ANNE-MARIE
zat bij ons in de klas
Afscheid
viel
zwaar
Ridderzaal,
menigmaal
door slopers
bedreigd
De koning en
het prinsesje
Zaterdag 12 september 1964
zaterdagnummer
OP 18 SEPTEMBER a.s. wordt
in Athene het huwelijk gesloten
tussen de jonge koning van Grie
kenland, Constantijn, en zijn nog
jongere bruid, prinses Anne-Ma-
rie van Denemarken. Hij is 24, zij
18.
Er is sprake van geweest, dat het
Deense koningspaar nog liever wat
had willen wachten met de bruiloft - en
dat zou ook wel gebeurd zijn. wanneer
Constantijn niet door het plotseling over
lijden van zijn vader vroeger tot de
troon geroepen was dan wie ook had
verwacht. De toestemming is evenwel
van de zijde van koning Frederik en
koningin Ingrid van harte gegeven.
Koning Constantijn is sinds 1958, toen
hij meerderjarig werd en zijn vader of
ficieel verklaarde hem voortaan als zijn
naaste medewerker te zullen beschou
wen. doelbewust voor het koningschap
opgeleid. Hij heeft op tal van missies in
het binnen- zowel als in het buitenland
zijn vader vertegenwoordigd. Toen tij
dens de ziekte van zijn vader de eerste
donkere wolken boven Cyprus zichtbaar
werden, was het Constantijn - „Tino"
zegt het volk van Griekenland - die dag
en nacht met politici confereerde. In
zijn vrije tijd is Tino een jongeman, die
van sport 'houdt, die graag naar een
theater gaat en die wild is van snelle
auto's. Zijn kennis van Engels, Duits en
Frans maakt het hem makkelijk met bui
tenlandse bezoekers om te gaan; hij
heeft daarbij een grote persoonlijke
charme mee. Politici in Griekenland
menen, dat dal ook wel nodig is, want
de partijpolitiek in het moderne Hellas
is een roerig bedrijf, waartussen het
moeilijk laveren is - zelfs voor een
Olympisch zeiler als koning Constantijn.
Zo" is Tino. in enkele korte woorden. Hoe
is ziin bruid, het Deense prinsesje An-
ne-Marie? Men kan nauwelijks zeggen,
dat zij is opgeleid voor het koningschap
- en al zou er bij haar in die richting
wel zijn gewerkt, dan kan niet worden
aangenomen dat zij enige opleiding op
haar jeugdige leeftijd al zou hebben vol
tooid.
Toen in januari van vorig jaar de ver
loving tussen de twee bekend werd, was
Anne-Marie nog weinig anders dan een
leerlinge van een instituut voor middel
baar onderwijs in Konenhagen, de Zahles
Skole. Zij is dat gebleven tot aan het
eind van het schoolseizoen, dit jaar. Wie
haar het best kennen ziin, naast haar
ouders en zusters, eigenlijk haar klasge
noten geweest. Een van hen, Vivi
Schneider, heeft in haar eigen woorden
het portret van het prinsesje getekend.
Het is hiernaast te lezen. Zij schrijft wat
voor meisje Anne-Marie is geweest tus
sen haar vriendinnen .op de dagen rond
haar verloving en met name op de dag
van het afscheid van kals en school. Een
afscheid om aan de zijde van Constantijn
van Griekenland koningin te worden van
het volk der Hellenen, onder de mediter
rane zon - ver van het gedempt-groene
land van haar ouders en vriendinnen.
koning binnen. Toen hij een wel
komstwoord had gesproken, ont
ving Anne-Marie een afscheidsge
schenk van de directrice. Ze kreeg
ook nog iets van de zanglerares.
Anne-Marie heeft geen krachtige
stem, maar wanneer ze zingt,
klinkt dat heel helder en zuiver. Ze
had vaak soldi gezongen en het was
altijd een plezier geweest naar
haar te luisteren. Daarom was de
zanglerares erg op haar gesteld
en gaf zij de prinses de tekst en
muziek van een van haar meest
geliefde liederen, gebonden in rood
leer en vastgemaakt met twee gou
den koordjes.
Anne-Marie was helemaal stil
toen zij het aanpakte en toen
zij ervoor dankte, was haar stem
keek naar de grond toen ze naast
ste banken bijna niet kon horen. Ze
zo zacht dat je het zelfs op de voor
ken we maar een beetje een ande-
haar vader ging zitten en zelf ke-
wilde de prinses op haar laatste
re kant op, want niemand van ons
dag zien met tranen in haar ogen.
De koning stond op en je kon zien,
dat ook hij een beetje bewogen
was. Hij dankte de docenten voor
hun gewone manier van doen te
genover de prinses en ons voor de
gezelligheid en de vriendschap die
wij zijn dochter hadden geschon
ken. Daarna zeiden we haar vaar
wel. Ieder van ons drukte haar de
hand en zei iets vriendelijks, zo
van: het ga je goed en: pas
wenste ook ons alle geluk in de
maar goed op jezelf en zo. En ze
De prinses aan haar tafel, in
de klas.
toekomst en glimlachte bij het af
scheid.
Toen de vakantie om was en we
aan ons laatste jaar begonnen wa
ren, was Anne-Marie weg. Een en
kele keer spraken we nog wel over
haar en we misten haar haar
vrolijkheid, haar goede humeur en
de manier waarop ze je te pakken
nam als je haar plaagde. En ook:
de spontane hartelijkheid in haar
optreden men zou kunnen zeg
gen: een echt koninklijke eigen
schap.
Wanneer men mij vraagt: hoe
is prinses Anne-Marie, dan
kan ik alleen gunstige dingen noe
men. Niet omdat zij aanstonds ko
ningin zal zijn, maar omdat er
niets onprettigs van haar te zeggen
valt. Zij was bij ons aardig en
spontaan en ik denk dat dat kwam
omdat zij was opgegroeid in een
gezin dat van elkaar hield. Wan
neer zij over de koning en de ko
ningin sprak, had zij het altijd over
.vader" en moeder". En over
haar zusters hoorde je haar nooit
anders dan in woorden. d:e ervan
getuigden datz ij echt om hen gaf.
Ik herinner me, dat we eens een
schooluitvoering gaven Anne-Ma
rie speelde de hoofdrol: he*, was
een sprookje. In een verkleedpauze
hielp ik haar met het aantrekken
van haar handschoenen, heel lange
witte, van een soort die je nooit
ziet. Ik riep uit: ..Wat zijn die
prachtig" en ze zei: „Ja hé, ze zijn
van mijn moeder. Als ik wat nodig
heb, leen ik het altijd van mijn
moeder". En ik dacht: dat is nu
typisch iets wat wij allemaal doen.
Dat is nog maar een paar maan
den geleden. Nu is het zo ver.
Het meisje uit onze klas dat werd
uitverkoren door een kroonprins is
nu de bruid van een koning. Zij
heeft haar school verlaten en
neemt nu afscheid van haar land,
haar volk en haar familie. Zij zal
niet makkelijk worden vergeten,
wel allerminst door haar vriendin
nen van de Zahleschool in Kopen
hagen.
heerst wordt door de voorgevel van de ridderzas
prijkt met een smeedijzeren, vergulde fontein in ar
chaïserende stijl. De fontein, middelpunt van een mooie
sierbestrating, die echter helaas doorgaans verborgen
blijft onder parkerende auto's is hier geplaatst door
de over de restauratie verheugde burgerij.
Oorspronkelijk was dit Binnenhof ook door grachten
beschermd. Daarvan is naast het museum het Maurits-
huis nog een klein restant over en ook de diepgelegen
binnenplaats, waarover men het Perscentrum Nieuws
poort bereikt, zou kunnen wijzen op het bestaan van
die gracht.
Het Binnenhof sluit enerzijds aan op het Plein, daar
ontstaan doordat het heel vroeger 's-Graven kooltuin
is geweest en in de Staatse tijd als exercitieplaats in
gebruik was. anderzijds op het Buitenhof. Dit Buiten
hof. nu een centrum van gezeligheid voor Den Haag.
was in de middeleeuwen een brede ruimte waaraan
de bijgebouwen va nhet hof lagen: de boerderij, de
stallen, de honde- en duifhuizen. De gang tot deze ge
deeltelijk ook aan de Vijver gelegen hof was alleen
mogelijk via de Gevangenpoort tot de tijd waarin
een smalle uitgang gemaakt werd naar de Hoogstraat,
toen daar Aleid van Poelgeest, vriendin van Hertog Al-
bregt van Beieren woonde.
De Gevangenpoort leidde naar nog een ander plein, de
Plaats, het ontmoetingspunt van hof en burgerij. Over
de Vijver heen keek men van Binnen- en Buitenhof af
op de Vijverberg. Dat was toen nog geen doorgangsweg,
maar een speelplaats voor de dienaren van den Hove
met, behalve een schavot, een „3peeltorentje", waarin
muzikantenen minstrelen konden optreden.
Er lag hier, op en om het Binnenhof, dus een weliswaar
bescheiden grafelijke woonstee, maar zeker was het
een aangename en fraai aangelegde nederzetting, in
gelegd in een uitloper van het Haagse Bos, het Voor
hout.
De ridderzaal, waarin koningin en volk elkaar op
Prinsjesdag ontmoeten een demonstratie van
het Nederlandse democratische en constitutionele rege-
ringsbestel en die in zijn stoere eenvoud van vorm
en zijn lieflijke flankering door twee verschillende to
rentjes het Binnenhof domineert, is een op een recon
structie gelijkende restaurtatie van wat Floris V pas
send vond om als toonbeeld van zijn macht te laten
bouwen. Aan deze bouw is de naam van Gerard van
Leyden verbonden en wat deze verder niet zo bekende
bouwmeester, in dienst van de graaf hier wrochtte,
geldt als een van de fraaiste voorbeelden van werelds?
bouwwerken uit de gotiek.
De dertiende-eeuwse zaal 38 meter lang. 17 e
breed en niet minder dan 27 meter hoog is een toon
beeld van de bouwkunst van die dagen, doordat deze
hele ruimte door 'n prachtige open bekapping van eikc-
houten binten zonder één pilaar wordt overspannen en
gedekt. Wie de zaal binnentreedt ruikt de zurige lucht
die dit eikehout verspreidt en daardoor kan hij weten
Het front van het Binnenhofcomplex langs de
Hofvijver.
dat dit niet de eeuwenoude oorspronkelijke kap kan zijn,
maar een getrouwe kopie die ruim zestig jaar geleden
is gemaakt.
Langs de dakspanten hangen de kleurige wapens van
de graven die hier hebben geregeerd. Het grote roos
venster dateert eveneens van latere tijd. De vroeg
middeleeuwse ridderzaal zag de typische feesten van
die tyd. Floris V die hem liet bouwen sloeg er veertig
vrije mannen tot ridder. In 1432 en 1456 waren er fes
tiviteiten ter gelegenheid van bijeenkomsten van de
ridders van het Gulden Vlies. Omstreeks 1469 liet Karei
de Stoute er driemaal per week recht spreken.
Waarschijnlijk werd hier Filips II door de vertegen
woordigers der steden „verlaten". Op 13 mei 1619 legde
Van Oldenbarnevelt door de volle lengte van de zaal
de lange weg af naar het schavot dat ervóór stond op
gesteld. In de Staatse tijd echter raakte de zaal. bij ge
brek aan een werkelijke functie, in verval. Boekver
kopers en andere neringdoenden vonden er toen een
plaats. Nog later werd het gebouw de trekkingzaal van
ie staatsloterij. De ridderzaal is daardoor lange tijd de
„Loterijzaal" genoemd.
T^en dieptepunt in de geschiedenis van dit bouwwerk
!—i viel in de Franse tijd, toen in deze zaal exercities
.verden gehouden. Zelfs stelde Van Gogei, minister
van Financiën in 1808 aan Lodewijk Napoleon voor
•m ridderzaal en paleis maar te slopen. Deze koning
had echter meer ontzag voor de historie of voor de
tosten? dan de Nederlanders en liet wat herstel-
verk verrichten
.ater maakte men wegens lekkage een goot in de
loer om het binnengevallen hemelwater door de deur
aar buiten te leiden en zelfs was de zaal lange tijd ge
lekt met een ijzeren dak met bovenlichten, gesteund
loor twee rijen ijzeren kolommen.
Ne tijden zijn voorbij. De ridderzaal wordt thans, met
de eerbied die wij aan ons voorgeslacht en de roemrijke
geschiedenis van ons land verplicht zijn, nog alleen
gebruikt voor zeer bijzondere bijeenkomsten, zoals de
opening van de gewone zitting van de beide Kamers der
Staten-Generaal er een is. Dinsdag zal zij weer prijken
in volle luister.
„Den Haag" is voor veel Nederlanders een
apart begrip. „Den Haag" bestuurt het land en
Den Haag doet in de ogen van criticasters
dikwijls fout. Als de lonen te weinig en de prij
zen teveel stijgen, dan is dat de schuld van Den
Haag, dat had moeten ingrijpen. Als de officiële
uitzendingen over het tweede televisienet en
over het derde radionet uitblijven en als er nog
steeds geen reclame op de beeldbuis verschijnt,
dan wijt men dat aan laksheid, nalatigheid en
een weifelend beleid vanDen Haag.
Als nog duizenden naar een voor hen passende woning
zoeken, dan is dat het gevolg van een tekort aan
voortvarendheid van - alweer - Den Haag. Als de pluim
veehouders een moeilijke tijd beleven, dan komt dat
doordat in Den Haag niet de juiste politiek gevoerd
werd. Als er nog een groep oud-Zuiderzee vissers is. die
onvoldoende financieel wordt gesteund, als het tekort
aan recreatieterreinen duidelijk aan de dag treedt, als
de buitenwegen overvol raken met auto's, als de balas-
tingen zwaar drukken en de hulp aan de onderontwik
kelde landen te licht is dan kijkt men er Den Haag op
aan.
„Den Haag" symboliseert de Nederlandse regering, die
voor aller welzijn heeft te zorgen en die - doordat over
de manier waarop vele uiteenlopende meningen bestaan
- voortdurend aan kritiek bloot staat. In Den Haag
zelf duidt men 's lands regering gewoonlijk aan met de
term „het Binnenhof", hoewel aan dit zeven eeuwen
oude plein alleen te vinden zijn de gebouwen van de
Eerste en de Tweede Kamer, van de Raad van State.
van de ministeries van verkeer en waterstaat van bin
nenlandse zaken en van maatschappelijk werk - de
ander ministeries zijn op andere plaatsen in Den Haag
gevestigd.
Ook de riddezaal, die in de geschiedenis van Nederland
vaak een gewichtige rol gespeeld heeft, slaat fors en
majesteitelijk op het oude Binnenhof; niet als een een
zaam en sluimerend pronkstuk van de bouwkunst onzer
verre voorouders, maar levend en in het luidruchtig ge
ronk van twintigste-eeuwse auto's, die er onafgebroken
af en aan rijden.
De ridderzaal, die herhaaldelijk voor belangrijke en
voorname bijeenkomsten gebruikt wordt, zal dinsdag
a.s. weer de koningin ontvangen, die de Kamers der
Staten-Generaal, van de ministers en de staatssecre
tarissen een groot aantal hoge gasten de troonrede zal
uitspieken, waarin de regering haar beleid voor het
komende parlementaire jaar ontvouwt.
Het Binnenhof vormt op de derde dinsdag van septem
ber. op de dag van de opening van de gewone zitting
van beide Kamers der Staten-Generaal. in de ware zin
van het woord het hart van het land. Er zal veel bekijks
zijn en men zal zich erover verheugen, dat niet alleen
Den Haag, maar dat Nederland dit mooie, intieme plein,
dat telkenjare ontelbare vreemdelingen aantrekt, rijk is.
En dan te bedenken, dat het wat zijn schone uiterlijke
vorm betreft in 'n niet eens zo heel ver verleden twee
maal bedreigd geweest is. In 1814, precies honderdvijf
tig jaar geleden, opperde men het denkbeeld om op
deze plaats een koninklijk paleis te bouwen. De voor
zijde van liet paleis moest langs de Hofvijver liggen
en bij de hoofdingang zou een brug over de vijver ge
slagen worden. Het ging niet door.
In 1864 schreef de befaamde Nederlandse staatsman
Thorbecke een internationale prijsvraag uit voor een
ontwerp voor een regeringspaleis, dat op deze plaats
moest verrijzen. Dat is nu dus op de kop af een eeuw
geleden. Deze prijsvraag heeft kennelijk (en geluk
kig! niet het resultaat opgeleverd dat men ervan ver
wachtte. Ook toen bleef de toestand bij het oude. Veel
later, omstreeks de eeuwwisseling, is in een, mede door
de architect dr. P. J. H. Cuypers ontworpen reconstruc
tieplan, aan het ridderzaalcomplex de vorm gegeven,
die we nu kennen. Ondanks enige architectonische kri
tiek op de vrijheden, die men zich in die tijd meende
te kunnen veroorloven, kan men zich thans gelukkig
prijzen met het feit dat door zijn werk op en om het
Binnenhof iets is blijven naklinken van alle zeven
eeuwen, waarin van hieruit het bestuur is gevoerd.
Reeds sinds het jachtslot in de dertiende eeuw boven de
resten van de versterkte hofstede, van Vrouw-Meilendis
werd gebouwd, lagen de grafelijke gebouwen
op een ruim plein. Dit plein, deze binnenhof,
was door een muur omgeven. Aanvankelijk ontstond
langs dit plein een bebouwing aan de vijverzijde, lang
zamerhand echter werd het in de loop der tijden
één gesloten front van gebouwen rondom het hele plein.
Tussen het complex grafelijke gebouwen en de vijver
zijde kwam een overdekte doorgang, boven een poort,
die er nu nog is. Van de middeleeuwse bebouwing is
haast niets meer over. Indien er op enig punt in Den
Haag ooit eeuwig is gebroken en gebouwd, dan is het
hier wel. Het Maandblad van de gemeente 's-Graven-
hage heeft er kort geleden weer eens de aandacht op
gevestigd.
Het plein was al gauw verdeeld in een voor- en een
achterplein. Het achterplein heeft het best iets van
de middeleeuwse sfeer bewaard. Het voorplein dat be
Prinses Anne-Marie bij het ver
laten van de school na het af
scheid van docenten en klasge
noten. In haar hand heeft zij de
geschenken, die haar in de aula
werden overhandigd.
De mensen hebben het vaak gevraagd :hoe is het nou eigenlijk,
met een prinses in de klas te zitten Hoe is ze, is ze aardig of is ze
een beetje hooghartig? Mocht je haar bij haar voornaam noemen?
Soms denk ik wel eens: sommige mensen hebben het idee dat ze
met een kroontje op haar hoofd naar school kwam. Men heeft mij
zelfs wel eens gevraagd of er een hofdame meekwam die dan tij
dens de lessen gewoon bleef zitten. Wanneer je met prinses Anne-
Marie op school bent geweest, is het moeilijk om te zeggen: ze is
zus of ze is zo. Ze heeft een nogal veelzijdig karakter. Ze is eigen
lijk moeilijk te vergelijken met een ander ze had haar eige nmanier
van zeggen en doen. Maar Anne-Marie was bij ons een meisje, met
wie wij veel plezier hebben gehad en dat helemaal met ons optrok.
Dat heoben we vooral gemerkt in de dagen rond haar verloving.
Het kon natuurlijk moeilijk anders: Anne-Marie was duidelijk de
belangrijkste in de klas. Maar op de dag dat zij zich verloofde met
kroonprins Constantijn was ze helemaal nummer één. De dag te
voren was ze nog gewoon op school geweest en ze had er niets van
gezegd, zelfs niet tegen haar beste vriendin. Toen we 's morgens
de kranten lazen, konden we onze ogen nauwelijks geloven. Sommi
ge mensen begonnen meteen te zeggen, dat ze nog te jong was.
Maar wij, die haar klasgenoten zijn geweest, zijn het daar niet mee
eens. Anne-Marie is in staat verantwoordelijkheden te dragen
en zij weet wie zij is en wat voor verplichtingen haar dat oplegt.
•yoen we die dag op school kwa-
men, kon er van leren niet veel
komen. Daarvoor was de opwin
ding te groot. We vroegen aan de
directeur vrijaf om naar het paleis
te mogen gaan. En daar stonden
we dan in de menigte, vlaggetjes
mee, en rekten onze halzen naar
het balkon. Daar waren de twee,
arm in arm en ineens fluisterde de
prinses haar verloofde iets toe. De
kroonprins wees op ons ende prin
ses knikte en beiden begonnen ze te
lachen.
Toen zij weer op school kwam, was
zij veranderd. Ze zag er liefelijker
uit dan ooit en ze was heel trots en
heel gelukkig. In onze ogen was ze
vanaf die dag niet zozeer meer een
schoolvriendin, maar een echte
prinses.
Ze had misschien al duizenden
handen geschud. In de klas
was ik de derde die haar feliciteer
de. Ieder die bij haar kwam, kreeg
de indruk de eerste te zijn met
haar gelukwensen, zo vriendelijk
en hartelijk had zij voor ieder een
antwoord klaar. Ik weet niet, hoe
ze het klaarspeelde, ik zou het niet
kunnen. Toen we in de klas waren,
liet ze ons haar prachtige ring zien.
Ze deed hem zelfs af, zodat wij
hem zelf konden passen!
De docenten spraken haar altijd
aan met „koninklijke hoogheid",
maar Anne-Marie had gezegd dat
wij dat maar niet moesten doen.
Toch was ze ook zonder aanspreek
titel anders dan de anderen, het
geen niet wil zeggen dat zij bijvoor
beeld na haar verlovingsdag wat
op een afstand kwam. Er was wel
iets anders. Tegen de tijd dat het
schooljaar ten einde liep. werd
Anne-Marie stiller. Ze zat vaak in
gedachten.
Haar laaste dag op school zullen
wij nooit vergeten en zij vermoe
delijk ook niet. Ze kwam op de ge
wone tijd. Op het programma
stond de gewone bevorderings- en
afscheidsbijeenkomst. In de aula
kwam ze bij ons op de bank zitten.
Maar de directrice zei: „Nee, dat
gaat niet, koninklijke hoogheid".
Anne-Marie moest naar voren ko
men. Er zou dus iets gaan gebeu
ren, maar wij wisten niet wat.
Plotseling leidde de directrice de