„STRIJDERS VOOR HET GELOOF"
Oosters Orthodoxe kerken
komen in beweging
Schaduw aan rechterhand
„Kerk en Vrede" 40 jaar:
een voorlopige organisatie
Zaterdag 10 oktober 1964
Naar Vlissingen
De kadetten van de William Booth
Kweekschool voor heilsofficieren uit
Amstelveen zijn dit weekeinde in
Vlissingen, waar eij mét hun docen
ten meewerken aan een evangelisa
tiecampagne van het korps Vlissin
gen van het Leger des Heils. Het 1 s
nog niet eerder voorgekomen, dat
de voltallige bezetting van de kweek
school van het Leger in Zeeland
kwam. De campagnehulp in Vlissin
gen geldt voor de a.s. heilsofficieren
van het Leger ais een deel van hun
praktijkervaring. In verband met dat
bezoek aan Zeeland volgt hier het
verslag van een bezoek, dat wij
brachten aan de kweekschool in Am
stelveen.
De foto bovenaan de pagina geeft
een blilc in de bibliotheek van de
school. Onder: de William Booth
Kweekschool voor heilsofficieren aan
de Amsterdamscheweg te Amstelveen
Gereformeerd jeugdverband. Goes, hervormde jeugdraad. Goes.
Heropvoering musical „HET DING",
zaterdag 24 oktober. Prins van Oranje.
We hebben kunnen proeven hoe een
van de redacteuren van dit dagblad
„aan de grenzen van Europa", „tus
sen Constantinopel en Istanbul", on
der de bekoring is gekomen van de
Hagia Sofia. Deze kerk was eenmaal
de hoofdkerk van de oosterse chris
tenheid, totdat ze als moskee werd
omgedoopt, om in onze eeuw mu
seum te worden. Mede via deze kerk
(want dat is ze nog altijd, zoals we
hebben gelezen) is rij in aanraking
gekomen met de Oosters Orthodoxe
Kerk, welke in deze eeuw meer in on
ze gezichtskring is gekomen dan dat
vroeger het geval was. Er komen
ook steeds meer contacten met die
wereld van de Oosters Orthodoxe
Kerken en als gevolg daarvan lezen
we telkens weer zo het een en ander
van hetgeen daar omgaat. Boven
dien is de grote meerderheid van de
ze kerken (hoewel er een zekere een
heid is, bestaat ze toch uit een hele
reeks zelfstandige kerken) lid ge
worden van de Wereldraad van Ker
ken en als zodanig hebben we met
deze kerken te maken tenminste
wanneer we lid zijn van een kerk die
tot de Oecumene behoort en wij
trachten mee te leven met hetgeen
daar omgaat.
Na de protestantse kerken en na de R.-K.
Kerk is ook bij deze Oosterse Ortho
doxe Kerken beweging gekomen en zij, die
als 't meest verstard werden gebrandmerkt
het meest gebonden aan hun eigen tradi
ties en liturgie, heb
ben btj verschillende
gelegenheden blijk ge-
geven toch open te *nT"ITr"
Btaan v. d. branden
de vragen van deze
eeuw, waarmee ook zij te maken kregen.
Bijna zonder uitzondering hebben deze ker
ken moeten leven onder omstandigheden
die hun ontplooiing ten zeerste hebben be
moeilijkt, om het nog maar zacht te zeg
gen. Denk alleen maar aan de Russisch-
Orthodoxe Kerk. Toch zijn deze kerken in
leven gebleven en dit is waarlijk niet al
leen te verklaren uit hun gehechtheid aan
de tradities. Het levende water van het
christelijk geloof moet ook hier hebben
gelaafd, zodat zij in staat waren hun dik
wijls zo moeizame tocht voort te zetten.
In januari van dit jaar, toen paus Paulus
VI op zijn reis was door Palestina, heeft
hij in Jeruzalem ontmoet de patriarch van
Constantinopel, Athenagoras I. bijgestaan
door Benediktos van Jeruzalem. Later
werd bekend dat ook het tegenbezoek een
van de voorwaarden van deze ontmoeting
was. Wanneer men nu zo de gedachte heeft
dat, zoals de paus het hoofd is van de
R.-K. Kerk, deze patriarch van Constanti
nopel het hoofd is van de Oosterse Ortho
doxe Kerk, zoals men uit sommige berich
ten geneigd was op te maken, dan heeft
men het toch mis. want zo Iets kent de
Oosteree Orthodoxe Kerk niet. De vier
oude centra, rondom welke de Oosterse
Orthodoxe Kerk zich heeft ontwikkeld, zijn
de patriarchaten van Alexandrië, Antlochië
In Syrië, Jeruzalem en Constantinopel. De
vier patriarchen stonden als geljjkwaar-
digen naast elkaar, maar aangezien Con
stantinopel de hoofdstad was van het Oost-
Romeinse Rijk, kreeg haar patriarch toch
iets meer gezag, zodat dit patriarchaat als
de eerste werd beschouwd. Dit gezag werd
nog groter doordat de andere patriarcha
ten door afscheidingen werden verzwakt
en vooral sinds ze werden overspoeld
door de Islam. Maar reeds voordien was
de patriarch van Constantinopel zich
„oecumenisch patriarch" gaan noemen.
Maar werkelijk kerkelijk juridisch gezag
heeft hij over de andere patriarchaten nooit
uitgeoefend. Belangrijk is het patriarchaat
van Constantinopel wel gebleven omdat
het gedurende vele eeuwen het centrum
is geweest van de kerken onder de Slavi
sche volken, die vanuit Byzantium waren
gekerstend. Maar ook dit gezag lag anders
dan dat van de paus in Rome. In Constan
tinopel had men te maken met geheel zelf
standige kerken, waar men van een geheel
andere mening kan zijn dan hun patriarch.
In Griekenland was men het bijvoorbeeld
helemaal niet eens met die ontmoetingen
in Jeruzalem en bij monde van de aarts
bisschop van Athene is daaraan dan ook
uiting gegeven. Maar ook alle Grieken
bleken het nadien weer niet met hun aarts
bisschop eens te zijn. En welk gezag kan
de patriarch van Constantinopel uitoefenen
in Rusland, in Bulgarije. Roemenië enz?
Daarom betekende de ontmoeting in Je
rusalem ook niet zoveel als sommige be
richten ons wilden doen geloven. Toch wil
len we het gezag van de patriarch van
Constantinopel ook weer niet kleiner ma
ken dan het werkelijk is. Hij is en blijft
de eerste van de patriarchen.
Binnen niet al te lange tqd zal er weer
een „Pan Orthodoxe Conferentie" op
het eiland Rhodes zijn. waar Athenago
ras I de Oosterse Orthodoxe Kerken bijeen
roept. Hij is hiervan toch wel de ziel. Een
van de punten die daar behandeld zullen
worden is het gesprek met Rome. Maar
dan moet het een gesprek zijn „op voet
van gelijkheid". Hoe dit gesprek verder zal
verlopen en wat er besproken zal moeten
worden, daarover is men het onder elkaar
nog lang niet eens. De patriarch van Jeru
zalem bijvoorbeeld zou willen bespreken
„alle theologische en disciplinaire kwesties
die de huidige betreurenswaardige toe
stand van scheiding uitmaken". Athenago
ras zou de theologische discussie willen
uitstellen tot later. Maar dan wordt het
alleen maar een vriendelijke ontmoeting,
zeggen zijn tegenstanders. Daaraan hebben
ze natuurlijk gelijk, doch ook een vrien
delijke ontmoeting kan z(jn nut hebben.
Maar waarover moet dan gepraat ook al
wil men vermijden de ongelukkige gang
van zaken op het zogenaamde herenigings
concilie van 1439 te Florence, wat de Oos
terse Orthodoxe Kerken nog altijd hoog
zit. Zij stonden toen met de rug tegen de
muur door de steeds verder gaande verove
ringen van de Turken. Het primaat van de
paus moest toen wel worden erkend, waar
mee de Griekse Kerk het toen ook hele
maal niet mee eens was. Nadien voelde
men zich bekocht, omdat de verwachte hulp
uitbleef. Tekenend voor de verhoudingen
tussen de Oosterse Orthodoxe Kerk en de
R.-K. Kerk is het bericht daWt we een paar
weken geleden lazen dat het hoofd van de
apostel Andreas, dat al eeuwen lang in
Italië was, nadat het uit het Griekse Pa
tras was geroofd, op plechtige wijze is
teruggegeven. De delegatie die deze relik
wie heeft teruggebracht bestond uit men
sen die bekend zijn door het secretariaat
voor de eenheid der christenheid, (onder an
dere kardinaal Bea en mgr. Willebrands).
Misschien zijn de Grieken nu wat milder
gestemd. Waar een relikwie al niet goed
voor kan zijn.
Laat dan de patriarch van Constantinopel
de eerste onder zijns
- T-ri gelijken zijn, deze pa-
triarch zit, meer nog
- dan de bisschop van
3 Rome, met andere
moeilijkheden. Hij
heeft te maken met zogen, autokephale
(geheel onafhankelijke) kerken. De bis
schoppen en aartsbisschoppen zijn ten slot
te niet aan hem ondergeschikt. Over hen
heeft hij geen jurisdictie. Wat er in deze
Iandskerken meestal wel is, is een samen
gaan met de staatsmacht. In menig land
dat viel onder het patriarchaat van Con
stantinopel is het verzet tegen de Turken
vooral van de kerk uitgegaan. Griekenland
Bulgarije en Servië zijn er sprekende voor
beelden van. Doch nu het verkrijgen van de
onafhankelijkheid is het samengaan van
kerk en staat al te innig geworden en
werd e kerk zelfs afhankelijk van de staat.
Een al te groot nationalisme Is voor de
kerk maar een kwalijke zaak.
Wat er op Cyprus gebeurt, is in dezen
leerzaam. Aartsbisschop Makarios is
voor het Griekse deel van de bevolking de
grote nationalist.
Wanneer we zo al
lerlei uitingen van
hem horen, zie hoe
hij zelfs een wereld
oorlog schijnt te ris
keren eD hulp zoekt
in Moskou en bij
Nasser in Egypte, dan
vragen we: hoe kan
dit alles samengaan
met het geestelijk
ambt dat hij bekleedt
en wat blijft er daar
van nog over? We
lazen een verzuchting van iemand die zich
over deze aartsbisschop nogal ergerde:
„Dat zijn superieur hem niet afzet!. Ge
zien het bovenstaande is hot duidelijk dat
er niemand is die hem kan afzetten. De
Orthodoxe Kerk op Cyprus is ook auto-
kephaal, geheel onafhankelijk en Makaijios
is er de man niet naar om zichzelf op zij
te zetten. Die nauwe verbindingen van
kerk en land maken het nog moeilijker om
gezamenlijk een gesprek met een andere
kerk te hebben. Ze zijn overal een verhin
dering tot oecumenisch denken.
Er is echter iets dat doet hopen op de toe
komst en dat is die „Pan-Orthodoxe-Bewe-
ging", waarvan Athenagoras I, de pa
triarch die bijna geen land heeft, de drij
vende kracht is. Het is eerst nodig dat de
oosterse orthodoxie in haar geheel een
lijn voor de toekomst vindt. Dan pas kan
zij een buitengewoon waardevol element
worden wanneer het gaat om de eenheid der
christenheid. In de Wereldraad van Ker
ken spreekt ze nu al mee en men is ook
bezig met Rome tot een gesprek te komen
„op voet van gelijkheid".
Hier iiggen ook nogal wat voetangels
en klemmen. Maar waarnaar we voor
lopig het meest benieuwd zijn is. welke in
houd men zal geven aan dat „op voet van
gelijkheid".
,,De Here is uw schaduw aan uw
Stel U voor: een oosterse woestijn. Er heerst daar een ver-
zengende hitte. Door die woestijn trekken twee mensen: een HRH
vader, die met z'n zoontje de lange weg naar Jeruzalem af- fctöJwS
legt. Ze gaan naar het feest. En terwijl ze zo voorttrekken.
neemt vader de kant van de zon. En z'n jongen wandelt naast ^SESSS!
hem: in de schaduw van vader. ggSgjfflR
In de tekst, die hierboven staat afgedrukt, ivordt onze levens-
weg geschilderd: het leven met z'n zorgen én zonden. Soms
kan ons dit wel eens te veel worden. Maar. God is er. Hij ■stRpSB jrj
neemt de kant van de zon en vangt de hitte voor ons op. En w|^Q-rS|l
wij mogen naast Hem gaan in Zijn schaduw. Hij is de scha-
duw aan onze rechter hand.
Wanneer wi, deze woorden zo verstaan, dan worden ze profetie: voorzegging
van Christus die naast ons wilde gaan als de Immanuel: de „God-met-ons" en
die de kant van het gevaar nam om de donkere machten van zonde cn dood
voor ons op te vangen. Jezus Christus is de schaduw aan onze rechterhand.
„De Here is uw schaduw aan ome rechterhaiul". Hier wordt onze levensweg
geschetst. Die weg lijkt dikwijls op een reis door de woestijn. De gang door
de woestijn kan ons blijkbaar niet bespaard blijven. We moeten gaan door de
hitte en strijd van het leven. Maar het doel van deze pelgrimmage is Jeruza
lem: het Jeruzalem, dat boven is. We gaan het feest, tegemoet. En op weg
naar dat feest, is Christus bij ons.
Willen ook wij bij Hem zijn f Dan reizen wij onze weg met blijdschap. Ons
overdekt immers die machtige schaduw.
MIDDELBURG. D. VAN BOVEN.
„Geen baan in de wereld is te vergelijken
met de roeping om te werken als Leger
des Heilsofficier. Ons beginsel is ontfer
ming, dat is het verschil tussen het ker
kelijk beleven en hef Leger des Heils".
Dit is een opmerking van majoor H. Pau
wels, hoofd van de Williom Booth Kweek
school voor heilsofficieren. De majoor wil
hiermee alleen nadrukkelijk het verschil
duidelijk maken tuusen de opleiding aan
zijn school en de theologische studie voor
predikant.
J^e heilsofficier houdt zich primair be-
zig met de verkondiging, hij doet af
stand van het zelfbeschikkingsrecht: waar
hij nodig is, daarheen zal hij gaan". Ver
band houdt met verkondiging en ontfer
ming de innerlijke verwantschap met
Christus: „die is absoluut noodzakelijk,
dan heeft een rechtgeaard heilsofficier er
alles voor over".
(Advertentie)
voor Christus" is aangebracht, hangt vol
met de vaandels van de verschillende cur
sussen. Daar ook hangen portretten van de
voormannen van het Leger des Heils. Daar
klinkt bazuingeschal omhoog van kadetten,
die oefenen. In een ander lokaal ziet men
kadetten bezig aan het dramatiseren van
een bijbelverhaal.
In het legermuseum, een kamer in het ge
bouw, zijn historische zaken bijeenge
bracht, zoals het eerste kasboekje uit 1887
van het Nederlandse Leger des Heils van
de toenmalige stafkapitein Tylor, een En
gelsman. De reis van Harwich naar Rotter
dam/Amsterdam en de eerste aanSchaf van
materiaal leverde hem een tekort van 2
pond, 6 shilling en 11 pence. Nauwkeurig
zijn alle uitgaven en inkomsten bijgehou
den, er ligt een Oorlogskreet, zoals de
eerste Strijdkreet heette: 1891: „Naar Zee
land voor zielen". In dat jaar bezochten ma
joor en mevrouw A.D.C. Bonthuls Yerseke,
Middelburg, Vlissingen en Ret ranch ement.
Er zijn nu verschillende korpsen in Zeeland.
Van het korps Goes is kadet Adrie Lippe
afkomBtig. Zij is al vanaf haar vijf
tiende Jaar heilsoldate en was assistente
op de linnenkamer in ziekenhuis Oostwal.
Haar ouders waren zelf officieren, maar
„God heeft je geroepen het evangelie te
brengen, dat kun je niet van je oudere
krijgen. Het Leger geeft je daar veel kan
sen voor: Je contacten, je getuigen in de
samenkomsten. Ik geloof, dat het Gods
leiding is. die mij heeft aangesteld". Adrie
Lippe zegt het eenvoudig. Commandant
W. F.. Palstra zei het b|j de openingsbijeen
komst van de kadettencursus '64-'65 aldus:
„De toevoer van jonge mensen is een le
vensbelang voor het Leger. Wij ronselen
niet, maar we verwachten het van de
Heer".
„Kerk en Vrede" bestond de afgelopen
week donderdag veertig jaar. „Kerk en
Vrede" is een wat rebellerende vereni
ging, die het zeer positief (negatief zul
len haar tegenstanders zeggen) oneens is
met het geijkte beleid, dat onze opeen
volgende regeringen sinds jaar en dag
op het gebied der landsverdediging voe
ren.
Op 8 oktober 1924 stichtte een aantal
predikanten op initiatief van de be
kende ds. J. B. Th. Hugenholtz van Ara-
merstol een „Groep van godsdienstige
voorgangers tegen oorlog en oorlogstoe
rusting". Er waren op uitnodiging van
ds. Hugenholtz veertig mensen naar
Utrecht gekomen. Dr. J. J. Buskes, die
later een grote rol in „Kerk en Vrede"
zou spelen, vertelt van die oprichtings
vergadering
„Het was een wat verwarde vergade
ring. Kees Boeke verdedigde zijn chris-
ten-anarchisme en ds. G Horreus de
Haas nam het Volkenbondsleger in be-
Door Johan Winkler
scherming: dat mocht zo nodig oorlog
voeren. Deze twee verlieten echter de
vergadering. Daarop zette professor
Heering zijn standpunt uiteen. Hij had
bovendien een beginselverklaring opge
steld, die bij allen instemming vond. De
groep van godsdienstige voorgangers te
gen oorlog en oorlogstoerusting vanaf
1925 werd gesproken over voorgangers
en gemeenteleden werd opgericht, die
later de naam „Kerk en Vrede" kreeg.
Professor Heering werd voorzitter en ds.
Hugenholtz secretaris. Mei 1925 ver
scheen het eerste nummer van het or
gaan „Kerk en Vrede" (thans „Militia
Christi"). Het aantal afdelingen klom op
tot honderd. Het eerste jaar had Kerk
en Vrede 500 abonnees. In 1932 waren
het er 10.000".
De doelstelling van de groep christen
antimilitaristen? Men bond de strijd
tegn oorlog en oorlogstoerusting aan en
riep alle christenen oinnen en buiten de
kerken op in deze strijd mee te strijden,
„opdat de namen van Jezus Christus en
zijn hemelse Vader niet meer op die
gruwelijke wijze door de volkeren ge
schonden worden als in de jaren, die
achter ons liggen het geval is geweest".
De geschiedenis van Kerk en Vrede is er
een geweest van ups en downs, van óp
en neergang. Maar de kern van aanhan
gers is ook tegen de grote slag bestand
gebleken, die de tweede wereldoorlog en
de daaraan voorafgaande nazidreiging
aan hun christen-pacifistische overtui
ging dreigde toe te bregen of toebracht.
De bezetter heeft Kerk en Vrede geli
quideerd om haar stellingname tegen
het nationaal-socialisme In 1946 werd
het heropgericht.
Namen'' Zonder prof. Heering, de schrij
ver van het klassiek geworden boek over
„De zondeval van het christendom" zou
Kerk en Vrede bijna ondenkbaar zijn ge
weest, Naast de onvermoeide ds. Hugen
holtz en dr. Buskes hebben in de eerste
tijd onder meer dr. A. K. Kuiper, de
oud-katholieke professor Van Riel en
Hilbrandt Boschma hun stempel op de
vereniging gedrukt. Na de oorlog hebben
ds. Kr. Strijd en anderen met mede ge
daan, terwijl ook de naam van de over
leden penningmeester Elffers niet on
vermeld mag blijven. Nog één keer ci
teren wij dr. Buskes: „professor Heering
heeft ons in de oorlogsjaren steeds weer
voorgehouden dat Gods zegen nooit op
het oorlogsgeweld kan rusten omdat oor
logsgeweld altijd en in alle omstandig
heden de meest gruwelijke schending
van Gods geboden betekent. Dat zeiden
wij voor 1940 al. We zeggen het nu nog
en nog overtuigender, maar we zeggen
het v/at minder vlot en minder gemak
kelijk. Ons getuigenis is zwaarder van
toon geworden, omdat het door de be
proeving is gegaan en niet zonder aan
vechting ons getuigenis is gebleven"
Daarmee is voortreffelijk de huidig*
sfeer en betekenis van Kerk en Vrede ge
typeerd. Altijd heeft het zich als een
voorlopige organisatie beschouwd. Als
een plaatsvervanger, die zolang de ker
ken zelf niet radicaal zouden denken en
handelen, dit in voorlopigheid voor haar
deed.
Succes? In de vorm waarin men dat
veertig jaar geleden wellicht hoopt*,
is dit succes niet gekomen. Maar dat
bijvoorbeeld de hervormde synode zich
in herderlijke brieven van 1952, 1956 en
1962 met steeds stelliger nadrukkelijk
heid met het vraagstuk van oorlog en
vrede heeft beziggehouden, is primair
tot de invloed en activiteit van Kerk en
Vrede te herleiden, dat laatstelijk door
samenwerking met bijvoorbeeld de r.-k.
georiënteerde Pleingroep van de in het
hoofdbestuur opgenomen pater S. Jels-
ma haar basis heeft verbreed, en dat in
haar jongste beginselverklaring opnieuw
uitsprak dat .geen enkele rechtvaardi
ging van oorlog en bewapening steun
vindt in het evangelie en dat de onder
christen nog gangbare rechtvaardiging
van oorlog en bewapening in de weg
staat aan de vervulling van de dienst
der verzoening, waartoe kerken en chris
tenen geroepen zijn".
In een recent artikel van pater A. G.
Dekker o.p. in „De Bazuin" (op zoek
naar een christelijke vredesbeweging)
wordt treffend gesteld dat zo'n beweging
pas dan de alzijdigheid van de christe
lijke boodschap op het gebied van de
vredesproblematiek weerspiegelt, wan
neer zij niet slechts aan haar opdracht
van „technische en structurele vredes-
arbeid trouw is, maar daarnaast ook aan
profetisch-eschatologische woorden en
daden ruimte biedt". Op dat laatste, het
profetisch getuigenis dat zich op Gods
eindtijd durft oriënteren, heeft Kerk en
Vrede steeds de nadruk gelegd. En dat
is de „verdienste", die ook degenen die
haar weg niet geheel vermogen te vol
gen, haar eerlijk zullen moeten toeken-
Christus voor de wereld - de wereld voor
Christus". Deze spreuk staat te lezen
boven de ingang van de William Booth
Kweekschool aan de Amsterdamscheweg in
Amstelveen. Een wat donker gebouw, in de
bouwstijl van de jaren dertig: 1933. De
kweekschool voor heUsoffcieren werd ge
sticht door de legendarische commandant
Bouwe Vlas, één van de grote Nederlandse
legermannen. Hij rekende op zeventig tot
tachtig kadetten, die hier tegelijk hun op
leiding zouden kunnen ontvangen. Thans
zijn er 34 kadetten voor deze studie. 23
vrouwen en 11 mannen. „Wij hebben helaas
een aantal jaren achtereen een te gering
aantal kadetten gehad. Maar wij zijn heol
erg blij met deze vierendertig. Eenzelfde
aantal staat al weer voor volgend jaar
klaar", zegt majoor Pauwels.. Door zijn
activiteiten rond de totstandkoming van de
kweekschool verwierf commandant Bouwe
Vlas zich de bijnaam „Bouwe de Bouwer".
De kweekschool werd 20 januari 1933 ge
opend door toen nog prinses Juliana Voor
dat het Leger zijn eigen kweekschool kreeg
verzorgde men de opleiding voor de heils
officieren in een ruimte boven de congres
zaal aan de Amsterdamse Overtoom.
In de William Boothkweekschool krijgen de
heilsofficieren hun opleiding van veertig
weken school. Voordat ze naar de school
komen hebben ze al een schriftelijke cur
sus gevolgd, op de schooltijd volgt een
praktijkjaar waarna de a.s. officieren nog
twee jaar een schriftelijke cursus volgen.
Totaal dus een studie van vijf jaar. De
kweekschool biedt slechts de elementaire
opleiding. Daarna kunnen de heilsofficie
ren, dat zijn dus die heilsoldaten, die zich
volledig beschikbaar hebben gesteld voor
het Leger des Hells, zich verder bekwamen:
in het veldwerk (evangelisatie), in maat
schappelijk werk, kinderbescherming, enz.
Ze kunnen daarvoor de normale studies vol
gen aan een sociale academie, een cateche-
tencursus, etc. „Onze kweekschool is geen
..broederplaats", maar een school met een
zeer streng uitgemeten systeem. Het gaat
er om dat de kadetten zichzelf, de wereld
en God leren kennen. De klemtoon ligt bij
ons werk op de verlossing (het heil) en de
Nadat enige jaren een vermindering in het
aantal kadetten voor de kweekschool
was te constateren, is er nu weer een toe
name. Vooral onder de vrouwelijke heilsol
daten is er een grote interesse voor de roe
ping tot heilsofficier. „De vrouw is bij ons
volledig gelijk gesteld met de man", zegt
de kweekschoolleider. „De wereld is gerijpt
voor de vrouw in het ambt. Het gaat om
het priesterschap van alle gelovigen. Je
kunt de vrouw met de Bijbel in de hand niet
onthouden wat aan de mannen is. Leest U
maar de Bijbel: Miriam. Febe, Deborah, het
was allemaal verkondiging van de bovenste
plank. Een vrouw moet eenzelfde opleiding
hebben als een man en dezelfde vakbe
kwaamheid". De heilsofficieren trouwen
dan ook met een heilsofficiere. Het is een
streng doorgevoerd beginsel bij het Leger
des Heils. Wanneer 'n officier wenst te trou
wen met een heilsoldaat dan kan dit niet.
Dan moet hij afstand doen van zijn officier
schap. Natuurlijk kunnen wél vrouwelijke
heilsoldaten het officiersschap behalen. De
vrouw moet ten allen tijde de man kunnen
vervangen. Majoor Pauwels haalt daarvoor
als voorbeeld aan de situatie, die zich enige
jaren geleden voordeed in Ceylon. Toen
daar de territoriaal commandant overleed,
zette zijn vrouw zijn werk voort, tot zij
een nieuwe taak kreeg.
heiligmaker. De officieren, die evangelist
worden, want dat toch is de basis van al
ons werk, de officieren moeten de bekering
kennen uit eigen zielepraktijk. alleen dan
kunnen zij de boodschap uitdragen", zegt
majoor Pauwels.
De kadetten op de school staan 's mor
gens al vroeg op: om tien voor half
zeven. Dan begint een veelomvattend dag
programma, dat weinig vrije tijd overlaat.
Een dag van bijbellessen, een bidstond, een
stille tijd. enz. De bijbellessen nemen het
voornaamste deel in. Dan zijn er de lessen
in de leerstellingen van het Leger des Heils.
de orders en reglementen, lessen in het
schematiseren van preken, en de veldocfe-
ningen. Op de veldoefeningen gaan de ka
detten het geleerde in praktijk brengen.
Die praktijk kan dan bestaan uit een hele
middag huisbezoek doen, huis aan huis, of
bij geselecteerde adressen, bij probleemge
vallen. verkoop van de Strijdkreet, straat
zang. en praktijk in het middernachtswerk.
het goodwill-werk in Amsterdams binnen
stad.
De studie omvat uok de geschiedenis van
het christendom, muziek en zangtheorie,
helpen bij kindersamenkomsten, waar men
gebruik maakt van het flanelbord. zoals dat
ook op de zondagsscholen wordt toegepast,
en vrije expressie.
De lessen van mannelijke en vrouwelijke
kadetten zijn gezamenlijk. Ze staan onder
leiding van brigadeofficicren. Er zijn er
drie, die de kadetten de gehele dag bij hun
studie begeleiden. „Er wordt bij ons veel
werk verzet door weinig mensen", aldus
majoor Pauwels.
De kandidaten voor de school verlaten
hun baan in de wereld en zetten zich
geheel in voor het Leger des Heils. Op de
school treft men bijvoorbeeld aan een vroe
gere onderwijzer, een bakker, een maat
schappelijk werkster, een verpleegster, een
kantoormachinemonteur. Het zijn voorna
melijk jonge mensen („wij mikken op min
stens een ulo-opleiding", zegt majoor Pau
wels) van achttien tot twintig jaar. Maar
er zijn ook gehuwden bij. die eerst op wat
oudere leeftijd naar de school komen. Tot
omstreeks dertig jaar wordt men toegela
ten op de school. Na hun studie worden
de kadetten in een plechtige bijeenkomst
in het Concertgebouw in Amsterdam in het
openbaar tot heilsofficier bevorderd. Dan
ontvangen zij ook hun eerste aanstelling.
De cursussen hebben steeds een eigen „roep
naam". Vorig jaar luidde deze „Verkondi
gers voor het geloof". Voor de cursus 1964-
'65 Is het „Strijders voor het geloof". De
aula van de school, direct links van de
ingang, waarboven William Booth' strijd
kreet „Christus voor de wereld, de wereld