INFORMATRICE
Onmisbaar voor huid en haar
VIERMAAL ENGELSE HERFST- EN WINTERMODE
Bolder
o
m
73
Tv
73
Eenzame post
in St.-Anna
Driekwart kan
Ongevallen
Slobberen
Geraamte
Plaatje
ZOMER IN HET HOOFD
Zaterdag 15 augustus 1964
J£om mee, Beer! Een karweitje!" zegt
Basjes vader, „er wordt op je gewacht".
Een half uur later komt Beer de takelwagen
hijgend en zuchtend de garage binnen.
Nieuwsgierig kijken alle auto-ogen wie hij
aan zijn sleepkabel heeft. Als ze de auto her
kennen, beginnen ze allemaal tegelijk te
praten.
Bolder! Arme Bolder, wat is er gebeurd? Is het
erg? Een ongeluk? Wat heb je?". Bolder, de
melkauto, is een hele goeie vriend van de auto's
in de garage. Tweemaal per dag rijdt hij van boer
derij naar boerderij om de bussen met melk op te
halen. Die brengt hij dan naar de fabriek in het
dorp, waar de melk in flessen gaat. Iedereen kent
hem. De mensen, die hem 's morgens vroeg door de
stille straat horen rijden, de boeren die in het land
aan het melken zijn en haastig de laatste bus naar
het hek van de boerderij dragen als ze hem horen
aankomen. En natuurlijk alle dieren van de pol
der. En behalve van de mensen en de dieren is Bol
der ook de vriend van de auto's in de garage bij
Auto-Bas. Hij heeft een veel te druk leven om
's nachts in de garage te staan, maar voor kleine
reparatietjes en om benzine te halen komt hij altijd
bij Basjes vader. Jaren en jaren lang al. Geen won
der dus dat iedereen dikke vrienden is met de oude
melkwagen. Als ze in de verte het gerammel van
zijn bussen horen, .lachen ze al en brommen: „Goeie
ouwe Bolder is ook weer op pad".
Maar vandaag kijkt die goeie ouwe Bolder helemaal
niet vrolijk. Zijn ogen staan heel dof, zijn motor
snort niet en hij laat zich maar zo'n beetje mee
slepen door Beer. Alleen de lege bussen achterin
zijn laadbak rinkelen net zo vrolijk als anders.
„Vertel eens Bolder", zegt Karei de Grote, die zijn
oudste vriend is, „wat is er aan de hand?"
Maar Bolder geeft geen antwoord. Dikke roestige
tranen druppelen uit zijn motorbak op de beton
nen vloer van de garage.
„Vraag hem maar niets", fluistert Beer, die ook
heel ernstig kijkt, „hij is ziek. Midden op het weg
getje in de polder kon hij opeens niet verder. Met
twee paarden hebben ze hem naar het erf van een
boerderij gesleept. Basjes vader en ik hebben ge
probeerd hem op gang te krijgen, maar 't is ons
niet gelukt. Daarom is ie nou hier.... Om eens goed
onderzocht te worden".
Daar zijn de monteurs al. Dirk kruipt onder de
zware wagen en Basjes vader schijnt met een
zaklantaarn diep in het hart van Bolder. De auto's
er omheen houden hun adem in en kijken naar de
gezichten van de mannen.
„Nou, de hele zaak zal uit elkaar moeten en nieuwe
schroeven en draden waar dat nodig is", zegt Basjes
vader. „Maar dat kan helemaal niet", roept Gert,
de chauffeur van de melkauto, „over een uur moeten
we de polder in. Lege bussen neerzetten en voile
ophalen. De boeren zijn nu al aan het melken".
Bolder zelf staat te trillen van schrik. Hij maakt
zich zó zenuwachtig dat er nog meer binnen in zijn
motorhart „knap knap" zegt.
Ondertussen zijn de mensen om hem heen tot een
conclusie gekomen: een ander zal het werk van de
melkauto moeten overnemen.
„Maar wie?", vraagt Gert, de chauffeur. „Maar
Beer natuurlijk!", roept Basje, die de garage net
is binnengekomen en bij de mannen rond de zieke
melkwagen is gaan staan. „Beer is sterk en kan
best een heleboel bussen in zijn laadbak hebben!"
,,'t Zal natuurlijk heel wat extra tijd kosten", zegt
Basjes vader, „Bolder is dit werk gewend, maar
voor Beer is het allemaal nieuw. Je zou eigenlijk
een bijrijder moeten hebben, Gert".
„Een bijrijder?", roept Gert, „waar haal ik zo gauw
een bijrijder vandaan?"
„Ik", zegt Basje, „ik rijd met je mee. Ik heb toch
nog vakantie. En ik vind het fijn 's morgens vroeg
m de polder". „Ik ook", zegt Annabel, die achter
hem is binnengekomen.
„Welnee", roept Basje, „meisjes kunnen geen bij
rijder zijn, dat is mannenwerk!".
„Nou, dan ben ik alleen maar de meerijder", zegt
Annabel en als iedereen lacht, huppelt -ze meteen
naar huis om te vertellen dat ze de volgende mor
gen om vier uur op moet staan.
Verwonderd kijken de duiven, de kippen, de koeien,
de paarden, de varkens en alles wat om de boer
derijen heen woont die avond op. „Is Bolder er nog
niet?", hebben de kippen al een paar maal gekakeld.
„Stel je voor dat hij niet komt", piept een klein
Kuiken, dat vreselijk slaap heeft, maar het niet
wil laten merken, „dan moet ik de hele nacht in het
gras blijven zonder mijn moeders vleugels."
„Hé, hé!", roept het paard ,„kijk eens even! Een
vreemde bussenauto stopt bij ons hek!"
„En dat zijn onze bussen!", roepen de koeien die
net gemolken zijn. „En dat is onze Gert!", roept
Hekkie de hond, die dikke vrienden is met de chauf
feur van de melkwagen. „Maar wat moet dat jon
getje dat zo ijverig meesjouwt met de bussen?",
vraagt het varken. „En dat meisje met dat paarde-
staartje?", vraagt het kuiken.
Het meisje met het paardestaartje komt naar de
dieren toe en zegt: „De groeten van Bolder allemaal.
Hij is erg ziek, maar Basjes vader maakt hem weer
helemaal beter. Nu doet Beer zjjn werk zo lang en
Basje is de bijrijder en ik ben de meerijder om jul
lie allemaal te vertellen wat er aan de hand is".
„Dat is erg aardig van jullie", zegt het paard vrien
delijk, „wil je Bolder de groeten terugdoen, meisje
met de paardestaart
„En wens hem beterschap!", kakelen de kippen.
„Neem een bloemetje van ons mee!", koeren de
duiven. „Dat is een goed idee!", roept Annabel en
terwijl Basje en Gert de zware bussen op de takel
wagen laden plukt ze een prachtig boeketje boter
bloemen, rode klaver en margrietjes in het wei
land.
En als ze dat boeketje op de neus van de zieke Bol
der heeft gebonden, lijkt het wel of ie opeens een
stuk beter is. Hij ruikt zijn eigen weilanden en in
gedachten ziet hij al zijn vriendjes voor zich, die
hij héél gauw met een vrolijk nieuw motorhart zal
terugzien.
(Wordt vervolgd)
EEN STROOM van auto's pas
seert dagelijks de douanepost in
het vriendelijke Sint-Anna-ter-
Muiden. De meeste auto's bevatten
mensen die op weg zijn naar of
juist terug zijn van vakantie. Er
heerst een sfeer van gemoedelijk
heid. De kiosk, één van de laatste
gebouwtjes voor de douane wordt
elke dag druk bezocht; men wis
selt geld, vraagt folders of reis
routes aan, men informeert.
„Balie-employé" mevrouw J. Con-
way-Vogel, informatrice van de A.
N.W.B., bewaart een bijna sto-
icijnse kalmte onder al die drukte.
Ze werkt snel en handig, ant
woordt met een onpersoonlijke
vriendelijkheid op Hollandse,
Franse, Duitse vragen.
Een man stapt binnen. „Mag m'n zoon
tje een foldertje van de omgeving?
't Geeft niet wat, hij is gek op alles".
Het zoontje is nog maar klein, maar
ook hem wordt service verleend. „Dat
is het hoofddoel van de A.N.W.B., ser
vice verlenen. Deze zomer hebben we
hier voor het eerst een seizoenfiliaal.
Voorheen kon men hier alleen voor aan
vragen terecht, die dan in Middelburg
werden behandeld. Nu reiken we zelf
alles uit, reis- en kredietbrieven, kamp-
kaarten, reisroutes, reisverzekeringen.
Het betekent veel meer werk, maar dat
vind ik prettig".
Even lui zijn is er niet bij. Om de paar
minuten komt een groepje toeristen
binnen, de telefoon gaat, administratief
werk wacht. Een rijtje ordners met toe
ristische gegevens staat, gerangschikt
per land, in de kast. „Daarin staan al
lerlei informaties, over hotel-accommo
daties, evenementen, ze worden g
beetje gezond verstand hebben na
tuurlijk, en je moet niet te jong zijn".
Er bestaat tegenwoordig een schrif
telijke cursus voor toeristisch infor
matrice. Mevrouw Conway, 27 jaar,
die twee jaar geleden met haar werk
begon, heeft die opleiding niet moeten
volgen. „Ik heb mulo, handelsschool en
zo. De eerste dag dat ik begon. oei. dat
viel tegen. Het was zaterdag voor Pa-
sen. Een geweldige drukte natuurlijk.
Alles liep tegen. Door de strenge winter
was de waterleiding bevroren, mensen
wilden groot geld tegen klein geld in
wisselen, ik had niet genoeg en alle
banken waren dicht. Nu is het een
beetje routine geworden, en ik vind het
heel fijn. Ik hoop het ook beslist nog
dig. Men begrijpt dat ik het druk heb en
de mensen zijn dan best bereid even te
wachten".
Over haar privéleven wil ze niet uitvoe
rig zijn; hoewel natuurlijk interessant,
dat een gehuwde vrouw dit werk doet,
die bovendien dagelijks zo'n drie uur
moet reizen om haar werkterrein te be
reiken. Mevrouw Conway, gehuwd met
een Engelsman, woont in Vlissingen.
„Ik reis elke dag op en neer, dat komt
per dag op bijna drie uur reizen. Dat
is niet erg, ik ben er aan gewoon. Half
acht van huis, om zeven uur weer thuis.
Zondag en maandag is de kiosk dicht,
's Maandags doe ik mijn boodschappen,
ik heb een ijskast, die stop ik vol, dat
kan gemakkelijk hoor".
Een hand met Belgisch geld komt door
het loketje. „Hollands alstublieft". Met
behulp van een vermenigvuldigmachine-
tje rekent mevrouw Conway, schrijft
een bonnetje, dan telt ze hét geld uit
en bergt de franks op in de laden onder
de toonbank alle bankpapiertjes netjes
in aparte vakjes. Het is duidelijk dat het
geld niet meer voor haar betekent dan
de folders, kleurig ritselende ertjes
die elk een eigen plaatsje hebben.
Wij vragen haar zonder kwade be
doelingen overigens of zij beveiligd
is tegen overvallen. Ze lacht hartelijk.
„Ach, wie zou me wat doen,- ik ben
trouwens niet zo bang uitgevallen. En
buiten is er altijd de douane en de mare
chaussee nog'.
De A.N.W.B.-kiosk is geopend van Pa
sen tot 15 september. Mevrouw Conway
werkt er van negen tot vijf uur. „De
wegenwacht is mijn steun en toeverlaat.
Hij helpt me, als ik een boodschap heb
of zo. Overdag kan ik natuurlijk niet
weg. Van de winter heb ik nog in Mid
delburg gewerkt, daar zit meer perso
neel. Maar in St.-Anna-ter-Muiden hangt
meer de echte vakantiesfeer. Het ple
zierige vind ik dat je veel met mensen
in aanraking komt. En je bent hier erg
zelfstandig Ja. er zijn wel eens verve
lende mensen, die anderen wegdringen,
of onbeschoft doen, maar 't valt wel mee
hoor".
Informaties, geld wisselen, service ver
lenen, iedereen, of hij nu wel of niet
lid van de A.N.W.B. is, kan een beroep
doen op haar kalme geroutineerdheid,
haar kennis van zaken, en haar geheu
gen. „Je moet veel kunnen onthouden.
Ik ben zelf ook hier en daar in Europa
geweest, en veel mensen vertellen later
of het leuk is geweest tijdens hun va
kantie".
De kleine kiosk staat weer helemaal vol.
Men wacht geduldig af. Er is geen ge
drang, geen gemopper, alleen maar va
kantiestemming.
Zonder een dagelijkse portie frisse lucht verwelkt het uiter
lijk als een bloemetje dat geen water krijgt... Wie maar
mondjesmaat frisse lucht hapt, krijgt geleidelijk het bekende
huiskleurtje of kantoortintje, dat met wat fraaie maquillage
wel te maskeren maar niet weg te werken valt!
Frisse lucht zorgt voor een frisse huid en wat voor de
huid geldt, gaat in zekere zin ook voor het haar op.
Haardossen die altijd weggestopt zitten onder hoofd
doeken of hoedjes worden er niet" mooier op. Maar
wat wil men in dit winderige klimaat wie onbekom
merd de storm in stapt heeft nog vóór de hoek van de
straat de noeste arbeid van de kapper teniet gedaan
Toch is het goed het haar eens even te laten uitwaaien.
En dat kunnen we dan het best doen tijdens de laatste
dag (of dagen) vóór de volgende kapbeurt, wanneer aan
het vorige kapsel toch weinig of geen eer meer te behalen
valt.
Er is nog een manier om het haar frisse lucht te bezor
gen: dagelijks kammen en borstelen, en dan liefst voor een
open raam of buiten op het balkon. Want ook door flink
kammen en borstelen krijgt het haar al de nodige „lucht".
Nu zijn borstelen en borstelen twee. Stevig en krachtig
haar kan gerust een flinke beurt met een harde borstel
hebben. Stof en vuil worden daardoor verwijderd, de hoofd
huid krijgt bovendien een opkikkertje en dat beïnvloedt de
groei van het haar gunstig. Borstel ook eens tegen de
draad in, dat wil zeggen van de nek naar het voorhoofd.
Wie dik en lang haar heeft kan zelfs met twee borstels
tegelijk aan het werk gaan.
Bij dit alles kijkt de vrouw met „fijngebouwd" en zacht
haar afgunstig toe Fijn zacht haar is vaak een
bron van zorgen voor de eigenaresse, haar kapsels vallen
meestal al gauw in elkaar, een forse borstelbeurt is voor
haar taboe! Toch kan ook dit soort haar regelmatig een
beurt krijgen, als het maar met een zachte borstel wordt
gedaan. Voor het kammen wordt een uiterst fijne kam
gebruikt die in alle richtingen door het haar wordt ge
haald, waardoor stof en vuil verwijderd worden. Frisse
lucht is ook voor teer zacht haar onmisbaar, een dage
lijkse massage van de hoofdhuid met da vingertoppen kan
bovendien veel doen om het haar wat handelbaarder te
maken.
Voor de finishing touch zorgt dan eens in de zoveel dagen
de kapper. Wie van die finishing touch plezier wil hebben
moet de eigen dagelijkse haarverzorgingsbeurt vooral niet
overslaan. Want veel vrouwen schijnen te denken dat het
door de kapper gecreëerde kapsel op straffe des doods
niet mag worden geborsteld en alleen maar voorzichtig
elke dag worden bijgekamd. Zoals we in de prille meisjes
jaren rechtop-zittend in bed wilden slapen, opdat vooral
,,de krul" er niet uit zou gaan vóór het schoolfeest van de
volgende dag
Zolang men niet in-het-wilde-weg gaat borstelen en kam
men schaadt de dagelijkse kam-en-borstelbeurt het kap
sel heus niet! De haarlokjes vallen zelfs voller en onge-
dwongener dan wanneer ze pas onder 's kappers handen
vandaan komen.
Kost het U veel moeite om de dagelijkse „driekwart kan" aan
melk bij uw spruiten naar binnen te krijgen? Geef een deel van
het dagelijkse melkrantsoen tijdens de zomermaanden eens in
de vorm van koude chocolademelk. In flesjes te koop, maar ook
zelf te makenen dan uiteraard voordeliger! Reken per liter
melk vier lepels cacao en vier tot zes eetlepels suiker (dit
laatste naar smaak). Meng droge cacao en suiker door elkaar,
maak er met een weinig water een vloeibaar papje van en verhit
dit roerend op laag vuur tot het gaat borrelen. Laat de chocolade
pap afkoelen en giet er dan, langzaam en steeds roerend, een liter
koude melk bij.
Het Amerikaanse maandblad McCall's publiceert een „ongevalleniystje"
waaruit weer eens blijkt hoeveel ongelukken en ongelukjes de vrouw be
dreigen tijdens haar dagelijkse bezigheden in en om de woning. Elk jaar
moeten bijna vijf miljoen Amerikaanse vrouwen tussen de 17 en 64 jaar
één of meer dagen rust houden tengevolge van dergelijke huis-, tuin- en
keukenongelukken
Verkeersongevallen vormen de voornaamste bron van dodelijke onge
lukken waarvan de Amerikaanse vrouwen het slachtoffer worden. De
volgorde van de overige ongevallen met dodelijke afloop is als volgt:
valpartijen (voornamelijk van vrouwen boven de 65), brand, vergiftiging,
verdrinking en ongelukken met vuurwapens
Wie op de valreep van de zomer toch nog een nieuw badpak wil kopen
doet er wellicht goed aan, rekening te houden met een wat „slobberiger"
tendens in de badpakkenmode. Met andere woorden: het moderne bad
pak sluit niet meer als de bekende handschoen rondom taille en onmid
dellijke omgeving. En aangezien die tendens wellicht volgend seizoen
versterkt zal terugkomen, zou zo'n lichtelijk slobberend pak in modieus
opzicht wel eens een verstandige aankoop kunnen zijn!
Over mode voor het hoofd" gesproken: sommige Nederlandse warenhuizen
verkopen hoedevormen van een soort nylongaas Geraamtesdus waarop
men zélf een hoed kan creëren, eventueel uit een restant van de lap waaruit
een jurk of een kostuum werd gemaakt. In dezelfde sector gezien: gevlochten
raffia haarbanden in diverse kleuren en haarvlechten van namaakhaar....
de laatste voor nog geen vijf gulden.
Elke moeder die wel eens in dodelijke ongerustheid is geweest over een
weggelopen kleuter zal het nut van een identiteitsplaatje voor haar sprui
ten inzien. Het Comité ter Bevordering van de Kleuterbescherming (van de
Nederlandse Vereniging Bescherming Voetgangers) kan U aan zo'n
plaatje helpen: hef is van metaal, wordt om de hals bevestigd en kost
een gulden. Wie zo'n plaatje wil bestellen (het adres van het comité is
Van Montfoortlaan 11 in Den Haag) moet bij de bestelling naam, adres
en geboortedatum van de kleuter opgeven, plus eventueel telefoonnummer
van de ouders van de kleine.
Een jeugdig en eenvoudig kapsel wilde de befaamde
coiffeur Alexandre voor zomerse dagen scheppen en
hij kwam tot dit resultaat: een bijna kinderlijk aan
doend kapseltje met een vlinderlichte pony en even
opgebolde zijkanten. Het haar heeft een van de nieu
we zeer lichtblonde tinten van deze zomer: „Pimpre-
nelle".
Vier modellen uit de Engelse collecties
voor herfst en winter, links „Rich
Meal", een tweed pakje met een jasje,
waarvan de schouders zijn bekleed
met een afhangende strook lynxbont,
vervolgens een slank afkledend jurkje
van met gouden en turkoise lovertjes
beklede stof, met daaroverheen een
lange turkoise linnen jas. Beide ont
werpen zijn van Norman Hartnell.
Daarnaast een donkerpaars pakje op
een blouse van jadekleurige wol,
waarbij, alles naar een idee van Ro
nald Paterson, de mannequin paarse
kousen draagt. Op de achtergrond
een wit met zwart wollen pakje, even
eens van Paterson. Van Lachasse is de
jersey en brocaten avondjapon ge
heel rechts geïnspireerd op de ge
waden van de oude Grieken.