1 t/m 7
X november
1944
De man,
die Middelburg
redde
DODELIJKE
GEVECHTEN
WALCHEREN
WALCHEREN
Zaterdag 7 november 1964
zaterdagnummër
Twintig jaar is het thans geleden,
dat Zeeland na een verwoede strijd
op de Duitsers langzaam maar ze
ker werd veroverd. Na vijf jaar ge
leden het bekende boek van R. W.
Tompsom „The 85 days" te heb
ben gepubliceerd in een eigen ver
taling schenken wij opnieuw aan
dacht aan de gebeurtenissen in het
najaar van 1944 in deze provincie.
Week na week gaan wij met de
zegevierende geallieerde legers
mee. In onderstaand artikel zijn
o.m. fragmenten verwerkt uit „The
85 days".
Behalve de aanvallen van de commando's op Vlis-
singen en Westkapelle, waar al na enkele uren
sprake was van een geslaagde invasie, werd het
oorlogstoneel op het ondergelopen eiland Walche
ren in de week van 1 tot en met 7 november 1944
ook door verschillende andere gebeurtenissen be
heerst. Dat waren:
De gevechten aan de Sloedam, waar de zege
vierende opmars van de Canadezen door Zuid-
Beveland onverwacht werd gestuit. Gedurende
een dag of vier, vijf moesten de Canadezen
en Engelsen hier een dodelijke strijd uitvechten,
alvorens deze toegang tot Walcheren was ge
forceerd.
De bevrijding van Middelburg aan het eind
van de week, die een bijzonder spectaculair
karakter droeg. Alleen en uitsluitend met bluf
wisten de geallieerden Middelburg zonder slag
of stoot in te nemen en de Duitse bezetting van
meer dan 2000 man gevangen te nemen.
De laatste dodelijke gevechten in het weste
lijk en noordelijk duingebied van het eiland.
Hier hadden de Duitsers de sterkste posities.
Hier kwamen de geallieerden te staan voor een
bijkans niet te nemen netwerk van verdedigin
gen. Eerst werd het verzet op de westkust ge
broken. Dat was op drie november in de mid
dag, maar pas tegen de tiende van de maand
werd het laatste verzet in Noord-Walcheren
gesmoord.
Allereerst de gevechten op de Sloedam. Toen het
Canadese Royal Regiment eind oktober voor de
Sloedam stond ruimden ze eerst de versterkin
gen van de vijand op. die het oostelijk deel van de
hoofdweg over de Sloedam bestreken. In de mid
dag van de 31e oktober gingen de mannen van de
Black Watch tot de aanval over. Dertig, vijftig, ze
ventig meter waren ze uit de Bevelandse kant ge
vorderd, toen ze onder een moordend spervuur van
lichte en zware wapenen kwamen te liggen, waar
door ze bij wijze van spreken geen vin meer konden
verroeren. Onder de bescherming van de duisternis
probeerden de Calgary Hooglanders door fe stoten
om de mannen van de Black Watch af te lossen. Zij
voerden echter een wanhopige strijd om verder te
komen. Tegen het ochtendgloren moesten zij terug.
Een nieuw plan werd opgesteld; het Canadese Regi
ment de Maisonneuve zou proberen door te stoten,
daarbij gesteund door zwaar vuur van de eigen artil-
lerie. De tweede november bevond dit regiment zich
nog op de Sloedam en diende toen afgelost te wor
den door de Glasgow Hooglanders. In een pikdonkere
nacht werd er op uitgetrokken om contact te krij
gen met het regiment. Het was bijna onmogelijk om
een voet te zetten op de Sloedam. zonder er het le
ven' bij te verliezen. De enige kans bestond hierin om
centimeter voor centimeter langs de zijkanten voort
te kruipen.
Om half vijf werd contact gemaakt, maar toen
bleek, dat het Regiment de Maisonneuve zware ver
liezen had geleden. Er waren niet meer dan veertig
overlevenden op de rijksweg. Nauwelijks een uur
later kreeg een peloton van de Glasgow Hooglanders
opdracht deze verloren mannen nog voor net aan
breken van de dag af te lossen. Terwijl het vuur van
de vijand gestaag zijn tol eiste werd aan deze op
dracht voldaan. Diezelfde morgen 3 november
1944 bestookten Typhoons de stellingen "an de
Duitsers en zetten zich opnieuw verse troepen in
beweging om de toegang tot Walcheren te forceren.
Een kleine groep Schotten wist zich bij een afdeling
van twintig Canadezen te voegen, die hardnekkig
hun posities op de dam verdedigden. De gehele dag
werd er meedogenloos gevochten. Het was een strijd
geworden tussen verborgen verdedigers en diep weg
gedoken aanvallers. De Glasgow Hooglanders gin
gen zelfs zover, dat zij drie van hun beste schutters
er op uit stuurden om de vijand zoveel mogelijk af
breuk te doen. 's Nachts werd een bulldozer aange
voerd om de grootste kraters in de weg te dichten,
maar diens komst lokte onmiddellijk daverende sal
vo's van Duitse zjjde uit. Maar naarmate de strijd in
de andere delen van Walcheren vorderde leek het er
Dp, dat de druk van de vijand wat verminderde.
Voetje voor voetje vorderden de Glasgow Hooglan
ders, maar nog altijd niet snel genoeg om een spoedi
ge beslissing te forceren. De eerste tekenen van
zwakte van de vijand werden merkbaar, toen Arne-
muiden, vol met gewonde Duitse soldaten en burgers
tot „open stad" werd verklaard.
Inmiddels had de ..Slag om de Sloedam' 'op een an
dere plaats relief gekregen. In de nacht van de
eerste november trokken namelijk twee verkenners
het Sloe in om een route uit te stippelen, waarlangs
troepen, voorraden en voertuigen zouden kunnen wor
den overgebracht. De Schotse Cameronians nadden
tevoren uitvoerige inlichtingen gekregen van do
commandant van de ondergrondse op Zuid-Beveland,
de heer P. Kloosterman uit Nisse, oud-kapitein van
de infanterie. Dank zij diens aanwijzingen slaagden
de beide verkenners er inderdaad in een route uit
te zetten. In de nacht van 2 op 3 november werden
mannen van het zesde bataljon Cameronians en van
het vierde en vijfde van de Royal Scots Fuseliers
overgezet. Binnen 45 minuten hadden zij de weste
lijke oever bereikt Weliswaar werden de geallieerde
soldaten opgevangen door geconcentreerd Duits
vuur. maar toch wisten zij een bruggehoofd ie ves
tigen aan de Walcherse kant. In de ochtend van de
vierde oktober was het bruggehoofd al een Kilome-
;er verder uitgebreid. Laat op dezelfde dag «regen
leze soldaten contact met de Glasgow Hooglanders,
■lie inmiddels de vijand van de Sloedam hadden ver
dreven. Gezamenlijk werd opgerukt naar Middel
burg, waar men een dag na de komst van de Buf
falo's arriveerde.
De bevrijding van Middelburg op 6 november 1944,
het is een hoofdstuk apart. Dank zij een handjevol
dappere mannen, die ongevraagd hun leven op het
spel zetten, kon Middelburg tijdens een schitterende
operatie van de geallieerden, zonder slag of stoot
worden ingenomen Het enige slachtoffer onder hel
groepje mannen die Middelburg innamen, was de
compagniesergeant-majoor, die zijn stuitbeentje had
gebroken
Het verhaal van de bevrijding van Middelburg be
gint met dr. E. I. Nauta, toentertijd chirurg ver
bonden aan het Gasthuis te Middelburg, sedert
1945 als chirurg gevestigd in Haarlem. Hij zag, dat
Middelburg was volgepropt met vluchtelingen, hij
zag de stroom van gewonden naar het ziekenhuis ko
men, hij zag dat de gevaren voor het uitbreken van
besmettelijke ziekten g^-oot waren. Dank zij r re
ten met de ondergrondse wist dr. Nauta, dat de
Duitsers in Middelburg niet over anti-tankgeschut
beschikten. Hij pakte op een gegeven moment zijn
kano het was 4 november en peddelde over het
ondergelopen Walcherse land rustig als gold het een
pleziertochtje naar Zoutelande, waar hij de Engelsen
dacht. Ontvangen op het hoofdkwartier te Valkenis-
se zette de Middelburgse chirurg uiteen, dat de Duit
sers zich wellicht zouden overgeven als de Engelsen
met tanks verschenen. Met duidelijke redenen om
kleed zette hij uiteen, waarom een gevecht moest
worden vermeden. Twee dagen later voerden de En
gelsen het idee van dokier Nauta ui'. Hu. s
de heer J. Kamermans, thans boekhouder bij de P.Z.
E.M. te Middelburg. Onder commando van majoor
Johnston van het 79e Royal Scots gin Ten echt Buf
falo's met elk 120 mannen op stap. Tolk was de
Noorse luitenant Salo Grenning. die hier onlangs
nog is teruggekeerd met enkele oud-strijders om de
herdenking van Walcherens bevrijding mee te ma
ken. Via Koudekerke naderden de acht Buffalo's in
het begin van de middag van de zesde november Zee-
lands hoofdstad. Eén van de Buffalo's van het voor
ste peloton dreef vlak bij Toorenvliedt wat af. kwam
op een mijn terecht en explodeerde. Om precies vier
uur gingen ze de gracht over. De tank met de heer
Kamermans en luitenant Grenning was de ander ver
vooruit. Vol gas reden ze door de stad. biddend dat
hun Buffalo er zou uitzien als een tank en de Duit
sers genoeg zou imponeren om hen de lust tot
vechten te ontnemen. De andere Buffalo's volgden en
op dat moment kon gezegd worden, dat het ..Tro
jaanse Paard" was binnengebracht. Het was alleen
nog de vraag: hoe zullen de Duitsers reageren. Ma
joor Johnston liet onmiddellijk een tijdelijk hoofd
kwartier inrichten en zond zijn inlichtingen-officier,
kapitein Jones met luitenant Grenning naar het
Duitse hoofdkwartier aan de Dam. Inmiddels had
den zich honderden Duitse soldaten verzameld op
het plein, die in afwachting waren van de komende
gebeurtenissen. De Duitse generaal Daser protesteer
de tegen de overgave aan een subaltern officier. Het
was voor hem onmogelijk, beledigend en onwaardig.
Toen vijf officieren van de staf van Daser hun wa
pens overhandigden, ging ook de generaal door de
knieën. Hij overhandigde zijn revolver, maar bleef
niettemin bij zijn weigering om zich over te geven.
Tevergeefs zette kapitein Jones uiteen, dat het om
louter een formaliteit ging in de huidige omstandig
heden en dat er reeds een kolonel op weg was om de
officiële overgave te regelen. Daser wilde er echter
vooreerst niet aan.,,
De twee jonge officieren realiseerden zich, dat er een
gevaarlijke situatie zou kunnen ontstaan en daarom
gingen zij in gezelschap van de vijf Duitse officieren
naar hun eigen hoofdkwartier terug, da generaal al
leen achterlatend.
De majoor nam de zaak krachtig ter hand. Wat er
precies is gebeurd, heeft luitenant Grenning. nu een
eerzaam burger in Oslo. een onzer redacteuren in een
interview twee weken geleden verteld. Door majoor
Johnston een paar sterren op zijn revers te „plak
ken", werd hij gepromoveerd tot kolonel. De kolo
nel" ging naar Daser en na enig gepraat, het de
Duitse generaal zich vermurwen. Op hetzelfde ogen
blik bevond zich vrijwel het gehele Duitse garnizoen
in 3000 man op de twee voornaamste pleinen van
Een van de grote Duitse bunkers
op Walcheren
de stad, terwijl aan de oostzijde van Middelburg de
oorlogsgeluiden verontrustend waren.
Dasers eerste officier, een echte nazi, van wie men
kon aannemen, dat hij zijn makkers wel eens tot an
dere gedachten kon brengen, werd opdracht gegeven
uit zijn soldaten mannen te rekruteren om de onder
mijnde bruggen in de stad van hun explosieve ladin
gen te ontdoen. De officier zelf werd voor alle vei
ligheid tijdens het weghalen van de ladingen midden
op de bruggen geplaatst! Deze procedure werd ge
volgd, tot alle bruggen veilig waren.
Intussen had majoor Johnston een beroep gedaan op
de brigade om versterkingen te sturen. Om half drie
's nachts (7 november) kwamen de eerste aflos
singstroepen. In de middag daarop werden meer dan
tweeduizend gevangenen geteld en afgevoerd. Zo ge
makkelijk Middelburg in handen van de geallieerden
viel. zo moeilijk hadden de Engelsen en Schotten het
langs het Kanaal door Walcheren, waar een aaiual
„gekke majoors" enige stellingen tot de laatste man
en de laatste kogel verdedigden. Maar na de bevrij
ding van Middelburg was het duidelijk: het georga
niseerd verzet op Walcheren was gebroken, hoewel
incidenteel de strijd soms nog hoog oplaaide, met
name in Noord-Walcheren.
Hoe verging het de geallieerden inmiddels bij West-
kapelle? Zoals gisteren reeds opgemerkt konden
aan het slot van de eerste dag de tanks tegen het
vallen van de avond fl november) oprukken. Het
was een harde strijd, die hier moest worden gevoerd.
Op de dag van de invasie waren reeds meer dan dui
zend doden aan geallieerde zijde gevallen, maar
steeds opnieuw werden verse troepen aan land gezet
en werd materiaal aangevoerd. Het vuur van de
Duitsers was echter zo geconcentreerd, dat het
strand was bezaaid met tientallen wrakken van
tanks, bulldozers en allerlei andere voertuigen. Op
de middag van de tweede dag begon het 41 Com
mando aan een opmars naar Domburg. Men ging
voorzichtig verder: een groepje over de duinen, een
ander langs de weg. De vijand begon zich hier en
daar over te geven, al werden uit verborgen verster
kingen nog felle aanvallen op de Commando's ge
daan. In de omgeving van Domburg, waar de batte
rijen W 17 en W 18 stonden opgesteld, keerde 41
Command terug, ze lieten de bevrijding van Dom
burg over aan het Tiende (intergeallieerde) Com
mando, teneinde zelf het 47e te helpen met zijn op
mars naar het zuiden. Uit die richting vuurde de
Duitse baterij W 11, ten zuiden van Zoutelande,
ladingen dodelijk staal op het landingsterrein bij
Westkapelle. Het 47 Commando werd in een bloedi
ge strijd gewikkeld, toen het de verovering inzette
van batterij W 11. Pas in de vroege morgen van
3 november kon de batterij worden veroverd. Die
zelfde middag werd het laatste verzet op de Wal
cherse westkust gebroken.
Daarmee was de zaak nog lang niet geklaard. De
strijd om hel eiland zou nog vijf dagen van hevige
gevechten vragen. De Duitsers wisten, dat zij het
onderspit hadden gedolven, zij wisten, dat er geen
hoop meer was om uit de val te ontsnappen. Velen
gaven zich zonder verweer over, maar tientallen
andere, aangevoerd door „gekke majoors", vochten
met hun laatste energie. De intergeallieerde Com
mando. aangevuld met enkele Engelse en Schotse
officieren, en het 4.1 Comando moesten een afschu
welijke strijd leveren om batterij W 18 in de duinen
tussen Domburg en Oostkapelle Deze Duitse ver
sterking maakte deel uit van de verdedigingsgordel
„Zwarte Hut". Na enkele dagen strijd werd de 300
man tellende bezetting van W 18 gevangen genomen.
Maar nog altijd bleef „De Zwarte Hut" over. Deze
«waar versterkte bunker in de bossen, die een
schootsveld had dat de toegang tot de duinen be
streek. werd verdedigd door een aantal mannen,
bereid tot de dood te vechten. Het ging hier om de
laatste versterking in het noordoosten. Op 7 no
vember doken Typhoons er op los, terwijl de com
mando's gesteund door tanks, zich gereed maakten
om aan te vallen. Na een urenlange strijd gaven zich
150 Duitsers over. De eigenlijke strijd was gestre
den. Op de achtste november werd Fort de Haak
genomen, zonder dat er verzet werd geboden. Wal
keren was bevrijd.
De man, die twintig jaar geleden Middelburg
redde.... In een statig herenhuis aan een rustige
laan in Haarlem zitten wij tegenover hem: dr.
E. L. Nauta, van 1940 tot 1945 als chirurg ver
bonden aan het gasthuis te Middelburg. Dokter
Nauta, thans 59 jaar oud, maakte twintig jaar
geleden geschiedenis door in de morgen van 4
november 1944 geheel alleen in een wankele
kano vanuit het door de Duitsers bezette Mid
delburg naar het reeds bevrijde Zoutelande
te varen. Hij had een duidelijk doel voor ogen:
de Engelsen op de hoogte te brengen van de
situatie te Middelburg en er bij hen op aan te
dringen de stad met amfibievaartuigen gelij
kend op tanks binnen te dringen. Het was
de rotsvaste overtuiging van dr. Nauta, dat de
Duitsers, die niet de beschikking hadden over
anti-tankgeschut, bij het zien van de Buffalo's
de moed zouden verliezen en zich zouden over
geven.
Dank zij een initiatief van dr. E. L. Nauta, oud
chirurg te Middelburg, voerden de geallieerden
twintig jaar geleden een fantastische operatie
uit, waardoor Middelburg ongeschonden en
zonder dat er één schot viel, in hun handen
viel. In het boek „The 85 days" van R. W.
Thompson over de „Slag om de Scheldemon-
ding" wordt de naam van dokter Nauta ge
noemd. Daaruit blijkt, dat het de Middelburgse
chirurg was, die de Engelsen op het grandioze
idee bracht. Deze week hadden wij in Haarlem,
waar dr. Nauta thans als chirurg is gevestigd,
een gesprek over die bewogen dagen rond de
bevrijding van Middelburg.
jnerlijk, ik was wanhopig als ik er aan dacht,
„13 dat Middelburg kapot geschoten en gebom
bardeerd zou worden", zegt dr. Nauta. terwijl hij
zijn gedachten twintig jaar laat terug gaan. Zon
der opsmuk, zonder enige overdrijving vertelt hij
daarna hoe hij' die laatste oorlogsdagen beleefde,
hoe hij met spanning uitkeek naar het moment!
dat de Duitser uit Middelburg zouden zijn ver
dwenen. „In de week voor de bevrijding werden
we met projectielen beschoten. Ik vond die be
schieting zinloos. Vaak kreeg ik gewonden te be
handelen, die soms vrij ernstige wonden hadden
opgelopen als gevolg van rondvliegende scherven.
Ik kreeg zo het gevoel, dat we in een val zaten.
Er moest wat gedaan worden. Maar wat? Nu
wilde het geval, dat ik in de voorafgaande we
ken herhaaldelijk per kano langs de verschillende
dorpen was gevaren. Iets bijzonders was dat niet,
want ik heb altijd veel aan roeien en kanoën ge
daan. Ik wist dus goed de weg over het ver
dronken land van Walcheren. De mijnen „nam"
ik door er gewoon overheen te varen en de tus
sen palen gespannen draden, waaraan mijnen
waren bevestigd, kon ik vermijden door er on
derdoor te varen. Veel risico zat er dus niet aan,
hoewel anderen deze mening niet altijd deelden!
Ik vatte daarom het plan op naar de kust te
peddelen en de Engelsen daar te vertellen, dat
de Duitsers in Middelburg geen anti-tankgeschut
hadden. Ik wist, dat de Engelsen ergens in de
buurt van Zoutelande zaten. Dat had ik gezien
vanaf de stadhuistoren. Van daaruit kon ik het
gehele eiland Walcheren overzien: het hranden-
de „Britannia" in de morgen van 3 november, de
gevechten bij het Sloe, gemarkeerd door rook
wolken, de duikende Typhoons, de barre gevech
ten bij Westkapelle. Het was alsof ik een geschie
denisboek doorbladerde met alleen maar oorlogs
plaatjes". Dr. Nauta pauzeert even en steekt een
sigaret op. „U wilt natuurlijk van die kanotocht
weten", vervolgt hij glimlachend.
„Welnu, in de nacht van vrijdag op zaterdag. 3
op 4 november, legde ik mijn kano in de tuin van
dokter Brongers gereed om in de schemer van
het eerste morgenuur te vertrekken vanaf het
bolwerk. Een schildwacht kon ik niet ontdekken
Om half zes schoof ik in het water. Het ging
vrij voorspoedig, hoewel ik eenmaal danig ver
ward kwam te zitten in een pereboom. In St.
Laurens stak ik ergens de weg over en kwam
op de wijde watervlakte. Ik herinner me nog dat
ik het hoogste lied had. Ik zong uit volle borst.
Toen ik op een gegeven moment een boerderij
passeerde, stak er plotseling een hoofd buiten
een bovenraam. Dat hoofd riep: „Hé, wat doe
jij daar"?
„Naar de geallieerden op weg", riep ik terug.
„Kun je dan misschien een paar broden voor me
meebrengen, we hebben hier niets meer te eten"?
was de vraag van de man. Ik beloofde mijn best
te doen.
Na ongeveer drie uur kwam ik in een stralen
de zon in Zoutelande aan. Hoog op het duin
wapperde de Nederlandse driekleur. Man. dat
was een onvergetelijk gezicht. In Zoutelande
zocht lk de huisarts, dokter Vaandrager op, die
me vertelde, dat de commandopost van de En
gelsen in de buurt van Valkenisse was. Daar
ging ik heen, maakte me bekend en deed mtJn
verhaal. De bevelvoerend officier ging aan het
telefoontoestel zitten en bracht mijn idee over. De
officier vertelde me, dat het aan de Zuld-Beve-
landse troepen was opgedragen Middelburg te be
vrijden. Of ik succes had gehad wist ik niet.
Met een paar sigaretten op zak aanvaardde ik de
terugtocht, na eerst een paar broden te hebben
ingeslagen. Die bracht ik bij de mensen in de
boerderij, die ik op de heenreis was gepasseerd.
Ze zaten op een zolderkamertje. Langs de achter
deur voer ik binnen, kreeg een kop melk „de
koeien stonden op lange tafels, die boven water
uitstaken" en via de voordeur vertrok lk weer.
Moet je nagaan, alles per kano. Terugkomend in
Middelburg stond bij het bolwerk een schildwacht,
die ik echter, mede dank zfj de komst van dokter
Brongers, volledig wist te overbluffen.
De soldaat haalde zelfs mijn kano op het droge.
De volgende dag gebeurde er niets. Opnieuw wer
den we beschoten Maandagmorgen, de zesde no
vember, kreeg ik bezoek vao de ondergrondse.
Hun verzoek was of ik het hoofd van de onder
grondse, de heer Maljers, uit de stad wilde bren
gen. Men wilde de Engelsen de verdedigingsplan
nen van de stad overbrengen. Per radio ging dat
niet, want die werd gestoord. Er zat niets anders
op dan op klaarlichte dag te vertrekken. Het leek
me het beste meteen maar het meest bewaakte
punt te nemen. Het was alleen zaak een goede
smoes te verzinnen. We vertrokken vanaf de
Noordbrug onder het oog van een Duitse schild
wacht, die graag zijn medewerking verleende toen
hij hoorde, dat ik als dokter een kraamvrouw op
een eenzame boerderij moest gaan helpen en dat
haar man, die al een geruime tijd in Middelburg
was, begrijpelijk naar zijn vrouw terugwilde. De
portier van het ziekenhuis en een paar zusters
hielpen ons, zodat het „echt" leek. Op het laatste
moment kwam er nog een Duitse officier aan
rennen. maar we waren er al vandoor. Rustig
peddelend om vooral geen argwaan te wekken.
Maar pas achter de Olmenweide ontspanden we
ons een beetje. In Serooskerke leverde ik Maljers
af bij ds. Van de Kluis, waarna ik de terugreis
aanvaardde. Het was geen plezierige tocht. Eerst
kwam ik enkele vluchtende Duitse officieren te
gen, die dreigend een mitrailleurloop op me richt
ten. Het bootje, waarin ze zaten, zat aan de grond.
Enfin ze schoten niet en ik deed net of ik hen
niet zag. Maar 't was toch wel even spannend.
Toen lk Middelburg
naderde hoorde ik een
geweldig geschreeuw,
terwijl nog steeds
granaten boven de
stad ontploften. Daar
is wat aan de hand.
dacht ik. Dat dit nu
juist moest gebeuren,
terwijl ik afwezig
was... Bij het begin
van Middelburg werd
ik door een groepje
Duitsers tegengehou
den. Een officier be
dreigde me met zijn
revolver. Ik mocht
niet verder. Ik bleef in mijn kano. wachtend op
een ogenblik, dat de waakzaamheid van de Duit
sers zou verslappen. Even letten ze niet op. Ik
schoot als een pijl uit een boog achter een huis.
In Middelburg was de hel losgebroken. Engelsen
met amfibies waren de stad binnengedrongen en
hadden de Duitsers tot overgave weten te dwin
gen. Het was eigenlijk een heksenketel. Aan de
oostkant van de stad ontploften granaten, in het
centrum klonk donderend gejuich op.
Mijn eerste reactie was te kijken naar de stad
huistoren of er al een vlag woei. De onder
grondse had me gezegd: „dokter Nauta. kijk af
en toe maar eens of de vlag er al hangt". Toen
ik niets zag wapperen, zag ik mijn kans schoon.
Met drie anderen de stadhuistoren beklommen
en daar de Nederlandse vlag in top gehesen.
Prachtig was dat. Een week later wapperde het
rood-wit-blauw nog In de wind. Jarenlang heb
ik me afgevraagd of het nu aan mijn kanotochtje
van 4 november te danken was, dat de Engelsen
toch met amfibies naar Middelburg waren geko
men. In 1953 heb ik antwoord gekregen op deze
vraag. In dat jaar kwam generaal Hakewell-
Smith een lezing houden voor de Vereniging Ne-
derland-Engeland in Haarlem. Ik heb hem aan
het station afgehaald en daarna heb ik hem ge
sproken. En inderdaad, hij bevestigde me. dat
mijn idee is uitgevoerd. Dat heeft me echt goed
3# Ztvara. Z)ts//ó<z
4tj/éer/'
Wi.
'fSS/ojan