OOSTDAM-ZANDDAM Frisse wind door Britse modehuizen TIPS VOOR AANSTAANDE MOEDERS Appeltjes Tv VERHULLEND JAKJE Huisvrouwen „modderen" in Sas van Gent VRIJDAG 28 AUGUSTUS 1964 BASJE loopt tussen de auto's te drentelen met Annabel achter zich aan en ze kunnen maar niets bedenken wat ze eens zullen gaan doen. „Jongens, jongens", zegt Beer, „bijna de laat ste dag van de vakantie! Als ik jullie was..." „Nou wat? Als je ons was?" vraagt Basje. „Dan wist ik het wel", zei Beer, „ik ging fijn naar buiten. Naar de boer of..." Net op dat moment zegt een stem achter ze: „Ha, die Auto-Bas, ha die Auto-Bel! Zin om mee te rijden?" TTet is meneer Van Duren die er weer voor het -l A eerst op uit gaat met zijn autowinkel. De broekjes en hemdjes, theedoeken, bussen, potten en pannen, zakjes en pakjes zijn allemaal weer terug op de planken en laadjes achter in zijn auto van de maharadja. De boerinnen in de pol der zullen blij zijn om meneer Van Duren terug te zien. Basje en Annabel kijken elkaar aan. „Ach ja", zegt Basje een beetje verveeld „wat moeten we anders?" „Ach", zegt meneer Van Duren, ,,'t valt niet mee, hè, als je het zo fijn gehad hebt. Ik vind het ook moeilijk weer te beginnen hoor". Met een dromerig gezicht rijdt hij door en bijna vergeet hij het hek van de eerste boerderij in de polder in te draaien. „Er is niemand thuis", zegt Basje, als meneer Van Duren een paar maal getoeterd heeft. Meestal komen de mensen en kinderen de boerderij al uitgelopen nog vóór Aladdin stil staat, maar zelfs als meneer Van Duren is uit gestapt en op de deur heeft geklopt, komt er geen antwoord. „Kan niet", zegt meneer Van Duren, „op een boerderij is altijd iemand". „Déar", roept Anna bel, die om het huis is heengelopen. Onder de bo men in de appelboomgaard is de hele familie Nieuwhof; maar ze hebben het zó druk dat ze haast niet eens opkijken als meneer Van Duren met Basje en Annabel op ze toeloopt. De vader, de moeder, de grote jongens en zelfs de hele kleintjes zijn aan de appelpluk. Onder de bomen waarvan de takken helemaal omlaag hangen, om dat ze zó vol appeltjes zitten staan kistjes opge stapeld, waarin de kleinste kinderen de appels leggen. De groteren staan op ladders of zitten boven in de bomen. „Nou," zegt meneer Van Duren tegen de boerin die met een wollen doek de appeltjes in de volle kistjes oppoetst, „ik zie het aL Ik kom wel op een andere dag terug". „Graag, meneer Van Duren", zegt de boerin, „want we komen handen te kort. We weten toch al niet wat we beginnen moeten". „Bent U dan niet blij met zóveel appels?", vraagt Basje, „ik heb de bomen nog nooit zo vol gezien! „Tja", zegt de boer, die even van zijn ladder komt, „maar de moeilijkheid is dat we niet we ten hoe we al die appels naar de veiling krij gen en dat gaat natuurlijk nooit in één dag. Nu moet ik ze naar het station rijden en dan gaan ze met de trein naar de veiling. Maar ja U be grijpt: een trein kost geld. En dat is natuurlijk jammer als dat er nou weer allemaal af moet." Basje en Annabel kijken elkaar eens aan. „Meneer Van Duren", zegt Basje, „wij gaan niet mee verder. We hebben iets te doen". „O, helpen bij de appelpluk", zegt meneer Van Duren, „nou, dat is een goed plan, jongens". „Ja", zegt Basje, „maar we moeten eerst iets in orde maken in de garage. We lopen wel te rug". „Maar dat is een heel eind", zegt meneer Van Duren. Opeens kijkt hy Basje verrast aan. „Ga je ga je proberen een auto voor ze te krij gen?", vraagl-ie. „Nou maar dan doe ik ook mee. Kom op, jongens! Op de weg terug bespreken ze het hele plan. En een uur later hangt er een groot bord bij de benzinepomp. „Wie rijdt er mee op de appelen- rit? Gezellige tocht van de boomgaarc. naar de veiling. Vertrek 4 uur in de morgen". De deftige meneer Van Zeventer, de baas van Zeemeermin staat er het eerst bij stil. „Hé", zegt hij, „hé", dat lijkt me nou aardig." „Vier uur?", vraagt Klaas de chauffeur van Ka- rel de Grote, „dat kan ik nog net halen -voor ik om zes uur met Karei vertrek". De vrouw van Fluffie kijkt een beetje verbaasd van Basje naar Annabel en naar de andere men sen die rond het bord staan. Maar dan lacht ze. „Ach, waarom niet?", zegt ze, „appeltjes zijn mooie schone vruchten en ik kan best een kistje of twaalf op de achterbank hebben". „Ik wel veertig", zegt meneer Van Zevenier. „Als er voor mij nog maar een plekje achter het stuur blijft, mag u mijn hele Buts vol appel tjes stoppen", lacht de schrijver. De volgende morgen kijken de koeien in de pol der vreemd op. De zon is er nog niet eens, de damp hangt nog boven de sloten en tóch komt daar al een hele stoet auto's over de smalle weg gereden. Méér auto's dan ze anders in een heel jaar bij elkaar zien! Voorop rijdt een vrolijke rode kraanwagen, die zijn takelarm naar alle die ren omhoog steekt en de weg wijst aan de auto's die nog nooit eerder in de polder zijn geweest. De koeien loeien van verbazing als diezelfde stoet een half uurtje later weer voorbij komt. Maór nu zijn alle auto's volgeladen met appeltjes en in elke auto zit" een vrolijk lachend Nieuwhofje naast de bestuurder. „Een morgen om nooit te vergeten", zegt meneer Van Zeventer later te gen zijn vrouw. „Volgend jaar ga ik weer!", zegt het vrouw tje van Fluffie tegen haar vriendinnen, die ze een appeltje laat proeven uit het mandje dat boer Nieuwhof aan al zijn chauffeurs heeft, cadeau ge daan. „Lekker gewerkt!" zegt Basje tegen Annabel als hij in zijn zesde appeltje bijt. „Lekker gewerkt!", toeteren ook de auto's, die hun plaatsje in de garage opzoeken. (Wordt vervolgd) EEN VAN de eerste dingen die op vallen als men de Oostdam in Sas van Gent oprijdt is een formida bele zandhoop. Bedrijvige mannen steken er als poppetjes tegen af, zelfs een dragline, die grommend aan de kolossale zandhoop vreet, lijkt hier een stuk speelgoed, zoals uit de verte al die bedrijvigheid op een spelletje lijkt. Maar natuurlijk is het geen spelletje. De mannen bovenop de zandhoop zijn bezig met bitter ernstige din gen, ze graven, sjouwen, verbreden kanalen, kortom, ze doen er een heleboel ingewikkelde, noodzake lijke werkzaamheden, waarvan vrouwen zo geen weet hebben. Nou ja, geen weet, maar wel last. de huisvrouwen van hun route bezor gen. Ruim een jaar zagen de Sas van Gentenaren vriendelijke, weinig tot mopperen geneigde mensen het alle maal maar aan. Toen, om met een der buurtbewoners te spreken, staken ze de koppen bij elkaar en gingen klagen. ,,Het is werkelijk een onhoudbare toe stand", vertelt een bewoner van de Oostdam. „Dagelijks rijden er zware vrachtwagens langs. Moet U eens kijken, de muren scheuren ervan. Dit voorjaar heb ik het bijgepléisterd, maar het be gint alweer. Vandaag, of morgen valt er iets van de muren". Zijn vrouw valt hem bij. „Ziet U deze lamp? Hij hangt er al vijftien jaar. Nu zitten er ineens barsten in de glazen bollen. Ik wijt het aan dat zware verkeer. We hebben hem met plakband weer zo'n beetje gerepareerd". Om alle misverstanden te voorkomen, geen van de bewoners wil een potje kan keren op z'n Hollands weggeven, want, zoals ze zeggen: „Het is absoluut nood zakelijk dat het kanaal wordt verbreed, daar kunnen we echt wel inkomen. En dat dat last veroorzaakt begrijpen we ook wel, maar het hoeft niet gepaard te gian met overlast". e huisvrouw vooral is de dupe van di verse nare aspecten van het voortschrij- EEN la»ge broek is een aangenaam kledingstuk voor het werk in huis, maar niet elke vrouw staat er mee. Daarom sal misschien FERAUD'S idee wel welkom zijn. Hij ontwierp een lang jakje dat de precaire ge deelten flatteus verhult. Als men broek en jasje in aardige kleurcom binaties kiest is het een aardige dracht. den der beschaving. Smalle, te smalle weggetjes moeten zwaargeladen vracht wagens zien te dragen. De vrouwen hou den dagelijks hun hart, of wat ze op dat moment by de hand hebben, vast als er weer zo'n wagen voorbijdendert. Moe ders houden hun kinder enangstvallig binnen omdat vooruitgang en gevaar on afscheidelijk schijnen te worden. In Sas van Gent wordt men thans met onnodige complicaties geconfronteerd. „Zoals het er nu bijligt is het zeer guns tig. Zodra het hard waait of regent is het leed niet te overzien. De wagens laden te zwaar, en ik weet wel, ieder een zou graag zo vlug mogelijk klaar willen zijn met zijn werk, maar alle over tollige vracht rolt op de straat". „Het zand ligt even hoog als het trot toir. Je kunt als huisvrouw als je wil een halve dag op straat doorbrengen. Zand wegvegen, ramen zemen, ach, en dan al de rommel die je mee naar bin nenbrengt. We hebben, als het geregend heeft, een hoeveelheid modder voor de deur die onbeschrijflijk is. Dit huis is zo'n vier meter breed. Ik heb, ongelogen, acht emmers zand op één dag opge schept. Bij nat weer wordt het slik. dat. doordat zo vaak vrachtwagens elkaar passeren, tegen de huizen wordt geslin gerd, tot aan de dakgoot. Als je alles schoon zou willen krijgen zou je er een brandspuit op moeten zetten. Bovendien is het voor het verkeer levensgevaarlijk. Ja, we hebben wat afgemodderd hier, zowel letterlijk als figuurlijk". Er zijn meer klachten, die gegrond zijn en die feitelijk niet zouden hoeven ontstaan. „De afvoer van w.c. en goot steen is verstopt. Als het hevig regent komt alles weer teruggestroomd. Een buurman van ons schept zelf geregeld het rioolputje leeg. Achter in de tuin ontstaan grote plassen. Je kimt er je kinderen ook niet meer laten spelen. Naast ons rijtje huizen is een aantal gesloopt. Maar een afbakening is niet gemaakt. Het is levensgevaarlijk, ook al omdat de verlichting niet voldoende is. We leven hier in een situatie die vijftig jaar geleden normaal was. Als we wat gewend zijn aan de zware motoren bui ten die onafgebroken klinken, vallen de geluiden in huis op. De planten op de vensterbank en de theekopjes in het kastje trillen, het behang kraakt. Een buurvrouw komt bereidwillig een steen tje bijdragen. „Mijn kinderen slapen aan de voorkant. Je kunt 's nachts geen raam openzetten, dat is ongezond niet waar? Ach ja, je moet van allebei de kanten welwillend zyn, maar het wordt nu toch allemaal te erg. We zijn veel te lang veel te gemakkelijk geweest. Vanaf vijf uur 's morgens tot half elf 's avonds komen ze langs. Ons wasgoed zit vol zand. We zijn wel verplicht de was op maandagmorgen te doen, want dan rij den die auto's nog niet". Bestaat er wrok tegenover de uitvoerder van de werkzaamheden? Nee. helemaal niet. De bewoners zien de hele situatie als een gevolg van een aantal onaange name factoren. In de eerste plaats mor sen de chauffeurs te veel zand, aan de andere kant schiet de gemeentereiniging te kort. Zijn er protesten ingediend „Ja, ik ben bij de wethouder van openbare werken geweest. Ik moet zoggen dat hij meteen medewerking toezegde. Er zal een opzichter komen om de riolering te inspecteren". Bij het complex van factoren komt dat een gedeelte van de straat nog niet bestraat is, zodat ook daar vandaan grote hoeveelheden stof en modder op rukken. De bewoners horen bij Sas van Gent, grenzen aan Westdorpe, en ze zijn aangewezen op zowel de uitvoerder, als de gemeentereiniging en de waterstaat. „Soms wordt het een beetje touwtrekke rij. De sloper van de huizen hiernaast had een plank neergezet. Waterstaat haalde hem weer weg. Sindsdien is er niets meer mee gebeurd. Een vreemde kan gemakkelijk verongelukken. Er zijn door die afbraak diepe putten ontstaan. Put- en regenwater stromen erin. Het is eigenlijk onverantwoordelijk". Ondanks de ergernis wordt af en toe toch wel gelachen. „Er komen ook veel boeren langs met graarv Die morsen ook wel wat, en de korrels schieten van daag of morgen vast uit het zand op de straat. Hebben we een korenveldje voor de deur. Vooral dat zand is zo'n ellende hé. Neem nu alleen maar eens het feit van het houtwerk. Doordat alles scheurt bladdert de verf af. Het stuift te veel om het te verven, maar doe je dat niet dan verrot de boel. En hou het dan maar eens netjes". De huizen, zowel gehuurd als eigendom, worden op die manier een bron van zor gen voor de huisvrouw die wel kan blij ven werken, en voor de eigenaar die zijn pand in waarde ziet dalen. „Deze huizen blijven staan, tenzij ze instorten" zegt onze gastheer met galgenhumor. „De uit voering van de kanaalwerken is nog een kwestie van jaren. Daarom vinden we, alle bewoners van deze straat, dat we alles tijdig onder de aandacht moe ten brengen. Een eindje verderop staat een alleenstaande woning. Toen de be woners van vakantie terug kwamen kon den ze niet meer met hun auto bij hun garage komen, die via een weggetje achter het huis te bereiken moest zijn. Alles was op opengewroet. Voor wij voor zo'n verrassing komen te staan maken we er liever alvast maar werk van. Anders zit je straks dat je met' bijvoor beeld je kolen of je fiets door je hele huis moet. Ja, dat zit er echt wel in". Sas van Gent, twee suikerfabrieken rijk, heeft uiteraard een intensief bietenaanvoer-verkeer. „Je houdt je hart vast als je bedenkt dat dit er bin nenkort ook nog bijkomt. Nogmaals, we zijn helemaal niet mopperig van aard, helemaal niet. We zijn juist veel te lang te gemakkelijk geweest. We zouden niet graag vervelend willen doen. noch mopperen over de vooruitgang. Maar er zijn beslist enkele dingen die te verhel pen zijn. En daar zullen we achteraan faan ook". r komen aan voorbereidingen en uit voering van technische werken veel knappe bollen te pas. Geleerde heren en knappe vaklui zorgen voor de totstand koming. Met alles is rekening gehouden, behalve met de arme huisvrouwen. De mode van ieder land heeft haar eigen kenmerk en voor Engeland heeft dat kenmerk jarenlang be staan uit het etiketje „degelijk heid". Wie over Engelse mode sprak dacht daarbij maar zelden in de eerste plaats aan de modieuze verdiensten van de Britse kledij; de uitstekende kwaliteit stond voorop, originaliteit en durf verwachtte men eigenlijk niet van de overzijde van het Kanaal. Britse mode werd (en wordt vaak nog!) geassocieerd met ietwat stijve en dégelijke tiveedkledlng en met weinig-opvallende jerseykoB- tuums. Er is echter ook in Engeland op modegebied een en ander veran derd in ae afgelopen jaren en af en toe blijkt zelfs de Engelse confectle- mode de Franse couture een stapje vóór te zijn... Mede doordat de Brit ten hun seizoencollecties een paar maanden eerder uitbrengen dan de grote modecentra op het vasteland. Parijs bijvoorbeeld toont de collecties in Januari en eind juli, de toonaange vende Londense confectionairs komen echter in november al met zomermo- de voor het in het verschiet liggende herfstseizoen. En af en toe kan het dan gebeuren dat de Engelse confec tionairs in hun collecties een modieus detail lanceren waarvan enkele maanden later in Parijs blijkt, dat het ook heeft geleefd in de brein van een modeontwerper met een klinken de naam Insiders op modegebied menen dan ook dat de Britten best een schouder klopje verdienen: „er waait een fris se wind door de Engelse modehui zen", zeggen ze waarderend. Volgens diezelfde insiders verschijnen zelfs leden van de Engelse koninklijke fa milie tegenwoordig bij de meest ex clusieve gelegenheden in confectie- kleding. Men is in Engeland op mo degebied niet zo chauvinistisch als wel eens verondersteld wordt, want ook de Britse kledingfabrikanten be talen hoge bedragen voor het recht om bepaalde modellen van Interna tionaal beroemde couturiers te ma gen namaken. De conclusie ligt voor de hand: de ..English look" verdwijnt cn dat kan ook moeilijk anders in een tlid waarin alle grenzen open liggen. De modeproducerende landen moeten een stijl weten te brengen die overal ter wereld en zeker (om wat dichter bij huis te blijven) overal ln Europa acceptabel is. En ook Engeland gaat mee in deze „modieuze vaart der volkeren". Voor al de jongere modeontwerpers heb ben drastisch gebroken met de ver ouderde moaeopvattlngen. men streeft naar het samenstellen van Jeugdige collecties die passen ln het Uader van deze tijd. Jonge, kunstzin- nig-aangelegde mensen ontwerpen kleding voor de tienduizenden jonge ren van deze tyd die mee willen met de mode en nog liever, als het maar enigszins mogelijk is, die mode voor uit willen zijn Een nieuwe vooruitstrevende garde van modeontwerpers is daardoor ont staan, ook in Engeland. „Jongens achtige" en meisjesachtige" kleding wordt gecreëerd, en niet alleen voor de jongeren! Ook volwassenen ziln gecharmeerd door dergelijke jeugdi ge tendenzen en lijken veel minder afwijzend tegenover dergelijke „Jong- makende" modetendenzen te staan dan vroeger. Aan internationale belangstelling heeft de Britse confectie geen gebrek. Tweemaal per jaar wordt de Londense modeweek gehouden en dan zl|n kopers uit meer dan vijftig lan den present om het nodige weg te halen. De grootste belangstelling van de buitenlandse inkopers gaat daarbij uit naar wat de Engelsen presenteren aan sportieve kostuums en jeugdige ensembles, aan billijk geprijsde kle- ding-voor-alle-dag en (vooral) aan kleren waarvan men kan aannemen dat ze al vooruitlopen op de mode tendenzen van het eerstvolgend sei zoen. Engelse mode van 196$: een onge wone variatie op ,Jiet kleine ge klede jurkje voor diverse gelegenhe den", aanbevolen ter afwisseling van het conventionele zwarte jurkje. De ze zuiver wollen japon is grijs, heeft steekzakjes in de zijnaden, een kraagloze ronde hals en opvallende halflange mouwen met ruches. h (Van een medewerkster). Wellicht hebben vier vriendinnen, vijf zusiers en een veelvoud van buurvrouwen U als aanstaande mama al overstelpt met goede raad en tips. Ik zal me graag in die raadgevende rij scharen in de vaste overtuiging, dat ik veel betere tips heb. Eenvoudig dank zij het feit, dat ik net zelf de kastdeur heb dicht gedaan van de kinderkamer. Onze eersteling wordt over een paar weken verwacht en ik ben zo verwaand te zeggen, dat ik een erg leuke uitzet voor de baby heb. Geen dure! Integendeel. En het is mede daarom, dat ik met U een babbeltje kom maken. Kleding is één van de eerste dingen, waarmee een aanstaande mama te maken krijgt. Voor de eer ste paar maanden heb ik een weinig of niet getail leerde overgooier en een idem jurk gemaakt. Dit met het oog op de eerste weken na de bevalling. Ten slotte weet niemand welke maat u overhoudt de eerste tijd na de bevalling. Voor de eigenlijke positiekleding koos ik fleurige, niet al te dure stoffen, die voor alles stevig waren van structuur. Geen wapperstofjes dus. Het meest bekend zijn de patronen met strakke schouderpas waarbij de ruimte of direct uit de halfs of uit de strakke schouderpas komt, in aangerimpelde of in platte plooien. Ik ben niet verrukt van dit soort pa troon, omdat men nooit weet, of men erg rond of breed zal uitgroeien. Veel praktischer vond ikzelf de knippatronen van positiejurken, die bestonden uit twee voorpanden en twee rugpanden, gérend ge knipt. Ze lijken misschien wat erg veel op een tent, maar ze zitten bijzonder plezierig en u draagt ze tot het einde met genoegen. Ten slotte is dat een be langrijke overweging. Mijn jurken kostten te zamen veertig gulden, inclusief patronen. Bijzonder veel plezier heb ik trouwens ook van de overgooier van donker blauw tinneroy. Een vierkan te halsuitsnijding, ruime armsgaten en uit de bei de oksels twee diepe stolpplooien, die ergens ter hoogte van de taille met drukknoopjes zijn vastge zet. Rechts op het voorpand stikte ik een ruime zak. Voor een niet al te onhandige naaister is deze overgooier zonder patroon te maken. Ook ondergoed wü wel eens problemen opleveren. U weet natuurlijk dat u nooit en te nimmer mag werken met kousenbanden. Ik kocht voor deze paar maanden de grootste maat kousengordel, die er te krijgen is. Jupons zijn er te kust en te keur met kleefband en onderjurken kunt u desnoods zelf ma ken van dunne katoen met overslaande voorpan den, precies als de hemdjes van de te verwachten wereldburger. Een grote maat helanca broekjes kan zo nodig de katoenen directoiretjes of de gebruikelijke slipjes vervangen. En dan de eigenlijke babyuitzet. Ik heb met ver schrikkelijk veel plezier al datgene gemaakt, wat ik zelf kon maken. Zonder enig hartzeer heb ik weggelaten, wat niet nodig was. Sloopjes bijvoor beeld. Mijn man en ik besloten geen wieg te kopen. We kozen een ledikantje in gebroken wit. We deden dit zuiver uit financiële overwegingen. Een ledikan- '.je dus. Ik maakte er zelf de lakentjes voor en zoals gezegd geen sloopjes, omdat de meeste kin kinderen tot de kleuterleeftijd geen kussentje in hun bed krijgen. Drie onderlakentjes en drie bovenla- kentjes, waarvan de laatste voorzien van brede witte broderiekant. kostten te zamen 23.80 namelijk f 17.10 voor de lakenstof en 6.70 voor de kar' Hierbij was een broderie, die 4 kostte. Niet nodis dus! De omslagluiers haakte ik om met witte katoen Kosten per stuk 1,35. Een vriendin stikte gekleur de bandjes om de hare. 't Was een feestelijk ge zicht. Uit één hydroplile luier van 3,40 naaide ik zes washandjes voor de baby. Lang bleef ik op zoek naar een leuk bedjasje „voer straks na de bevalling". Ten slotte kocht ik mohair wol en nu ben ik in het bezit van een stola van een halve meter breed en anderhalve meter lang, die straks mijn bedkleding kan bedekken, maar waar ik ook wat aan heb op een wat koelere zo meravond over een leuke jurk. Kosten ongeveer twintig gulden. Als piekkleed over het bedje koos ik een witte ka toen in een linnen structuur. Geen ijle stof dus, om dat ik dat bij een bedje niet zo leuk vond. De ka toen is bedrukt met kleine rozerode roosjes en klei ne groene blaadjes. Ik kocht drie meter stof van 90 cm. breed voor het bedje en nog twee en een halve meter extra onder het motto „je weet maar nooit". De extra lap is nu bijna op. Ik maakte er eerst randjes van langs de planken van de kinderkast. Als u een commode hebt kunt u langs die planken randen maken. Nu ben ik dol op mooi linnengoed en ik had al eens met een schuin oog gekeken naar het fleurige bed linnen, dat overal tegenwoordig te koop is. Het was me eigenlijk te duur. Maar in de kast met kinder- kleertjes ligt nu ook een set bedlinnen voor ma te wachten op de dagen na de blijde gebeurtenis. Ik knipte een strook van 11 cm breed van de roosjes stof en die naaide ik op het sloop. Tv.ee stroken van elk dertien cm breed naaide ik over het laken. Een feestelijk lintje over de naad in het midden, een strikje er op, het strijkijzer er overheen en klaar was mijn set beeldschoon bedlinnen. Van blauw-witte streepstof. die ik ooit gebruikte voor een positiejurk maak ik eenzelfde set bedlinnen. Gewoon voor de ?ezei!igheid. Leuk ook voor logé's. De rest van de roosjesstof gebruikte ik voor het be kleden van een luiermandje en ten slotte nog voor ;en rimpelstrook langs een plank aan de muur, be stemd voor de speelgoedbeesten voor de baby. Nog één raad ten slotte. Maak niet aile leuke din gen in het begin af. Bewaar wat kleine wollen irutseldingen, die de pasgeboren baby toch niet no- .iig heeft, voor de laatste paar weken. Zorg er VDor dan nog „veel te doen" te hebben. Leuke dingen vooral. Haak een extra kruikezak, maak mouw sjaaltjes, bres de witte stola voor ueelf, maak een leuke meetlat, borduur desnoods een tafellaken, maak bedenk iets. Voor de wagen gebruikt u natuurlijk wel een sloop je. Welnu, ga een paar weekjes kant klossen. Een lakentje en een sloopje kunnen heel wat kant ver dragen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 9