Een finale
in Albion
SIR ALEC
HAD MEER
TIJD NODIG
WILSON: GEEN HEIL IN KLEINE OVERWINNING
ZATERDAG 10 OKTOBER 1964
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
1T
(Door de Centra! Press correspondent Derek Moon).
IN HET Britse Lagerhuis hebben 630 parlements
leden zitting. Nu nog behoren 360 van hen tot de
Conservatieve Partij van Sir Alec Douglas Home:
dat zijn er honderd meer dan de Lebourtractie telt.
De vraag is: zal deze Conservatieve heerschappij
nog bestaan na 15 oktober, de dag waarop Enge
land na vijf jaar weer ter stembus gaat? Er zijn dui
delijke tekeningen, die erop wijzen dat de uitslag
weieens ten gunste van Labour kon uitvallen.
Labour rekent er vast op dat de koningin binnen
enkele weken oppositieleider Harold Wilson naar
Buckingham Palace zal roepen om hem te belasten
met de vorming van een nieuw kabinet.
De Conservatieven, in een verkiezingscampagne die voor
hen van vitaal belang is geleid door een eerste minis
ter tiie eigenlijk slechts als „invaller" fungeert, hebben
echter nog een kans. Zij worden nog altijd in staat geacht
de aanval van Labour te pareren. Maar zeggen poli
tieke rotten dat zou dan wel de grootste verrassing zijn,
die de Britse binnenlandse politiek deze eeuw te zien heeft
gegeven.
Wilson en zijn partij wijzen de gedachte, dat ook nog
maar iets in staat is hen tegen te houden, met kracht
van de hand. Zij hebben goede redenen voor htm zelfver
trouwen. In bijna iedere tussentijdse verkiezing van de
afgelopen twee jaar hebben zij stemmen gewonnen.
Er is echter in Engeland tot op de dag van de verkiezin
gen altijd een kans, dat de balans der partijpolitiek nog
plotseling doorslaat naar een zijde, die men niet had ver
moed. En vanaf de dag waarop Sir Alec vorig jaar oktober
premier werd, hebben de Conservatieven die nog altijd
vasthouden aan hun historische betiteling van „Tories",
ook al is dat van oorsprong een 17de eeuws scheldwoord
naar een dergelijke ommezwaai van de politieke for
tuin uitgezien. Tot dusverre echter tevergeefs.
De opiniepeilingen van de grote dagbladen hebben hierin
weinig ter geruststelling bijgedragen. Labour is er uit te
voorschijn gekomen met een globale vooruitgang van acht
percent. Dat is genoeg om Wilsons partij in het Lagerhuis
een meerderheid van ruim zestig zetels te bezorgen.
Labour heeft logisch! de resultaten van deze „pse-
fologie" (de wetenschap om verkiezingsresultaten te voor
spellen met overtuiging omarmd. De Conservatieven,
zo redeneren zij, hebben het nu dertien jaar voor het
zeggen gehad. Wilson en zgn aanhangers denken, dat de
kiezers in die situatie langzamerhand wel eens verande
ring willen brengen.
De Tories hebben de zegepalm weggedragen uit de drie
laatste algemene verkiezingen. Hun overwinningen in
1951, 1955 en 1959 betekenden een politiek record. Deze
keer gaat, zo zegt Labour, de slinger van de klok stellig
naar links.
Hun stelligheid is niet zonder dringende reden. Zij weten
maar al te goed, dat wanneer de Conservatieven op
nieuw winnen, Labour niet langer meer als een serieuze
politieke macht kan worden beschouwd.
Dertien jaar in de positie van opposant te verkeren is voor
een partij een levensgevaarlijke situatie. Niet voor niets
legt de stembuspropaganda van de Conservatieven er zo
grote nadruk op, dat in het kielzog van Wilson nog slechts
enkele kandidaten voor een overheidspost zijn aan te
wijzen, die op dit terrein ervaring hebben. Nogmaals vijf
jaren, waarin geen Labourman deel zou kunnen nemen
aan het bestuur van het land, zouden de hele reserve aan
ervaren Labourkandidaten voor een ministerszetel doen
uitsterven. De Labuorpartij in zijn huidige vorm zou dat
niet overleven.
Maar Labour denkt geen ogenblik aan de mogelijkheid,
dat zij niet zou winnen. Niet aleeen beweegt het politieke
getij zich in haar voordeel, maar bovendien kan zij niet
inzien hoe een partij met een politieke conduite-staat als
die van de Conservatieven ooit een verlenging van haar
mandaat uit de handen van de kiezers zou kunnen trekken.
Labour zegt, dat de afgelopen dertien jaar en vooral de
afgelopen 24 maanden de Tories onafzienbare schade
hebben gedaan.
Toch schuilt er in deze manier van redeneren voor Labour
een gevaar. Een gevoel van al te grote zekerheid op de
overwinning geeft blijk van ernstige onderschatting van
de aanzienlijke weerstandskrachten in de Conservatieve
Partij, de veerkracht en de trouw van haar aanhangers en
de efficiency van de machinerie om stemmen te werven
bij de Tories. Deze machinerie is een machtig wapen en
de ruggesteun aan geld en medewerkers erin kent schijn
baar geen beperkingen.
Labour houdt echter vol, dat de kale feiten van de dertien
Conservatieve jaren voldoende zijn om de schaal naar
haar zijde te doen overslaan.
Wanneer zij het punt wil aanwijzen, waarop voor de Tories
de neergang begon, legt zij de vinger bij de begroting van
1962. Selwyn Lloyd, toen minister van financiën, probeer
de een loonstop door te drijven, die het hardste aankwam
bij verpleegsters en enkelen van de laagstbetaalde ambte
naren. Er ging in heel Engeland een gehuil op.
Om de wrevel weg te werken die door de indiening van
deze begroting was ontstaan en tevens om een halt
toe te roepen aan de tendens in de tussenverkiezingen die
voor de Tories allesbehalve gunstige resultaten te zien
hadden gegeven, trok premier MacMillan het zwaard uit
de schede en hakte in op de impopulaire sectoren van zijn
kabinet. Selwyn Lloyd en nog zes ministers gingen de laan
uit. De Conservatieve Partij had nog nooit zo'n drastische
ingreep meegemaakt. Getrouwen met twaalf jaar kabi-
netsdienst kwamen op staande voet op de keien.
De zuivering door MacMillan schoot zijn doel echter
voorbij. Niet alleen werden de rangen van de Conser
vatieve Partij er niet enger door gesloten, maar boven
dien rees er verzet in de Tory-hiërarchie. Het landsbestuur
verloor er voorts een aantal krachten mee op een ogen
blik, waarover zich reeds de schaduwen spreidden van
het Profumo-schandaal, dat zich in het daarop volgende
voorjaar zou ontladen.
Zelfs al daarvóór had Harold MacMillan pogingen moeten
afslaan om hem van de zetel te wippen. Toen de Pro-
fumo-affaire in het Lagerheid aan de orde kwam, was de
stemming in de Conservatieve fractie onmiskenbaar:
MacMillan diende heen te gaan.
Onder sterke pressie koos de premier ten slotte de wijste
partij: hij ging Maar voor het zover was, beidde hij zijn
tijd om de partij gelegenheid te geven een nieuwe leider
te kiezen. Men kent het verloop van de dingen. Een chi
rurgische .ngreep verhaastte het afscheid van de minis-
ter-presidenl De Conservatieve Partij viel nauwelijks
voorbereid in de situatie van stadhouderloosheid. Na
krachtig touwtrekken van velerlei kant viel de keus op
een ongecommitteerde figuur, die men er zelfs voor moest
terughalen uit het Hogerhuis: Lord Home.
Sir Alec deed afstand van zijn titel en keerde terug naar
het Lagerhuis. Hij had nog maar een jaar on de cam
pagne voor de algemene verkiezingen voor te bereiden
en zichzelf op te werpen als aanvoerder van een partij
die de schijn had gewekt haar vooruitzichten voor de
stem in opperste nonchalance de mist in te sturen.
'"Terwijl deze situatie ontstond en groeide bij de Tories,
kon men bij Labour een ontwikkeling in tegengestelde
richting waarnemen. De partij was bezig zich te herstellen
Y30 9e veten over politiek en politieke figuren, die haar
in feite zo lang in de positie van verliezer hadden gehou
den.
Na de dood van Hugh Gaitskell, vroeg in 1963, was het nog
tot een laatste uitbarsting van een jarenlange onenigheid
gekomen. De parlementaire fractie had verbitterd ge
vochten om de bezetting van de plaats aan de top.
wilson werd de winnaar. Zijn rivaal George Brown be
loofde de strijdbijl omwille van de hogere belangen te be
graven. Hij werd tweede man. Met deze neteligste aller
zaken ui kannen en kruiken begon Labour de opmars naai
de verkiezingsdatum in het najaar van 1964.
De partij slooi de gelederen en ging voorwaarts. In vele
jaren was de stemming er niet zo vastbesloten en hoop
vol geweest als op dat ogenblik.
J^e strategen van de Britse Conservatieve Partij hebben
zelf niet kunnen voorzien dat de algemene verkiezin
gen in Engeland eerst in het najaar van 1964 zouden
worden gehouden. Het is dan ook een unicum. Nooit tevo
ren is er een regering geweest, die gebruik heeft gemaakt
van zijn recht tot aan de limiet van zijn termijn aan het
bewind te blijven. Maar de Tories konden niet anders
meer. Hun beslissing in de loop van dit jaar genomen,
kwam voort uit het streven him nieuwe eerste man, Sir
Alec Douglas Home, tijd te geven om zich als premier een
vaste plaats te verwerven. Het kiezersvolk moest gelegen
heid hebben hem een beetje te leren kennen.
De Conservatieven zijn thans de verkiezingsstrijd Ingegaan in het
besef dat zij in deze course met slechts twee paarden niet de
favoriet zijn. Maar zij z(jn in ieder geval vastbesloten er op z'n minst
een foto-finish van te maken. In de toespraken die hun leiders in
deze weken houden, hamwen zij op de huns inziens reële kansen
voor een vierde stembusoverwinning in successie - en dat zou dan
een overwinning zonder precedent zijn. Er zijn wat lichte onaange
naamheden geweest, zo geven zdj toe. De Profumo-affaire, de crises
in het kabinet en het gevecht om de partijleiding na het heengaan
van MacMillan. Maar, zeggen zij. dat zijn nu eenmaal de risico's
die iedere zittende regering in de politieke en persoonlijke sfeer
te nemen heeft. Het ergste voor de Tories is misschien nog niet
eens, dat de narigheden in hun partij algemeen het vertrouwen in
dit eertijds zo van fatsoen en eensgezindheid blakende blok hebben
verminderd.'Minstens zo erg is, dat er voor hen weinig eer valt te
behalen uit het etaleren van de schisma's in politicis en in de partij
leiding bij hun tegenstanders. De vorige maal lagen de kaarten
anders. Wie nu vanuit de aanhang van Sir Alec schampere opmer
kingen zou maken over Harold Wilsons schermutselingen met wijlen
Hugh Gaitskell, is er al van tevoren van verzekerd dat hij de bal
onder hoongelach teruggekaatst krijgt. Anders dan In 1959 hebben
nu ook de Tories een strijd om de macht m hun annalen moeten
noteren. Het thema van de verkiezingsstrijd is dan ook anders.
Sir Alecs beroep op de kiezers om een hernieuwd mandaat is aan de
ene kant gebaseerd op de nog niet eerder vertoonde toene
ming van de levensstandaard onder dertien jaar Tory-bewind en
anderzijds op de verwachte dure consequenties van de verkiezing
van een Labour-regering. Het heeft er alle schijn van dat bij het
naderen van de vijftiende oktober een vernauwing van dit thema zal
optreden tot het uitmondt in de simpele slogan: „Het is goed leven
onder de Conservatieven - kijk uit dat Labour er niet de klad in
brengt". De vorige keer haalden de Conservatieven er hun derde
stembuszege mee.
Achteraf en objectief, zijn de afgelopen jaren inderdaad geweest
van het genre „U-hebt-het-nog-nooit-zo-goed-gehad" Maar deze
befaamde woorden van MacMillan worden in de handen van Labour
gehanteerd als een knuppel. Labour geeft toe, dat er materieel veel
gewonnen is, maar betoogt daar onmiddellijk met gestrengheid bij
dat die materiële winst gepaard is gegaan met een verslapping van
de morele kracht van het land, onder meer tot uiting komend in de
toegenomen en in de hand gewerkte goklust en een verzachting van
de drankwetten. Douglas Home heeft begrepen, dat in dit deel van
MacMillans erfenis gevaar school. Hij baseert zijn tactiek dan ook
niet alleen op wat bereikt is, maar bovendien op verreikende plannen
die nog vervuld moeten worden.
De Conservatieven vallen Labour aan op haar leerstellige hard
nekkigheid inzake nationalisatie, op de beperking der persoonlijke
vrijheid die zij met zekerheid na een zege van Labour verwachten,
op de onervarenheid van haar mensen in de sector van de hoge
overheid, op haar ijver om de onafhankelijke Britse kernmacht - een
Conservatief stokpaard - zo gauw mogelijk te schrappen en op haar
weigering om nu al tot ln details te vertellen wat zij als regerings
partij zal doordrijven.
De Tories hebben de afgelopen maanden gebruikt om zo veel moge
lijk de politiek van Labour af te kraken, de vinger te leggen op de
zwakkeheden en tekortkomingen in haar programma - en tegelijker
tijd om hun eigen programma een zo breed mogelijke bekendheid te
geven. Zij gaan er van uit dat. hoe meer de kiezers weten van La
bours politieke oogmerken, des te minder waarschijnlijk een
overwinning van Labour is. Hebben de kiezers vragen op dit punt,
welnu: Sir Alec geeft met graagte opening van zaken.
Wanneer MacMillan in staat was geweest het vertrouwen van
zjjn partij en van het land te behouden, dan zou - uit het oog
punt der Conservatieven - de ideale tijd voor verkiezingen gelegen
hebben in maart van dit jaar. In die maand was er juist een ware
vloed van politieke plannen geweest, de winter had slechts met
mate geheerst - en zeg niet dat het weer in de Britse politiek niet
van belang Is! - de werkloosheid was teruggevallen en de economie
vertoonde een fikse opbloei.
Toen zelfs eer MacMillan ziek werd. het inzicht doorbrak dat zijn
aanblijven iedere kans op een herstel van zijn partij zou vernietigen.
verdwenen de geruchten van verkiezingen in het voorjaar. Daarna
trad bij de Tories de gezagscrisis op en niemand in de partij repte
meer van het houden van verkiezingen. Toen Douglas Home het roer
van de Tories had overgenomen, hadden zij wel andere zorgen aan
het hoofd dan het oppoetsen van de stembussen. Hun eerste zorg was
nu Sir Alec autoriteit als regeringsleider en partij-kampioen te be
vestigen, hem gelegenheid te geven uit de serene sfeer van het Ho
gerhuis te wennen aan de onbarmhartige ..strapazen" van het la
gerhuis - en hem op te vijzelen tot een waardige tegenstander van
de allesbehalve schroomvallige Harold Wilson.
Deze opgaaf zou zelfs voor een groter man een kluif van belang
zijn geweest. In crickettermen zou men Sir Alec eerder een „gentle
man" dan een „player" noemen. Zonder al te zeer overdrijven kon
men stellen, dat hij in de politiek weinig meer was dan een amateur.
Deze man zou komen te staan tegenover een socialistische voorman,
die - sinds hij op 14 februari 1963 bij Labour aan de macht was ge
komen - snel in aanzien en gewicht was gestegen Maar wat zelfs
de vrienden van Douglas Home niet hadden verwacht gebeurde.
Na een wat weifelend begin paste deze Schotse edelman rich ver
wonderlijk snel aan Al spoedig toonde hij onvermoede politieke kwa
liteiten. Hij begon als een weinigbekende nogal onopvallende aristo
craat. Toen MacMillan hem had benoemd tot minister van buiten
landse zaken verklaarde iedereen de premier voor gek. Maar Dou
glas Home bewees toen al in korte tijd, dat de benoeming wed een
zeer geslaagde greep was geweest
Dat nam echter allemaal niet weg, dat hij voor de kiezers in het
voorjaar weinig anders kon ziln dan een onbschreven blad. De
vraag was toen: wanneer wel? Minister van financiën Maudllng
gooide een balletje op: juni. Maar Sir Alec, gebruik makend van het
principe dat het hele kabinet verantwoordelijk is voor de beslissingen
van de premier, raadoleegde zijn collega's man voor man.
De uitkomst van dit beraad wa= dat Sir Alec en zijn regering meer
tijd nodig hadden - dat zij in feite Iedere week die zij extra konden
krijgen broodnodig zouden hebben.
T^e meest „complete" politicus in hei
Britse Lagerhuis is zonder twijfel
Harold Wilson. Hij is een parlementa
riër van groot formaat, een agressief
spreker als geen ander. Hij is briljant
van geest, scherp in zijn reacties, in
zijn methoden en in zijn eerzucht. Als
alles loopt zoals hij zich voorstelt, is
hij binnen enkele weken minister-pre
sident.
Vanaf de 14e februari van vorig jaar,
de dag waarop hij tot de leiderspo
sitie van de Labour Partij werd uitver
koren, hebben de kiezers in Engeland
alle gelegenheid gehad om hem en zijn
politieke doeleinden te leren kennen.
Zij hebben kunnen lezen van zijn treffen
met Douglas Home in het Lagerhuis,
van zijn redevoeringen door heel het
land. Zij hebben uit talloze artikelen in
kranten en tijdschriften vernomen van
zijn gezinsleven en zijn carrière. Zij heb
ben hem gezien op televisie en gehoord
voor de radio.
Er bestaan tegen hem nogal wat voor
oordelen. Men zegt dat hij eigenlijk net
even te slim is. Men zegt verder dat hij
zijn persoonlijke eerzucht drijfveer heeft
laten zijn van zijn politieke zwenkingen.
Men zegt tenslotte dat hij een man is
zonder vrienden en zonder persoonlijke
genegenheden.
Maar hij heeft het bij het Britse kiezers
volk, ongeacht of het hem bij de alge
mene verkiezingen op 15 oktober zal
volgen of niet de indruk gewekt, dat
hg een efficiënte en bekwame eerste mi
nister kan zjjn.
Conservatieve politici zijn geneigd de
gevolgen van een Labour-overwinning
voor het Britse volk te overtrekken. Een
zege van Wilson zou niet, zoals de To
ries zeggen, betekenen dat economische
onverantwoordelijkheid zou binnentre
den, dat er een einde zou komen aan de
persoonlijke vrijheid en dat de invloed
van Engeland in het buitenland tot het
nulpunt zou zakken.
Hoewel Labour in het etaleren van de
details van zijn voorgenomen politiek
tot dusverre zeer terughoudend is ge
weest, heeft Harold WilBon al beloofd
dat vanaf het ogenblik waarop hij Dow-
ningstreet nummer 10 zal hebben be
trokken, er op het vlak van de verant
woordelijkheden van de landsoverheid
een enorme activiteit zal worden ont
plooid.
Hij heeft de omvangrijkheid van de taak
van premier en de noodzaak om een
nieuwe koers voor het land te bepalen
wel vergeleken met de „honderd dagen"
van wijlen president Kennedy, toen deze
in het Witte Huis trek cn de natie een
termijn vroeg om hem zijn waarde te
laten bewijzen. Er zullen nieuwe minis
teries komen. Er gaat een nieuw urgen
tieprogram van de helling. Het parle
ment krijgt een stapel wetsontwerpen
te verwerken die er niet om liegt.
De plannen van Labour zouden echter
gefrustreerd worden, wanneer zij een
te klein overwicht zou behalen. Wilson
heeft berekend dat hij ten minste een
meerderheid van veertig zetels over de
andere partijen gezamenlijk moet heb
ben om zijn eerste vijfjarenplan erdoor
te kunnen krijgen.
Maar zelfs met een royale winst is Wil
son niet aan het einde van zijn toekomst
verwachtingen. Wanneer hij half.oktober
voldoende ruggesteun krijgt, wil hij al
op korte termijn beginnen met het uit
zetten van de verkiezingscampagne voor
de volgende stembusstrijd in 1968-
1969 en zelfs van die voor weer vijf
jaar later.
Op het terrein van de internationale po
litiek ontlopen de bedoelingen van Sir
Alec niet zo veel. Beiden wiilen de vrede
gehandhaafd zien, beiden willen waken
óver de veiligheid van het Britse volk.
Maar Wilsons methoden* zijn totaal an
ders van die van zijn opponent.
Een van zijn eerste doeleinden zou zijn.
tot afspraken te komen over regelma
tig te houden topconferenties, telkens
ongeveer omstreeks de maand septem
ber. op het territoir van de Verenigde
Naties te New York. Wanneer derge
lijke conferenties een vast jaarlijks agen
dapunt zouden zijn. zou veel van de
spanning die deze samenkomsten pleegt
te begeleiden, worden weggenomen,
denkt hij. Wilson heeft die mening niet
louter op losse gronden. Hij heeft er de
opinie over gepeild in het Witte Huis
en in het Kremlin. Uit belde staatscen-
tra is hij niet zonder bemoediging heen
gegaan. Hij zegt trouwens, dat hij in
het Kremlin beter thuis is en dat hg
er meer vertrouwen geniet dan welke
andere Engelse of westerse staatsman
ook.
Het punt waarop de inzichten van La
bour en de Conservatieven het meest
uiteenlopen. Is dat van de onafhanke
lijke kernmacht. Labour doet er volle
dig afstand van. Dit is een van de felste
strijdpunten tussen beide partijen. Doug
las Home heeft er zelfs een halszaak van
gemaakt in zijn propaganda.
Wat Labour wil en van de kant van
Labour is besproken zowel met wijlen
president Kennedy als met president
Johnson is: het* akkoord van Nassau,
waarin de Britten van Amerikaanse
kant volledige deelname in het Polaris-
project werd toegezegd een nieuwe in
houd te geven Engelands socialisten
zeggen, dat Albion na de mislukking
van zijn plannen voor een onafhanke
lijke afschrikkingsmacht in de vorm van
„Blue Streak"-raketten alle verwachting
moet opgeven naar een dergelijk wapen,
dat zowel doeltreffend als onafhankelijk
zou moeten zijn. Zelfs als de Polaris-ra-
ket doeltreffend zou blijken te zijn. dan
zou het zo zegt Labour in Britse
handen nooit een onafhankelijk karakter
kunnen hebben.
MEEST COMPLEET
EN AGRESSIEF
Wilson wil wel, al is zijn onderhande
lingspositie in dit opzicht niet groot,
meer zeggenschap van Engeland en de
N.A.V.O. over het eventuele gebruik van
het Amerikaanse kernwapen. In de toe
komstvisie van Labour is geen plaats
voor een situatie waarin Engeland een
kernwapen eenzijdig zou willen gebrui
ken, dus zonder dat de Amerikanen er
mede in zouden worden betrokken.
In dit opzicht is er intussen wel iets
gebeurd, dat op de verwachtingen van
Labour een domper heeft gezet. In Ame
rika is senator Barry Goldwater uitge
roepen tot kandidaat voor de Republi-
keinse Partij.
Zelfs al is de openbare politieke mening
in Engeland zo. dat men aan de Ameri
kanen genoeg gezond verstand toeschrijft
om Gohvater in november de voet dwars
te zetten, dan nog blijft de Labourpoli-
tiek op dit punt bewolkt door onzeker
heid. Zelfs Harold Wilson mag niet ho
pen, dat hij een regering in Washington
onder Goldwater in enige mate bij kan
sturen. Maar Wilsons troost is, dat ook
de politieke vooruitzichten van de Con
servatieven door de dreiging van Gold
water wat m de lucht zijn komen te
hangen.
Harold Wilson verwerpt de Amerikaanse
idee van multilaterale kernmacht ter
zee. Tot dusverre heeft de Conservatieve
regering zich er nog niet over uitge
sproken. Labour is er tegen, omdat deze
gedachte ingaat tegen haar eigen poli
tiek. die verbreiding van het kernwapen,
dat op deze manier ook in Duitse han
den zou kunnen vallen, wil voorkomen.
In deze gedachtengang past geheel de
doelstelling een algemene ontwapening
te beginnen niet een verbod tot uitbrei
ding van het kernwapenarsenaal.
Labourleiders ontkennen met klem, dat
zij zouden streven naar een Brits soort
isolationisme. Maar wel zal de Labour-
partg als regeringsmacht veel meer te
rughoudendheid aan de dag leggen te
genover suggesties om toe te treden tot
de E.E.G. dan de Conservatieven in het
verleden deden of in de toekomst
zouden doen.
De Tories zouden, als president De Gaul
le er niet tussen had gezeten, ln 1962
toegetreden zijn tot de Europese Markt.
Labour zou dat op de toenmalige con
dities nooit hebben gedaan, omdat zij
meent dat de belangen van het Gemene
best er onvoldoende waarborgen by ont
vingen.
De Conservatieven hebben daar een
waarschuwend antwoord op. Zij be
togen dat de voorwaarden die Labour
voor toetreding stelt zo scherp zijn. dat
het Europa van de Zes er niet over zou
denken een Labour-istisch Engeland op
te nemen. Wilson noemt dit een leugen.
Maar anderzijds stelt hij dat Labour
veel krachtiger dan de Tories wü
waken over de banden op handels-, po
litiek- en economisch terrein met de lan
den van het Gemenebest. Het is een
merkwaardige zaak: met Wilson aan
het hoofd is de socialistische partij in
opmars gegaan onder de oude banieren
van het Brits Imperium en wie zegt
dat hij die banieren niet van de Tories
heeft gekaapt, doet de waarheid lichte
lijk geweld aan.
De Conservatieven hadden gedacht, dat
Harold Wilson tegenover verwikkelin
gen in het buitenland waarbij Engeland
betrokken is (Cyprus. Maleisië en Afri
ka i een houding van ..handen-af" zou
aannemen. Zij zijn bedrogen uitgekomen.
Labour wil er evenzeer als de Tories
voor werken om Britse belangen waar
ook ter wereld te beschermen al hou
den de socialisten wellicht wat meer
rekening met bepaalde lokale of regio
nale eisen.
In de binnenlandse politiek is de visie
op langere termijn van Labour gericht
op doorvoering van de nationalisatie,
waaronder de staalindustrie zou komen
te vallen en voorts stadsgrond, wegver
voer en waterleiding. De overheid zou
sterker gaan investeren in de particu
liere industrie en er daardoor meer zeg
genschap over krygen. Sociale zeker
heid. onderwijs en justitie zouden in
sterke mate de bezorgende aandacht van
■ie regering hebben.
Maar de eerste zorg van Laboor na een
eventuele overwinning op 15 oktober is
de economie te behoeden tegen een ter
stond optredend verlies aan" vertrouwen
in het b" itenland en haar draaiende te
houden tot de economische plannen van
de partij effect beginnen te sorteren. Es
sentieel in dit verband is de kwestie de
vakbonden, bondgenoten van de party,
ertoe le bewegen een geleide loonpoli
tiek te aanvaarden.
Wilson en zijn medewerkers vertrou
wen erop. dat zij het wat dit aan
gaat wel zullen klaren. Uit deze houding
spruit hun vaste overtuiging voort, dat
zij de economie van het land nieuwe
kracht en groter weerstandsvermogen
kunnen geven. En dat is een voorwaar
de „sine qua non", willen zg hun belof
ten uit de verkiezingsstrijd tot realiteit
maken.
In het midden van deze maand moeten
de Britten hun keus bepalen. Alle voor
spellingen en voortekenen ten spijt blgft
de uitslag ongewis tot de stembussen
geopend worden. Pas dan zal blgken of
het land met Sir Alec koers zal biyven
houden op rechts of dat het onder
Wilson de reuzenzwaai zal maken: naar
links.