BOGAERSWONING
Lappeu/ol
en de
spoortrein
HANDGEBREIDE WINTERMODE 1964-1965
O
m
*5
7\
73
Zuivelkeuken
van Rotterdam
naar Den Haag
Overvloed aan
menggarens
Zaterdag 3 oktober 1964
Lappewol, het kleine konijntje uit het bos,
wilde zo graag eens met een echte trein mee
rijden. Maar ja, konijntjes zie je nu eenmaal
niet vaak in de trein zitten. Konijntjes heb
ben geen geld om een kaartje te kopen en
bovendien, wat zouden ze zo ver van huis
alleen moeten doen. Nee, dat gebeurt nu
eenmaal niet.
Of zou het soms toch een heel enkel keertje
wel eens gebeuren? Wat denken jullie daar
van? Ja hoor, ééns is er echt een konijntje
een reis met een spoortrein gaan maken, zo
maar helemaal alleen. Dat konijntje was
Lappewol en hoe dat gebeurde zal ik nu eens
gaan vertellen.
Lappewol zat vaak naast de spoorbaan in het
gras te kijken naar de treinen die daar heel
hard voorbijreden. Soms was het een rode
trein, soms een groene en ook wel eens een
blauwe. Op een mooie zomerdag toen hij daar
weer zat te. kijken gebeurde het dat er een
rode trein langskwam die helemaal niet hard
reed, nee, het leek wel of hij wilde stoppen.
Ja hoor, het was zo. Een eindje verderop
stond de trein opeens helemaal stil. Er kwam
een man uit, de machinist die met een grote
hamer in zijn hand naar de rails ging staan
kijken. Nieuwsgierig hipte Lappewol nader
bij. „Waarom stopt u hier, meneer de ma
chinist, is er iets stuk aan de trein?" vroeg
hij. „Hé, wat is dat nou, ben jij een konijntje
dat kan praten?", zei de machinist verbaasd.
„Nou, als je dan zo goed kunt praten, kun
je mij ook wel vertellen waarom hier zo'n
rood vlaggetje staat", zei de machinist,
„want zie je, voor rode vlaggen moeten alle
treinen altijd stoppen, maar hier snap ik er
niets van, alle rails zijn goed en waarom
zou er dan zo'n rood vlaggetje staan?"
„Oh", zei Lappewol, „dat weet ik wel; er
hebben hier jongens gespeeld en die hadden
allemaal vlaggetjes bij zich en ik denk dat
een van die jongetjes zijn vlag heeft ver
geten". „O, is het dat", zei de machinist,
„dan neem ik dat vlaggetje maar mee en ga
ik er maar weer vlug vandoor".
Meteen wipte hij met zijn grote hamer de
locomotief weer op en wilde net weer weg
rijden, toen Lappewol ineens met een grote
sprong naast hem op de locomotief kwam.
„Hé, zeg, wat is dat", zei de machinist. „Ach,
toe, meneer de machinist, ik heb u van het
vlaggetje verteld, mag ik nu asjeblieft een
klein eindje meerijden op de trein, dat heb ik
altijd al zo graag gewild", smeekte Lappe
wol. De machinist krabde eens aan zijn ach
terhoofd, bekeek Lappewol nog eens en zei
toen: „Nou, vooruit dan maar, eigenlijk mag
het niet, maar je lijkt me nogal een lief ko
nijntje, dus ga daar maar in het hoekje voor
het raam zitten. Hou' je goed vast, dan gaan
we gauw rijden". Lappewol zat als een muis
in zijn hoekje, doodstil en met grote ogen
keek hij naar buiten. Tjonge, tjonge wat ging
dat vlug. Kijk, nu waren ze het bos alweer
voorbij en daar was het dorp. Roets, alweer
erdoorheen en nog harder ging het, heel, heel
hard, geen enkele auto op de weg naast de
spoorbaan kon zo vlug rijden. Lappewol ge
noot. „Kijk, konijntje", zei de machinist, „zie
je die toren daar in de verte, daar gaan we
weer stoppen op het station en daar breng
ik jou naar de machinist van een andere
trein. Die kan je dan weer terugbrengen".
„Dat is goed", zei Lappewol, die het heerlijk
vond dat hij straks nog eens in de trein zou
mogen.
Op het station gekomen ging de machinist
met Lappewol naar de andere trein toe en
gelukkig vond de andere machinist het best
om Lappewol mee terug te nemen. „Is het
een zoet konijntje", vroeg hij nog even. „Ja
hoor, dat gaat best", zei de machinist Voor
dat Lappewol het goed besefte, reden ze al
weer, nu dezelfde weg terug. „Zeg konijn",
zei de machinist, „waar woon je eigenlijk?"
„O ginds" zei Lappewol „eerst door een dorp
je, dan langs een groot bos en dan komt er
een korenveld en dan weer een bos, nou en
daar woon ik". „Ja maar, daar mag ik niet
stoppen hoor", zei de machinist. „Oh, weet
u wat? Mag u wel stoppen aan een klein sta
tionnetje?" „Ja, dat mag wel". „Nu, even
voorbij mijn bos is een heel klein stationne
tje, als u daar dan heel eventjes stopt wip ik
eruit en dan kom ik heus wel weer goed
thuis". „Afgesproken", zei de machinist.
En zo deden ze het ook. De machinist stopte
met de trein aan het kleine stationnetje, Lap
pewol bedankte hem voor de fijne reis en
wuifde de trein nog lang na. Toen liep hij zo
vlug hij kon naar huis en dat hij daar veel
te vertellen had, kun je begrijpen.
SINDS het woord „Bogaerswo-
ning" voor het eerst viel zijn er
diverse woorden aan gespendeerd,
door voor- zowel als tegenstan
ders. In het begin leek de groep
die in de contramine was het
grootst te zijn. Er brak een
stroom van geruchten los: de wo
ningen zouden zonder gootsteen,
zonder goot, ja zelfs zonder vloe
ren gebouwd worden, het ene ver
haal was al dwazer dan het an
dere. Feit is dat de woningen
goedkoop zijn, een feit ook is, dat
dit ergens uit moest komen, en
een feit is bovendien dat er toch
mensen waren die met het idee in
zee durfden gaan. Of de huizen
technisch verantwoord zijn is een
vraag die wij niet durven en
ook niet kunnen beantwoorden.
Er zonder meer sceptisch tegen
over staan is echter wel wat te
overhaast conclusies trekken. Het
leek ons, uit vrouwelijk oogpunt
bezien, wel aardig een bewoonster
van een der intussen in Zeeland
gebouwde Bogaerswoningen enke
le praktische vragen te stellen.
Wij werden door een huisvrouw
uit 's-Heerenhoek, die sinds vier
maanden haar huis bewoont, wel
willend te woord gestaan en gast
vrij in haar huis rondgeleid.
Mevrouw C. Gijs-Peperzak (foto) uit
de Willibrordusstraat is nieuwsgierig
bezoek wel gewend. Belangstellen
den, vreemden, zelfs enkele burgemees
ters liet zij een rondgang door het huis
maken. En iedereen zei, voldaan (of wat
teleurgesteld): „Hee, 't valt me veel
mee".
Want wat men te zien krijgt is eigen
lijk een heel gewoon huis, wel een leuk.
prettig huis, maar nergens krijgt men
de indruk dat er concessies zijn gedaan
aan comfort of ruimte.
De woning is praktisch ingedeeld. Van
de voorkamer, ongeveer zes meter lang
is één helft vier meter breed. De andere
helft heeft 1 meter moeten afstaan aan
de keuken, wat in de praktijk zijn nut be
wijst. De kamer heeft afmetingen die
een inrichting met 'n persoonlijk toetsje
toestaat. Zowel de eet- als de zithoek
kunnen zonder bezwaar worden verwis
seld.
De huisvrouw die zich onnodig lopen zal
willen besparen kiest wellicht toch de
hoek waarin een doorgeefkast naar de
keuken is bevestigd, maar dat hoeft wat
de verdeling van de maten in de kamer
betreft beslist niet. Mevrouw Gijs heeft
de meest praktische oplossing gekozen.
In de eethoek is nog ruimschoots plaats
voor een wandmeubel, bij de eethoek
staat een fraai, groot bergmeubel bene
vens een tweetal fauteuils, een royale
bank en een fikse bijzettafel. Eventuele
kinderattributen, zoals een box en kin
derstoel zullen later zonder bezwaar een
plaatsje kunnen krijgen. Zowel aan de
voor- als aan de achterzijde is het huis
voorzien van een raam dat het grootste
gedeelte van de muur in beslag neemt.
„Of dat met het stoken bezwaarlijk zal
zijn weet ik nog niet, omdat ik nog geen
winter heb meegemaakt, In ieder geval
vind lk het tot nu toe erg fijn, doordat
Je alpjd licht en zon in huis hebt. Mijn
planten gedijen dan ook geweldig goed.
Ja. met zemen heb Je behoorlijk veel
werk natuurlijk".
Mevrouw Gijs is bijzonder tevreden over
haar huls. Mankementjes heeft zij nog
niet kunnen ontdekken of het zou een
aantal kleine scheurtjes moeten zijn in
de aangestreken muren in dc, keuken.
.Maar ik geloof dat je dat in elk nieuw
huis wel hebt. De vloeren waren in ieder
geval gauw droog en we konden vrijwel
meteen vloerbedekking laten leggen.
We hebben tijdens de bouw aanwijzingen
kunnen geven. Zo zouden er oorspronke
lijk in de gang, keuken en w.c. tegels
worden gelegd. Daarvoor in de plaats
hebben we een plastic vloerbedekking
gekozen".
Misschien wortelen de geruchten over In
complete hulzen ln de omstandigheid
dat enkele ondergeschikte ontwerpen
niet waren gecalculeerd in de bouwprijs
van 14.000. Het echtpaar Gijs heeft in
de grote slaapkamer een wastafel laten
aanleggen, en de schoorsteen van rode
Bteentjes vervangen door een met na
tuursteen bekleed exemplaar. De geplan
de drie rijen tegels boven het aanrecht
in de keuken lieten ze tot vier uitgroeien
en de keuken mist een pannenboord en
kastjes.
„Ten eerste vind ik dat niet eens mooi,
en bovendien heb ik, met de doorgeef
kast en de gootsteenkastjes voldoende
plaats. De meterkast, die je in sommige
huizen in de kamer ziet hebben ze in de
gang weggewerkt en ook daar kun je
nog wat ui bergen. Het is werkelijk heel
handig gedaan En dan zorgt ook een
royale kast onder de trap nog voor een
plaatsje voor de provisie.
De keuken heeft, door de „gestolen"
meter van de voorkamer zowel
ruimte voor een koelkast, als een
wasmachine en een fornuis. En sommige
vrouwen benutten het schuurtje, dat
achter het huls staat als wasplaats. Een
eenvoudige afvoer is ten slotte aange
legd en de ruimte is voldoende.
Drie slaapkamers bevinden zich op de
eerste verdieping. Een kleintje, twee
grote. Elke kamer heeft een losse kast.
Om licht op het portaaltje te kunnen
hebben is een der deuren voorzien van
matglas. De deuren zijn werkbesparend,
helemaal glad. De kleur van de verf Is
door de bewoners zelf uitgezocht. Een
douchegelegenheid is achter een der
grote slaapkamers. Het onderste gedeel
te van de wanden is van gevernist, licht
grijs betonemaille afwasbaar. Een be
scheiden raampje zorgt voor een decen
te ventilatiemogelijkheid.
„Er ontbreekt eigenlek niets, of het zou
een scheidingsmuurtje tussen de hulzen
moeten zijn. Er staan alleen wat paal
tjes met draad. Nu geeft dat niets, maar
Voor de rest begrijp ik niet waar alle
praatjes vandaan komen. De aannemer
heeft de huizen ln de winter gebouwd,
toen het niet zo druk was. Dan kan het
al goedkoper natuurlijk. Ik weet ook
wel dat zê nog al grote stenen hebben
gebruikt, dat bespoedigt het tempo ook
wel. De bouw heeft zo ongeveer een half
jaar geduurd". Het initiatief is van de
aannemer uitgegaan. Hij richtte vorig
jaar de vraag tot de heer Gijs of h|j be
langstelling had. „We waren er eerlijk
gezegd wat huiverig voor in het begin,
want je hoorde er veel over spreken. De
kranten Btonden er vol van en ook de
televisie liet zich niet onbetuigd. We
hebben het uiteindelijk aangedurfd. We
hebben de tekeningen en het bestek be
keken en kwamen tot de conclusie dat
eigenlijk alles wat een normaal huis be-
De demonsfraliekeuken van hel
Nederlands Zuivelbureau die vijf
jaar lang onderdak vond in hel
Bouwcentrum te Rotterdam, i»
dezer dagen verhuisd naar Den
Haag. In de eerstvolgende jaren
zal men de „zuivelkeuken" kun
nen vinden in het gebouw Kneu
terdijk 2a in de hofstad.
Zestigduizend kooksters hebben
tijdens de vijf Rotterdamse jaren
ln dc zuivelkeuken voorlichting
gekregen over het zo veelzijdig
mogelijk gebruik van melk en
zulvelprodukten. Bij die zestig
duizend waren zowel huisvrou
wen als leerlingen van huishoud
scholen, maar ook beroepskoks
weten van t|jd tot tijd de weg te
vinden naar dit voorlichUngslnstl-
tuut van het Nederlands Zuivel
bureau.
hoort te hebben er in verwerkt was".
„Heeft uw man of U verstand van hul
zen?"
„Nee".
,.Sp|jt?"
„Geen enkel", zegt mevrouw Gijs beslist.
Het echtpaar G.ijs was een van de eer
ste Bogaershuis-bewoners. Voor zo
ver zij weten zijn ook de andere bewo
ners van het zeven huizen tellende rijtje
in 's-Heerenhoek best tevreden.
Enkele onvolkomenheden, zoals bijvoor
beeld een onbetlmmerde vliering (,je
kunt alleen over de balken lopen, maar
het enige wat je er opzet is rommel"),
en het gemis van een fonteintje in de
w.c. zien ze niet als bezwaarlijk. „We
hebben het van het begin zien opbou
wen, veel foto's er van gemaakt, dat
was erg leuk. Achter hebben we een
tuintje waarin we groenten verbouwen.
Aan de voorkant gaan we een gazon
aanleggen en wat bloemen. De gemeen
te legt voor het huis nog een plantsoen
aan. We hebben het hier heel erg naar
ons zin".
Haar huls, waarvoor over de aanvraag
binnen een maand gunstig werd beslist
is een van de veel-omstreden eerste Bo
gaerswoningen. De prijs, 14000 (plus
de grond) was destijds een financiële on
begrijpelijkheid voor velen. ,Zo goedkoop
zrjn ze nu al weer niet meer. De grond
is in prijs gestegen, en de loonsverhoging
van lO'ó heeft ook de prijs beïnvloed.
Er komt alles bij elkaar nu zo'n vier
duizend gulden bij, schat ik".
Het is nog een vrij bescheiden getal
naast de gigantische vraagprijzen die
men in de advertenties ziet opduiken.
En nogmaals, over hulzen hebbea we,
wat kwaliteit betreft, geen enkele ge
fundeerde opinie. Maar dat een er zich
dagelijks in bewegende huisvrouw er te
vreden over is staat, althans in dit ge
val, wel vast. Waarom zouden de pessi
misten niet eens voor één keertje onge
lijk gehad kunnen hebben? Voor me
vrouw Gijs in 's-Heerenhoek hebben ze
het in ieder geval al vier maanden
lang
|\Aen zegt dat de Europese vrouw
op het ogenblik méér breit
dan ooit tevoren. Een voor de
hand liggende verklaring voor die
activiteiten is het toenemend
kwantum vrijetijd voor de huis
wouw: moeder breit terwijl de
mechanische hulpjes-in-de-huis-
houding het werk doen. Een an
dere veelgehoorde motivering is
dat het medium televisie die brei-
rage op z'n geweten heeft: het
geeft de super-breisters fijn de ge
legenheid om nuttige met aange
name zaken te verenigen en hele
garderobes bij elkaar te breien,
zonder dat de gebeurtenissen op
het scherm verwaarloosd hoeven
te worden.
Die super-breisters zullen intussen met
vreugde ontdekt hebben dat er
een duidelijke breisector zit in de
mode van komende winter. Gebreide ja
ponnen, al dan niet met een col, gebrei
de jassen, gebreide kousen er z|in ge
noeg inspirerende objecten in de huidige
mode om de hele winter met kluwen en
breinaalden „onder de pannen" te kun
nen z|jn!
Poncho, gebreid in fantasiesteek;
de verschillende vierkanten hebben
contrasterende kleuren. Het ma
teriaal is een menggaren van mo
hair en acryl.
Wel 1st de breierij van tegenwoordig eni
ge voorbereiding wat de keuze van het
materiaal betreft. Want alle breigaren is
(allang) geen wol meer en er zijn diver
se mengsels en mengseltjes van wol met
synthetische garens die elk voor zich
hun speciale toepassingsmogelijkheden
hebben.
Natuurlijk is er nog altijd zuivere wol
te koop. ondanks de geweldige opkomst
van de synthetische vezel. Zuivere wol
in drie-, vier- of vijf-draadsuitvoering, in
de traditionele pastelkleuren, in heldere
tinten, in de moderne gedekte modekleu
ren en in gemêleerde tinten. Voor baby-
kleding is het nog altjjd een veelver-
kocht produkt, verder wordt het aanbe
volen voor licht breiwerk: vestjes en
truien, een rok met bloesje, een japonne
tje voor het overgangsseizoen.
Op het terrein van de menggarens
wordt de keuze al wat moeilijker.
Daar kan men een breigaren ontmoeten
dat uit 90 pet wol en Ï0 pet acryl of
rhovyl besta3t en dat speciaal bedoeld
is voor sportief breiwerk: sjaals, mut
sen, stevige pullovers en plaids. Of een
breigaren van 100 pet crylor (geheel
synthetisch dus) waarvan licht en zo
mers fantasiebreiwerk kan worden ge
maakt en dat een zeer fijne draad heeft.
Het wordt bovendien als een ideaal ma
teriaal voor gehaakte kleding be
schouwd.
Glanzende effecten kunnen worden be
reikt met garens van 90 pet crylor en 10
pet rhovyl. Over draion, de bekende syn
thetische vezel van Duitse bodem hoeft
weinig gezegd te worden: de eigenschap
pen van het materiaal zijn bekend ge
noeg en handhaven zich ook in de ge
mengde breigarens (55 pet draion45
pet woldie aanbevolen worden voor het
maken van truien, jasjes en allerlei
sportkleding.
Nog meer voorbeelden? Zuiver wollen
garens die via een siliconenbehandeling
water- en vlekafstotend zijn gemaakt en
daardoor zeer geschikt zijn voor water
en wintersportkleding; menggarens van
crylor, wol en rayon die bestemd zijn
voor het maken van dik breiwerk en een
tweedachtig effect geven; de „dierlijk-
chemische" combinatie van 60 pet mo
hair met 40 pet wol die voor het breien
van diverse accessoires (sjaals) en voor
zomerbreiwerk bestemd is; nattégarens
(90 pet wol en 10 pet acryl- voor volu
mineus en warm breiwerk, aanbevolen
voor sportkleding en zelfs voor de
kens!
En daarmee is het eind van het brel-
garenlatijn nog niet in zicht, want
er zijn nóg meer soorten. Verdwa
len hoeft men overigens niet in deze ma-
terialenovervloed, want de moderne brei-
partonen geven duidelijk aan welk soort
wol voor een bepaald kledingstuk de bes
te resultaten geeft.
Van die resultaten laat de wlntermode-
sho'.v van „Laines du Pingouin" die tot
eind oktober door Nederland reist, het
een en ander zien. Opvallend in deze col
lectie is wel dat het gehaakte kleding
stuk het in modieus opzicht vaak blijkt
te winnen van het gebreide dito. Goed
haakwerk heeft bovendien vaak meer
de „professional look" (zoals de mode
deskundigen het zo fraai weten te zeg
gen) dan breiwerk.
Goed haakwerk kan zelfs resulteren in
een pakje dat als gelegenheidskleding
kan worden gedragen: van zwart open
haakwerk over een voering van donker
rode zijde. Dergelijke effecten bereikt
men maar zelden met breiwerk hand-
gebreide cocktailjaponnen handgebrei-
de avondblousjes het bl(jft op de eer
ste plaats „breisel".
Gebreide en gehaakte mode: links
eeji uit zuiver wollen garen gehaakt
pukje met enigszins afstaande
halsuitsnijding, daarnaast een ge
haakt Chanel-pak uit een fantasie
garen waarin crylor, wol en rayon
verwerkt zijn. De herentmi en de
mantel zijn gebreid: ook op de foto
is tc zien dat de gehaakte kleding
hel in wodieus opzicht wint van
de gebreide.'
Geen nood: wie coüte que coüte wil
breien kan in het sportieve genre alle
kanten uit met de veelheid aan breiga
rens die in de winkels ligt. Strepen in
verschillende kleuren, in een afwisseling
van breed naar smal, in een combinatie
van horizontaal en verticaal of (ter gar
nering van een effen trui) in schuine
verwerking zijn present in de winter-
breimode '64-'65, evenals effen pakjes
met biezen, kragen en zakjes in een fan
tasiesteek.
Cols kunnen „gewoon" in het rond ge
breid worden, maar ook van voren hoog
gesloten worden met veel kleine knoop-
jes-plus-knoopsgaten. Jasjes gehaakt
of gebreid) kunnen Chanel-accenten
krijgen door biesjes in afstekende tint,
of een blazeridee door een dubbele slui
ting van koperen knopen. En wie de
tricotsteek te gemakkelijk vindt kan
zich uitleven in allerlei fantasiesteken en
werkjes, waarbij deze winter ook de ka
belsteek weer acte de presence geeft.