'N WONDER
VOOR UW VOETEN
SLAMAT DJALAN
Tienmaal Parijs
MODE UIT PARIJS EN FLORENCE
Impressies
uit Florence
tel
ter
VOETBALSEM 2.45
EELT. LIKDOORNS ENZ.
IMP
VERWIJDERT SPOORLOOS EN PIJNLOOS
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
DONDERDAG 3 SEPTEMBER 1D64
De Parijse couturiers hebben, na de gebruike
lijke geheimzinnigheid, hun najaarscollecties
aan de pers getoond: rechts tien modellen, die
representatief genoemd mogen worden voor
deze collecties.
1. ,ferdrix", een tailleur van oranje tweed door Carven voor de jacht ont
worpen. De rok is aan de zijden gespleten, waardoor een korte pantalon
van snoarte jersey zichtbaar wordt. In de taille op het jasje wordt een
smalle snoarte ceintuur gedragen. Het hoedje is t>an astrakan,
2. „Caucase", een ensemble van kastanjebruine crêpe van huize Dior. Het
lange jasje is afgezet met donkere mink. In de taille wordt een strik-
ceintuur gedragen. Het bijbehorende hoedje is van suéde.
3. ,flatcha", een heerlijke kameelharige raglanmantel voor de winter uit
de DiorcoUectie. De onderkant van de mantel en mouwen is afgezet met
marterbont. Het hoedje is eveneens van kameelhaar.
Ij. „222", is een model voor de komende herfst en winter uit de collectie
van de Parijse modekoning Jean Desses. Het is een grijsflanellen robe
met diep doorlopende V-hals, welke bij de taille overgaat in een brede
plooi, welke het voorpand van de rok in tweeën deelt. Twee vastgenaaide
plooien, die de buste een klein accent verlenen, lopen van de armsgaten
naar de basis van de v. De mouwen en de plastronkraag zijn van hand-
gebreide witte wol. Evenals bij vele andere creaties van Desses wordt bij
de robe een hoedje van grijs bever gedragen. De zwarte handschoenen
reiken tot ver in de mouwen.
5. Jean Desses ontwierp voor de modieuze vrouw een avondjapon van xoit
satijn. De lijn van de kokerjurk wordt onderbroken door diepe plooien op
de heup. Het decolleté wordt bedekt door een, met kralen geborduurde,
mouwloze bolero in omgekeerde v-vorm.
6. uAchille", een pakje waarvoor Pierre Balmain beige tweed gébruikte.
De kameelharige blouse heeft een hoge polokraag. Het hele ontwerp is
eenvoudig gehouden.
7. Een aparte mantel van Jean Patou. Als materiaal is lichtgroene tooi
gebruikt. Door het overbloezen in de taille wordt het effect van een twee
delig ensemble gesuggereerd. De kraag en onderzijde zijn doorgestikt.
8. „Gabrielle d'Estrees", een avondjapon van zware witte satijn. Deze
creatie van Maggy Rouff is een compromis van de toploze jurk. De zeer
diepe v-hals wordt gemarkeerd door een bh van broderie. De mouwen
zijn driekwart gehouden.
9. ,^Lnatole", een exotische creatie van Jacques Heim. Het tweedelige
ensemble, bestaande uit jasje en kniepantalon (Engelse schooljongen),
is gemaakt van zebra. Kraag en mouwranden zijn afgezet met astrakan.
De zwarte kousen reiken net onder de knie. Het geheel wordt gecomple
teerd door astrakanhoedje, zwarte schoentjes en handschoenen.
10. Patoucheeen voetvrije avondjapon van witte gabardine zijde. Jean
Patou heeft het lijfje afgezet met parels en lovertjes. De grote wiélkraag
van minkbont is opgesloten in de capuchon van de cape, die van zalm
kleurige satijn is gemaakt.
Zomergriep, hittegolf, stakingen, zij vormen niet bepaald de ideale ach
tergrond om ons met U in de winter-mode te verdiepen. Ronduit gezegd
vertegenwoordigen ze een allerberoerdste samenloop van omstandighe
den.
Desondanks vindt graaf Giovanni Battista Giorgini, fervent organisa
tor van de Florentijnse modeshows, ons met nog een kleine 300 andere
modeverslaggevers en 275 inkopers present bij zijn modieuze „appun-
tamento (bijeenkomst) a Pitti", een week lang, eensgezind transpire
rend bijeen in de Sala Bianca.
Slechts het team van Nederlandse
inkopers vertoont het merkwaardi
ge warmteabsorberingsvermogen van
constant-zon-tekort-komende bleekneus
jes en blijft er kwiek zij het naar
hun zeggen „bepareld" bijlopen. Wij,
die al sinds juni in de hitte zitten, zijn
er ruimschoots van oververzadigd en
snakken naar de herfst. Met of zonder
herfstmode.
Hierboven en rechts enkele najaarsmode-
impressies uit Florence. Onze Romeinse
correspondente Ella Tozzoli schreef bij
staand artikel-
Boven een wollen tricot deux-pièces van Albertina,
met afneembare stolakraag. De rok heeft „inge
streken" vouwen, als bij een herenpantalon.
(Kapsel van Filippo).
Rechts een elegante 7/8 mantel van grof gebreide,
zeegroene mohairwol met wijde kimonomouwen.
De brede „collier"kraag a la Jean Harlow is even
eens van (fijn gepluisd) mohair en kan afgenomen
worden.
De mantel wordt gesloten d.m.v. decoratieve Bran
denburgers. (Model Lida di Trepuzzi)
De boutique is het rijk van de tricot en
tricot brengen de Italiaanse ontwerpers
voor elk uur van de dag. voor elke ge
legenheid: sportief of gekleed, voor het
intieme avondje thuis als wel de offi
ciële gelegenheid buiten de deur. be
drukt, gestreept of unikleurig, glad of
in gecompliceerde reliëfpatronen, van
wol, zijde, katoen of synthetische ga
rens als Brinylon, Orlon, het laatste
nieuwtje, van strech-Orlon: een combi
natie van Lycra en Orlon, met een rek-
capaciteit van 550%.
Want wist U lieve dames, dat als U
gaat zitten uw huid zich uitrekt van 25
tot 30 En het buigen van knie of elle
boog met 40 rekking gepaard gaat
Vandaar, vandaar dat we er op deze
punten zo gauw „doorheen liggen".
Stretch-Orlon nu rekt mee en belooft
ons minder slijtage, meer comfort. Het
leven wordt steeds heerlijker: nooit meer
naadjes uitleggen (vaak). Uw jurk
zwelt gewoon met U mee. Nooit meer
naadjes instikken (sporadisch) want be
ter dan uw huid krimpt stretch-Órlon in
tot slankere proporties. Maar om op
tricot zelf terug te komen:
Het streven van Lida di Trepuzzi's ge
breide mantels is te behagen en be
haaglijk te zijn. Licht en kleurig als
een zeepbel vouwen ze zich om het li
chaam heen in een warme omhelzing
van zacht mohair, een écharpe van don
zig wolpluis verhult het gezicht, weke,
wijde mouwen geven gratie.
Lida, doctor In de letteren en voormalig
lerares, bespeelt haar breimachine met
bijna verbijsterende virtuositeit en brio.
Met engelengeduld combinerend, varië
rend, deducerend als een bezeten matha-
maticus ontlokt zij haar instrument tel
kens weer nieuwe steken, welke op hun
beurt tot nieuwe patronen aangeregen
worden. Steeds experimenterend, tevens
met nieuwe materialen vaak syntheti
sche verschillend van aspect en ka
rakter, weet Lida, uiterlijk een wat fan
tasieloze, plompe vrouw uit de nog wei
nig welvarende hiel van de Italiaanse
laars een oneidig lijkende veelheid van
effecten te scheppen.
Haar uit Toscane afkomstige collega
Albertina Giubbolini houdt er een geheel
andere, niet minder persoonlijke stijl op
na. Bij haar ligt het accent niet zozeer
op de fantasie van steken en „texure",
als wel op de coupe van haar creaties:
ingenieus en gecompliceerd uit te voeren,
aangezien aan haar werk geen schaar
te pas komt. Elk naadje wordt in-, elke
zak aangebreid.
Haar modellen zijn het resultaat van een
continu meerderen en minderen, van
opzetten en afkanten en elke creatie is
het produkt van een urenlange studie
van toeren aanbreien en uithalen. Haar
nieuwe wintercollectie is geïnspireerd
op de klassieke elegance van de Etrus-
kische vaas: zacht vloeiend van lijn,
nobel van eenvoud.
De jonge Pierluigi Trico is de meest ori
ginele van dit formidabele tricot-trio. Hij
speelt op het effect in zijn modellen,
welke vaak bizar doch nooit vulgair zijn.
Het soms wat degelijk ambachtelijke van
een Lida of Albertina is hem vreemd,
zijn creaties zeer in trek bij een wat
snobistische groep van Romeinse high-
society dames kleeft een zekere nou
velle vaque waas aan.
Hij valt nu op door de gedurfde kleuren
combinaties als vuur-, fuchsia- en oran
jerood of mosterdgeel- paars- lila van
zijn gebreide „tweed" pakjes.
Debuterende Maljana brengt in een ori
ginele collectie tot nu toe nog ongeken
de mogelijkheden met tricot naar voren.
Zij gaat als volgt te werk: voor een lan
ge avondjurk wordt eerst een zwarte en
daarna een witte fourreau gebreid. Uit
de witte wordt het gewenste dessin ge
knipt en op de zwarte gelegd, waar weg
gehaald wordt, waar het wit voor in de
plaats is gekomen. De twee stukken
schuiven dus als een legpuzzel in elkaar
en worden daarna met Jobs geduld aan
elkaar gehecht. Op die manier wordt een
vloeiend, niet geometrisch patroon ver
kregen.
Luisa Spagnoli's wintercollectie loopt
in de honderden (modellen) als
daar nu nog niets bij is! Een scala van
20 kleuren. De mouwinzet (dubbel-
kimono) van haar mantels in het be
kende „nido d'ape" (bijennest) weefsel
vertoont een duidelijke Bikl-lnvloed.
Natuurlijk is nu ook weer niet alles tri
cot, wat de boutiquemode-klok slaat
Daartussen lopen de grote stippels,
kleine stippels en stippeltjes op de ka
zakken, chemisiers en blouses van de
Napolitaanse ex-advocaat Livio de Si-
mone. die met zijn Vesuviaanse flair
zelfs in staat moet worden geacht lucht
te verkopen.
Veelzijdig en letterlijk zowel als figuur
lijk kleurrijke Florentijnse markies
Emilio Puccl (luchtheld, ontwerper van
de duurste boutiquekleding ter wereld,
als redder van het dagboek van graaf
Ciano omgeven met het aureool van he
roïsche verzetsfiguur, sinds kort ook
senator) schijnt zich niet van de fol
klore los te kunnen maken: na de tu
nieken, kazakken, blouses, palazzo- en
andere pyama's, Bermuda- en andere
shorts met Balinese, Peruviaanse, Mexi
caanse en Polynesische motieven, Is
thans het Afrikaanse continent aan de
beurt. Maar de trieste conclusie, na zijn
Inderdaad formidabele „show" moet
toch zijn: Pucci doet niet anders dan
zichzelf herhalen (zij het dan ook met
succes).
De Siciliaan Cascio vlecht Biedermeier
boeketjes van gouden margrieten met
turkoose hart aan het oor, compo
neert met een vergulde tak koraal een
vierrijig halssnoer van parels tot een
diepzee-stilleven. Luciana de Reutern
legt een glinsterende strop bestaand
uit 600 strass-segmenten om de hals,
kollen van matgoud gevlochten pilriet,
met fantasiestenen bestrooide kragen
van slangeleer.
folgt ten slotte een kleine adempauze
de rustig-klassiekc collectie van Mi-
lanees Giorgio Avolio is aan de beurt.
Avolio is de ideale confectionair voor de
dynamisch - moderne-vrouw-met-weinig-
tljd, de vrouw, die van een sportieve
chic en gedistingeerd understatement in
haar kleding houdt, modieuze frivolitei
ten verafschuwt en boven alles: zich
de luxe kan permiteren zo'n 1000 a
1200 gulden voor een kant-en-klaar
mantelpakje uit te geven. Zulke vrou
wen zijn er, naar het schijnt, genoeg
Avolio maakt geen mode, maar blijft
trouw aan dezelfde, in de loop der ja
ren volledig geperfectioneerde stijl, aan
dezelfde basiskleuren (camel en grijs,
camel en zwart, camel en'pled de poule,
camel en Prince de Galles), aan dezelfde
dure en solide stoffen. Van hem val
len geen revolutionaire veranderingen
te verwachten: hoogstens wat smallere
of bredere kraagjes dan afgelo
pen jaar en zakken, welke een centime
ter hoger of lager zitten.
Voor de rest blijft hij bij zijn modieuze
status quo als een Chinees schilder bij
zijn generaties eeuwenoude schil
derstraditie. Waarom veranderingen
aanbrengen in het volmaakte? Waar
voor wat te zeggen valt. Ondanks het
ontbreken dus van het verrassende ele
ment, de charme van het onverwachte
ontketenen zijn creaties een frenetiek
applaus: voor zijn perfect vallende man
tels in double face, zijn onberispelijke
deux- en trois pièces (vermeldenswaard
vooral een complet van met ge ruiten
cashmere gevoerde gabardine mantel
cashmere ruiten rok en zwarte, hoog
aan de hals gesloten jumper), zijn voor
treffelijke chemisiers, gevoerd met ci
vetkat. Een volledig uitgebalanceerde
collectie van rustige elegance.
Over ten hoogste zes dagen kunt u er af zijn! Al dat ongemak aan da
voeten verdwijnt onder de weldadige inwerking van Slamat Djalan,
de voetbalsem naar oud-Indonesisch recept. Eelt, likdoorns enz.
jdÉÊtefa. verdwijnen spoorloos en pijnloos na slechts enkele
/- Ptöjl -A dagen behandeling, gevolgd dooreen heet sodavoet-
bad- behoeft geen boude bewering te geloven.
W Probeer Slamat Djalan en... oordeel zelf! Het is
•*t&!Üiiverkrijgbaar bij uw drogist of andere speciaalzaak.
GEEFT DIRECT VERLICHTING BIJ BRANDERIGE EN VERMOEIDE VOETEN