IJZIGE STILTE AAN DE TOP VENETIE is een stervende stad Tussen de twee vrienden van het wordt al lang oudste Westen gezwegen DE BOEKENPLANK DE GAULLE EN DE ANGELSAKSEN (I) BOEKEN OVER DE NATUUR Gevaar dreigt uit zee Palen rotten, eilanden zakken weg 6 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 3 AUGUSTUS 1904 (Door David Schoenbrun) Jn de afgelopen drie jaar hebben alle westelijke staatslieden oog in oog met elkaar gestaan, met één opmerkelijke uitzondering: tussen de presidenten van de Verenigde Staten en Frankrijk is er, sinds wijlen John F. Kennedy in juni 1961 Charles de Gaulle be zocht, geen persoonlijke ontmoeting geweest. Vanaf dat jaar heeft aan de top tussen de twee oudste vrienden en bondgenoten van het westen, niets dan stilte geheerst. Nu is stilte in de politiek even vreemd als een vacuum in de natuur. Hij kan niet lang gehandhaafd blijven. Het staat daarom vast dat een persoonlijk gesprek tussen president de Gaulle en de president van de Verenigde Staten zal worden gehouden kort na de Amerikaanse presi dentsverkiezingen, en wel eind 1964 of begin 1965. Dit is te meer waarschijnlijk als president Lyndon Johnson gekozen zou worden, omdat hij een man is die aan zwijgen een hekel heeft. „Kom Iaat ons er eens over praten", is de pragmatische redenering van de man uit Texas, wiens dertig bewogen Congres jaren hem be stand hebben gemaakt tegen een stootje. Dit kan hem in zijn zaken doen met Charles de Gaulle te pas komen, want de generaal is zelf gestaald in vijftig jaar oorlog en politiek. De Gaulle heeft zich een psychologisch harnas aangemeten als Frankrijk Dolende Ridder die de hellebaard verkiest boven het woord. Deze hellebaard heeft de Gaullesenaatmeerderheid gevoelig voor pro- gekruist met Roosevelt en Churchill. toeol, wilde Johnson zich niet plaat- op een manier waarvoor in de anna-.sen boven andere senatoren, maar len van bondgenootschappelijke be trekkingen geen precedent is aan te wijzen. De Gaulle was op het politie ke vlak als persoonlijkheid uitdagend en stekelig, maar hij trof zijn even knie in Roosevelt en Churchill. Het was Roosevelt die het verhaaltje i cours op prijs gesteld hadden, verspreidde waarvan hij wist dat het Gaulle was ingenomen met de ma niet juist was: dat de Gaulle leed aan het waandenkbeeld dat hij Jean ne d'Arc was. En Churchill, de mees ter van het plotseling opbloeiende woord, kon niet laten eraan toe te voegen: „De moeilijkheid is dat mijn bisschoppen niet willen dat ik 'm ver brand!". Beledigingen volgden tijdens oorlogsjaren stekeligheden op in een reeks van nare incidenten die vari eerden van gevangenneming van re kruten, het afranselen van geheime agenten, de moord op Darlan en ge spannen confrontaties met de wapens in de hand van Amerikaanse en Franse soldaten in Stuttgart en in de Vallei van Aosta, tot een geschil over de toewijzing van bezettingszones. De grote tragedie vlamde in deze perio de op toen de Britten in Syrië ten na dele van 'de Fransen ingrepen. Deze conflicten, die net op de rand van oorlog bleven, onderscheidden zich niettemin door onbehouwenheid, be schuldigingen over en weer en riva liteit onder bondgenoten. 'voor een topgesprek tussen beide presidenten in Washington begin 1964. Johnson bracht de Gaulle de af spraak en uitnodiging naar Washing ton te komen drie keer allervriende lijkst onder de aandacht. Hi; was er ir alle oprechtheid op uit goede per soonlijke betrekkingen met de Gaulle te onderhouden, en meende dat de tijd er rijp en goed gekozen voor was. Ook tegen Johnson Generaal de Gaulles antwoorden op de voorstellen waren kort maar positief voor Johnson. Zodra hij en de Gaulle uit elkaar gegaan waren, ging Johnson naar een aangrenzende salon, waar hij de gouverneurs met een brede lach meedeelde dat presi dent de Gaulle erin had toegestemd' met hem de afspraak na te komen met zijn voorganger gemaakt was. Toen Franse regeringskringen later ontkenden dat de Gaulle ja had gezegd, was ook dë „Uncivil War" met Johnson begonnen, omdat het pu bliekelijk weerspreken van een Ame- hij hoopte toch de kans te krijgen de Gaulle te spreken. Hij kreeg die kans, want de Gaulle nodigde sena tor Johnson uit voor een informeel, onofficieel gesprek in het Elysée. Beiden zeiden later dat ze hun dis- „Uncivil war Deze conflicten worden in het Engel se taalgebied aangeduid met „Un civil War", een term die zowel het aspect van de onderlinge strijd tus sen bondgenoten weergeeft als de on beschaamdheid waarmee hij werd uitgevochten. Zij vormen één onon derbroken oorlog, echter gestreden in twee gescheiden perioden van de ge schiedenis, zoals de tweede wereld oorlog een voortzetting van de eerste was. De Gaulles gevechten met Roo sevelt, Churchill en Truman in de ja ren 1940-1945. vormen Uncivil War nummer 1. De Gaulles geschillen met Eisenhower, Kennedy en Macmillan, in de jaren 1958-1963, vormen Uncivil War 2. Lyndon Johnson heeft zich tot president Johnson ontdekte dat er taak gesteld een wapenstilstand in 1 meer voor nodig was dan dezelfde de lange Uncivil War te bevorde- lengte om met president de Gaulle ren. Vanaf het tijdstip dat hij Char-j00g in oog te komen. De ontdekking les de Gaulle ontmoette in decem-jWat het betekent zaken te doen met ber 1960, hoopt en gelooft Johnson de Gaulle volgde op een hartelijk ge- dat aan de bittere intergeallieerde sprek in het ministerie van buiten- ruzies een eind kan worden ge- landse zaken, op de avond dat pre- maakt. Hij besprak dit aan een di- sident Johnson de buitenlandse hoog- ner in Parijs, kort nadat de Ken- waardigheidsbekleders ontving die de nedy-Johnsonregering aan de begrafenis van Kennedy hadden bij macht gekomen was. [gewoond. President Johnson had de Johnson was naar Parijs gegaan;Gaulle bedankt voor zijn boodschap- om er een conferentie van NAVO-'pen van rouwbeklag en zijn aanwe- parlementariërs bij te wonen. Hij zigheid bij de plechtigheid. Hij zei was nog senator, omdat zijn investi- daarna dat hij blij zou zijn als de tuur als vice-president nog niet had Gaulle zich zou willen houden aan plaatsgevonden. Als leider van de de met Kennedy gemaakte afspraak nier waarop Johnson zich gedroeg. Hij zei me: „Johnson is niet zo maar een politicus, hij is een politiek be kwaam man". Uit de mond van een man die weinig achting heeft voor po litici maar zelf door en door politicus is, is dit grote lof. Johnson was op dezelfde manier onder de indruk gekomen van de Gaulle. „De Gaulle", zei hij, „is niet koel en stijf, zoals mij was verteld. Hij was op wat statige wijze erg har telijk, ongeveer zoals men dat in ons „Oude Zuiden" is". En breed glim lachend voegde hij eraan toe: „En ik ontdekte dat we iets met elkaar gemeen hadden. We zijn precies even lang. We kunnen elkaar in de ogen zien en dat zou een goed voorteken kunnen zijn". Goede voortekens bleken slechte voortekens in die vriendelijke kerst tijd van 1960. De volgende keer dat Lyndon Johnson en Charles de Gaul le elkaar van aangezicht tot aange zicht zagen, gebeurde dat door een waas van tranen aan het graf van John F. Kennedy, drie jaar later. De wereld deelde de rouw van de Ver enigde Staten. Er werden nooit stich- tender woorden neergeschreven, nooit ontroerender woorden gesproken, dan door generaal de Gaulle, die John F. Kennedy eerde als een soldaat, ge vallen op het slagveld. Van alle rouwenden die op Arlington waren, was er geen indrukwekken der in zijn houding en gedrag dan de rijzige Fransman. Als er ooit een ogenblik van toenadering tussen de president van de Verenigde Staten en president de Gaulle was, dan was het op dit ogenblik van menselijk leed, samen gedragen door twee mannen die elkaar in de ogen kon den zien. Oog in oog rikaanse president een hoogst ernsti ge zaak is. Er zijn twee verschillende lezingen van wat in feite tussen beide mannen is gezegd. Ze berusten zowel in het State Department als in het Hotel Matignon. De Amerikaanse versie van de dialoog laat de Gaulle positief „ja, vanzelfsprekend" zeggen, met de toevoeging: „de precieze bijzonder heden kunnen worden geregeld via de diplomatieke kanalen". Volgens de Franse lezing heeft de Gaulle gezegd: „Ach ja, na tuurlijk", met de toevoeging: „de bijzonderheden kunnen worden be sproken via diplomatieke kanalen". ITet subtiele verschil tussen „gere geld" en „besproken", komt neer op een niet zo subtiel verschil tus sen J a en N e e. Franse diplomaten suggereerden dat De Gaulle er slechts in had toe gestemd te confereren, zonder te spe cificeren wéér. Ze lanceerden nog op de dag van Kennedy's begrafenis een proefballon door voor te stellen dat Johnson, als nieuwe president, een reis naar Europa zou willen maken, te beginnen in Parijs. Dit werd afge wezen met een scherpe herinnering aan het feit dat Johnson al in Euro pa was geweest, Kennedy had ver tegenwoordigd op een massavergade ring in Berlijn, de Gaulle in Parijs had ontmoet, en de Verenigde Staten niet kon verlaten terwijl er niet eens een vice-president voorhanden was. Geenszins verslagen, stelden de Franse diplomaten voor dat Johnson de Gaulle wellicht halverwege tege moet zou kunnen komen op het eiland Martinique, wanneer de Franse pre sident op de terugweg was naar Parijs van zijn staatsiebezoek aan Mexico. Het Amerikaanse antwoord was een bruusk nee. Men redeneerde in Washington dat het logischer zo wel als gemakkelijker voor de Gaul le was om onderweg even af te stap pen in Washington, dan de toch al zwaar belaste Johnson een volkomen onnodige reis te laten maken naar een Caraïbisch eiland. De gedachte alleen al deed de temperatuur in Washington hoog oplopen. Iwee werelden conflict kan ontstaan tussen twee staatshoofden over een zo simpele vraag of al dan niet een uitnodiging is aangenomen. Toch lag er een ver schil van benadering aan ten grond slag die de Frans-Amerikaanse be trekkingen geregeld heeft bemoei lijkt. Het is niet de taalbarrière- noch een verkeerd uitleggen van woorden, maar veeleer een verschil in tempe rament en persoonlijkheid en een on juiste uitleg van gewoonten en manie ren van doen. President Johnson is in zijn impul siviteit en jovialiteit zeer Ameri kaans. Hij is ook gewend aan het plooibare geven en nemen zoals het Amerikaanse parlementaire stelsel dat kent. De Gaulles woorden ne mend zoals ze tot hem gesproken werden en op die trieste avond graag ook wat goed nieuws hebben willend, kon Johnson niet voor zich houden dat beiden het eens geworden waren over een conferentie aan het begin van 1964. Hij mag zich dan wat heb ben laten gaan, het was niettemin in alle oprechtheid. Generaal de Gaulle is zeer bepaald niet impulsief. Hij is een schaker, een meester van de omtrekkende be weging en een genie in dubbelzinnig heid. De Gaulle sloot de mogelijkheid van een reis naar Washington niet uit, om welke reden hij zijn dubbel zinnige antwoord positief stelde, maar hij voelde er zich niet door verplicht. Het is voorts redelijk om te veronderstellen dat de Gaulle in zijn wiek geschoten was door John sons impulsieve bekendmaking, ver onderstellende dat de president hem op voorhand wilde binden. Dit was namelijk een gevierde stra tegie van Roosevelt en Churchill. Het was een van de chronische verwek kers van de „Uncivil War". Een pe nibele situatie werd er altijd penibe ler door, omdat de Gaulle aan deze wijze van druk een hekel heeft en er zich tegen verzet. Telkens wanneer men hem met zijn neus op een situ atie wilde drukken, slaagde men er slechts in hem hautainer te maken. Zijn afvallen van Johnson was min der een berekende zet dan een auto matisch gebaar, een soort van pav loviaanse reactie. Chronisch D' it is de prijs van de Uncivil Wai De gewoonte om de ander te wan trouwen zet zich zozeer vast, dat het daarna onmogelijk wordt eik aars standpunt nog te begrijpen, laat staan verschillen op te lossen. Het verklaart hoe een verschil van mening dat onmogelijk schijnt, in feite onvermijdbaar is. Een ernsti ge situatie wordt een hopeloze situ atie wanneer de antagonisten niet eens met elkaar willen praten. De stilte van drie jaar aan de top van de westerse wereld is een klassiek voorbeeld. Dit is het standpunt van Lyndon Johnson, wiens geloof in de macht van het tweegesprek hem de moed geeft ééns tot de Gaulle te kunnen doordringen, ondanks af wijzingen en onenigheden. internationaal vermaarde en door Amerikaanse t.v.-reports ook in Nederland bekende journalist, auteur en radio-tele visiecommentator over wereldvraagstukken DAVID SCHOEN BRUN, is de schrijver van de in het oog vallende artikelenserie die vandaag onder de titel „DE GAULLE EN DE ANGELS AK SEN"' in ons blad begint. Wij delen daarmee in de publikatie- rechten, die over heel de wereld slechts aan enkele bladen exclu sief zijn verleend. President de Gaulle van Frankryk is een staatsman, die nog iedere dag de politici in tal van landen voor verrassingen stelt. Hij vaart volledig een eigen koers, waarvan niemand in binnen- en buitenland hem vermag af te brengen. Wat menigeen steeds verwondert is ech ter de vraag, hoe het komt dat deze president die ten opzichte van verschillende kleinere en grotere landen bereidheid tot tegemoetko ming heeft getoond, verandert in een monument van haast on-Galli- sche stugheid wanneer hij in contact komt met Engelsen en Ameri kanen. Het antwoord op deze vraag is nog nooit gegeven. Het is dan ook een heel verhaal dat alleen geschreven kon worden door iemand die door zijn contacten op de hoogste niveaus alle achter gronden kent. Zo iemand is David Schoenbrun. Hij is de enige Ame rikaanse journalist die met generaal de Gaulle is opgetrokken of hem voortdurend heeft gadegeslagen in de periode tussen 18 juni 1940 in Londen en mei 1964, in Parijs. Sinds de Gaulles come-back in de politiek is Schoenbrun de enige journalist geweest die in mei 1959 een exclusief interview met de president van Frankrijk mocht publiceren. Generaal de Gaulle heeft Schoenbrun voorts in particuliere audiëntie ontvangen om met hem de biografie te bespreken die de journalist van hem aan 't schrij ven is. Dank zij zijn persoonlijke contacten met de Amerikaanse pre sidenten, van Roosevelt tot Johnson en met president de Gaulle, heeft Schoenbrun tal van niet eerder gepubliceerde feiten en documenten kunnen vergaren over wat hij de „Uncivil War", de kille oorlog, tus sen de Franse president en de „Angelsaksen" noemt, een „oorlog" die al bijna 25 jaar duurt. Zijn artikelenserie is van groot historisch belang en van grote historische waarde. Zij vormt het verhaal van een conflict dat voortdurend de wereld verbaast en verontrust. Foto: De journalist Schoenbrun in gesprek met de Franse president. Een van de meest „schilderachtige bedreigde punten der stad: het Dogenpaleis. CUan en aoor Peter Farb: De insecten; Pa rool/Life „Natuurserie"; Ui tg. N.V. Het Parool, Amsterdam. In de Parool/Life Natuurserie ver scheen van de hand van Peter Farb in samenwerking met de redactie van 4 9 Qnlang, uit Venetië de regering te Ro me verzocht hun stad uit zijn le thargie te wekken en van de zee te redden. Reeds eerder had een in ternationale commissie voor de „verdediging van Venetië" de aan dacht gevestigd op het lot van de Vervallen huizen (Van een medewerker) hebben vijf senatoren j gen nog ernstiger zaak is de [„ouderdomszwakte" van de stad. Zij leeft in voorbije eeuwen. De toerist vindt daarin een zekere charme. Ve netië heeft weliswaar 160 kanalen maar geen kanalisering. De huizen, waarvan de helft dringend gerepa- reerd moet worden, zijn vochtig en beschimmeld en de meeste ervan i zijn nauwelijks nog bewoonbaar. De getallen, die de senatoren aan de re- - gering overlegden, spreken een dui delijke taal: 22.000 woningen zijn vervallen, 4.200 al opgegeven en 14.000 worden nog slechts bewoond stad. Het grootste gevaar komt 0p eigen risico van de bewoner. Mo- I. i> derniseringswerken vormen in een van de zee. Het niveau van de(S[a^ ^ie geheel op palen is gebouwd, Adriatische Zee is in de loop der eeuwen gestegen. De verrotte paalwerken zakken zienderogen en ook de grond van 118 kleine eilandjes, waarop de stad \s gebouwd, zinkt langzaam en on verbiddelijk met gemiddeld tien cen timeter in de honderd jaar. Het oor spronkelijke plaveisel van het San- Marcoplein ligt tachtig centimeter onder het huidige zeeniveau. De stad moest kortgeleden een zijstraat naar hel Fenicethealer met een meter verhogen. De oorzaken van dit wegzinken zijn voornamelijk een tekort aan vastheid van de ondergrond en de oprichting van industrieën aan de periferie van de stad, die het water uit de bodem pompen en daarmee het verrottings proces van de paalfunderingen be spoedigen. Er zijn weliswaar dijken wanneer men deze echter niet voortdurend versterkt en de zandbar- rière onvoldoende wordt, dan wordt de lagune aan het water prijsgege ven. San-Marcoplein: zal dit verdwijnen. een zeer bijzonder probleem en oorzaken ook enorm hoge kosten. Bo vendien schiet de haven te kort, zodat olietankers door de stad moe ten varen via het Guideccakanaal en daarbij een oliespoor achter zich la ten. Opgegeven stad De inheemse industrie heeft zijn ambachtelijk ritme behouden. De toerist is verrukt over Murano en zijn glasblazers, over Torcello en de vrou wen, die het oude kantklossen beoefe nen, maar zakelijk zit hier geen brood in. Het vreemdelingenverkeer blijft derhalve de grote rijkdom van de stad. Maar niet iedereen kan gon delier zijn. Daarom verlaten de Ve- netianen hun stad. Elk jaar zoeken 4000 mensen elders een beter be staan. Achter de geciseleerde pracht van het Ca'd'Oro en de andere grote paleizen en achter het internationale leven der Biënnales ligt Venetië te sterven. KLEINE EN GROTE REMEDIES De problemen zijn nu zo ernstig geworden, dat vele miljarden nodig zijn, om het gevaar nog te keren. In 1962 is een commissie van weten schapsmensen en technische deskun digen gevormd ter uilwerking van een „verjongingsplan". Zij moest haar werk staken wegens gebrek aan geld De minister van openbare werken heeft de Senaat medegedeeld, dat een krediet van 880 miljoen lire (ruim vijf miljoen gulden) ter be schikking zal worden gesteld, zodat de commissie weer het werk het vinden van middelen en wegen om Venetië te redden, ter hand kan ne men. Hierbij gaat het er om, de bui tenste „Murazzi" (dijken) te verster ken en een bijzonder kanaliserings systeem te ontwerpen, dat de erosie- ve werking van het water in het stadscentrum moet neutraliseren. Een tweede geneesmiddel is de ont wikkeling van de haven. In het kader van het zogenaamde „Blauwe Plan" heeft het ministerie van rdarine een krediet op tienjarenbasis van 50 mil jard lire (300 miljoen gulden) toege staan. Het eerste deel van dit krediet, 3 miljard lire, is bestemd voor de aanleg van een gfoot kanaal door de lagune, dat Melamocco rechtstreeks zal verbinden met de haven Marghe- ra. Hierdoor wordt het havenverkeer verlicht en Venetië zelf ontlast van tankers en zeeschepen. Ondergrondse? Het derde redmiddel heeft betrek king op de verkeerswegen. Om mo dern te zijn zou Venetië graag een metro hebben. Zal dat een boven grondse of een ondergrondse wor den? In het eerste geval zou Venetië niet meer zichzelf zijn, in het tweede zouden de kosten astronomische cij fers opleveren. Niettemin denken de deskundigen toch aan deze tweede op lossing. Teneinde de stad met „de wereld" te verbinden is bovendien voorzien in een aatal autowegen. Zeker is in elk geval, dat Italië thans zelf belangstelling krijgt voor het behoud van zijn „museum- stad". Ilct wil echter ook de open bare mening in de wereld interes seren. De minister van openbare werken heeft te verstaan gegeven, dat de regering de UNESCO voor het probleem zou kunnen interes seren. ja zelfs zou kunnen verzoe ken om internationale instellingen In de stad onder te brengen. het bekende tijdschrift Life een boek, dat uitsluitend gewijd is aan de insec ten. Hoe, dat toont ons direct al de onvergetelijk fraaie afbeelding van een libel, die de band siert, een kleur foto, waarop elke natuurfotograaf jaloers mag zijn. In acht op zichzelf afgeronde delen behandelt het boek de voornaamste en meest opvallende verschijnselen, die kunnen worden waargenomen aan en om diverse vertegenwoordigers van het insecten rijk. Vorm, anatomie, gedaantever wisseling, bouwkunst. woningen, jacht op 'prooien, overlevingskansen komen achtereenvolgens aan de orde, waarna speciaal aandacht wordt ge wijd aan honingbijen en mieren met ertussen een hoofdstuk over de wa terbewoners. Al deze onderdelen van het boek geïllustreerd met zeer in structieve afbeeldingen, zowel foto's als fijn uitgewerkte schetsen; spe ciaal de kleurfoto's zijn van hoge waarde en met uiterste zorg ver vaardigd door mannen van de weten schap. Zo geeft dit boek in een note- dop tal van interessante bijzonderhe den over een groep dieren, waarmee de mensheid zeer nauw is betrokken, zij het wegens schade er door toege bracht of wegens het voordeel, dat zij kunnen opleveren. Jan van Rheencn: Schildpad den; Uitg. P. van Belkum Az., Amsterdam. Een gidsje voor liet houden van schildpadden in huis, tuin en vijver. Het bespreekt de land- en de water bewoners van deze groep, behandelt het al of niet houden van een winter slaap en gaat in op een aantal bij deze diergroep voorkomende ziekten. Met een aantal zwart-wit illustraties. Jan van Rheenen: Vogels hou den; Uitg. P. van Belkum Az., Amsterdam. Een algemene beschouwing van het houden van uitheemse en inheemse vogels: behandeld worden huisves ting, voeding, ziekten en parasieten. Met enige illustraties. Dr. W. H. van Dobben: Wat vliegt daar? Uitg. N.V. W. J. Thlcme en Cie. Dit boekje handhaaft zich naast an dere meer spectaculaire vogelsoorten door de vele (in de laatste drukken sterk verbeterde) afbeeldingen (500 gekleurd; 200 ongekleurd) en beleef de zijn 13e druk. In deze druk zijn de namen van de vogels vrywcl 'in overeenstemming gebracht met de .Avifauna van Nederland" (Ardea 50, 1962). Het boekje ziet er fris uit en zal om de vele wetenschappelijk verantwoorde gegevens een gewaar deerd bezit blijven voor de amateur vogelliefhebber. Y. LItvuzey e van Europa. E. Leo: Vogels Een boekje, waarin de meest voorko mende inlandse vogels en enkele bui tenlandse zijn opgenomen. Afbeeldin gen (112) in vrij groot formaat en in kleuren, korte pittige bijschriften. Verder inlichtingen in tabelvorm over vogels uit bepaalde landschappen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 6