DE TROONREDE
Oplossing van de woningnood
krijgt de hoogste prioriteit
Prijsbeleid kennelijk
effectief geweest
Spoedig wet tegen
waterverontreiniging
Aanleg en onderhoud
van landwegen:
469 miljoen
MET BOUW VAN MINSTENS 95.000
WONINGEN ZAL WORDEN BEGONNEN
VOOR DEFENSIE
2584 MILJOEN
GERAAMDE BELASTINGOPBRENGST
WOENSDAG 16 SEPTEMBER 1964
PROVINCIALE ZEEÜWEE COURANT
11
I^oningin Juliana heeft gistermiddag bij de
opening van de Staten-Generaal de volgende
Troonrede uitgesproken:
Leden der Staten-Generaal,
In mei 1965 zal het twintig jaar geleden zijn,
dat Nederland werd bevrijd. Veel van hetgeen
gedurende vijf zware oorlogsjaren was vernield
of beschadigd, is in deze periode hersteld. Dank
zij gezamenlijke inspanning en groeiende wel
vaart werden belangrijke vernieuwingen tot
stand gebracht. Het geestelijke en culturele
leven kregen weer ruime kansen tot ontplooiing.
Zij die de jaren voor de tweede wereldoorlog
hebben gekend, zullen soms terugdenken aan
die moeilijke tijd, toen maar weinig mogelijk
was van wat nu werkelijkheid is geworden.
Grootse plannen zijn in alle sectoren van het
maatschappelijke leven verwezenlijkt of nog
in uitvoering.
De plaats van ons rijk temidden van de volkeren en de
verhoudingen binnen het koninkrijk verschillen in be
langrijke mate van die van voor de oorlog. Bijna tien
jaar geleden werd in het koninkrijk een nieuwe rechts
orde gevestigd. De beginselen die daaraan ten grond
slag liggen, hebben hun waarde bewezen.
Met België en Luxemburg kwam een nauwe samen
werking tot stand. Opgenomen in het Atlantisch bond
genootschap zien wij uit naar de niet slechts econo
mische eenwording van Europa, een eenwording vol
gens democratische beginselen, van een Europa dat
meer omvat dan de zes landen die thans reeds verenigd
zijn in de Europese gemeenschappen.
Het atlanïisch verdedigingsstelsel blijft voor het be
houd van onze vrijheid en de wereldvrede onmis
baar. Het is noodzakelijk, dat tussen de Atlantische
samenwerking en de Europese integratie een nauw ver
band wordt bewaard.
De regering zal zich ook in het komende jaar inspannen
voor de voltooiing en de uitbreiding van de gemeen
schappelijke markt en voor de versterking van de struc
tuur van de Europese gemeenschappen. Vergroting der
bevoegdheden van het Europese parlement acht zjj
noodzakelijk.
Op verscheidene terreinen wordt in de Europese Econo
mische Gemeenschap voortgang gemaakt met de ont
wikkeling van een gecoördineerd of gemeenschappelijk
beleid, ondanks tegenstellingen tussen de deelnemen
de landen.
De voorbereiding van het gemeenschappelijk vervoer
beleid stuit op moeilijkheden. Tot dusver heeft het
Nederlandse standpunt nog onvoldoende instemming
gevonden. De regering zal waken voor de belangen die
hier niet slechts voor Nederland maar ook voor de ge
meenschap als geheel op het spel staan.
Bij de voorbereiding van de gemeenschappelijke han
delspolitiek zal de regering vooral pleiten voor ver
dere vrijmaking van de internationale handel. Grote
waarde hecht zij aan het welslagen van de onderhande
lingen over een algemene vermindering van invoer
rechten en andere handelsbelemmeringen. In deze zo
genaamde „Kennedy-ronde" zal zij ijveren voor een
positief optreden van de Europese gemeenschap.
Het is verheugend, dat in het internationale overleg
de problemen van de ontwikkelingslanden steeds meer
aandacht krijgen. De wereldhandelsconferentie heeft
uitdrukking gegeven aan het groeiende inzicht, dat
er een directe relatie bestaat tussen ontwikkeling en
handel, een inzicht dat ook aan het Nederlandse ont
wikkelingsbeleid ten goede zal komen. Aan het bila
terale element, in de hulpverlening zal enige uitbreiding
worden gegeven, activiteiten van het bedrijfsleven in be
paalde ontwikkelingslanden kunnen daardoor worden
gestimuleerd. Onverminderd blijft het beleid gericht
op vergroting van de ontwikkelingshulp en een meer
doelmatige aanwending van de hiervoor beschikbare
middelen.
Het verheugt de regering, dat een betere verstandhou
ding met Indonesië tot stand kwam. Een geleidelijke
uitbreiding der culturele en economische samenwerking
alsmede van de technische hulpverlening ligt in het
verschiet.
I-Iet sociaal-economische beleid der regering is
thans bovenal gericht op het bereiken van
ontspanning op de arbeidsmarkt, het herstel
van het evenwicht op de betalingsbalans en het
voorkomen van nieuwe kostenstijgingen. De
vraag naar arbeidskachten overtreft reeds ge
durende enige jaren in belangrijke mate het
aanbod, een verschijnsel dat zich in de Euro
pese Economische Gemeenschap vrij algemeen
voordoet. Mede als gevolg van de omvangrijke
loonsverhogingen aan het begin van dit jaar
namen de bestedingen krachtig toe. Dit heeft
geleid tot een groot tekort op de betalings
balans en tot een opwaartse druk op de prijzen.
Indien deze inflatoire ontwikkelingen voort
duren, gaan zij ernstig gevaar opleveren voor
het groeitempo van onze economie op langere
termijn.
Om de genoemde doelstellingen te verwezenlijken zal
het naar het oordeel van de regering noodzakelijk zijn,
dat de stijging van de nationale bestedingen in be
langrijke mate achterblijft bij die van de produktie.
Naast de verdere doorwerking van de beperkende
maatregelen die de regering reeds heeft genomen,
draagt ook de toenemende schaarste aan middelen op
de geld- en kapitaalmarkt tot deze aanpassing bij. De
invloed hiervan op de investeringen wordt thans merk
baar.
De regering acht het echter ongewenst, dat het even
wicht te eenzijdig langs monetaire weg wordt afge
dwongen. Om deze reden is de rijksbegroting voor 1965
zodnnig opgesteld, dat van de rijksfinanciën een rem
mende werking op de conjunctuur uitgaat. De uit
gaven van de lagere overheid mogen eveneens maar
in beperkte mate toenemen. Ook voor het particulier
verbruik is matiging geboden. Met het oog hierop en
om nieuwe kostenverhogingen zoveel ntogelyk te voor
komen, zal een loonstijging in het komende jaar binnen
nauwe grenzen moeten blyven. Voortzetting van het
prijsbeleid is mede daarom noodzakelijk. De regering
zal het toejuichen, wanneer door toepassing van bestaan
de vormen van w-instdeling - niet leidend tot beste
dingsverruiming doch gericht op bezitsvorming de
welvaart der werknemers bevorderd kan worden.
In deze opzet past de voorwaarde die gesteld Is ten
aanzien van het tijdstip van de invoering van de voor
genomen belastingverlaging. In deze opzet past even
eens de wjjze van finaciering van de optrekking tot een
sociaal minimum van de uitkeringen krachtens de
Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen-
en Wezenwet.
Aan de voorbereiding van verdere wettelijke maat
regelen die samenhangen met de invoering van de
arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt met kracht
gearbeid. De regering blijft streven naar de totstand
koming van een volksverzekering voor zware genees
kundige risico's die vooral door haar bredere fi
nanciële grondslag aan de gezondheidszorg een nieuw
perspectief zal kunnen geven.
Een nota over het beleid inzake de volksgezondheid is
in voorbereiding.
De regering zal aan de Sociaal-Economische Raad
advies vragen omtrent het vraagstuk der verdeling
van de vermogensaanwas In de onderneming. Even
eens zal zij aan de Raad nader advies vragen om
trent een aantal beleidsvragen op het terrein van de
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en ondernemings
raden.
Ter versterking van de positie van het midden- en
kleinbedrijf zal het beleid mede gaan omvatten de sub
sidiëring der individuele voorlichting.
In de landbouw voltrekken zich ingrijpende structurele
wijzigingen, die een grote inspanning van het agrarisch
bedrijfsleven vergen. De regering zal deze ontwikke
ling met een veel omvattend structuurbeleid blijven on
dersteunen.
De regering heeft maatregelen in overweging ter ver
sterking van de concurrentiekracht van de visserij.
De bouwnijverheid vertoont een verheugende exoan-
sie. De regering blijft, binnen de eisen door de sociaal-
economische omstandigheden gesteld, streven naar een
verdere opvoering van de produktie. in het bözonder
die van woningen. Bij het thans bereikte nroduktieneil
moet het mogelijk worden geacht, dat in i%4 meer dan
95.000 woningen -gereed komen. Voor 1965 zal het be
leid gericht zijn op het in uitvoering nemen van 95 000
tot 100.000 woningen, afgezien van de zogenaamde
vrrjetHdsbouw. Rationalisatie en industrialisatie van de
woningbouw, alsmede continuïteit in de produktie, zul
len worden bevorderd.
Zowel om economische redenen als uit een oogpunt
van verkeersveiligheid is het nodig de vernieuwing
en uitbreiding van het rijkswegennet te. versnellen.
Voor de periode van 1965 tot en met 1970 heeft de
regering hiervoor een programma ongesteld. Finan
ciering zal voor het grootste gedeelte plaatsvinden
uit de algemene middelen. Om het gewenste tempo in
de uitvoering te bereiken zullen door de weggebruikers
extra gelden moeten worden opgebracht. Ter verzeke
ring van de continuïteit zal voor de financiering een
rijkswegenfonds worden ingesteld. Een daartoe strek
kend wetsontwerp zal U eerstdaags worden aangeboden.
Voor het ruimtelijke ordeningsbeleid is de steeds ver
dergaande verstedelijking van ons land een centraal
vraagstuk geworden. De regering ziet het als haar
taak tot nieuwe activiteiten te inspireren en mede
werking te verlenen aan-het zoeken van op de toe
komst berekende oplossingen.
Bij de vernieuwing van het privaatrecht neemt het
ondernemingsrecht een belangrijke plaats in. Na
kennisneming van het in het najaar te verwachten
rapport van de commissie, voor dit onderwerp inge
steld, zal de regering haar standpunt bepalen. Wet
telijke maatregelen worden voorbereid tot afschaf
fing van het preventieve overheidstoezicht op vereni
gingen.
De regering acht een gedachtenwisseling in brede
kring over een herziening van de grondwet van belang.
Zij zal daarom de publikatie van een proeve van een
nieuwe grondwet bevorderen.
De belangrijke plaats van de wetenschap in de maat
schappij van heden en haar betekenis voor het toe
komstig welzijn van ons volk maken het gewenst het
gebruik van de beperkte mogelijkheden beter te coör
dineren. De regering wil daarom overgaan tot instel
ling van een raad voor het wetenschapsbeleid. Een
wetsontwerp terzake zal U binnenkort bereiken.
De eerste fase van de werkzaamheden voor de invoe
ring van de wet op het voortgezet onderwijs kon bin
nen het gestelde schema ten uitvoer worden gebracht.
De regering vertrouwt, dat in het komende jaar het
overleg over de uitvoeringsmaatregelen tot een voor
lopige afronding kan komen.
Na de verschijning van het rapport der pacificatie
commissie over de bezetting van het tweede televisie
net zal op korte termijn een ontwerp van een nieuwe
omroepwet aan V worden voorgelegd. De regering staat
op het standpnnt dat voor de toelating tot het omroep
bestel en ten behoeve van de verscheidenheid der pro
gramma's de nieuwe technische mo<rell|kheden zoveel
mogelijk dienen te worden benut. Zij streeft ernaar
spoedig een oplossing te vinden voor het vraagstuk van
de reclame in radio en televisie. Indien de gunstige
proefresultaten worden bevestigd zal een aanvang wor
den gemaakt met de Invoering van een landeliik cen
traal antennesysteem.
jVJoge God U, leden van de Staten-Generaal, in
Ahet komende parlementaire jaar de wijsheid
en de kracht schenken om in vruchtbare samen
werking met de regering die beslissingen te ne
men, die ons koninkrijk tot zegen strekken.
Ik verklaar thans de gewone zitting der Staten-
Generaal voor geopend.
>an
aan
3200
3000
2SC0
2600
uoo
i
J
Wh
EN
WIJ
■UL
WW
x
2000
1503
1600
UOO
1200
1000
800
600
600
200
-
r
V
LKSHUIS-
1956 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Bagrotlngsjoran IwotlvptLT
MILJOENENNOTA
(Slot van pag. IJ
menten, o.a. de schorsing van de fis
cale investeringsfaciliteiten, verho
ging van de omzetbelasting op siga
retten en van het bijzonder invoer
recht op benzine en temporisering
van de overheidsinvesteringen. Bo
vendien heeft de Nederlandsche Bank
maatregelen getroffen tot beperking
van de kredietverlening.
De regering is van oordeel, dat de
reeds getroffen maatregelen te za-
men met de natuurlijke tegen
krachten die de loonstijging en het
betalingsbalanstekort oproepen,
zullen moeten doorwerken. Ook de
begroting voor 1965 draagt het ha
re tot de evenwichtsherstel bij, me
de doordat niet gerekend is met
een inwerkingtreding van de be
lastingverlaging vroeger dan 1966,
hoezeer de regering dit uitstel ook
betreurt.
De voornaamste uitgaven van de staat
In goede richting
MEER DAN 2,5 MILJARD
VOOR DE DEFENSIE
(Van onze parlementaire redacteur)
Bij het uitstippelen van haar be
leid voor 1965 heeft de regering,
de middelen ramend waarover zij
in dat jaar zal kunnen beschikken,
geen rekening gehouden met een
eventueel vervroegd ingaan van
het eerste gedeelte van de voorge
stelde verlaging van de tarieven
van de inkomstenbelasting en de
loonbelasting, bijvoorb. op 1 juli
1965. Wel is gerekend met een ver
lies aan belastingmiddelen van
f 148 miljoen als gevolg van de
thans bij de Eerste Kamer aan
hangige algemene belastingherzie
ning. Naar men verwacht zullen
de herzieningen van de inkomsten
belasting en van de vermogensbe
lasting op 1 januari 1965 worden
ingevoerd. De herzieningswet op
de loonbelasting echter op 1 juli
1965.
Bij de keuze tussen de verschillende
bestedingsmogelijkheden heeft de re
gering aan de oplossing van de wo
ningnood de hoogste prioriteit gege
ven. Een belangrijk deel van de wo
ningbouw in 1965 ongeveer 1 1150
miljoen wordt door het rijk gefinan
cierd. Ook in 1965 zal ter regulering
van de bouwmarkt een beperkend, zij
het in bepaalde opzichten soepeler
goedkeuringsbeleid moeten worden
gevoerd. Bovendien is in verband met
de prioriteit die de regering heeft ge
geven aan de opvoering van de bouw-
produktie, besloten de voor belasting
verlaging beschikbaar komende ruim
te met 25 miljoen te beperken en dit
bedrag te bestemmen voor een deel
van de uitgaven in 1965 ter bevorde
ring van de produktie van woningen.
Zij meent dat op grond van calcula
ties van het Centrale Planbureau de
gevolgtrekking mag worden gemaakt,
dat de ontwikkeling van de Neder
landse economie bij het voorgenomen
beleid en bij verwezenlijking van een
beperkte loonstijging in 1965 in de
goede richting zal gaan. Op grond
van die calculatie ziet het ernaar uit,
dat de groei van de bestedingen zal
achterblijven bij die van de produk
tie. Ook ligt een zekere ontspanning
op de arbeidsmarkt in he* verschiet.
De betalingsbalans zal een evenwich
tiger beeld tonen. De prijzen zullen
in de loop van 1965 stabieler zijn. Het
doel van het evenwichtsherstel wordt
echter nog niet geheel bereikt. In ver
band met de onzekerheid van de hui
dige overgangssituatie zat het nodig
zijn de ontwikkeling op de voet te vol
gen om het beleid zo nodig tijdig te
kunnen bijstellen, aldus de regering.
Het gevaar dat een omslag in de con
junctuur in neergaande lijn te sterk
zal zijn, is intussen niet ernstig zo
lang een zo groot stuwmeer van aan
gehouden plannen voor bouwwerken
aanwezig is als thans het geval is.
Bovendien beschikt de regering over
voldoende instrumenten om een te
genwicht te scheppen. In het bijzon
der is dan van betekenis, dat de da
tum van de belastingverlaging naar
voren kan worden verschoven.
Landbouw-egalisatiefonds
Nadelig saldo
150 miljoen lager
(Van onze parlementaire redacteur).
Het nadelig saldo van het landbouw-
egalisatiefonds wordt voor 1965 ge
raamd op 16G.9 miljoen gulden tegen
over 316,9 miljoen gulden voor 1964.
Deze verlaging van rond 150 miljoen
gulden is, aldus minister Witteveen in
zijn miljoenennota, het resultaat van een
verlaging van de graantoeslag lichte
gronden met 9,9 miljoen en de toeslag
op de melk met 88 miljoen enerzijds en
een verhoging van de netto opbrengsten
van de heffingen met 52,4 miljoen gul
den anderzijds.
Met de verlaging van de graantoeslag
lichte gronden van 175 gulden tot 140
gulden per ha. wordt in het kader van
het gemeenschappelijke graanbeleid de
eerste etappe afgelegd naar het volledi
ge verdwijnen van deze toeslag in 1970.
De E.E.G.-verordening voor zuivelpro-
dukten geeft een aanzienlijke verlich
ting van de lasten van de Nederlandse
schatkist voor het zuivelbeleid, enerzijds
door de voorgeschreven verhoging van
het binnenlandse prijspeil, anderzijds
doordat een groot deel van de lasten van
de verliesgevende export op de gemeen
schappelijke markt kan worden afge
wenteld.
Landbouw
De uitgaven voor de landbouw worden
sterk beïnvloed door een aanzienlijk
lagere raming van het saldo van de
begroting van het landbouwegalisatie-i
fonds ongeveer 150 miljoen lager!
dan in 1964. Dit is voornamelijk het
gevolg van de invloed die het gemeen
schappelijke Europese landbouwbe
leid uitoefent op de nationale kosten
van het markt- en prijsbeleid in de
landbouwsector. De uilgaven voor
verbetering van de structuur van de
Nederlandse landbouw: worden ver
hoogd. In dit verband kan de aan
dacht gevestigd worden op de verho
ging van de totale uitgaven van de
cultuurtechnische dienst met 58 mil
joen.
In de ontwerpbegroting over 1965 is
voor ontwikkelingshulp, afgezien
van de betalingsverplichting in dit
jaar jegens het E.E.G.-ontwikke
lingsfonds, bijna f 209 miljoen uit
getrokken. Ten opzichte van de
oorspronkelijke begroting 1964 is
het bedrag met 31 miljoen geste
gen.
Defensie
Het bedrag van de defensiebegro
ting is voor 1965 gesteld op 2596,4
miljoen, inclusief de kosten voor sa
larismaatregelen 60,9 miljoen) en
de kosten voor de civiele verdediging
12,3 miljoen).
In de onderwijssector is gerekend met
belangrijke uitgavenverhogingen.
Voor investeringen ten behoeve van
het wetenschappelijk onderwijs is een
bedrag van 200 miljoen uitgetrok
ken Het is de bedoeling de maande
lijkse bijdragen voor het volgen van
het kleuteronderwijs van 1 tot 2,50
te verhogen, waarbij de vrijstelling
aan de voet zal worden opgetrokken.
Voor de verhoging van de collegegel
den van 200 tot 400 per collegejaar
zal een wetsontwerp worden inge
diend.
A.O.W. en A.W.W.
Onder de additionele posten is reke
ning gehouden met de financiële ge
volgen, die de verhoging van het al
gemeen ouderdomspensioen en bet
algemeen weduwen- en wezenpensioen
tot een sociaal minimum voor het rijk
zullen meebrengen. De desbetreffen
de voorstellen houden in, dat het rijk
jaarlijks een bijdrage van 150 mil
joen aan het ouderdomsfonds zal ver
strekken. Als gevolg van de stijging
Centraal Planbureau over 1964:
PRIJSINDEX GEMIDDELD
CONSUMPTIEPRIJSPEIL
6,5 pa. HOGER
(Van onze parlementaire redacteur)
Het Centraal Planbureau schat
de stijging van de prijsindex van
het levensonderhoud voor 1964 op
6 pet. en die van het gemiddelde
consumptieprijspeil op 6,5 pet.
Gezien de sterke kostenstijging en
het feit, dat een aantal overheids
maatregelen (verhoging van indi
recte belastingen, huren en P.T.T.-
tarieveneveneens prijsverho
gend heeft gewerkt, is het prijsbe
leid volgens de mening van het
planburean kennelijk effectief ge
weest in het voorkomen van het
ontstaan van de gevreesde loon-
prijsspiraal.
De toeneming van het gemiddelde
loon per week vor 1964 als geheel als
gevolg van de herziening van de col
lectieve contracten valt te ramen op
circa 11.5 pet., aldus de nota macro-
economische verkenning van het plan
bureau. Houdt men rekening met de
,g. overloop uit 1963, de huurcompen-
satie en de toeneming van de sociale
lasten e.d., dan komt de totale stij
ging van de loonsom per werknemer
uit op 15 pet. Gegeven een aantal on
zekere factoren dient bij de bovenge
noemde raming rekening te worden
gehouden met een onzekerheidsmarge
1 tot 2 pet. naar beide kanten.
ting met 2 pet. stijgen, hetgeen tegen
over de 3 pet. invoerprysstijging een
achteruitging van de ruilvoet met 1
pet. betekent.
Voor het jaar 1964 als geheel kan
de hoeveelheidsstïjging van de uit
voer worden geraamd op 11 pet.
Tegenover de belangrijke toene
ming van de uitvoer staat een nog
grotere volumetoeneming van de'
invoer, nl. met 15 a 16 pet. Mede
onder invloed van de ruilvoetver
slechtering loopt het tekort op de
handelsbalans op van 3 tot 4,6 mil
jard gulden.
Het dienstensaldo vertoon, door del
hogere opbrengsten van de zeescheep-!
vaart vermoedelijk voor het eerst se
dert 1961 weer een vrij grote stijging
(circa 250 miljoen gulden). Deze
wordt echter gecompenseerd door een
even grote daling bij de inkomens uit j
het buitenland, die in 1963 incidenteel
hoog waren. De achteruitgang van de
handelsbalans komt daardor onver
kort in de lopende rekening van de
betalingsbalans tot uiting, hetgeen
leidt tot een tekort in 1964 van onge
veer één en een kwart miljard gul
den, aldus het Centraal Planbureau.
van het premiepercentage mot 2.4
zullen de premiercductles en premie-
kwijtscheldingen aan kleine zelfstan
digen een groter bedrag vergen. De
toeneming van rijksuitgaven die daar
door te verwachten is kan voor 1965
op 5 miljoen worden gesteld.
Doordat de A.O.W.- en A.W.W.-premie
die de ambtenaren over hun salaris
verschuldigd zijn, voor rekening van
de overheid komt. zal de verhoging
van die premie tot een stijging van de
personeelskosten leiden, die op onge
veer 100 miljoen kan worden ge
raamd
Tegenover deze uitgave staat dat ten
gevolge van het optrekken van de
A.O.W.- en A.W.W.-pensiocnen de uit
keringen van de gemeenten op grond
van de algemene bijstandwei met on
geveer 65 miljoen worden vermin
derd. een besparing in de premiere
ductie voor de ziekenfondsverzeke
ring voor bejaarden van 5 miljoen
wordt verkregen en een verlaging van
een bedrag van 25 miljoen, dat
wordt uitbetaald voor verschillende
uitkerings- en pensioenregelingen.
Hierdoor komt tot een bedrag van
95 miljoen ruimte op de rijksbegro
ting beschikbaar.
De uitgaven wegens salarissen en so
ciale lasten, die rechtstreeks of via
subsidies ten laste van het rijk ko
men. zullen in 1965 een totaalbedrag
van ruim 5,25 miljard omvatten.
Dit is ongeveer 43 procent van de ge
raamde uitgaven op de gewone dienst.
Bij de raming is rekening gehouden
met de vierde (laatste) fase van de
gedifferentieerde salarisverhoging, de
volledige naberekening van de sala
ristrend 1964, de verdere doorwerking
van de huurcompensatie 1964, de ver
hoging van de A.O.W./A.W.W.-premie
periodieke verhogingen, verschuiving
naar zwaardere functies, bevorderin
gen en incidentele herzieningen.
Staatsaitgucen
Wat de staatsuitgaven betreft
merkt de regering in de miljoenen
nota op, dat de structureel toelaat
bare toeneming van de netto-uit
gaven die op 4 procent gesteld mag
worden, voor de jaren 1965 tot en
met 1967 gemiddeld ongeveer 470
miljoen per jaar bedraagt. Het
werkelijke accres in 1965 blijkt
436 miljoen te zijn. Hiermede
wordt dus 34 miljoen van de over
schrijding in 1964 ad 134 miljoen
ingehaald.
Op zichzelf zou het voor de hand heb
ben gelegen deze inhaal aanstonds
volledig tot stand te brengen, aange
zien de overschrijding in 1964 groten
deels op rekening van een toeneming
van het nadelig saldo van het land
bouw-egalisatiefonds kan worden ge
steld en de begrotingsuitgaven voor
1965 de gunstige invloed rond 150
miljoen ondergaan van een aan
zienlijk lager saldo van dit fonds.
Hiertegenover staat, dat de begroting
voor 3965 de cumulatieve druk onder
vindt van de voorgenomen inwerking
treding van de algemene bij stand wet
en van de rijksbijdragen aan het
ouderdomsfonds ten behoeve van de
beoogde verhoging van het algemeen
ouderdomspensioen. Voorts dient in
aanmerking te worden genomen, dat
de in 1964 en 1965 optredende prijsstij
gingen binnen de structurele ruimte
moeten worden opgevangen.
I (Van onze parlementaire redacteur)
Binnenkort zal een wetsontwerp bij de
Tweede Kamer «orden ingediend ten
einde de bestrijding van de waterver
ontreiniging met kracht ter hand te
kunnen nemen. De minister van fi
nanciën. prof. dr. H. J. Witteveen,
deelt dit mede in zijn miljoenrnnota.
De minister voegt hieraan toe. dat het
in 1965 uitgetrokken subsidiebedrag
voor bijdragen aan derden in het be
lang van de bestrijding van de ver
ontreiniging van openbare wateren
van 2.5 miljoen in 1964 is verhoogd tot
5,5 miljoen in 3965,
Arbeidskosten
dar
3000
6000
1;
...-.Li.-4 -
6000
5000
mo
3000
2000
1000
i
-
i
tt:h
BEGROTINGS
TOTALEN
t
T~
TW
1956 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Bagrotlngs|oren U4907IV pelt
(Van onze parlementaire redacteur)
De voor aanleg en onderhoud van
landwegen uitgetrokken bedragen
hebben de laatste jaren een niet
aanzienlijke stijging ondergaan,
steeg het totaal hiertoe uitgetrokken
bedrag in 1963 ad 346 miljoen tot 395
miljoen in 1964 en 469 miljoen in 1965,
aldus minister Witteveen in ziin mil
joenennota
Van het bedrag van 469 miljoen is 40
miljoen toe te schrijven aan appa
raatskosten, terwijl 170 miljoen ten
goede komt aan lagere publiekrechte
lijke lichamen voor aanleg, onderhoud
en verbetering van onder hun beheer
staande wegen. In dit laatste bedrag
is ruim 44 miljoen begrepen voor ver
hoogde uitkeringen aan de genoemde
lichamen ingevolge de wet uitkerin
gen wegen, die naar verwachting in
het lopende zittingsjaar "an kracht
zal worden.
Voor aanleg en onderhoud van rijks
wegen is uit de algemene middelen in
1965 in totaal 260 miljoen beschikbaar,
waarvan 70 miljoen (8 miljoen meer
dan in 1964) aan onderhoud en verbe
tering zal worden besteed. Voor de
aanleg van rijkswegen is derhalve in
1965 190 miljoen opgenomen tegenover
170 miljoen in 1964 en 160 miljoen in
1963, aldus minister Witteveen.
WIJZIGING ARBE1DSSTELSEL IN STUDIE
In woningwetsector
45.000 woningen
(Van onze parlementaire redacteur)
Het ligt in de bedoeling, rekening
houdend met het bijzonder grote
aantal woningen in uitvoering, in
19fi5 t>n minste 95.000 en ten
hoogste 100.000 woningen (exclu-
vef de z.g. vrijetijdswoningen) in
aanbouw te nemen. Dit deel! de
minister van financiën mede in
zijn mi'joonennota.
Dit aantal van 95.000 wordt als volgt
globaal verdeeld: 45.000 woningwet
woningen, 25.000 woningen die in aan
merking komen voor de premie- en
bijdrageregeling en 25.000 woningen in!
dc ongesubsidieerde sector Afhanke
lijk van het aantal voltooide woningen
eind 1964/begin 1965. zal het aantal
van 95.000 in aanbouu te nemen wo
ningen eventueel worden verhoogd tot
100.000. Dit extra aantal woningen zal
dan voor de helft in de woningsector
en voor een kwart in el' an dc hcidr
andere sectoren worden gerealiseerd
Het ligt in het voornemen het sub
sidiebeleid meer dan voorheen bij
de oplossing van de woningnood in
te schakelen. Er zijn maatregelen
in voorbereiding om ook in de wo
ningsector de bouw van woningen
van een betere kwaliteit te bevor
deren. die bestemd zullen zijn voor
de „voorhoede" uit de arbeiders
bevolking en een deel van de mid
dengroepen.
De gedachten gaan hierbij uit naar
een geleidelijk aflopende „gewen-
ningsbijdrage" Voor de huurwonin
gen in de gesubsidieerde particuliere
sector zijn eveneens wijzigingen van
het bestaande subsidiestelsel in stu
die. Voor de financiering van de wo-
ningwetbouw met voorschotten is voor
1965 1143 miljoen gulden in de begro
ting opgenomen* tegen 925 miljoen in
1964. De voornaamste posten, die op
de gewone dienst in 1965 voor huur
subsidies worden uitgetrokken zijn:
l Dijdragen in de exploitatiekosten]
van woningwetwoningen 142 mil
joen;
premie- en bijdrageregeling gesub
sidieerde particuliere woningbouw
86 miljoen en
kosten van woningverbetering enj
-splitsing 4,5 miljoen gulden." j
De geschatte stijgingspercentages van
lonen en arbeïdsproduktiviteit in de
bedrij vensector impliceren een ar
beidskostenstijging per eenheid pro-
dukt van circa 10 pet. In 1963 bedroeg
dit percentage circa 7 pet Deze on
gewoon hoge stijgingspercentages van
de binnenlandse kosten zetten vanzelf
sprekend de prijzen onder sterke op
waartse druk. Hierbij komt een stij
ging van het invoerprijspeil met 1 pet.
in 1963 en naar schatting met 3 pet.
in 1964. Het gemiddelde prijspeil van
goederenuïtvoer zal naar schat-
In de ontwerp-begroting van 1965 is
voor militaire uitgaven een bedrag van
f2584,1 miljoen opgenomen. Hiervan is
uitgetrokken voor de landmacht f 1174,2
miljoen, voor de luchtmacht f 636,9
miljoen en voor de marine f571,4 mil
joen, terwijl voor militaire pensioenen
en wachtgelden een bedrag van f 146.1
miljoen gulden is geraamd, aldus mi
nister Witteveen in zijn miljoenennota
De vermoedelijke uitgaven voor 1964
heiopen 2667 miljoen tegen een oor
spronkelijk vastgestelde begroting van
2330,3 miljoen.
Bij de vaststelling van de defensie-uit
gaven is gestreefd naar verlaging van
de exploitatiekosten teneinde meer geld
beschikbaar te krijgen voor aanschaf
fing van modern materieel- Meer nog
dan vroeger zal het aceent worden ge
legd op de parate, voor de X A.V.O. be
stemde, onderdelen. Met de installatie
van geleide wapens wordt voortgegaan
en er wordt een begin gemaakt met de
plannen voor een nucleaire onderzee-
280
1.600
22
235
75
105
700
2.775
90
250
38
3.20C
210
1.625
3.125
165
26
250
3
14.774
1.942
116
(Van onze parlementaire redacteur)
De belastingopbrengsten voor 1965 heeft de regering
volgt geraamd, in miljoenen guldens:
kostprijsverhogende belastingen:
motorrijtuigenbelasting
invoerrechten
wijnaccijns
alcoholaccijns
bieraccijns
suikeracijns
tabaksaccijns
omzetbelasting
rechten van zegel
rechten van registratie
grondbelasting (rijksopcenten)
belastingen op inkomen, winst en vermogen:
inkomstenbelasting
vermogensbelasting
vennootschapsbelasting
loonbelasting
dividendbelasting
commissarissenbelasting
rechten van successie
'oterijbelasting
Totaal
aandeel van het gemeentefonds
aandeel van het provinciefonds
Ten bate van de rijksbegroting komt dus een bedrag var
f 12.715, dat echter moet worden vermeerderd met 64
wegens de aanhangige wijzigingen van het aandeel van hel
(emeentefonds en het provinciefonds, zodat per saldo ten
bate van de rijksbegroting komt een bedrag van 12.779
Riljoen gulden.