„STRIJDERS VOOR HET GELOOF" Oosters Orthodoxe kerken komen in beweging Schaduw aan rechterhand „Kerk en Vrede" 40 jaar: een voorlopige organisatie Zaterdag 10 oktober 1964 Naar Vlissingen De kadetten van de William Booth Kweekschool voor heilsofficieren uit Amstelveen zijn dit weekeinde in Vlissingen, waar eij mét hun docen ten meewerken aan een evangelisa tiecampagne van het korps Vlissin gen van het Leger des Heils. Het 1 s nog niet eerder voorgekomen, dat de voltallige bezetting van de kweek school van het Leger in Zeeland kwam. De campagnehulp in Vlissin gen geldt voor de a.s. heilsofficieren van het Leger ais een deel van hun praktijkervaring. In verband met dat bezoek aan Zeeland volgt hier het verslag van een bezoek, dat wij brachten aan de kweekschool in Am stelveen. De foto bovenaan de pagina geeft een blilc in de bibliotheek van de school. Onder: de William Booth Kweekschool voor heilsofficieren aan de Amsterdamscheweg te Amstelveen Gereformeerd jeugdverband. Goes, hervormde jeugdraad. Goes. Heropvoering musical „HET DING", zaterdag 24 oktober. Prins van Oranje. We hebben kunnen proeven hoe een van de redacteuren van dit dagblad „aan de grenzen van Europa", „tus sen Constantinopel en Istanbul", on der de bekoring is gekomen van de Hagia Sofia. Deze kerk was eenmaal de hoofdkerk van de oosterse chris tenheid, totdat ze als moskee werd omgedoopt, om in onze eeuw mu seum te worden. Mede via deze kerk (want dat is ze nog altijd, zoals we hebben gelezen) is rij in aanraking gekomen met de Oosters Orthodoxe Kerk, welke in deze eeuw meer in on ze gezichtskring is gekomen dan dat vroeger het geval was. Er komen ook steeds meer contacten met die wereld van de Oosters Orthodoxe Kerken en als gevolg daarvan lezen we telkens weer zo het een en ander van hetgeen daar omgaat. Boven dien is de grote meerderheid van de ze kerken (hoewel er een zekere een heid is, bestaat ze toch uit een hele reeks zelfstandige kerken) lid ge worden van de Wereldraad van Ker ken en als zodanig hebben we met deze kerken te maken tenminste wanneer we lid zijn van een kerk die tot de Oecumene behoort en wij trachten mee te leven met hetgeen daar omgaat. Na de protestantse kerken en na de R.-K. Kerk is ook bij deze Oosterse Ortho doxe Kerken beweging gekomen en zij, die als 't meest verstard werden gebrandmerkt het meest gebonden aan hun eigen tradi ties en liturgie, heb ben btj verschillende gelegenheden blijk ge- geven toch open te *nT"ITr" Btaan v. d. branden de vragen van deze eeuw, waarmee ook zij te maken kregen. Bijna zonder uitzondering hebben deze ker ken moeten leven onder omstandigheden die hun ontplooiing ten zeerste hebben be moeilijkt, om het nog maar zacht te zeg gen. Denk alleen maar aan de Russisch- Orthodoxe Kerk. Toch zijn deze kerken in leven gebleven en dit is waarlijk niet al leen te verklaren uit hun gehechtheid aan de tradities. Het levende water van het christelijk geloof moet ook hier hebben gelaafd, zodat zij in staat waren hun dik wijls zo moeizame tocht voort te zetten. In januari van dit jaar, toen paus Paulus VI op zijn reis was door Palestina, heeft hij in Jeruzalem ontmoet de patriarch van Constantinopel, Athenagoras I. bijgestaan door Benediktos van Jeruzalem. Later werd bekend dat ook het tegenbezoek een van de voorwaarden van deze ontmoeting was. Wanneer men nu zo de gedachte heeft dat, zoals de paus het hoofd is van de R.-K. Kerk, deze patriarch van Constanti nopel het hoofd is van de Oosterse Ortho doxe Kerk, zoals men uit sommige berich ten geneigd was op te maken, dan heeft men het toch mis. want zo Iets kent de Oosteree Orthodoxe Kerk niet. De vier oude centra, rondom welke de Oosterse Orthodoxe Kerk zich heeft ontwikkeld, zijn de patriarchaten van Alexandrië, Antlochië In Syrië, Jeruzalem en Constantinopel. De vier patriarchen stonden als geljjkwaar- digen naast elkaar, maar aangezien Con stantinopel de hoofdstad was van het Oost- Romeinse Rijk, kreeg haar patriarch toch iets meer gezag, zodat dit patriarchaat als de eerste werd beschouwd. Dit gezag werd nog groter doordat de andere patriarcha ten door afscheidingen werden verzwakt en vooral sinds ze werden overspoeld door de Islam. Maar reeds voordien was de patriarch van Constantinopel zich „oecumenisch patriarch" gaan noemen. Maar werkelijk kerkelijk juridisch gezag heeft hij over de andere patriarchaten nooit uitgeoefend. Belangrijk is het patriarchaat van Constantinopel wel gebleven omdat het gedurende vele eeuwen het centrum is geweest van de kerken onder de Slavi sche volken, die vanuit Byzantium waren gekerstend. Maar ook dit gezag lag anders dan dat van de paus in Rome. In Constan tinopel had men te maken met geheel zelf standige kerken, waar men van een geheel andere mening kan zijn dan hun patriarch. In Griekenland was men het bijvoorbeeld helemaal niet eens met die ontmoetingen in Jeruzalem en bij monde van de aarts bisschop van Athene is daaraan dan ook uiting gegeven. Maar ook alle Grieken bleken het nadien weer niet met hun aarts bisschop eens te zijn. En welk gezag kan de patriarch van Constantinopel uitoefenen in Rusland, in Bulgarije. Roemenië enz? Daarom betekende de ontmoeting in Je rusalem ook niet zoveel als sommige be richten ons wilden doen geloven. Toch wil len we het gezag van de patriarch van Constantinopel ook weer niet kleiner ma ken dan het werkelijk is. Hij is en blijft de eerste van de patriarchen. Binnen niet al te lange tqd zal er weer een „Pan Orthodoxe Conferentie" op het eiland Rhodes zijn. waar Athenago ras I de Oosterse Orthodoxe Kerken bijeen roept. Hij is hiervan toch wel de ziel. Een van de punten die daar behandeld zullen worden is het gesprek met Rome. Maar dan moet het een gesprek zijn „op voet van gelijkheid". Hoe dit gesprek verder zal verlopen en wat er besproken zal moeten worden, daarover is men het onder elkaar nog lang niet eens. De patriarch van Jeru zalem bijvoorbeeld zou willen bespreken „alle theologische en disciplinaire kwesties die de huidige betreurenswaardige toe stand van scheiding uitmaken". Athenago ras zou de theologische discussie willen uitstellen tot later. Maar dan wordt het alleen maar een vriendelijke ontmoeting, zeggen zijn tegenstanders. Daaraan hebben ze natuurlijk gelijk, doch ook een vrien delijke ontmoeting kan z(jn nut hebben. Maar waarover moet dan gepraat ook al wil men vermijden de ongelukkige gang van zaken op het zogenaamde herenigings concilie van 1439 te Florence, wat de Oos terse Orthodoxe Kerken nog altijd hoog zit. Zij stonden toen met de rug tegen de muur door de steeds verder gaande verove ringen van de Turken. Het primaat van de paus moest toen wel worden erkend, waar mee de Griekse Kerk het toen ook hele maal niet mee eens was. Nadien voelde men zich bekocht, omdat de verwachte hulp uitbleef. Tekenend voor de verhoudingen tussen de Oosterse Orthodoxe Kerk en de R.-K. Kerk is het bericht daWt we een paar weken geleden lazen dat het hoofd van de apostel Andreas, dat al eeuwen lang in Italië was, nadat het uit het Griekse Pa tras was geroofd, op plechtige wijze is teruggegeven. De delegatie die deze relik wie heeft teruggebracht bestond uit men sen die bekend zijn door het secretariaat voor de eenheid der christenheid, (onder an dere kardinaal Bea en mgr. Willebrands). Misschien zijn de Grieken nu wat milder gestemd. Waar een relikwie al niet goed voor kan zijn. Laat dan de patriarch van Constantinopel de eerste onder zijns - T-ri gelijken zijn, deze pa- triarch zit, meer nog - dan de bisschop van 3 Rome, met andere moeilijkheden. Hij heeft te maken met zogen, autokephale (geheel onafhankelijke) kerken. De bis schoppen en aartsbisschoppen zijn ten slot te niet aan hem ondergeschikt. Over hen heeft hij geen jurisdictie. Wat er in deze Iandskerken meestal wel is, is een samen gaan met de staatsmacht. In menig land dat viel onder het patriarchaat van Con stantinopel is het verzet tegen de Turken vooral van de kerk uitgegaan. Griekenland Bulgarije en Servië zijn er sprekende voor beelden van. Doch nu het verkrijgen van de onafhankelijkheid is het samengaan van kerk en staat al te innig geworden en werd e kerk zelfs afhankelijk van de staat. Een al te groot nationalisme Is voor de kerk maar een kwalijke zaak. Wat er op Cyprus gebeurt, is in dezen leerzaam. Aartsbisschop Makarios is voor het Griekse deel van de bevolking de grote nationalist. Wanneer we zo al lerlei uitingen van hem horen, zie hoe hij zelfs een wereld oorlog schijnt te ris keren eD hulp zoekt in Moskou en bij Nasser in Egypte, dan vragen we: hoe kan dit alles samengaan met het geestelijk ambt dat hij bekleedt en wat blijft er daar van nog over? We lazen een verzuchting van iemand die zich over deze aartsbisschop nogal ergerde: „Dat zijn superieur hem niet afzet!. Ge zien het bovenstaande is hot duidelijk dat er niemand is die hem kan afzetten. De Orthodoxe Kerk op Cyprus is ook auto- kephaal, geheel onafhankelijk en Makaijios is er de man niet naar om zichzelf op zij te zetten. Die nauwe verbindingen van kerk en land maken het nog moeilijker om gezamenlijk een gesprek met een andere kerk te hebben. Ze zijn overal een verhin dering tot oecumenisch denken. Er is echter iets dat doet hopen op de toe komst en dat is die „Pan-Orthodoxe-Bewe- ging", waarvan Athenagoras I, de pa triarch die bijna geen land heeft, de drij vende kracht is. Het is eerst nodig dat de oosterse orthodoxie in haar geheel een lijn voor de toekomst vindt. Dan pas kan zij een buitengewoon waardevol element worden wanneer het gaat om de eenheid der christenheid. In de Wereldraad van Ker ken spreekt ze nu al mee en men is ook bezig met Rome tot een gesprek te komen „op voet van gelijkheid". Hier iiggen ook nogal wat voetangels en klemmen. Maar waarnaar we voor lopig het meest benieuwd zijn is. welke in houd men zal geven aan dat „op voet van gelijkheid". ,,De Here is uw schaduw aan uw Stel U voor: een oosterse woestijn. Er heerst daar een ver- zengende hitte. Door die woestijn trekken twee mensen: een HRH vader, die met z'n zoontje de lange weg naar Jeruzalem af- fctöJwS legt. Ze gaan naar het feest. En terwijl ze zo voorttrekken. neemt vader de kant van de zon. En z'n jongen wandelt naast ^SESSS! hem: in de schaduw van vader. ggSgjfflR In de tekst, die hierboven staat afgedrukt, ivordt onze levens- weg geschilderd: het leven met z'n zorgen én zonden. Soms kan ons dit wel eens te veel worden. Maar. God is er. Hij ■stRpSB jrj neemt de kant van de zon en vangt de hitte voor ons op. En w|^Q-rS|l wij mogen naast Hem gaan in Zijn schaduw. Hij is de scha- duw aan onze rechter hand. Wanneer wi, deze woorden zo verstaan, dan worden ze profetie: voorzegging van Christus die naast ons wilde gaan als de Immanuel: de „God-met-ons" en die de kant van het gevaar nam om de donkere machten van zonde cn dood voor ons op te vangen. Jezus Christus is de schaduw aan onze rechterhand. „De Here is uw schaduw aan ome rechterhaiul". Hier wordt onze levensweg geschetst. Die weg lijkt dikwijls op een reis door de woestijn. De gang door de woestijn kan ons blijkbaar niet bespaard blijven. We moeten gaan door de hitte en strijd van het leven. Maar het doel van deze pelgrimmage is Jeruza lem: het Jeruzalem, dat boven is. We gaan het feest, tegemoet. En op weg naar dat feest, is Christus bij ons. Willen ook wij bij Hem zijn f Dan reizen wij onze weg met blijdschap. Ons overdekt immers die machtige schaduw. MIDDELBURG. D. VAN BOVEN. „Geen baan in de wereld is te vergelijken met de roeping om te werken als Leger des Heilsofficier. Ons beginsel is ontfer ming, dat is het verschil tussen het ker kelijk beleven en hef Leger des Heils". Dit is een opmerking van majoor H. Pau wels, hoofd van de Williom Booth Kweek school voor heilsofficieren. De majoor wil hiermee alleen nadrukkelijk het verschil duidelijk maken tuusen de opleiding aan zijn school en de theologische studie voor predikant. J^e heilsofficier houdt zich primair be- zig met de verkondiging, hij doet af stand van het zelfbeschikkingsrecht: waar hij nodig is, daarheen zal hij gaan". Ver band houdt met verkondiging en ontfer ming de innerlijke verwantschap met Christus: „die is absoluut noodzakelijk, dan heeft een rechtgeaard heilsofficier er alles voor over". (Advertentie) voor Christus" is aangebracht, hangt vol met de vaandels van de verschillende cur sussen. Daar ook hangen portretten van de voormannen van het Leger des Heils. Daar klinkt bazuingeschal omhoog van kadetten, die oefenen. In een ander lokaal ziet men kadetten bezig aan het dramatiseren van een bijbelverhaal. In het legermuseum, een kamer in het ge bouw, zijn historische zaken bijeenge bracht, zoals het eerste kasboekje uit 1887 van het Nederlandse Leger des Heils van de toenmalige stafkapitein Tylor, een En gelsman. De reis van Harwich naar Rotter dam/Amsterdam en de eerste aanSchaf van materiaal leverde hem een tekort van 2 pond, 6 shilling en 11 pence. Nauwkeurig zijn alle uitgaven en inkomsten bijgehou den, er ligt een Oorlogskreet, zoals de eerste Strijdkreet heette: 1891: „Naar Zee land voor zielen". In dat jaar bezochten ma joor en mevrouw A.D.C. Bonthuls Yerseke, Middelburg, Vlissingen en Ret ranch ement. Er zijn nu verschillende korpsen in Zeeland. Van het korps Goes is kadet Adrie Lippe afkomBtig. Zij is al vanaf haar vijf tiende Jaar heilsoldate en was assistente op de linnenkamer in ziekenhuis Oostwal. Haar ouders waren zelf officieren, maar „God heeft je geroepen het evangelie te brengen, dat kun je niet van je oudere krijgen. Het Leger geeft je daar veel kan sen voor: Je contacten, je getuigen in de samenkomsten. Ik geloof, dat het Gods leiding is. die mij heeft aangesteld". Adrie Lippe zegt het eenvoudig. Commandant W. F.. Palstra zei het b|j de openingsbijeen komst van de kadettencursus '64-'65 aldus: „De toevoer van jonge mensen is een le vensbelang voor het Leger. Wij ronselen niet, maar we verwachten het van de Heer". „Kerk en Vrede" bestond de afgelopen week donderdag veertig jaar. „Kerk en Vrede" is een wat rebellerende vereni ging, die het zeer positief (negatief zul len haar tegenstanders zeggen) oneens is met het geijkte beleid, dat onze opeen volgende regeringen sinds jaar en dag op het gebied der landsverdediging voe ren. Op 8 oktober 1924 stichtte een aantal predikanten op initiatief van de be kende ds. J. B. Th. Hugenholtz van Ara- merstol een „Groep van godsdienstige voorgangers tegen oorlog en oorlogstoe rusting". Er waren op uitnodiging van ds. Hugenholtz veertig mensen naar Utrecht gekomen. Dr. J. J. Buskes, die later een grote rol in „Kerk en Vrede" zou spelen, vertelt van die oprichtings vergadering „Het was een wat verwarde vergade ring. Kees Boeke verdedigde zijn chris- ten-anarchisme en ds. G Horreus de Haas nam het Volkenbondsleger in be- Door Johan Winkler scherming: dat mocht zo nodig oorlog voeren. Deze twee verlieten echter de vergadering. Daarop zette professor Heering zijn standpunt uiteen. Hij had bovendien een beginselverklaring opge steld, die bij allen instemming vond. De groep van godsdienstige voorgangers te gen oorlog en oorlogstoerusting vanaf 1925 werd gesproken over voorgangers en gemeenteleden werd opgericht, die later de naam „Kerk en Vrede" kreeg. Professor Heering werd voorzitter en ds. Hugenholtz secretaris. Mei 1925 ver scheen het eerste nummer van het or gaan „Kerk en Vrede" (thans „Militia Christi"). Het aantal afdelingen klom op tot honderd. Het eerste jaar had Kerk en Vrede 500 abonnees. In 1932 waren het er 10.000". De doelstelling van de groep christen antimilitaristen? Men bond de strijd tegn oorlog en oorlogstoerusting aan en riep alle christenen oinnen en buiten de kerken op in deze strijd mee te strijden, „opdat de namen van Jezus Christus en zijn hemelse Vader niet meer op die gruwelijke wijze door de volkeren ge schonden worden als in de jaren, die achter ons liggen het geval is geweest". De geschiedenis van Kerk en Vrede is er een geweest van ups en downs, van óp en neergang. Maar de kern van aanhan gers is ook tegen de grote slag bestand gebleken, die de tweede wereldoorlog en de daaraan voorafgaande nazidreiging aan hun christen-pacifistische overtui ging dreigde toe te bregen of toebracht. De bezetter heeft Kerk en Vrede geli quideerd om haar stellingname tegen het nationaal-socialisme In 1946 werd het heropgericht. Namen'' Zonder prof. Heering, de schrij ver van het klassiek geworden boek over „De zondeval van het christendom" zou Kerk en Vrede bijna ondenkbaar zijn ge weest, Naast de onvermoeide ds. Hugen holtz en dr. Buskes hebben in de eerste tijd onder meer dr. A. K. Kuiper, de oud-katholieke professor Van Riel en Hilbrandt Boschma hun stempel op de vereniging gedrukt. Na de oorlog hebben ds. Kr. Strijd en anderen met mede ge daan, terwijl ook de naam van de over leden penningmeester Elffers niet on vermeld mag blijven. Nog één keer ci teren wij dr. Buskes: „professor Heering heeft ons in de oorlogsjaren steeds weer voorgehouden dat Gods zegen nooit op het oorlogsgeweld kan rusten omdat oor logsgeweld altijd en in alle omstandig heden de meest gruwelijke schending van Gods geboden betekent. Dat zeiden wij voor 1940 al. We zeggen het nu nog en nog overtuigender, maar we zeggen het v/at minder vlot en minder gemak kelijk. Ons getuigenis is zwaarder van toon geworden, omdat het door de be proeving is gegaan en niet zonder aan vechting ons getuigenis is gebleven" Daarmee is voortreffelijk de huidig* sfeer en betekenis van Kerk en Vrede ge typeerd. Altijd heeft het zich als een voorlopige organisatie beschouwd. Als een plaatsvervanger, die zolang de ker ken zelf niet radicaal zouden denken en handelen, dit in voorlopigheid voor haar deed. Succes? In de vorm waarin men dat veertig jaar geleden wellicht hoopt*, is dit succes niet gekomen. Maar dat bijvoorbeeld de hervormde synode zich in herderlijke brieven van 1952, 1956 en 1962 met steeds stelliger nadrukkelijk heid met het vraagstuk van oorlog en vrede heeft beziggehouden, is primair tot de invloed en activiteit van Kerk en Vrede te herleiden, dat laatstelijk door samenwerking met bijvoorbeeld de r.-k. georiënteerde Pleingroep van de in het hoofdbestuur opgenomen pater S. Jels- ma haar basis heeft verbreed, en dat in haar jongste beginselverklaring opnieuw uitsprak dat .geen enkele rechtvaardi ging van oorlog en bewapening steun vindt in het evangelie en dat de onder christen nog gangbare rechtvaardiging van oorlog en bewapening in de weg staat aan de vervulling van de dienst der verzoening, waartoe kerken en chris tenen geroepen zijn". In een recent artikel van pater A. G. Dekker o.p. in „De Bazuin" (op zoek naar een christelijke vredesbeweging) wordt treffend gesteld dat zo'n beweging pas dan de alzijdigheid van de christe lijke boodschap op het gebied van de vredesproblematiek weerspiegelt, wan neer zij niet slechts aan haar opdracht van „technische en structurele vredes- arbeid trouw is, maar daarnaast ook aan profetisch-eschatologische woorden en daden ruimte biedt". Op dat laatste, het profetisch getuigenis dat zich op Gods eindtijd durft oriënteren, heeft Kerk en Vrede steeds de nadruk gelegd. En dat is de „verdienste", die ook degenen die haar weg niet geheel vermogen te vol gen, haar eerlijk zullen moeten toeken- Christus voor de wereld - de wereld voor Christus". Deze spreuk staat te lezen boven de ingang van de William Booth Kweekschool aan de Amsterdamscheweg in Amstelveen. Een wat donker gebouw, in de bouwstijl van de jaren dertig: 1933. De kweekschool voor heUsoffcieren werd ge sticht door de legendarische commandant Bouwe Vlas, één van de grote Nederlandse legermannen. Hij rekende op zeventig tot tachtig kadetten, die hier tegelijk hun op leiding zouden kunnen ontvangen. Thans zijn er 34 kadetten voor deze studie. 23 vrouwen en 11 mannen. „Wij hebben helaas een aantal jaren achtereen een te gering aantal kadetten gehad. Maar wij zijn heol erg blij met deze vierendertig. Eenzelfde aantal staat al weer voor volgend jaar klaar", zegt majoor Pauwels.. Door zijn activiteiten rond de totstandkoming van de kweekschool verwierf commandant Bouwe Vlas zich de bijnaam „Bouwe de Bouwer". De kweekschool werd 20 januari 1933 ge opend door toen nog prinses Juliana Voor dat het Leger zijn eigen kweekschool kreeg verzorgde men de opleiding voor de heils officieren in een ruimte boven de congres zaal aan de Amsterdamse Overtoom. In de William Boothkweekschool krijgen de heilsofficieren hun opleiding van veertig weken school. Voordat ze naar de school komen hebben ze al een schriftelijke cur sus gevolgd, op de schooltijd volgt een praktijkjaar waarna de a.s. officieren nog twee jaar een schriftelijke cursus volgen. Totaal dus een studie van vijf jaar. De kweekschool biedt slechts de elementaire opleiding. Daarna kunnen de heilsofficie ren, dat zijn dus die heilsoldaten, die zich volledig beschikbaar hebben gesteld voor het Leger des Hells, zich verder bekwamen: in het veldwerk (evangelisatie), in maat schappelijk werk, kinderbescherming, enz. Ze kunnen daarvoor de normale studies vol gen aan een sociale academie, een cateche- tencursus, etc. „Onze kweekschool is geen ..broederplaats", maar een school met een zeer streng uitgemeten systeem. Het gaat er om dat de kadetten zichzelf, de wereld en God leren kennen. De klemtoon ligt bij ons werk op de verlossing (het heil) en de Nadat enige jaren een vermindering in het aantal kadetten voor de kweekschool was te constateren, is er nu weer een toe name. Vooral onder de vrouwelijke heilsol daten is er een grote interesse voor de roe ping tot heilsofficier. „De vrouw is bij ons volledig gelijk gesteld met de man", zegt de kweekschoolleider. „De wereld is gerijpt voor de vrouw in het ambt. Het gaat om het priesterschap van alle gelovigen. Je kunt de vrouw met de Bijbel in de hand niet onthouden wat aan de mannen is. Leest U maar de Bijbel: Miriam. Febe, Deborah, het was allemaal verkondiging van de bovenste plank. Een vrouw moet eenzelfde opleiding hebben als een man en dezelfde vakbe kwaamheid". De heilsofficieren trouwen dan ook met een heilsofficiere. Het is een streng doorgevoerd beginsel bij het Leger des Heils. Wanneer 'n officier wenst te trou wen met een heilsoldaat dan kan dit niet. Dan moet hij afstand doen van zijn officier schap. Natuurlijk kunnen wél vrouwelijke heilsoldaten het officiersschap behalen. De vrouw moet ten allen tijde de man kunnen vervangen. Majoor Pauwels haalt daarvoor als voorbeeld aan de situatie, die zich enige jaren geleden voordeed in Ceylon. Toen daar de territoriaal commandant overleed, zette zijn vrouw zijn werk voort, tot zij een nieuwe taak kreeg. heiligmaker. De officieren, die evangelist worden, want dat toch is de basis van al ons werk, de officieren moeten de bekering kennen uit eigen zielepraktijk. alleen dan kunnen zij de boodschap uitdragen", zegt majoor Pauwels. De kadetten op de school staan 's mor gens al vroeg op: om tien voor half zeven. Dan begint een veelomvattend dag programma, dat weinig vrije tijd overlaat. Een dag van bijbellessen, een bidstond, een stille tijd. enz. De bijbellessen nemen het voornaamste deel in. Dan zijn er de lessen in de leerstellingen van het Leger des Heils. de orders en reglementen, lessen in het schematiseren van preken, en de veldocfe- ningen. Op de veldoefeningen gaan de ka detten het geleerde in praktijk brengen. Die praktijk kan dan bestaan uit een hele middag huisbezoek doen, huis aan huis, of bij geselecteerde adressen, bij probleemge vallen. verkoop van de Strijdkreet, straat zang. en praktijk in het middernachtswerk. het goodwill-werk in Amsterdams binnen stad. De studie omvat uok de geschiedenis van het christendom, muziek en zangtheorie, helpen bij kindersamenkomsten, waar men gebruik maakt van het flanelbord. zoals dat ook op de zondagsscholen wordt toegepast, en vrije expressie. De lessen van mannelijke en vrouwelijke kadetten zijn gezamenlijk. Ze staan onder leiding van brigadeofficicren. Er zijn er drie, die de kadetten de gehele dag bij hun studie begeleiden. „Er wordt bij ons veel werk verzet door weinig mensen", aldus majoor Pauwels. De kandidaten voor de school verlaten hun baan in de wereld en zetten zich geheel in voor het Leger des Heils. Op de school treft men bijvoorbeeld aan een vroe gere onderwijzer, een bakker, een maat schappelijk werkster, een verpleegster, een kantoormachinemonteur. Het zijn voorna melijk jonge mensen („wij mikken op min stens een ulo-opleiding", zegt majoor Pau wels) van achttien tot twintig jaar. Maar er zijn ook gehuwden bij. die eerst op wat oudere leeftijd naar de school komen. Tot omstreeks dertig jaar wordt men toegela ten op de school. Na hun studie worden de kadetten in een plechtige bijeenkomst in het Concertgebouw in Amsterdam in het openbaar tot heilsofficier bevorderd. Dan ontvangen zij ook hun eerste aanstelling. De cursussen hebben steeds een eigen „roep naam". Vorig jaar luidde deze „Verkondi gers voor het geloof". Voor de cursus 1964- '65 Is het „Strijders voor het geloof". De aula van de school, direct links van de ingang, waarboven William Booth' strijd kreet „Christus voor de wereld, de wereld

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 21