ZELFSTANDIG EN ZELFBEWUST Geen commissie voor hervorming Curie „LEER OM LEER": EEN T.V.-CATECHISATIE Als God een deur sluit „IN ÉÉN GEEST" T.V. OVER DE GESCHEIDENHEID DER KERKEN Zaterdag 12 september 1964 zaterdagnummer Zondagavond vier oktober om half acht wordt via het eerste net de eerste aflevering uitgezonden van „Leer om Leer", een veertiendaagse televisiecatechisatie. Het pro gramma wordt gepresenteerd onder auspiciën van de in het interkerkelijk overleg in radio- en televisieaangelegenheden (I.K.O.R.) deelnemende kerken en de bij het Convent van Kerken (C.V.K.) aangesloten kerkgenootschappen, deze laatste voor zover hun deputaten aldaar een opdracht ook terzake van de televisie hebben. Hef is voor hef eerst, dat de kerken zich voor een zo breed publiek samen zullen bezighouden met de leer van de kerk. Het C.V.K. en het I.K.O.R.die samen vrijwel alle pro testantse kerken en de Oud-Katholieke Kerk in ons land vertegenwoordigen, hebben besloten een belangrijk deel van de zendtyauitbreiding per 1 oktober te gebruiken voor dit catechetisch programma. Uitgangspunt van „Leer om Leer" is belangstelling te wekken voor wat de kerk op grond van de Bijbel leert en denkt, zonder daarbij de misverstanden te ontlopen „Leer om Leer" zal vooreerst niet meer dan een aanloop zijn, een kennismaking met de vragen, die de geloofsken nis van de kerk betreffen. De eerste twee afleveringen zullen het karakter van een inleiding en verantwoording dragen, in antwoord op de vraag, waaróm het zin heeft met de leer der kerk bezig te zijn. Vervolgens komt met een het leerstuk aan de orde, waarover veel misverstan den zijn: de voorzienigheid. De teksten zijn geschreven door Henk Eykman en Rudi van Roon. De laatste zal het programma presenteren. Illustratiemateriaal wordt gevormd door korte scènes, die speciaal voor dit doel zijn geschreven en gerealiseerd worden door acteurs, musici, fotografen, enzovoort. Jon geren van de Rotterdamse centrale hervormde jeugdraad werken mee als catechisanten. Ansje Herblo' voer! de regie van ..Leer om Leer". Op de foto een beeld van de proef opmamen voor „leer om leer": jongeren in de banken en de cameraman, die zijn lens richt op presentator Rudi van Roon „maar ten tüde van de avond zal er licht wezen". Zach. 14 7. Op een avond van de Nederlandse Blindenbond trof mij eens het woord dat de blinde spreker, de heer Van de Berg, aanhaalde: „Als God een deur sluit, opent Hij otis een venster" Hij doelde daarmee op de vergoedingdie de blinde veelal krijgt voor het gemis van zijn ogen. De andere zintuigen, vooral het gehoor, en het tasten en voelen, ontwikkelen zich sterk, veel sterker, dan bij een ziende. Maar óók: wat heeft een blinde niet vaak een rijk innerlijk leven, waarbij vergeleken wij. ziende mensen, ons vaak arm en leeg voe len. God néémt niet alleen, Hij gééft ook iets weerom. Bij alle gemis, hoe pijnlijk vaak, is er ook die vergoeding Als God een deur sluit, opent Hij ons een venster. Dat woord zette mij toen aan het denken en hoe langer hoe. meer kwam ik daarbij tot de ontdekkingja, so is het. Niet alleen bij een blinde of dove, maar in elk mensenleven, waarin een deur dichtgaat. Dit ervaren we in ons persoonlijk leven allemaal, kunnen we althans ervaren, als we de kansen, die God ons geeft, maar aan grijpen. „Vrouw, zie uw zoon", zei de Heiland tot Maria, toen Hij hing aan het kruis, wijsend op Johannes Een Zoon verloor ze, een soon gaf Hij haar weerom. En zo doet Hij nog! Ilc zie se voor me: ..ouders, die een kindje verloren. Vóórdien „deden se er niet aan", maar dit verlies, dit grote gemis, dat se alleen niet dragen konden, bracht hen tot Jezus God ontnam niet alleen. Hij gaf ook. ...ouden van dagen, naar de wereld zijn se „uitgediend". Ze kunnen niet meer mee doen, het leven biedt hun nog slechts kleine vreugden, maar van binnen zijn ze rijk, en ze ervaren het profetisch wcord: „en het zal geschieden ten tijde des avonds, dat het licht zal wezen" ...zieken, zwaar bezocht, maar nog nooit hebben ze zich zo dicht bij God gevoeld. God neemt niet alleen, Hij gééft ook. ...eenzamen en alleenstaanden, die de vreugde hebben gevonden van iets te mogen zijn en doen voor anderen, in eenvoudige dienst aan hun Heer. Zo zou ik door kunnen gaan. Maar U kunt dat beter zelf doen. Zie eens in uto eigen leven en om U heen en ge ontdekt die hand Gods, die niet enkel neemt, maar ook geeft. Ja. bi] alle gemis en wie kent dat niet T Bij wie is er ergens niet een deur dichtt is er die vergoeding. Als we het maar zien willen en er naar grijpen. En eenmaal gaan alle deuren dicht dat is de dood maar 't geloof weet dan van 't open ven ster naar de eeuwigheid Wolphaartsdijk. p. j. Goethals. Een kort berichtje van het Katholiek Ne derlands Persbureau meldde „dat een zegsman van het pauselijk staatssecreta riaat aan de nieuwdienst van de Ameri kaanse bisschoppen heeft meegedeeld dat voorlopig niet de oprichting kan worden verwacht van een commissie voor Curie hervorming". Wel is aan kardinaal Ro- berfi een opdracht verstrekt om „particu lier en krachtens persoonlijke capacitei ten" een onderzoek in te stellen „naar mogelijke hervormingen van de Curie". De paus heeft echter geen commissie inge steld en de instelling daarvan is voorlopig ook niet te verwachten. H' 'et is een jaar ge leden dat de paus in een toe spraak een hervor ming van de Curie in het vooruitzicht stelde en aankondigde dat hij daartoe een commissie zou be noemen. Over deze aankondiging is na- di en druk gediscusieerd in r.-k.-kring. De laatste paren vóór het begin van het tweede Vaticaanse concilie, werden wel eens harde noten over de Curie gekraakt, die men in de meer vooruitstrevende krin gen van de R.-K. Kerk soms hoorde be titelen als een bolwerk van conservatisme. De paus zou te veel gebonden zijn aan deze Curie en zo was uiteindelijk niet de paus, maar de Curie het regerende hoofd van de kerk. Toen dan ook door de paus zelf de her vorming van deze Curie werd aangekon digd, kwamen er allerlei veronderstel lingen en wensen los en menigeen sprak de hoop uit dat het gezag van de bis schoppen in bepaalde kwesties wat meer en dat van de Curie wat minder zou worden. In maart van dit jaar liet dr. L. G. M. Alting von Geusau, het hoofd van het Nederlands documentatiecentrum con cilie in een persconferentie weten welke voorbereidingen er zoal getroffen werden voor de derde zitting van dit concilie en over het te verwachten verloop daarvan. „Het schijnt dat paus Paulus VI het con cilie zo snel mogelijk na de derde zitting wil beëindigen' „De kosten zijn nog al hoog en voorts werd als reden opgegeven „het feit dat de doorbraak is geschied". Aan zogenaamde „post-conciliaire ra den" zal dan de verdere uitvoering wor den overgelaten. Deze raden zullen een permanent karakter hebben en „voort durend contact onderhouden met de bis schoppenconferenties der diverse lan den". In het bericht dat we vóór ons heb ben liggen staat dan dat de instelling van deze raden en hun permanent ka rakter betekent dat deze raden het werk zullen overnemen van de zogenaamde congregaties van de Curie. „Dit alles wijst in de richting van een langzame, doch duidelijke Curiehervorming." Het lijkt dus wel in neergaande lijn te zijn wanneer we nu het bericht lezen dat alleen maar aan de president van het kerkelijk hof van beroep (kardinaal Ro- berti) is opgedragen om particulier een onderzoek in te stellen naar mogelijke hervormingen. Dit is wat anders dan we op 17 juli lazen in een van onze r.-k. dag bladen, dat kardinaal Roberti met zijn commissie al zo hard aan het werk was, al werd er aan toegevoegd dat deze com missie alleen maar aanbevelingen zou kunnen doen. Voorts werd er nog bij ge zet dat het „niet de tactiek van paus Paulus is, ingrijpende en schokkende da den tegenover zijn medewerkers uit te lokkenDaardoor zou er een oppositie kunnen komen. „De ervaring van Pius XII, waarbij de paus zelf slachtoffer van curiale manipulaties geworden is, staat hem daarbij vers in het geheugen." Al dus „Het Centrum", welke krant vertelt dat zijn zegslieden in het Vaticaan zete len. „De paus zal in de eerste plaats de mentaliteit bij de Curie moeten verande ren, een zaak die niet plotseling tot stand kan komen." Uit dit alles begrijpen we als buitenstaander wel dat het nog lang niet in kannen en kruiken is, die hervor ming van de Curie, waarvan de huidige paus gedurende lange jaren deel heeft uitgemaakt, terwijl de reden waarom hij toen uit het Vaticaan verdwenen is om op een andere kerkelijke post te wor den geplaatst, nooit helemaal uit de doe ken is gedaan. Een paar jaar geleden, toen de eerste zitting van het tweede Vaticaanse concilie begon, hebben we naar aanlei ding van een paar vragen die ons be reikten, iets geschreven over deze Ro meinse Curie. Ieder ogenblik werd toen de Curie genoemd. Pater Van Kilsdonk noemde in zijn rede voor de landdag van St.-Adelbert te Rotterdam op 30 septem ber 1942 deze Curie „een bolwerk in de Kerk, dat geen inmenging duldt van bui tenaf en in stand wordt gehouden hoofd zakelijk volgens het systeem van car rière". Wat is deze Curie? Het is het centrale bestuursapparaat van de R.-K. Kerk, zoals ieder, al is het dan vagelijk, zal weten. Voor het besturen van een groot lichaam als deze kerk is, is er nu eenmaal een apparaat nodig, dat niet ge ring in omvang kan zijn. Het is dus een „kanselarij". Het zijn de bestuursdepar tementen die de paus ter beschikking staan voor het be sturen der kerk. De ze hebben uit de aard der zaak een nog al stevige be voegdheid. Zonder hen kan de paus nu eenmaal niet regeren. Ze hebben zelfs ook wetgevende bevoegd heid, zij het dan ook dat hun besluiten later door de paus moeten worden bekrach tigd. Zo'n bestuursapparaat heeft altijd de neiging een kerkelijke autoriteit op zich zelf te worden. Met de secretariaten van de protestantse kerken is dat ook min of meer het geval. Maar hier is een synode die uiteindelijk beslissingen moet nemen of genomen beslissingen moet be krachtigen. In de R.-K. Kerk kan uitein delijk alleen de paus dit doen en zo is het denkbaar, wanneer hij de Curie te genover zich vindt, dat hij op het Vati caan een eenzame figuur wordt. Voor datgene wat er gedurende het laat ste jaar over de Ro meinse Curie ge schreven is, hebben we bijzondere be langstelling gehad en toen we het korte berichtje van het Katholiek Neder lands Persbureau la zen, heeft ons dat wel heel bijzonder geïnteresseerd en dat wel vooral met het oog op de derde zitting van het twee de Vaticaanse concilie. Op de vorige zit tingen is de gedachte van „de collegiali teit der bisschoppen" nog al eens naar voren gekomen. Kardinaal Alfrink is een van de pleitbezorgers geweest van de gedachte dat de paus met de bisschoppen samen de kerk besturen. De Curie zal dan moeten worden een uitvoeringsor gaan van paus en bisschoppen te zamen. De kardinaal heeft toen onder de bis schoppen nog al wat bijval gekregen, maar in de berichten uit die tijd werd ook niet verheeld dat hij bij de Curie niet bepaald in de gratie stond. Er is toen gesproken over een nieuwe kroon raad en wanneer we alles wel begrepen hebben, zal deze zó moeten zijn, dat de bisschoppen in hun vertegenwoordigers hierin meer zeggenschap zullen hebben. Wat zal er van deze hervormingen van de Curie en van deze nieuwe kroon raad terecht komen? We geloven dat dit een van de vragen zal zijn die de achter grond zullen vormen van de derde zit ting van dit concilie. Er zijn er natuur lijk nog wel meer, maar met deze Curie hangt toch wel heel veel samen wat er momenteel aan behoudende elementen zich roert en van mogelijke hervormin gen van de Curie is mede afhankelijk hoe de ontwikkeling in de toekomst zal zijn. De reacties op de eerste encycliek van de huidige paus zijn van niet-rooms- katholieke zijde over het algemeen ge weest dat men sprak van een stap terug. Zal de derde zitting van dit concilie, naar wier resultaten velen met belang stelling uitzien, zó zijn dat we moeten zeggen: we zijn méér stappen terug ge gaan? Voor een belangrijk deel zal het er van af hangen welke de invloed van de Curie zal zijn en die is nog altijd groot. Wanneer we nu zien hoe het met de aan gekondigde hervormingen is gegaan, kunnen we een zekere vrees niet onder drukken, omdat de mogelijkheid er is dat de weg tot elkander nog meer ge blokkeerd wordt dan ze toch al is. Laten we hopen dat ons pessimisme ongelijk krijgt. H. dagtaak doen. Hun kerk houdt daar reke ning mee en houdt half-uursdiensten op een vroeg tijdstip, opdat de kerkleden deze kun nen meemaken. Voor de niet-werkende kerkleden is er dan nog een andere dienst op dezelfde zondag. Zondags zijn er uitzen dingen voor.de christenen over de (rege- rings) radio, uitzendingen van een half uur. De éne zondag voor de rooms-katho- lieken, de daaropvolgende voor de ortho doxen en vervolgens voor de protestanten. Dat is reeds drie Jaar het geval. De Egyptische regering toont belangstel ling voor de Evangelische Koptische Kerk. Op belangrijke bijeenkomsten is er altijd een vertegenwoordiger van de overheid. De evangelische Kopten organiseren ook bij eenkomsten met mohammedanen, waar men vertelt over het christendom en daar voor blijkt een goede belangstelling. Te vens heeft deze keri een studiegroep voor het mohammedanisme. Een ouderling in deze kerk was oorspronkelijk mohamme daan. Bij het lager en middelbaar onder wijs is er christelijk godsdienstonderricht. „De mohammedanen en de christenen zijn vrienden van elkaar", aldus mrs. Shalabv. In Ghana ligt de situatie voor de christe nen heel anders. De president van Gha na is rooms-katholiek. Er is een „christian council", een oecumenische raad dus, waar in samenwerken presbyterianen, baptisten, het Leger des Heils, methodisten, episcopa- len, anglikanen, quakers en mennonieten (doopsgezinden). De anglicanen, methodis ten en presbyterianen zoeken momenteel een weg naar eenwording. Regelmatig ver schijnen hierover boeken en brochures. Het zijn zelfstandige landskerken. De presby teriaanse kerk van mrs. R. Addo ontstond in 1828 met buitenlandse zending en is nu onafhankelijk. Er is van verschillende landen en kerken zending bedreven in Gha na, wat mrs. Addo, landelijk secretaresse van het vrouwenwerk in haar kerk. een grote zegen noemt. Haar vrouwenorganisa tie is een deel van de kerk en is uit nood voortgekomen. De emancipatie van de vrouw was en is één van de belangrijkste taken van deze organisatie. Of zoals één van de professoren in haar land het had genoemd: voedt een man op en je hebt een individualist, voedt een vrouW op en je voedt je land op. „De vrouwen moeten het licht van het evangelie verbreiden", zo zegt deze zelfbewuste, openhartige Ghanese. Haar vrouwenorganisatie heeft dan ook als symbool de olielamp, het eenvoudigste, bij belse licht, dat altijd brandt: „neem een schoteltje, doe er een beetje olie op en een Zelfstandig en zelfbewust gaan de jonge Afrikaanse kerken hun weg in de kerkelijke wereld. Ze zoeken con tacten en willen graag hun stem la ten horen in het grote geheel der ker ken. Ze willen graag samenwerken en steun ontvangen bij de opbouw van hun kerk en hun land maar op voet van gelijkheid. Feitelijk is dit al lang bekend. Het werd ons deze week bevestigd in een gesprekje met twee Afrikaanse vrouwen uit Ghana en Egypte, die zoals men heeft kun nen lezen, in Goes op een provinciale dag van de Hervormde Vrouwen dienst een indruk gaven van hun kerk en hun land. Goes was één van vele plaatsen, die de dames aandeden op een trip door ons land, voordat zij over een week weer terug keren naar hun land van herkomst. Zij gaan terug met een reeks van ervaringen en Informatie over het werk van de Neder landse kerken en in ons land hebben nu ook de „gewone kerkleden" eens kunnen praten met geloofsgenoten van het Afri kaanse continent. Iets wat behoudens op congressen en in het werk van diegenen, die in internationale contacten hun werk heb ben, toch niet zó gemakkelijk is. In Goes waren ca. zeventig belangstellenden. Een wat gering aantal als men de intentie ach ter deze dag beschouwt: de confrontatie met het wereldwijde aspect van de kerken dus het wijzen op de relatie, die alle kerken, waar ook ter wereld, in het evangelie met elkaar hebben. Mrs. L. ShaJaby uit Kalro is voorzitster van de vrouwenorganisatie der Evan gelisch Koptische Kerk in Egypte, een kerk, die in 1957 een onafhankelijke landskerk werd en die is ontstaan uit de United Pres byterian Church. Haar man, die de trip meemaakte, is een landbouwkundige. Hij behoort tot de orthodoxe Koptische Kerk, de oudste christelijke kerk in Egypte. De Kopten zq'n de christelijke nakomelin gen van de oude Egyntenaren, nadat het christendom in de derae eeuw in dat land de heersende godsdienst werd. In die tijd waren er wel zo'n dertig miljoen christe nen in Egypte. Thans zijn het er drie mil joen op een bevolking van 27 miljoen in een land, dat de Islam heeft als staatsgods dienst. De christenen nemen in Egypte dus een minderheidspositie in. Onder deze chris tenen vormen de evangelische Kopten, wier godsdienst de protestantse signatuur draagt weer een klein aantal: 100.000 leden met totaal 215 predikanten en evangelisten- actief te zijn. „Wij willen goede christenen zijn en daar ook onze mensen voor vor- Maar juist zo'n kleine kerk blijkt bijzonder men", zo zegt mrs. Shalaby. Het is daar om. dat de evangelische Kopten zich met elan werpen op velerlei vormen van vor mingswerk en hulpwerk. De vrouwenorga nisatie neemt daarbij een belangrijke plaats in. „Wij willen in onze organisatie de een heid bevorderen tussen alle vrouwen in de Egyptische kerken", aldus de Egyptische voorzitster. Men houdt daarom conferenties om een kader te vormen, doet aan bijbel studie, heeft zondagsscholen (150 stuks), enzovoort. De kerkdiensten houdt men op zondagmorgen, hoewel de islamitische feestdag de vrijdag is. Maar: „wij voelen ons één met alle christenen, daarom is voor ons uiteraard ook de zondag de dag van de kerk". De evangelische Kopten moeten dus op de christelijke zondag normaal hun draadje en het brandt". De vrouwen houden zich bezig met Jeugdwerk, zieken zorg en bejaardenhulp. Men houdt bijbelstudies en doet aan een evangelieverkondiging, die opmerkelijk is: „wij geven ons met handen, voeten en met de mond aan God", zegt mrs. Addo. En dat ook in letterlijke zin. „Als de mensen niets meer doen aan de kerk, dan gaan we bij hen thuis bijbelstudies houden Ook gaan we samen naar de dorpen, waar de dorps hoofden, fetisjmannen zijn. Zij prediken net animisme. Wij sturen een brief: we komen dan en dan. De matten worden uitgelegd en stoelen klaargezet. Natuurlijk niet altijd en ook niet de eerste keer. maar dan gaan we er wéér heen. Per bus, fiets of op een vrachtauto, en als dat vervoer er niet is gaan we lopen. Zingend en dansend langs ae wegen en het ritme met de handen klap pend. Als de hoofdman is aangegrepen door Gods woord dan roept hij de predikant. Wij breken en verbranden de afgodsbeelden en teven dooponderricht van zo'n zes maan- en, dan wordt er gedoopt. En juist in die plaatsen verwacht dc nieuwe gemeente de leiding van de vrouwen". Daarom heeft de ze kerk ook een seminarie, waar de man nen in twee en de vrouwen één jaar eer. evangelistenopleiding volgen. „Daar lezen ze afles wat nodig is voor een goed chris tenzijn, om een voorbeeld te kunnen geven. Twee Afrikaanse vrouwen waren deze week in Zeeland. Op de foto rechts mrs. L. Shalaby uit Egypte en naast haar mrs. R. Addo uit Ghana. (Foto P.Z.C.) „/"«ontacten met de Europese kerken? Wij V» hebben ze al veel. En we willen graag nog meer mensen, wij kunnen ze allen hard gebruiken. Er zitn geen problemen ln Gha na met de blanken bij de verbreiding van het evangelie. Alles doen we samen. Onze studenten ln het buitenland wordt gezegd vooral naar de kerken te gaan. daar kun nen ze het christendom terugvinden, dat ons bindt. Ze hebben wel eens een ongeluk kige ervaring: als ze een kamer zoeken en die Is niet voor een neger bestemd. Dat be grijpen wij niet. Ook begrijpen we niet dat als een neger naar een kerk wil gaan en hem wordt gezegd, dat die alleen voor de blanken Is. We zijn toch allen één? Dat is de wortel van het kwaad. Dat staat niet in het evangelie. Er zijn mensen, die niet begrijpen, dat christenen zich zo kunnen gedragen". De K.R.O., de N.C.R.V. en de V.P.R. O. hebben samen onder de titel „In één Geest" een serie van vier televi siedocumentaires gemaakt over de verschillen tussen en overeenkom sten van rooms-katholicisme en pro testantisme in Nederland. De eerste aflevering is zondag aanstaande morgen. Het oogmerk van de serie is het afzwakken van overbodige tegen stelling. De oecumene heeft ermee te maken, maar de documentaires ne men geen standpunt in wélk soort oecumene in ons land tot stand zou moeten komen. In één geest" is een serie waarvoor, be halve veel TV-technisch werk (e-)ke af levering kost meer dan tienduizend gulden), veel denkwerk is verzet. „Het gaat nu een maal over een delicaat onderwerp", aldus ds. Van Houte, de directeur van de V.P.R.O.. Het initiatief tot de serie is van zijn omroep uitgegaan. Oorspronkelijk lag een informa tieve uitzending in de bedoeling over de verwachtingen bij rooms-katholieken en protestanten inzake het concilie in Rome. Dat was in 1962. Er werd over gepraat met de K.R.O., die er op haar beurt de N.CJLV. behaalde. Men kwam tot de con clusie dat het beter zou zqn een sene do cumentaires te maken niet over, maar naar aanleiding van het concilie, daarbij de discussie verplaatsende van de voorhof van de St.-Pieter naar Nederland en aldus doen de programma's te maken, toegespitst op de gescheidenheid der christenen in Neder land en over de bekentenis van het oecume nisch streven. Men mag onmiddellijk de vraag stellen: waarom de godsdienstige zendorgani- saties als het LK.O.R., de R.R.K. en het C.V.K. er niet zijn bijgehaald. Ds. Van Houte: „dit is een programmaserie van mensen. Niet van kerken. Mochten we uit glijden. dan zouden ook de kerken uitglij den". Er is voor de serie een redactieraad gevormd bestaande uit prof. dr. G. J. Hoenderdaal (remonstrant) uit Leiden, prof. dr. G. C. Berkhouwer van de Vrije Universiteit in Amsterdam en dr. J. Les- crauwet M.S.C. Samenstellers zijn de twee paters: P. Wesseling C.S.S. en Th. van Eupen C.S.S.R. „Daar moet men maar aan wennen" vindt ds. Van Houte. En prof. Hoenderdaal zegt: „de rooms-katholieke visie in wetenschappelijke zin is zo gewij zigd dat mijn kritische apparaat niets te doen had". De programma's zijn geregis seerd door Bouke Poelstra (V.P.R.O.). H. Mochel (N.C.R.V.) en Hans Wortelboer van de K.R.O. De eerste twee programma's gaan over de geschiedenis van de christelijke kerk: het christelijk geloof tot aan de reformatie. In het tweede programma (uitzending woens dag 23 september) komt de reformatie aan de orde. De redactie heeft gepoogd foutieve opvattingen recht te zetten. „De theologi sche problemen werden door de pausen van toen niet onderkend' aldus pater Wesse ling. „Luthers protest tegen de aflaatpre- diking zou door de concilievaders van nu, een enkeling daargelaten, begrepen wor den". Het derde programma i uitzending disdag 29 september) laat zien hoe katho lieken en protestanten in Nederland met elkaar, maar vooral ook naast elkaar leven. Voor dit programma zijn opnamen gemaakt in Bolsward omdat daar de samenstelling van de bevolking overeenkomt met het landelijk gemiddelde. In deze uitzending komt ook de Irene-kwestie even aan de orde. TTet vierde programma (uitzending don- 1 I derdag 8 oktober) waagt zich aan de mogelijke perspectieven van de oecumene. Er komen vraagstukken aan de orde als de liturgie, het bestuur van de kerk. de hou ding van de orthodoxe kerken, het ge mengde huwelijk, missie en zending. In dit laatste programma komen o.a. kardinaal Alfrink aan het woord en dr. Lukas Fischer van de Wereldraad van Kerken, alsmede kardinaal Rugambwa. de enige Afrikaanse kardinaal die sterk werkt naar samensmel ting van missie en zending.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 17