OOSTDAM-ZANDDAM
Frisse wind door
Britse modehuizen
TIPS VOOR AANSTAANDE MOEDERS
Appeltjes
Tv
VERHULLEND
JAKJE
Huisvrouwen
„modderen" in
Sas van Gent
VRIJDAG 28 AUGUSTUS 1964
BASJE loopt tussen de auto's te drentelen
met Annabel achter zich aan en ze kunnen
maar niets bedenken wat ze eens zullen gaan
doen.
„Jongens, jongens", zegt Beer, „bijna de laat
ste dag van de vakantie! Als ik jullie was..."
„Nou wat? Als je ons was?" vraagt Basje.
„Dan wist ik het wel", zei Beer, „ik ging fijn
naar buiten. Naar de boer of..." Net op dat
moment zegt een stem achter ze: „Ha, die
Auto-Bas, ha die Auto-Bel! Zin om mee te
rijden?"
TTet is meneer Van Duren die er weer voor het
-l A eerst op uit gaat met zijn autowinkel. De
broekjes en hemdjes, theedoeken, bussen, potten
en pannen, zakjes en pakjes zijn allemaal weer
terug op de planken en laadjes achter in zijn
auto van de maharadja. De boerinnen in de pol
der zullen blij zijn om meneer Van Duren terug
te zien. Basje en Annabel kijken elkaar aan.
„Ach ja", zegt Basje een beetje verveeld „wat
moeten we anders?"
„Ach", zegt meneer Van Duren, ,,'t valt niet
mee, hè, als je het zo fijn gehad hebt. Ik vind
het ook moeilijk weer te beginnen hoor". Met een
dromerig gezicht rijdt hij door en bijna vergeet
hij het hek van de eerste boerderij in de polder
in te draaien. „Er is niemand thuis", zegt Basje,
als meneer Van Duren een paar maal getoeterd
heeft. Meestal komen de mensen en kinderen de
boerderij al uitgelopen nog vóór Aladdin stil
staat, maar zelfs als meneer Van Duren is uit
gestapt en op de deur heeft geklopt, komt er geen
antwoord.
„Kan niet", zegt meneer Van Duren, „op een
boerderij is altijd iemand". „Déar", roept Anna
bel, die om het huis is heengelopen. Onder de bo
men in de appelboomgaard is de hele familie
Nieuwhof; maar ze hebben het zó druk dat ze
haast niet eens opkijken als meneer Van Duren
met Basje en Annabel op ze toeloopt. De vader,
de moeder, de grote jongens en zelfs de hele
kleintjes zijn aan de appelpluk. Onder de bomen
waarvan de takken helemaal omlaag hangen, om
dat ze zó vol appeltjes zitten staan kistjes opge
stapeld, waarin de kleinste kinderen de appels
leggen. De groteren staan op ladders of zitten
boven in de bomen.
„Nou," zegt meneer Van Duren tegen de boerin
die met een wollen doek de appeltjes in de volle
kistjes oppoetst, „ik zie het aL Ik kom wel op
een andere dag terug".
„Graag, meneer Van Duren", zegt de boerin,
„want we komen handen te kort. We weten toch
al niet wat we beginnen moeten". „Bent U dan
niet blij met zóveel appels?", vraagt Basje, „ik
heb de bomen nog nooit zo vol gezien!
„Tja", zegt de boer, die even van zijn ladder
komt, „maar de moeilijkheid is dat we niet we
ten hoe we al die appels naar de veiling krij
gen en dat gaat natuurlijk nooit in één dag. Nu
moet ik ze naar het station rijden en dan gaan ze
met de trein naar de veiling. Maar ja U be
grijpt: een trein kost geld. En dat is natuurlijk
jammer als dat er nou weer allemaal af moet."
Basje en Annabel kijken elkaar eens aan.
„Meneer Van Duren", zegt Basje, „wij gaan niet
mee verder. We hebben iets te doen".
„O, helpen bij de appelpluk", zegt meneer Van
Duren, „nou, dat is een goed plan, jongens".
„Ja", zegt Basje, „maar we moeten eerst iets
in orde maken in de garage. We lopen wel te
rug".
„Maar dat is een heel eind", zegt meneer Van
Duren. Opeens kijkt hy Basje verrast aan. „Ga
je ga je proberen een auto voor ze te krij
gen?", vraagl-ie. „Nou maar dan doe ik ook
mee. Kom op, jongens!
Op de weg terug bespreken ze het hele plan. En
een uur later hangt er een groot bord bij de
benzinepomp. „Wie rijdt er mee op de appelen-
rit? Gezellige tocht van de boomgaarc. naar de
veiling. Vertrek 4 uur in de morgen". De deftige
meneer Van Zeventer, de baas van Zeemeermin
staat er het eerst bij stil. „Hé", zegt hij, „hé",
dat lijkt me nou aardig."
„Vier uur?", vraagt Klaas de chauffeur van Ka-
rel de Grote, „dat kan ik nog net halen -voor ik
om zes uur met Karei vertrek".
De vrouw van Fluffie kijkt een beetje verbaasd
van Basje naar Annabel en naar de andere men
sen die rond het bord staan. Maar dan lacht ze.
„Ach, waarom niet?", zegt ze, „appeltjes zijn
mooie schone vruchten en ik kan best een kistje
of twaalf op de achterbank hebben".
„Ik wel veertig", zegt meneer Van Zevenier.
„Als er voor mij nog maar een plekje achter
het stuur blijft, mag u mijn hele Buts vol appel
tjes stoppen", lacht de schrijver.
De volgende morgen kijken de koeien in de pol
der vreemd op. De zon is er nog niet eens, de
damp hangt nog boven de sloten en tóch komt
daar al een hele stoet auto's over de smalle weg
gereden. Méér auto's dan ze anders in een heel
jaar bij elkaar zien! Voorop rijdt een vrolijke
rode kraanwagen, die zijn takelarm naar alle die
ren omhoog steekt en de weg wijst aan de auto's
die nog nooit eerder in de polder zijn geweest. De
koeien loeien van verbazing als diezelfde stoet
een half uurtje later weer voorbij komt. Maór
nu zijn alle auto's volgeladen met appeltjes en
in elke auto zit" een vrolijk lachend Nieuwhofje
naast de bestuurder. „Een morgen om nooit te
vergeten", zegt meneer Van Zeventer later te
gen zijn vrouw.
„Volgend jaar ga ik weer!", zegt het vrouw
tje van Fluffie tegen haar vriendinnen, die ze een
appeltje laat proeven uit het mandje dat boer
Nieuwhof aan al zijn chauffeurs heeft, cadeau ge
daan.
„Lekker gewerkt!" zegt Basje tegen Annabel als
hij in zijn zesde appeltje bijt. „Lekker gewerkt!",
toeteren ook de auto's, die hun plaatsje in de
garage opzoeken.
(Wordt vervolgd)
EEN VAN de eerste dingen die op
vallen als men de Oostdam in Sas
van Gent oprijdt is een formida
bele zandhoop. Bedrijvige mannen
steken er als poppetjes tegen af,
zelfs een dragline, die grommend
aan de kolossale zandhoop vreet,
lijkt hier een stuk speelgoed, zoals
uit de verte al die bedrijvigheid op
een spelletje lijkt. Maar natuurlijk
is het geen spelletje.
De mannen bovenop de zandhoop
zijn bezig met bitter ernstige din
gen, ze graven, sjouwen, verbreden
kanalen, kortom, ze doen er een
heleboel ingewikkelde, noodzake
lijke werkzaamheden, waarvan
vrouwen zo geen weet hebben. Nou
ja, geen weet, maar wel last.
de huisvrouwen van hun route bezor
gen. Ruim een jaar zagen de Sas van
Gentenaren vriendelijke, weinig tot
mopperen geneigde mensen het alle
maal maar aan. Toen, om met een der
buurtbewoners te spreken, staken ze de
koppen bij elkaar en gingen klagen.
,,Het is werkelijk een onhoudbare toe
stand", vertelt een bewoner van de
Oostdam. „Dagelijks rijden er zware
vrachtwagens langs. Moet U eens kijken,
de muren scheuren ervan. Dit voorjaar
heb ik het bijgepléisterd, maar het be
gint alweer. Vandaag, of morgen valt er
iets van de muren". Zijn vrouw valt hem
bij. „Ziet U deze lamp? Hij hangt er al
vijftien jaar. Nu zitten er ineens barsten
in de glazen bollen. Ik wijt het aan dat
zware verkeer. We hebben hem met
plakband weer zo'n beetje gerepareerd".
Om alle misverstanden te voorkomen,
geen van de bewoners wil een potje kan
keren op z'n Hollands weggeven, want,
zoals ze zeggen: „Het is absoluut nood
zakelijk dat het kanaal wordt verbreed,
daar kunnen we echt wel inkomen. En
dat dat last veroorzaakt begrijpen we
ook wel, maar het hoeft niet gepaard te
gian met overlast".
e huisvrouw vooral is de dupe van di
verse nare aspecten van het voortschrij-
EEN la»ge broek is een aangenaam
kledingstuk voor het werk in huis,
maar niet elke vrouw staat er mee.
Daarom sal misschien FERAUD'S
idee wel welkom zijn. Hij ontwierp
een lang jakje dat de precaire ge
deelten flatteus verhult. Als men
broek en jasje in aardige kleurcom
binaties kiest is het een aardige
dracht.
den der beschaving. Smalle, te smalle
weggetjes moeten zwaargeladen vracht
wagens zien te dragen. De vrouwen hou
den dagelijks hun hart, of wat ze op dat
moment by de hand hebben, vast als er
weer zo'n wagen voorbijdendert. Moe
ders houden hun kinder enangstvallig
binnen omdat vooruitgang en gevaar on
afscheidelijk schijnen te worden. In Sas
van Gent wordt men thans met onnodige
complicaties geconfronteerd.
„Zoals het er nu bijligt is het zeer guns
tig. Zodra het hard waait of regent is
het leed niet te overzien. De wagens
laden te zwaar, en ik weet wel, ieder
een zou graag zo vlug mogelijk klaar
willen zijn met zijn werk, maar alle over
tollige vracht rolt op de straat".
„Het zand ligt even hoog als het trot
toir. Je kunt als huisvrouw als je wil
een halve dag op straat doorbrengen.
Zand wegvegen, ramen zemen, ach, en
dan al de rommel die je mee naar bin
nenbrengt. We hebben, als het geregend
heeft, een hoeveelheid modder voor de
deur die onbeschrijflijk is. Dit huis is
zo'n vier meter breed. Ik heb, ongelogen,
acht emmers zand op één dag opge
schept. Bij nat weer wordt het slik. dat.
doordat zo vaak vrachtwagens elkaar
passeren, tegen de huizen wordt geslin
gerd, tot aan de dakgoot. Als je alles
schoon zou willen krijgen zou je er een
brandspuit op moeten zetten. Bovendien
is het voor het verkeer levensgevaarlijk.
Ja, we hebben wat afgemodderd hier,
zowel letterlijk als figuurlijk".
Er zijn meer klachten, die gegrond zijn
en die feitelijk niet zouden hoeven
ontstaan. „De afvoer van w.c. en goot
steen is verstopt. Als het hevig regent
komt alles weer teruggestroomd. Een
buurman van ons schept zelf geregeld
het rioolputje leeg. Achter in de tuin
ontstaan grote plassen. Je kimt er je
kinderen ook niet meer laten spelen.
Naast ons rijtje huizen is een aantal
gesloopt. Maar een afbakening is niet
gemaakt. Het is levensgevaarlijk, ook al
omdat de verlichting niet voldoende is.
We leven hier in een situatie die vijftig
jaar geleden normaal was. Als we wat
gewend zijn aan de zware motoren bui
ten die onafgebroken klinken, vallen de
geluiden in huis op. De planten op de
vensterbank en de theekopjes in het
kastje trillen, het behang kraakt. Een
buurvrouw komt bereidwillig een steen
tje bijdragen. „Mijn kinderen slapen aan
de voorkant. Je kunt 's nachts geen
raam openzetten, dat is ongezond niet
waar? Ach ja, je moet van allebei de
kanten welwillend zyn, maar het wordt
nu toch allemaal te erg. We zijn veel te
lang veel te gemakkelijk geweest. Vanaf
vijf uur 's morgens tot half elf 's avonds
komen ze langs. Ons wasgoed zit vol
zand. We zijn wel verplicht de was op
maandagmorgen te doen, want dan rij
den die auto's nog niet".
Bestaat er wrok tegenover de uitvoerder
van de werkzaamheden? Nee. helemaal
niet. De bewoners zien de hele situatie
als een gevolg van een aantal onaange
name factoren. In de eerste plaats mor
sen de chauffeurs te veel zand, aan de
andere kant schiet de gemeentereiniging
te kort. Zijn er protesten ingediend „Ja,
ik ben bij de wethouder van openbare
werken geweest. Ik moet zoggen dat
hij meteen medewerking toezegde. Er
zal een opzichter komen om de riolering
te inspecteren".
Bij het complex van factoren komt dat
een gedeelte van de straat nog niet
bestraat is, zodat ook daar vandaan
grote hoeveelheden stof en modder op
rukken. De bewoners horen bij Sas van
Gent, grenzen aan Westdorpe, en ze zijn
aangewezen op zowel de uitvoerder, als
de gemeentereiniging en de waterstaat.
„Soms wordt het een beetje touwtrekke
rij. De sloper van de huizen hiernaast
had een plank neergezet. Waterstaat
haalde hem weer weg. Sindsdien is er
niets meer mee gebeurd. Een vreemde
kan gemakkelijk verongelukken. Er zijn
door die afbraak diepe putten ontstaan.
Put- en regenwater stromen erin. Het is
eigenlijk onverantwoordelijk".
Ondanks de ergernis wordt af en toe
toch wel gelachen. „Er komen ook veel
boeren langs met graarv Die morsen
ook wel wat, en de korrels schieten van
daag of morgen vast uit het zand op
de straat. Hebben we een korenveldje
voor de deur. Vooral dat zand is zo'n
ellende hé. Neem nu alleen maar eens
het feit van het houtwerk. Doordat alles
scheurt bladdert de verf af. Het stuift
te veel om het te verven, maar doe je
dat niet dan verrot de boel. En hou het
dan maar eens netjes".
De huizen, zowel gehuurd als eigendom,
worden op die manier een bron van zor
gen voor de huisvrouw die wel kan blij
ven werken, en voor de eigenaar die zijn
pand in waarde ziet dalen. „Deze huizen
blijven staan, tenzij ze instorten" zegt
onze gastheer met galgenhumor. „De uit
voering van de kanaalwerken is nog
een kwestie van jaren. Daarom vinden
we, alle bewoners van deze straat, dat
we alles tijdig onder de aandacht moe
ten brengen. Een eindje verderop staat
een alleenstaande woning. Toen de be
woners van vakantie terug kwamen kon
den ze niet meer met hun auto bij hun
garage komen, die via een weggetje
achter het huis te bereiken moest zijn.
Alles was op opengewroet. Voor wij voor
zo'n verrassing komen te staan maken
we er liever alvast maar werk van.
Anders zit je straks dat je met' bijvoor
beeld je kolen of je fiets door je hele
huis moet. Ja, dat zit er echt wel in".
Sas van Gent, twee suikerfabrieken
rijk, heeft uiteraard een intensief
bietenaanvoer-verkeer. „Je houdt je
hart vast als je bedenkt dat dit er bin
nenkort ook nog bijkomt. Nogmaals, we
zijn helemaal niet mopperig van aard,
helemaal niet. We zijn juist veel te
lang te gemakkelijk geweest. We zouden
niet graag vervelend willen doen. noch
mopperen over de vooruitgang. Maar er
zijn beslist enkele dingen die te verhel
pen zijn. En daar zullen we achteraan
faan ook".
r komen aan voorbereidingen en uit
voering van technische werken veel
knappe bollen te pas. Geleerde heren en
knappe vaklui zorgen voor de totstand
koming. Met alles is rekening gehouden,
behalve met de arme huisvrouwen.
De mode van ieder land heeft haar
eigen kenmerk en voor Engeland
heeft dat kenmerk jarenlang be
staan uit het etiketje „degelijk
heid". Wie over Engelse mode
sprak dacht daarbij maar zelden in
de eerste plaats aan de modieuze
verdiensten van de Britse kledij; de
uitstekende kwaliteit stond voorop,
originaliteit en durf verwachtte men
eigenlijk niet van de overzijde van
het Kanaal.
Britse mode werd (en wordt vaak
nog!) geassocieerd met ietwat
stijve en dégelijke tiveedkledlng en
met weinig-opvallende jerseykoB-
tuums. Er is echter ook in Engeland
op modegebied een en ander veran
derd in ae afgelopen jaren en af en
toe blijkt zelfs de Engelse confectle-
mode de Franse couture een stapje
vóór te zijn... Mede doordat de Brit
ten hun seizoencollecties een paar
maanden eerder uitbrengen dan de
grote modecentra op het vasteland.
Parijs bijvoorbeeld toont de collecties
in Januari en eind juli, de toonaange
vende Londense confectionairs komen
echter in november al met zomermo-
de voor het in het verschiet liggende
herfstseizoen. En af en toe kan het
dan gebeuren dat de Engelse confec
tionairs in hun collecties een modieus
detail lanceren waarvan enkele
maanden later in Parijs blijkt, dat
het ook heeft geleefd in de brein van
een modeontwerper met een klinken
de naam
Insiders op modegebied menen dan
ook dat de Britten best een schouder
klopje verdienen: „er waait een fris
se wind door de Engelse modehui
zen", zeggen ze waarderend. Volgens
diezelfde insiders verschijnen zelfs
leden van de Engelse koninklijke fa
milie tegenwoordig bij de meest ex
clusieve gelegenheden in confectie-
kleding. Men is in Engeland op mo
degebied niet zo chauvinistisch als
wel eens verondersteld wordt, want
ook de Britse kledingfabrikanten be
talen hoge bedragen voor het recht
om bepaalde modellen van Interna
tionaal beroemde couturiers te ma
gen namaken.
De conclusie ligt voor de hand: de
..English look" verdwijnt cn dat
kan ook moeilijk anders in een tlid
waarin alle grenzen open liggen. De
modeproducerende landen moeten
een stijl weten te brengen die overal
ter wereld en zeker (om wat dichter
bij huis te blijven) overal ln Europa
acceptabel is.
En ook Engeland gaat mee in deze
„modieuze vaart der volkeren". Voor
al de jongere modeontwerpers heb
ben drastisch gebroken met de ver
ouderde moaeopvattlngen. men
streeft naar het samenstellen van
Jeugdige collecties die passen ln het
Uader van deze tijd. Jonge, kunstzin-
nig-aangelegde mensen ontwerpen
kleding voor de tienduizenden jonge
ren van deze tyd die mee willen met
de mode en nog liever, als het maar
enigszins mogelijk is, die mode voor
uit willen zijn
Een nieuwe vooruitstrevende garde
van modeontwerpers is daardoor ont
staan, ook in Engeland. „Jongens
achtige" en meisjesachtige" kleding
wordt gecreëerd, en niet alleen voor
de jongeren! Ook volwassenen ziln
gecharmeerd door dergelijke jeugdi
ge tendenzen en lijken veel minder
afwijzend tegenover dergelijke „Jong-
makende" modetendenzen te staan
dan vroeger.
Aan internationale belangstelling
heeft de Britse confectie geen
gebrek. Tweemaal per jaar wordt de
Londense modeweek gehouden en dan
zl|n kopers uit meer dan vijftig lan
den present om het nodige weg te
halen. De grootste belangstelling van
de buitenlandse inkopers gaat daarbij
uit naar wat de Engelsen presenteren
aan sportieve kostuums en jeugdige
ensembles, aan billijk geprijsde kle-
ding-voor-alle-dag en (vooral) aan
kleren waarvan men kan aannemen
dat ze al vooruitlopen op de mode
tendenzen van het eerstvolgend sei
zoen.
Engelse mode van 196$: een onge
wone variatie op ,Jiet kleine ge
klede jurkje voor diverse gelegenhe
den", aanbevolen ter afwisseling van
het conventionele zwarte jurkje. De
ze zuiver wollen japon is grijs, heeft
steekzakjes in de zijnaden, een
kraagloze ronde hals en opvallende
halflange mouwen met ruches.
h
(Van een medewerkster).
Wellicht hebben vier vriendinnen, vijf zusiers en
een veelvoud van buurvrouwen U als aanstaande
mama al overstelpt met goede raad en tips. Ik zal
me graag in die raadgevende rij scharen in de vaste
overtuiging, dat ik veel betere tips heb. Eenvoudig
dank zij het feit, dat ik net zelf de kastdeur heb dicht
gedaan van de kinderkamer. Onze eersteling wordt
over een paar weken verwacht en ik ben zo verwaand
te zeggen, dat ik een erg leuke uitzet voor de baby
heb. Geen dure! Integendeel. En het is mede daarom,
dat ik met U een babbeltje kom maken.
Kleding is één van de eerste dingen, waarmee een
aanstaande mama te maken krijgt. Voor de eer
ste paar maanden heb ik een weinig of niet getail
leerde overgooier en een idem jurk gemaakt. Dit
met het oog op de eerste weken na de bevalling.
Ten slotte weet niemand welke maat u overhoudt
de eerste tijd na de bevalling.
Voor de eigenlijke positiekleding koos ik fleurige,
niet al te dure stoffen, die voor alles stevig waren
van structuur. Geen wapperstofjes dus. Het meest
bekend zijn de patronen met strakke schouderpas
waarbij de ruimte of direct uit de halfs of uit de
strakke schouderpas komt, in aangerimpelde of in
platte plooien. Ik ben niet verrukt van dit soort pa
troon, omdat men nooit weet, of men erg rond of
breed zal uitgroeien. Veel praktischer vond ikzelf
de knippatronen van positiejurken, die bestonden uit
twee voorpanden en twee rugpanden, gérend ge
knipt. Ze lijken misschien wat erg veel op een tent,
maar ze zitten bijzonder plezierig en u draagt ze
tot het einde met genoegen. Ten slotte is dat een be
langrijke overweging. Mijn jurken kostten te zamen
veertig gulden, inclusief patronen.
Bijzonder veel plezier heb ik trouwens ook van de
overgooier van donker blauw tinneroy. Een vierkan
te halsuitsnijding, ruime armsgaten en uit de bei
de oksels twee diepe stolpplooien, die ergens ter
hoogte van de taille met drukknoopjes zijn vastge
zet. Rechts op het voorpand stikte ik een ruime
zak. Voor een niet al te onhandige naaister is deze
overgooier zonder patroon te maken.
Ook ondergoed wü wel eens problemen opleveren.
U weet natuurlijk dat u nooit en te nimmer mag
werken met kousenbanden. Ik kocht voor deze paar
maanden de grootste maat kousengordel, die er te
krijgen is. Jupons zijn er te kust en te keur met
kleefband en onderjurken kunt u desnoods zelf ma
ken van dunne katoen met overslaande voorpan
den, precies als de hemdjes van de te verwachten
wereldburger. Een grote maat helanca broekjes
kan zo nodig de katoenen directoiretjes of de
gebruikelijke slipjes vervangen.
En dan de eigenlijke babyuitzet. Ik heb met ver
schrikkelijk veel plezier al datgene gemaakt,
wat ik zelf kon maken. Zonder enig hartzeer heb
ik weggelaten, wat niet nodig was. Sloopjes bijvoor
beeld. Mijn man en ik besloten geen wieg te kopen.
We kozen een ledikantje in gebroken wit. We deden
dit zuiver uit financiële overwegingen. Een ledikan-
'.je dus. Ik maakte er zelf de lakentjes voor en
zoals gezegd geen sloopjes, omdat de meeste kin
kinderen tot de kleuterleeftijd geen kussentje in hun
bed krijgen. Drie onderlakentjes en drie bovenla-
kentjes, waarvan de laatste voorzien van brede witte
broderiekant. kostten te zamen 23.80 namelijk
f 17.10 voor de lakenstof en 6.70 voor de kar'
Hierbij was een broderie, die 4 kostte. Niet nodis
dus!
De omslagluiers haakte ik om met witte katoen
Kosten per stuk 1,35. Een vriendin stikte gekleur
de bandjes om de hare. 't Was een feestelijk ge
zicht. Uit één hydroplile luier van 3,40 naaide ik
zes washandjes voor de baby.
Lang bleef ik op zoek naar een leuk bedjasje „voer
straks na de bevalling". Ten slotte kocht ik mohair
wol en nu ben ik in het bezit van een stola van
een halve meter breed en anderhalve meter lang,
die straks mijn bedkleding kan bedekken, maar
waar ik ook wat aan heb op een wat koelere zo
meravond over een leuke jurk. Kosten ongeveer
twintig gulden.
Als piekkleed over het bedje koos ik een witte ka
toen in een linnen structuur. Geen ijle stof dus, om
dat ik dat bij een bedje niet zo leuk vond. De ka
toen is bedrukt met kleine rozerode roosjes en klei
ne groene blaadjes. Ik kocht drie meter stof van 90
cm. breed voor het bedje en nog twee en een halve
meter extra onder het motto „je weet maar nooit".
De extra lap is nu bijna op. Ik maakte er eerst
randjes van langs de planken van de kinderkast.
Als u een commode hebt kunt u langs die planken
randen maken.
Nu ben ik dol op mooi linnengoed en ik had al eens
met een schuin oog gekeken naar het fleurige bed
linnen, dat overal tegenwoordig te koop is. Het was
me eigenlijk te duur. Maar in de kast met kinder-
kleertjes ligt nu ook een set bedlinnen voor ma te
wachten op de dagen na de blijde gebeurtenis. Ik
knipte een strook van 11 cm breed van de roosjes
stof en die naaide ik op het sloop. Tv.ee stroken
van elk dertien cm breed naaide ik over het laken.
Een feestelijk lintje over de naad in het midden, een
strikje er op, het strijkijzer er overheen en klaar was
mijn set beeldschoon bedlinnen. Van blauw-witte
streepstof. die ik ooit gebruikte voor een positiejurk
maak ik eenzelfde set bedlinnen. Gewoon voor de
?ezei!igheid. Leuk ook voor logé's.
De rest van de roosjesstof gebruikte ik voor het be
kleden van een luiermandje en ten slotte nog voor
;en rimpelstrook langs een plank aan de muur, be
stemd voor de speelgoedbeesten voor de baby.
Nog één raad ten slotte. Maak niet aile leuke din
gen in het begin af. Bewaar wat kleine wollen
irutseldingen, die de pasgeboren baby toch niet no-
.iig heeft, voor de laatste paar weken. Zorg er VDor
dan nog „veel te doen" te hebben. Leuke dingen
vooral. Haak een extra kruikezak, maak mouw
sjaaltjes, bres de witte stola voor ueelf, maak een
leuke meetlat, borduur desnoods een tafellaken,
maak bedenk iets.
Voor de wagen gebruikt u natuurlijk wel een sloop
je. Welnu, ga een paar weekjes kant klossen. Een
lakentje en een sloopje kunnen heel wat kant ver
dragen.