BALLAST
VAN PLU'S
EN TASSEN
Niets over
het hoofd
gezien
GROTER VRAAG NAAR BETER SIERAAD
Frileuse voor
koude dagen
Najaarsmode
foundations
in
Provinciale Zeeuwse Courant vrijdag 25 september 1964 0 najaarsnummer pagina 9
Foto rechts boven: als praktische maar charmante
balla-stfungeert Milly's plu: uitgevoerd in beige-
ombré, vanuit liet midden naar de buitenkant don
kerder wordend. Haar mantelpakje is van een helder
rode wollen stof gemaakt, gegarneerd met een klein
zwart kraagje en een dubbele rij zwarte knoopjes.
De voorzijde is doorgestikt en heeft twee kleine
steekzakjes opzij. Dit charmante pakje, waarvan de
rok volkomen strak is, kan ook, met twee grote
pompons in de kleur zwart als speelse extra-versier
sel, worden gedragen.
Het zwart-xoitte manteltje van Hannéke is voorzien
van een grote shawlkraag, aan de binnenkant met
effen groene stof gegarneerd. Aan de uiteinden be
vinden zich twee grote, bijna baldadige, groene pom
poenen. Het manteltje heeft een xoijde rug en sluit
met zwarte knopen. Haar muts, in dezelfde groene
tint, heeft een zivart randje en een zwarte kwast. De
muts kan xoorden omgedraaid en vertoont dan een
zwarte buitenkant met groene rand en kwast.
Boven: Milly blijft wandelen, zij gokt op mooi weer
en heeft een antracietkleurig japonnetje uit de
kast gepakt. Het jurkje ontleent een speciale charme
aan de grote kraag met stropdasje, waarvoor een
pied-de-poule stof werd gekozen. Haar rode beauty
case, een ruim en chic model, geeft aan het geheel
een vrolijk toontje.
£^e kleur der tassen is dit najaar, hoe kan het an
ders, bij meer dan tachtig procent zwart. Als
men zo alle mode-branches eens nagaat blijkt dat
de favoriete kleur te zijn. Vrees dat het alle
maal een beetje somber zal zijn hoeft er echter
niet te bestaan. Echt helemaal pikzwart hoeft het
allemaal niet te zijn, het is meer de vaste draad
die door het modebreiwerk loopt.
Het komt op combineren aan. Als Iedere vrouw dat nu
met smaak doet wordt het gegarandeerd een zeer
chic geheel. De heer Schuitema, te Middelburg toonde ons
de collectie van „Byou". De tassen zijn gedistingeerd uit
gevoerd, in alle mogelijke modellen, sommige smaakvol
gegarneerd. „Het gaat tegenwoordig niet meer zozeer om
het model, hoewel dat belangrijk blijft, maar om het ma
teriaal. Er wordt sterk op kwaliteit gelet. Plastic-fabri
kanten schakelen alweer over op leer, want daar is veel
meer vraag naar".
Zwart mag dan dominerend zijn, alleenheerser is het nu
ook weer niet. Bruin, naturelkleuren en de cognac- of
bernsteintint mogen ook mee aan 't handje.
Voor de teeners zijn er nog steeds de schapeleren
„kreuk"-tassen met het antieke effect. Het leer wordt
namelijk bewerkt met hete stoom. Voor de jongeren ook
is een klein kofferachtig model, met een handgreep plus
een lange schouderriem. De garneringen zijn nogal simpel
gehouden, maar ze zijn goed gekozen. Een overslagje,
een vetertje aan de voorkant, doorgestikte biezen of een
contrasterende band over de voorkant.
De skai-tassen, heel gewild, zijn vrij groot. De sierbeugels
zijn niet veranderd, eenvoudig gebleven. Skal-dur tassen
zijn er ook met skai-suède, een materiaal dat het voordeel
heeft afwasbaar te Zijn en bovendien aardig is om naar
te kflken.
Ook tassen van echt suède zijn in opmars. In de sportieve
modellen in alle modekleuren, hoewel camelkleur de voor
naamste is, naast bruin. Het model is royaal.
Schapeleer krimpt men, alvorens het te verwerken, via
chemische weg en dan verkrijgt men de zogenaamde
yaki-tassen, met hele diepe nerven. Naast suède tassen
zijn er ook de exemplaren van leer met suède garnering.
Soms half om half, dan weer alleen rond de sluiting, of
als biesje.
De vraag welk land de tassenmode beïnvloedt is wat moei
lijk te beantwoorden. In feite beïnvloeden ze elkaar. Duits
land is er mee begonnen, Italië volgde. Nu is het zuide
lijk Frankrijk dat het meest de toon aangeeft.
Op uw reis, waar ook naar toe, kan een paraplu onont
beerlijk zijn. Voor de jonge meisjes zijn ze er in zwart, -
donkerblauw, mosgroen, rood en ombré (meerdere, in
elkaar overlopende kleuren).
Ook is men aan het combineren geslagen. Pluutjes met
een gebloemd middenstuk en effen rand, of andersom, en
ook wel regenschermen met een uni dak en een gebloemde
binnenzijde. En deze zijn zowel in de opvouwbare als de
normale paraplu's te krijgen.
Voor de heren is de zelfopenspringende paraplu een
plezierig foefje. Vooral de automobilist, die het ding
niet in de wagen kan ontvouwen (hij komt er gegaran
deerd niet uit) en ook lastig buiten de %vagen (want hij
wordt gegarandeerd toch nat) zal er plezier van hebben.
Het enige wat hij heeft te doen is één hand naar buiten te
steken, natuurlijk net die ene hand waarin hij de paraplu
vasthoudt, en met de andere kan hij dan een knopje in
drukken waardoor de paraplu razendsnel open springt.
Er is eigenlijk niets over het hoofd gezien door de
de hoedenonlwerpers, want zowel hef modische
als het praktische aspect komt aan zijn trekken.
Elegante toques, pikante baretten, modieuze cre
aties kwamen uit de verf in materialen die lekker
warm aandoen en bovendien, bij voorbeeld hef
veel gebruikte fluweel, met waterafstotende
eigenschappen.
Wat de kleuren betreft denkt men, met de nodige
reserve, aan zwart, donkerrood zwemend
naar Bordeaux blauw (iris), goudkleur en cognac-
en whiskeytinten. Misschien ziin de ontwerpers aan
het werk geslagen na een rondgang door een distll-
4- ,Jatn
camelmantels kleurt. Veel keus, veel kleuren, maar
hoedt U voor extravaganties. Eenvoud kenmerkt
thans de mode. De modelletjes zijn leuk, jeugdig en
vaak gemakkelijk. Baretten bijvoorbeeld, dit najaar
gelanceerd voor de volwassen vrouw. Een gedekt
ruitje, een zacht fluweeltje 't is weer eens iets an
ders.
Bij veel hoofddeksels valt het accent op de achter
kant. Grote strikken of andere garneringen, en
gladde voorkanten. Zo'n hoed vraagt natuurlijk we!
een mantel met een platte kraag, want anders kost
het aankleden hoofdbrekens.
Voor de feestdagen zhn de meeste modellen nog een
beetje in petto gehouden. Wederom fluweel, zo mag
alvast wel worden aangestipt, en veertjes. En dan
veertjes in allerlei kleurtjes, met een beetje parel
moereffect, en op één hoedje in twee tot drie tinten
verwerkt. Een grappig exemplaar is een groen ba-
retjè met een wit stukje bovenop de bol. Bol is
trouwens ook het model van de meeste hoeden, en
dat is fijn voor alle vrouwen, want zowel hoge als
lage kapsels hebben niets te lijden.
Voor de jongere meisjes zijn er eveneens baretten,
vlotte hoedjes, en, voor strenge winters, fijne mut
sen. Van bont, of van een materiaal dat een soort
wollen tricot is en dat doet denken aan een grofge-
breid exemplaar, maar dan wel veel mooier.
Er zijn mutsen die lekker warm over de oren kun
nen worden getrokken, hetgeen natuurlijk altijd
wel kan, maar het elegante effect gaat dan meestal
verloren. Bij deze speciale mutsen niet, en zij kun
nen ook, tijdens een warm winterzonnetje, boven de
oren gezet worden. Een schattige bontbaret met een
hele grote pompon op de kruin is een van de ont
werpen die Kunnen worden gedragen bij een mantel
met bontgarnering. Men streeft
bij elke gril van net modebrein e
de 1
hoed
te verschaffen. En zo zijn er ook bontmutsen van
nertz en persianer te ontdekken. Duur, nou en of,
maar ook verkrijgbaar in namaak, en voor de leek
gebreide, mohair mutsen, plezierig om naar te kij
ken. Frisse combinaties, met grappige pompons, en
niet te onderscheiden van echt.
Vrolijke mutsjes voor de kinderen. Veelkleurige,
bijpassende wantjes. Rood en blauw zijn de kleuren
die hoofdzakelijk zijn verwerkt, eventueel met wit,
en af en toe groen. Voor de kleine meiskes zijn er
tevens de geklede hoedjes, voor kerkbezoek e.a.
Mevrouw Eversdijk-Schrijver uit Goes laat alle mo
dellen die zij toont vergezeld gaan van een commen
taartje. En uit hoofde van haar beroep kan zij er
natuurlijk met kennis van zaken over vertellen. De
modellen zijn voor haar niet nieuw, want enkele
de uit Frankrijk afkomstige zijn al vier maanden
geleden ingekocht. Door het bezoeken van exposities
met daarana verbonden shows en door midoel van
de vakbladen tracht zij de Zeeuwse vrouw ,.le der
nier cri' 'op hoedengebied te verschaffen. ..Het pu
bliek moet de mode eigenlijk maken. Natuurlijk kan
de ontwerper bepaalde kleuren of modellen naar vo
ren brengen, maar uiteindelijk bepaalt de vrouw
toch zelf wat zij koopt. Voor wij inkopen hebben we
contact met confectiezaken en vooral ook met
schoenfabrikanten, want een hoed en schoenen moe
ten bij elkaar kleuren".
Mevrouw Eversdijk heeft er echter geen zwaar
hoofd in. „De vrouw wordt steeds modieuzer,
die onflatteuze hoofddoekjes van vroeger verdwij
nen gelukkig, hele jonge meisjes beginnen al hoeden
te dragen. Het staat ze trouwens geweldig leuk".
Dat is waar. Het spreekwoord van de hoed in de
hand enzo mag dan ook best geparafraseerd wor
den tot: met een hoed op je hóófd ben je zó ver
loofd,.
WAT doet de mens in deze welvaartsstaat met de centjes als alle luxe dingen zoals
koelkast, brommer, wasmachine en mixer zijn aangeschaft? Een groot deel, een
steeds groter wordend publiek, belegt het tegenwoordig in sieraden. De vraag naar
het betere sieraad wordt, zo zegt de heer Fabery de Jonge uit Goes, steeds groter.
Dat betere sieraad gaat wel handje in handje met de praktische zin van het
aangeschafte, want voor absurditeiten of abstracte vormen is de markt bij
zonder klein. En dat is ook wel logisch. Een gouden broche, een reversieraad of
iets dergelijks is echt niet iets dat gauw mag vervelen, want daar is het te
kostbaar voor. Bovendien eist de klant dat het overal bij gedragen kan worden.
De ontwerpers hebben het moeilijk. Om een voorbeeld te noemen, jarenlang
experimenteerden zij met uurwerkvormen, vierkant, trapeziumvorm, gedurfde
bochtjes en lijntjes, bewerkte wijzerplaten, het was alles fantasie wat de klok
sloeg Nu is de uiteindelijke vorm bereikt: een eenvoudig rond klokje met een
simpele wijzerplaat. De ontwerpers riepen „Eureka", en knarsetandden toen
lichtelijk. „Een horloge moet tijdloos zijn" merkt de heer Fabery op, waarbij hij
uiteraard op de vorm doelt. Voor exposities en hele rijke mensen worden wel
andere tijdwijzers vervaardigd. Voor zo'n slordige zevenenveertigduizend gulden
kan men een halsketting aanschaffen, waarin listigjes een klokje rond model
is verborgen. Afgezien van het nut dat hier spoorloos is, is het ook esthetisch
niet bijzonder geslaagd te noemen, 't Is wel een knap staaltje van vakman
schap, maar daar houdt het mee op. De ketting bestaat behalve uit het klokje,
uit gouden parels, dat zijn parelvormige goudklompjes. Maar zulke exhorbi-
tante bedragen geeft lang niet iedereen uit, en daarom is het zo plezierig dat
zo eenvoudig mogelijk, modern en smaakvol is. Bewerkte modellen zijn
ook uit de tijd. Dat geldt ook voor armbanden. De bedels worden minder ge
vraagd. Oorknoppen zijn weggelegd voor weinig vrouwen. Voor veel vrouwen
dus feitelijk, want als ze niet staan kunnen ze inderdaad maar beter wegge
legd worden. Alleen een goedgevormd gezicht kan ze verdragen. Wel jammer
eigenlijk, want vooral in de donkere dagen tijdens de decembermaand fleuren
dergelijke glinsterende bengels de duisternis een beetje op.
Nu ja, een colbertje kan ook feestelijk zijn. Er zijn prachtige exemplaren.
Vooral goud, een van de zachtste dus plooibaarste metalen, laat sierlijke fanta
sietjes toe. Ragdunne blaadjes, piepdunne trosjes uit kettinkjes bestaande ver
sierseltjes, of in elkaar gedraaide slangetjes, motiefjes te kust en te keur.
De heren gaan ook een beetje mee met de welvaart. Zij gaan er meer en meer
toe over sierringen te dragen, zowel zegelringen als met edelstenen getooide.
„Het zit gewoon in de mens. In het stenen tijdperk al, toen men nog niet eens
metaal kon bewerken, voelde men die behoefte al. Het is een verschijnsel dat
er wel nooit uit zal gaan".
Wat de juwelen betreft is vooral de briljant een steen die vaak gekozen
wordt, zowel in zilver als in goud ingelegd. „Sommige mensen vragen
zich af wat er aan te zien is. Maar ik kan wel een heel uur naar één steen
kijken." De gefacetteerde edelstenen schieten vonken in het lamplicht, weer
kaatsen, verscherpen hun schittering. Er zijn er zoveel dat het pijn doet aan
de ogen. Nee, het is niet alles goud wat er blinkt
Wat dat betreft kan ook zilver een aardig flonkeringetje weggeven. Zilveren
kandelaars, theeserviezen, fotolijstjes, cassettes. De heer Fabery toont ons het
verschil tussen het bestek van voor en na de Scandinavische invloed. Zowel de
klassieke vorm als de moderne worden gekocht. Men vraagt zich niet zozeer
af hoe de vork in de steel zit als wel hoe het model is. Is de klassieke vork,
met de lange tanden, er al met de paplepel ingegoten dan zal de klant zich
ook aanschaffen wat thuis gebruikelijk was. Daarnaast echter zijn er, de lief
hebbers van de nieuwe vorm, die, na een aarzelend begin, terrein begint te
winnen. De eerste modellen deden enigszins aan kampeerbestek denken, maar
de tegenwoordige zijn zo goed dat ze eveneens kans maken „klassiek" te wor
den. „De nieuwe modellen zijn functioneel aangepast. Doordat de vork een
enigszins holle vorm heeft is het mogelijk er bijvoorbeeld doperwtjes mee te
eten, wat met geen enkele andere lukt. Toch zal het traditionele model nooit
verdwijnen." De cassettes worden zowel in pleet als staal en zilver gemaakt.
Dat men met de vormgeving voorzichtig is, is wel denkbaar. Elke complete
cassette komt toch op enkele honderden guldens en wordt „voor het leven"
aangeschaft.
Er is erg veel moois te ontdekken in een juwelierszaak. Het is moeilijk een
keus te doen uit alle juweeltjes van juwelen en aanverwante artikelen.
We deden dan ook maar een figuurlijke greep. Het gebied is te eindeloos.
Als je spreekt over zilver kun je niet zwijgen over goud, enzovoorts, enzovoorts.
EMMITOUFLEE (xcarm ingepakt) is het motto van de Parijse Haute
Couture Frangaise. Welaan, dachten de kappers, pardon, coiffeurs in
Frankrijk, dat is een aardig idee. Zij pasten zich aan, bedachten een kap
sel en noemden het „Frileuse", wat o.a. kouwelijk betekent.
Zij Heter het niet bij de naam. Omdat een hoge rolkraag is voorgeschre
ven door de Franse kledingontwerpers, als afsluiting tegen de kou, zorg
den de kappers voor een kort kapsel. Kort, maar hyper vrouwelijk. En in
een lijn die voor elke vrouw is geschikt. De vrouwelijke charme wordt er
door geaccentueerd. Natuurlijk zijn vele varianten mogelijk. De hoofdlijn
bepaalt dat. het haar korter xcordt, vooral in de nek (3 cm). Bovenop is
het haar ongeveer zestien centimeter, het wordt enigszins opgeknipt en
in luchtige krullen over het hoofd verdeeld. Het kapsel wordt naar het
gezicht toe verdeeld. De kleuren zijn bruin en rood leen teakkleur), war
me tinten dus.
Het lange haar is nou ook neer niet bepaald uit den boze, mits het wordt
opgestoken, een klassiek kapsel dus. Loshangend lang haar kan niet veel
genade vinden in de Haute-Coiffure.
Maurice Franck, verbonden aan het Syndicat de la Haute Coiffure Fran
gaise et Coiffure Creation ontwierp het kapsel van de dame met het
donkere haar. Duidelijk is de luchtige bovenkant te zien, en de beklem
toning van het haar naar het gezicht toe.
Het lieve blondje komt. onder de handen nan Henry Machart vandaan. Zij
toont dat de lijn ..Frileuse" niet alleen luchtig, maar bijzonder elegant is.
De gegevens van deze zeer recente Franse kapselmode ontvingen xuij van
de heer Jac. Corbeel in VHssingen.
De najaarsmode in foundations
is gewoonlijk wat rustiger dan
de rest van de damesmode, en er
zijn dan ook meestal maar enkele
nieuwigheden, zo deelt de heer
Baljet van mag. „Form" ons mee.
de echte nouvautés verschijnen
meestal in het voorjaar en op de
Internationaler Wasche- und Mie-
dersalon in Keulen, die half okto
ber wordt gehouden, zijn ze dan
ook volop te zien.
De stretch-bustehouder, die door de
elastische schouderbandjes van
Lycra op de rug zeer ver omlaag lopen
en hierdoor de diepe rugdecollete's van
1964 mogelijk maken, mag zich nog
steeds in een stijgende belangstelling
verheugen. Zwart en marineblauw zijn
kleuren, die het volgens de verwachting
heel erg goed gaan doen, hoewel de
Nederlandse vrouw nog verreweg de
voorkeur aan wit geeft.
Panties met lange pijpjes, een ideale
dracht voor de wintermaanden, vooral
onder de ski-pantalon, zijn er in veler
lei soorten. Typerend is, dat de panty,
tot voor kort "als een echt zomerartikel
beschouwd (geheel ten onrechte uiter
aard!), thans evenals in Amerika, ook
's winters gedragen wordt. Ook het
corselette (de beha met stepin aan elk
aar), krijgt steeds meer aandacht van
de Nederlandse vrouw. Dit is waar
schijnlijk mede het gevolg van het lich
tere materiaal, waaruit dit artikel ver
vaardigd wordt. Het torsolet óf brasse-
let. (een lange beha met jarretel-gordel)
is praktisch van de markt verdwenen.
Langzamerhand begint ook de Holland
se vrouw meer aandacht aan de „Iinge-
rie-look" van de foundation te besteden,
evenals dat in ons buurland België reeds
tal van jaren het geval is. Waar tot
voor kort nog een bijzonder grote vraag
was naar beha's van degelijk katoen,
die heerlijk met de grote hoop meege-
wassen konden worden, ziet men nu een
steeds stijgende vraag naar modelletjes,
die in kant óf met een leuke kantgarne
ring zijn uitgevoerd. Deze bustehouders
zijn dan ook volop in iedere goede spe
ciaalzaak verkrijgbaar. Enkele fabri
kanten brengen dit najaar combinaties
van beha. step-in. jarretelgordel en
bikini-slipje in bescheiden ruitmotiefjes.
bloemeffecten en pieds-de-poule-motief.
Het is ons bovendien opgevallen, dat er
op het gebied van positie-artikelen en
voedingsbeha's meer verscheidendheïd is
dan voorheen. Een bijzonder gelukkige
ontwikkeling, daar door de meeste fabri
kanten weinig of geen aandacht aan
deze gelegenheids-artikelen werd be
steed.
Ook de tieners worden niet vergeten en
dus kan ook „junior-miss" de mode op
de voet volgen. Modelletjes in kant, ge
borduurde poplin en broederie-anglaise
zijn er voor bijzonder voordelige prijzen.
Reeds voor f 2.95 zagen we een aller
aardigst behaatje.