraan
staande Poolse auteurs een eervolle]
plaats in ons land te verzekeren He:
is mogelijk dat de Nederlandse lez°r
niet weet dat Polen het meest gast
vrije land ter wereld is. Ik heb dit i
acht volle jaren aan den lijve kun
nen ervaren. Mede daarom acht ik I
het mijn plicht blijk te geven van
mijn dankbaarheid voor de aldaar j
ondervonden gastvrijheid Ik hoon
dat mijn pogineen om de in ons lnnd
zeer ten onrechte verwaarloosde Pool-
se literatuur de plaats te helnen be- j
zorgen waar zii recht on heeft, daar-]
van een blijk mag zijn".
Wat het streven van Willem A. Maij
er aangaat: hij ontkent het gezegde;
„Traduire est trahir", want de Ne
derlandse versie die hij de Poolse
schrijvers in het Nederlands gepft is
zeer getrouw en staat op een hoog
peiL Zjjn werk ter verspreiding en
bevordering van de Poolse lectuur
en letteren in Nederland en in het
Vlaamse gedeelte van België verdient
dan ook de hoogste erkenning. Voor
volwassenen met leeservaring en be
langstelling voor literatuur, zal de
kennismaking met de Poolse litera
tuur. (die na de Russische toch
wel de belangrijkste is van alle Oost-
Europese landen)) bijzonder interes
sant zijn. Ik ben er van overtuigt,
dat iedere literatuurliefhebber dank
baar zal zijn voor deze kennismaking
ener de uitstekende vertalingen van
Willem A. Maijer eens te meer om
zal prijzen.
de toverban te doorbreken. Hij
trekt zulke grappige gezichten, dat
de een na de ander in de lach
schiet. In „Het Manneke en de
Roestige Ridder" zijn de illustraties
verzorgd door R. van den Eynden.
Dit boek voor kinderen van 5 tot 3
jaar is verschenen bij De Arbeiders
pers.
JEUGDBOEKEN
TANJA EN SERGE UIT RUSLAND
Kinderen uit alle landen is een serie
boeken, die een beeld geeft van het
leven van kinderen in verschillende
landen van de wereld.
Nadat verscheidene landen aan de
orde zijn geweest zoals: India, Bir
ma, Mexico, Zuid-Afrika etc.,
schreef Joan Charnock nu over
twee kinderen in Rusland: „Tanja
en Serge uit Rusland".
Tanje en Serge, een jongetje en een
meisje, die :n Moskou wonen, maar
in de zomervakantie naar een bui
tenhuisje gaan. Moeder wordt ech
ter ziek en de kinderen gaan bij
een oom logeren in Kiev. Oom is
directeur van een collectieve boer
derij. Het kost hun nogal wat moei
te om door de Oekraïnische jeugd
geaccepteerd te worden. Maar als
het blijkt dat ze niet klikken en
zelfs het paardrijden onder de knie
hebben weten te krijgen, worden
ze in de gemeenschap opgenomen.
Terug in Moskou gekomen, blijkt
dat moeder nog niet volledig is her
steld. Een wintervakanlie aan de
Zwarte Zee met het hele gezin is
de oplossing.
Een boekje dat door de kinderen
van 8-10 met plezier zal worden
gelezen. (Uitgeverij C. P. J. v. d.
Peel, Amsterdam).
Opgedragen aan Hare Majesteit Ko
ningin Juliana der Nederlanden is
Pieternel, een sprookje uit Italië,
geschreven door de Italiaanse Elena
S. Tessadri. Het is een vlinderlicht
verhaal over Pieternel uit het ge
slacht der Narcissen, geboren op
Texel vele, vele jaren geleden. De
schrijfster werd tot dit verhaal ge
ïnspireerd door het kleine meisje
voor de groep schutters op het be
roemde schilderij van Rembrandt,
De Nachtwacht. Dit schone sprookje
werd uitgegeven door Duwaer en
Zonen te Amsterdam.
Ten slotte dan nog Snowy het Kerst
veulen van Suzanne Reynolds, uit
het Engels vertaald door Joop Ter
mos. Het is een boekje, dat geschre
ven werd door een tienjarig meis
je, kort voor haar dood. Ze stierf
aan kanker. De ouders van Suzanne
stelden het boekje ter beschikking
van het Imperial Cancer Research
Fund in Londen en voorzover het
de Nederlandse vertaling betreft
ook aan het Koningin Wilhelmïna-
fonds voor de kankerbestrijding. De
gedachte hierachter was, dat kinde
ken van Suzannes leeftijd het ver
haal zouden lezen en dat de baten
van het boek ter beschikking zou
den komen van instellingen, die
zich bezig houden met de strijd
tegen kanker. Het boekje is een uit
gave van Van Goor Zonen in Den
Haag. De typografische vormgeving
is buitengewoon goed Het verhaal
is aandoenlijk, pretentieloos, maar
kinderlijk lieflijk.