Fruitfee op
Delta-tour
NEPTUNUS ALS GIDS
AAN het stuurrad van de vlet „ANS" op de zonnige Oosterschelde stond die morgen een
roerganger om van te „watertanden": fruitfee Matty Schipper. Met haar hofdames Ina van
de Guchte en Nelly Verschoore en met als deklading tien fruitbakjes, keurig in cellofaan ver
pakt, zette ze koers naar de reuzenbok „Ir. J. G. Snip". Kapitein Kees Noordhoek gaf het
commando over zijn vlet met genoegen en met een gerust hart een tijdje over. In de verte za
gen de ambassadrices van het-Zeeuwse-appeltje-voor-de-dorst kleine stipjes van mannen
druk in de weer met de 85ste betonnen cilinder voor de Oosterscheldebrug: de bemanning van
de grootste bok van Europa, daar midden in de riviermonding, was het eerste doel van de ver-
rassings-expeditie, die de Provinciale Zeeuwse Courant met de fruitfee en haar hofdames
voor de officiële installatie op aanstaande zaterdag heeft gemaakt langs de waterstaatswer
ken in de provincie.
En ze hebben heel wat gezichten opgeklaard met hun komst en met hun fruit. Ze hebben
voor plotselinge, joyeuze intermezzi gezorgd.Ze kregen overal een vrolijke, soms zelfs een
uitbundige ontvangst. De „stillen" bij de drie grootste waterstaatskarweien in Zeeland de
mannen van zuigers en bokken, de monteurs van de kabelbaan, de keetbediende, een bejaar
de uitvoerder, en ook de man van de tekenkamer zijn met deze fruitoverrompeling een
ogenblikje in hun dagelijks werk gestoord. Het was een zonnige, smakelijke ontmoeting
met het drietal, dat een week lang in Zeeland het ooft op een presenteerblad zal uitdragen.
„Ik wist er niets van. Anders had ik de vlaggetjes opgehangen", zei Kees Noordhoek toen hij
het fruitgezelsehap op zijn vlet liet stappen. Zijn opmerking gaf wel zo ongeveer de sfeer
weer van alles wat er die dag bij Oosterscheldebrug, Grevelingendam en bij de kanaalwerken
tussen Terneuzen en Zelzate passeerde. Zie maar....
In de torenkamer van Zierilczees stadhuis zijn fruitfee Matty
Schipper en haar hofdames Ina van de Guchte en Netty
Verschoore op consult gegaan bij Neptunes, de schutspa
troon van de zee. Hij staat daar een beetje zielig en wat
geschonden in het museum. Niet meer op het topje van de
ranke stadhuistoren, maar vlak tegenover het houten model
van die toren. Sinds een jaar heeft, die oude Neptunes uit
1677 contact met zijn opvolger, die op de torenspits met alle
winden mee waait. En die derhalve weet wat er in Zeeland
zoal verandert. Hij kijkt over de grote waterstaatswerken en
hij piekert op mooie nazomerdagen over de wederwaardig
heden van honderden werkers aan die 'karweien. Met zijn
drietand uAjst hij aj en toe naar zo'n reuzenkarwei in en op
het water. Dat deed hij ooktoen de fruitfee en gevolg bij
zijn bejaarde, veriveerde voorganger op consult kwam. En
die museum-Neptunes, tuk op een verzetje, wilde graag als
gids fungeren. „Oosterscheldebrug, Grevelingendam, Kanaal-
werken", mompelde hij in zijn baard. Aldus werd de route
vastgesteld.
ER hing weer een betonnen pijlerpaal van meer dan dertig meter lengte tussen de
takels van de reuzenbok „Ir. J. G. Snip". Ongeveer twee kilometer uit de wal van
Noord-Beveland zou die paal deze dag de bodem van de Oosterschelde worden inge
perst. De streep in beton van Midden-Zeeland naar Schouwen-Duiveland. de sierlijke
opeenvolging van witte bogen, ging langzaam over in een stippellijn. Én die hield
op. waar de geweldige bok het voorlopige einde van de Oosterscheldebrug markeer
de. Dat punt nu hield fruitfee Matty Schipper aan boord van de vlet „Ans" goed ir
het vizier. Kapitein F. Jongsma van de bok had zijn mannen in het „want" zitten. Ze
zagen de vlet een wit spoor over het water trekken in hun richting. Ze schonken
er verder weinig aandacht aan: die paal moest naar beneden, daar ging het om!
Maar toch veranderde de belangstelling wel voor een kwartiertje, toen de fruitfee en
haar hofdames behendig over een paar aangemeerde bootjes naar het dek van de
bok klauterden. Met stralende gezichten én blozend fruit stond het drietal toen plotse
ling tussen de meters hoge lieren, onder d e imponerende hefinstallaties, met de strak
ke betonnen paal als decor. Kapitein Jongsma kwam al aangelopen: „Dat ziet er alle
maal goed uit...." De vlet, even tevoren nog oninteressant, was nu plotseling de
bezorger van een bijzonder presentje geworden.
Het was een plezierig schaftuurtje, zo onverwacht. Het maakte even een barst in het
eentonige bestaan van de bokbemanning. De monteurs, de motordrijvers en de andere
„bewoners" van het gevaarte, die iédere maandagmorgen op het dek stappen en dat
niet voor vrijdagmiddag verlaten. Fruitfee Matty deelde de bakjes rond aan de man
nen, die de palen slaan voor de brug waarover straks het verkeer zal heen- en weer- I
rijden. De bemanningsleden van de „Ir. J. G. Snip" hadden elkaar naar het midden
van het dek gefloten. „Ik word er gewoon verlegen van", grapte kapitein Jongsma.
En zijn medewerkers deden in dat stukje toneelspel niet voor hem onder. De fruitbak-
ken gingen naar de hutten van de manschappen. De vitaminen sverden opgeslagen.
Misschien als een appeltje voor dè dorst bij wat minder aantrekkelijk weer dan waar
voor de fruitambassadrices deze dag hadden gezorgd. Want dat het spoken kan, daar
midden op de Oosterschelde dat heeft het drietal wel begrepen na een gesprekje
met de kapitein en zijn medewerkers. „Bij windkracht acht of zoiets is het hier echt
niet pluis", kregen fruitfee en haar gevolg te horen. En de waterstaatsmannen, die
de dames naar de „Ir. J. G. Snip" hadden gebracht konden het alleen maar bea
men. Ze hadden de hoge bok al vaak zwaar zien deinen. Dan dachten ze: hoe kunnen
we de mannen daar wat opvrolijken. Nu weten ze een probaat middel. Maar of fruit
fee en hofdames ook dan op de bok zouden willen en durven toe varen? Het was op die
bewuste verrassingsmorgen alleen maar een puntje van discussie. Eigenlijk een over
bodige discussie. De Goese fruitfee had stralend weer meegebracht. Daarom besloot
(Zie volgende pagina).
Foto's rechtsboven fruitfee Matty Schipper aan het stuurrad op de „Ans", het
H begin van de fruitexpeditie 1964. Daarnaast, linksboven, fruitfee en hofdames
te midden van de kolonie Franse monteurs, linksonder een gondelonderonsje van
een Franse kabelspecialist met de fruitfee en rechtsonder het bezoek van de fruit-
H expeditie aan de Oosterscheldebrugbok „Ir. J. G. Snip", voor de bemanning een
prettige onderbreking van het dagelijkse werk bij de machtige lieren.