TAL VAD VRAGEN OPENHARTIG ANTWOORD OP ZATERDAG S SEPTEMBER 1964 En. reagerend op nujn vraag nog voor die geheel is uitgesproken: „Natuurlijk zonder dat de directie er hij staat. Dal zijn dan altijd gesprekken in de zin van „nu zou ik graag van u horen wat uw moeilijkheden zijn" en dan is het me nog nooit overkomen dat er een gebrek aan openheid in de antwoorden te constateren was" Hofleven ~W~~W~ KB BEN de opgroeiende dochters in de jaren dat zij naar m—Ê volwassenheid en grotere zelfstandigheid groeiden door M m hun directe aanrakingen met de jeugd van vandaag het leven aan het hof waarneembaar veranderd? De Prins schudt het hoofd beslist ontkennend. In het gezin natuurlijk. Maar in het hofleven niet. „Laat me uitleggen waarom niet. Toen we terugkwamen uit de oorlog bestond er praktisch geen Hof meer. Toen hebben we het door onze verslaggever EJkJk&l Foto-s: Jaap Schoen helemaal opnieuw opgebouwd. Eerst mijn schoonmoeder, daarna mijn viouw. Vrijwel alles is toen veranderd. Praktisch gesproken in deze zin. dat we onze eigen vrijheid als hoofdbeginsel hebben gesteld. Er is niemand aan het hof die kan meepraten over (je opvoeding van de kinderen, scholen en zo meer. Dat is zo geweest van het begin af aan. Het is in zijn uitwerking versterkt door het feit dat we nu een bijzonder goed stel mensen aan het hof hebben waarmee we heel persoonlijk bevriend zijn. Vroeger, in de oude tijd ik herinner me het van vóór de oorlog en van verhalen over nog verder terug was er altijd een heel grote afstand en weinig vriendschap. Nu is het omgekeerd. We hebben mensen om ons heen met wie we dolgraag naar huis gaan om er te eten. en die op de zelfde wijze bij ons komen. Dat schept een heel andere atmosfeer en daardoor is te verklaren dat de kinderen daarin helemaal geen verandering hebben aangebracht. Hun behoeften pasten in onze ma nier van leven, die geloof ik wel te vergelijken is met die van vele andere Nederlandse gezinnen. De kinderen hebben steeds een grote vrijheid gehad. Ze praten mee en hebben recht op hun mening. Maar aan de structuur heeft dat niets behoeven te veranderen. Je zou kunnen zeggen die was daar nu juist op ingericht". Op mijn vraag of in de Irene-debatten in de Kamer naar voren gekomen nieuwe opvattingen over de reikwijdte van de ministeriële verantwoordelijkheid tot inperkingen van de persoonlijke vrijheden van de leden van het gezin kunnen gaan leiden, reageert de Prins met de opmerking, dat dit een terrein is waar hij zich verre van haudt „De heren Drees en Deel zijn nu zorgvuldig aan het onder zoeken of ei überhaupt iets is veranderd en dat wachten we 'af. Ik zie onze vrijheid in het bijzonder beperkt door de eigen plaats van het koningshuis in ons volk. Daarom zijn de reacties van het Ne derlandse volk op wat wij doen of laten zo belangrijk voor ons" Schoonzoons R zijn beperkingen van andere aard die de Prins zo niet als tragischer dan toch als veel ernstiger beschouwt. Dat spreekt hij uit als antwoord op mijn vraag om commen taar op 'n uitspraak in de Tweede Kamer van het Kamer lid Vondeling die tijdens de Irene-debatten heeft verklaard geen enkel bezwaar tc zien in een huwelijk van de prinsessen met een gewoon maar zeer respectabel Nederlands burger. A EEN STORMACHTIG VOORJAAR is op Soestdijk het normale, goed georganiseerde, dagelijks leven hervat. Druk en onregelmatig, maar goed geregeld en daardoor toch een sfeer van grote rust suggererend. Het is trouwens werkelijk rustiger geworden in het paleis. Het koninklijk gezin is klein geworden. Van de vier levenslustige prinsessen woont thuis nu alleen nog de jongste, die echter ook een paar weken geleden met heel goede cijfers de barrière naar de eind-examenklas heeft genomen. „Nog zonder, ons bekende, duidelijke plannen voor de toekomst", stelde haar vader nadrukkelijk vast. De rust in paleis Soestdijk is bijna tastbaar in de koele gang die leidt naar de icerkkamer van de Prins aan de achterzijde van het paleis, onmiddellijk naast het werkvertrek van de Koningin. Het is een middelmatig grote kamer, gezellig vol vooral met boeken en reisherinneringen uit alle windstreken. Precieuze geschenken, sier lijke jachttrofeeën en vele gesigneerde foto's, voor het merendeel van mannen en vrouwen die talloze malen op de voorpagina van de kranten hebben gestaan. Een groot deel van het bureau wordt in beslag genomen door een veelheid van porseleinjade en ebbenhou ten olifanten, zwijnen, koeien, paarden en honden die rondom een prachtige, buikige Boeddha Staan gegroepeerd. Gesprek met de Prins NOG GEKLEED in de service-dress waarin hij eerder op de ochtend zijn wekelijkse militaire stafvergadering heeft gepresideerd, verontschuldigt de Prins zich voor het feit, dat hel gesprek door omstandigheden van het voorjaar en de drukte die dat met zich mee bracht wat lang op zich I heeft laten wachten. Wij hadden het gevraagd kort nadat de Prins I midden in de Irene-kwestie de Britse televisie een gesprek toestond. ..Waarom wel aan buitenlandse t.v. en niet aan de vaderlandse pers- of t.v.-mensen? Verraadt dat een voorkeur?"is mijn vraag. „Heel beslist niet", luidt de snelle en stellige reactie. „Als het me van Nederlandse kant was gevraagd zou ik ook geantwoord hebben. I maar dat was nu eenmaal niet het geval en toen de Engelsen wèl vroegen heb ik er geen bezwaar tegen gehad hun vragen te beant- I woorden". Publiciteit HET GESPREK blijft bij de publiciteit rond het Koninklijk gezin; de bereidheid, zo niet de behoefte, er over te praten is bij de Prins nauwelijks verholen. „Vindt u dat die publiciteit in Nederland de laatste jaren ver- I anderd is?" Bedachtzaam trekkend aan zijn pijp knikt de Prins. „Ja, ik ge loof dat niemand kan ontkennen dat de instelling van de publiciteit scherper is ge worden. Vroeger was de Nederland se pers nogal te rughoudend ten aanzien van het Koninklijk Huis. Tè terughoudend zou ik bijna zeg gen. Vandaag de dag niet meer. Laat niemand denken, dat we daar be zwaar tegen heb ben. Mits het maar om feiten gaat. En om kritiek die op feiten is gebaseerd. Ik ken geen mens zonder fouten en er is niemand die er niet van leren kan wanneer hij op fouten1 wordt gewezen. Als je er bezwaar tegen zou hebben dat feiten worden gepubliceerd en dat er op grond van feiten kritiek wordt geleverd, dan is de consequentie dat je helemaal niets meer hoort. En dan ga je de ene fout na de andere maken". „Krijgen de leden van het Koninklijk gezin de op hen geoefen de kritiek zelf onder ogen?" De Prins schiet in de lach en roept zijn secretaris, mr. A. E. van Braam Houckgeest tot getuige, die op een bank, gedekt met een uitheems beestevel met pretogen zit te luisteren. „Er is bijna geen krant die niet bij ons op tafel ligt. En als we daarin zelf iets over het hoofd hebben gezien, zorgt de knipseldienst ei wel voor. dat elk woord dat over ons gezegd wordt, ons onder de ogen komt. Een sluis? Allesbehalve. Heus. we kunnen echt tegen kritiek. Als we iets stoms hebben gedaan en er komt reactie op. dan leer je daar iets uit. Er is nog niemand geweest die niet iets leren kan. Maar nog eens. alleen van kritiek die op feiten berust" Het laatste wordt zo nadrukkelijk gezegd, dat duidelijk is dal er wat wringt. De Prins gaat er zonder veel aarzelen op in: „Het is natuurlijk door de gebeurtenissen van de eerste maanden van het jaai aangewakkerd, maar het is bepaald niet zo, dat alles wat in de kranten slaat of voor de camera of microfoon wordt gezegd op feiten berust. En wij zijn ook maar mensen en kunnen daar als ieder ander kwaad om worden. Soms worden geruchten die we heel stellig, openhartig en naar waarheid hebben tegengesproken, toch gepubliceerd. Daai heeft niemand iets aan. Maar het staat er toch maar en dan hebben wij soms het gevoel dat we vogelvrij zijn. Daar kunnen anderen zich misschien nog wel tegen verdedi gen Wij niet. Ik geef toe. onze voorlichting was en is voor ver betering vatbaar en we zijn daar heel serieus aan bezig. Ik hoop nu maar dat dat helpt en dat er vertrouwen wordt gesteld in ons woord, want als er geen goede verhoudingen zijn, loopt alles spaak" Contacten DE PRINS verduidelijkt, dat hij daarmee de verhoudingen met het Nederlandse volk bedoelt, die via de pubhciteitsorganen worden beïnvloed. Maar hoe zijn de directe contacten met dat volk? Als ik er op wijs dat blijkens de officiële hof berichten in Engeland vertegenwoordigers van zeer uiteenlopende bevolkingsgroepen, culturele, politieke en maatschappelijke stromin gen aan hel Britse hof worden genood, reageert de Prins daarop niet de opmerking, dat dat waarschijnlijk betrekking heeft op enkele grote ontvangsten per jaar. die zeer druk bezocht worden, doch dal hij hiervan niet verder op de hoogte is „Wij ontvangen bij ons thuis verschillende mensen in de parti culiere sfeer Hierover worden juist om die particuliere sfeer te handhaven' geen mededelingen aan de pers gedaan. Maar voor de rest is er onzerzijds geen enkel bezwaar om onze weekagenda's te publiceren. Die worden steeds gemaakt voor de periode van woens dag tot en met dinsdag, voor al onze diensten die moeten zorgen voor auto's, afspraken en zo meer. Maar u bedoelt natuurlijk, mei wie hebben wij nu contact, bij wie steken wij ons licht op. wal weien wij van het dagelijkse gewone Nederlandse leven. Van schrij vers, kunstenaars, wetenschapsmensen, werknemers, vertegenwoordi gers De Prins gaat er voor verzitten en stopt uit een kolossaal tabaks- blik een nieuwe pijp. Ontspannen en heel genuanceerd zijn woorden kic/.end. verklaart hij hoe gemakkelijk die contacten eigenlijk lopen. „Op het gebied van de kunst heeft mijn vrouw in de eerste plaats haar eigen amateur theater-club en mijn dochters doen ook dolgraag aan amateurtoneel Daarbij komen altijd beroepsspelers om te hel pen en te adviseren en uiteraard te praten. En als ik voor me zelf spreek, de organisatorische kant van mijn activiteiten op het gebied van de kunst is wel belangrijk, maar het leidt er automatisch toe dat je in direct contact komt met de praktiserende kunstenaars, Vu de Europese Slichting voor de Cultuur en via de werkzaam heden van het Prins Bernhaid Eonds. Vooral met jonge kunstenaars Ik geloof echt niet dat er in onze culturele contacten een lacune zit, En bovendien ga ik dan nog graag met mijn secretaris naar een tentoonstelling die ons trekt" De Prins maakt duidelijk dat zijn contacten met wetenschapsmen sen en mensen uit het onderwijs zelfs hijzonder nauw zijn. vooral als gevolg van zijn president-curatorschap van Breda en Den Helder en zijn nauwe contacten met verschillende universiteiten en hoge scholen. „Uit al uw activiteiten blijkt", zo vraag ik de Prins, „dat u heel nauw contact houdt met het bedrijfsleven. Maar zijn uw contacten met werknemers even persoonlijk en nauw als die met werkgevers?" Het antwoord komt iets aarzelenden „Ik heb al jaren een Econo mische Advies Club van ongeveer tien mensen, voor de helft be staande uit hoogleraren Daar zit prof. Tinbergen onder andere in. Daar vergaderen we zo twee- of driemaal per jaar mee en daarbij hebben we bij herhaling Vertegenwoordigers van de vakbeweging als inleiders. Vergeet bovendien niet dat we de heer Ruppert. die ik ook in de Raad van Commissarissen van de KLM veel spreek, als adviseur voor ons eigen personeelsbeleid hier nogal veel zien. En dan spreek ik nog niet over de vele vakverenigingsleiders uit binnen- en buitenland die ik in de Bilderberg-groep heel persoon lijk heb leren kennen. Maar wel toch graag even nog iets over de contacten met de werknemers van de bedrijfskernen, waarmee ik bij elk elk bedrijfsbezoek altijd heel vruchtbare contacten heb". „Ik heb altijd gezegd dat ik op het standpunt sta dat nummer één moet zijn liefde tussen man en vrouw. Het tweede criterium is naar mijn oordeel dat een man zo moet zijn, dat het Nederlandse volk met plezier een van zijn kinderen op de troon wil zien. En dan is er nog een derde aspect waarop ik wijs in verband met het schrijscn van de laatste maanden. Ik zeg erbij, het is in Neder land heel weinig gebeurd. Maar in het buitenlandIk doel nu niet op Irene, want dat was een andere zaak. Maar op de geruchten omtrent de andere meisjes. Ze zijn er geweest over Trix het was allemaal onzin, dat weet u, en daar kunnen we thuis hartelijk over lachen. Maar een romance kan op een bepaald ogenblik se rieus worden. En hoe je dat dan kan behandelen zodat je er een minimum aan tumult over krijgt, ik weet het zelf niet. Maar het moet duidelijk zijn hoe fnuikend de invloed kan zijn op een roman ce wanneer het bekend raakt en een aardige jongen uit welk land dan ook wordt plotseling achtervolgd door persfotografen van de hele wereld. Die heeft geen leven meer! Het is mij uiteraard inder tijd ook gebeurd, maar in een tijd toen dat nog heel wat rustiger toe ging dan nu. En toch moet ik u zeggen dat ik nog nooit zo ben geschrokken. De doorsnee mens is daar niet aan gewend en vindt het verschrikkelijk zo vervolgd en gefotografeerd te worden; hoe hij eet. hoe hij danst, hoe hij fietst, hoe hij in zijn auto stapt. Hoevelen die daar al niet lang aan gewend zijn zullen dat aan durven?" De wat bezorgd kijkende Prins voegt daar aan toe, dat de man die bovendien moet rekenen op de mo gelijkheid dat hij de echtgenoot van de koningin wordt zich dan vervol gens nog zal moe ten afvragen wat hij in de toekomst kan doen. hoe hij zich ergens in zal kunnen uitleven. „Het moet dan wel iemand zijn die een heel grote hobffy heeft, of hij nu archeoloog is, of kenner van de kunstgeschiedenis of een econoom. Een man van waarde zal zich al tijd afvragen, wat wordt mijn le ven „Maar heeft u zelf dan niet daarvoor een perspectief geopend?" Het antwoord komt niet onmiddellijk. Er moet een nieuwe pijp worden gestopt en als een blik op de klok leert dat het twaalf uur is. moet er de traditie getrouw even worden onderbroken voor de ochtenddrank. Sherry en voor de Prins zelf een glas witte Bour gogne. Als hij zijn antwoord heeft overwogen zegt de Prins; „Dat zit er in. Ik zelf heb geen enkel probleem. Maar vergeet niet dat voor mij de situatie zich heeft geregeld toen ik in de oorlog met mijn schoonmoeder samen in Londen zat en daardoor een heel ande re vrijheid kreeg dan aan het oude Hof denkbaar was geweest. Wij tweeën samen hebben toen een heel andere vrijheid opgebouwd, en ze heeft mij een heleboel dingen te doen gegeven waardoor ik mijn eigen veld kon kiezen. Maar ik vraag me wel af of dat zo gelukt zou zijn in de verhoudingen van vóór de oorlog. Ik had er toen zelf wel ideeën over. maar hoeveel moeilijkheden ik te overwinnen zou hebben gehad om die verwezenlijkt te krijgen, ik weet het niet Bezoeken IJ KEREN TERUG tot de vraag of Koningin en Prins redelijke kansen hebben op 'n indringend contact met de bevolking. Wordt met name bij officiële bezoeken de mo gelijkheid van contact en het verkrijgen van inzicht niet begraven onder de officiële plichtplegingen, de overhaaste wande lingen door fabrieken en ziekenhuizen, de bloemen-aanbiedingen door prille meisjes, zie haag van hoogwaardigheidsbekleders „Neen", zegt de Prins beslist. „Neem nu onze provinciale bezoe ken. We krijgen van een commissaris der Koningin een medede ling dat het nuttig zou zijn, de provincie een bezoek te brengen. De tegenvraag is dan prompt wat de speciale aanleiding is, en in middels hebben we al nagegaan wanneer het de laatste keer was. Daarna gaan onze secretarissen er heen als een soort verkenners om de betekenis van de dingen te onderzoeken en op grond daarvan komt er dan een voorlopig programma voor de dag. Wanneer u door de uiterlijkheden heen kijkt is de betekenis wel te zien. Op bepaalde tijdstippen tijdens zo'n bezoek zijn er zonder mankeren samenkomsten waarvoor mensen van belang uit de provincie wor den uitgenodigd. Die zetten dan in korte maar duidelijke inleidin gen uiteen waar in hun branche de schoen wringt en de zaken pijn doen. Dat kan op verkeerstechnisch gebied zijn, of op finan cieel-, sociaal- of werkgelegenheidsgebied. En als we naar huis gaan weten we wat de moeilijkheden van de provincie zijn en in welk onderling verband ze staan. Vaak krijgen we bij zulke gelegenhe den uitnodigingen om later in het jaar een fabriek, een universiteit of een bepaald probleem-object te komen bezoeken. Is het advies van de commissaris gunstig, dan gaan we- erheen. „En het resultaat? Wat de Koningin er mee doet, dat weet ik niet. Maar voor wat me zelf betreft, hoor ik natuurlijk na afloop ook de andere kant van de medaille. En dan lukt het vaak vast te stellen waar het vast zit en vervolgens de contacten te leggen waardoor de hobbel kan worden overwonnen. Vaak krijg ik de kans in industriële kringen aandacht te vestigen op plaatsen waar industrie vestigingen bijzonder aantrekkelijk zijn en dan zie je later dat het dooi de betrokkenen ingestelde onderzoek tot positief resultaat heeft geleid. Soms vraag je autoriteiten: .Ik heb gehoord dat dit of dat niet kan. Kunt u me niet eens uitleggen waarom niet?' Vaak is de uitleg afdoende. Maar lang niet zelden komen er misverstanden of onbekendheid met de te volgen wegen aan het licht, die vrij gemakkelijk kunnen worden opgeruimd. Ik merk vooral heel vaak in de strijdkrachten, als ik daar weer eens op inspectie ben, dat mensen eenvoudig de weg niet weten. Nou ja. dan kan ik makke lijk raad geven en zonodig aan het goede belletje trekken". En dan ineens schiet de Prins overeind om zich nog net op tijd voor de lunch te kunnen verkleden. Ineens weer een tikje gepresseerd. Want het mag dan zijn dat zijn werk te beginnen met 1965 wat zul worden ingeperkthet volgend jaar is nog enige maanden verwijderd en het afkappen is kennelijk nog niet begonnen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 11