Vliegen - een dure hobby Autohelden bespieden bij verkeersplein Oude-Rijn Meer soep onder Moerdijk PUZZEL TOCHTEN VOOR VLIEGERS 'sMorgens leerling-'savonds directeur zaterdagnummer Met winnaar airtour '64 de lucht in Zaterdag 1 augustus 1964 T HILVERSUM „Kijk maar, vliegen is echt niet zo moeilijk". Op een hoogte van duizend voet boven het vlakke polderlandschap laat de heer D. H. de Beer stuurknuppel en pedalen los. Het Franse sportvlieg- tuig zet zijn vlucht met een snelheid van tweehonderd kilometer per uur ongestoord voort. We vliegen in de richting van het IJselmeer, waar het dichte wolkendek zich aan de hori zon verenigt met het grauwe water Onder het toestel glijdt een typisch Nederlands landschap voorbij met vlerkante weilanden, rechte slo ten en hier en daar een boerderij. De spoorlijn Amersfoort-Amsterdam is niet meer dan een dubbele potlood streep. Een Madurodams treintje haast zich naar Bussum. Aan weers zijden van de opgebroken rijksweg bij Laren is het een drukte van be lang, maar wij hebben de ruimte, honderden meters boven het drukke verkeersgewoel. Kort tevoren waren wij opgestegen van het vliegveld bij Hilversum met een oranje-witte Morane Saulnier, een Frans sportvliegtuig. Na een hobbelige rit over het grasveld koos net toestel vlot het luchtruim. Hoe wel de heer De Beer de snelheid steeds opvoerde, leek het, alsof de Morane stukken langzamer vooruit kwam dan tijdens het aanloopje op het vliegveld. De vergelijkingspunten lagen ver onder het vliegtuig, maar de schaduw, die over het water en de zeilboten van de Loosdrechtse plas sen schoof, stelde de snelheidsmeter In het gelijk. In de verte wees een gele plek in het groen de ligging van de Soester stuifduinen aan. Wat ver der stak het witte gebouw van de COVA scherp af tegen de donkere wolken boven Amersfoort. De Mo rane vloog echter in andere richting, naar de verkeersrotonde Oude-Rijn oij Utrecht. „Dan kunnen we de hel den goed zien", verzekerde ons de man achter de stuurknuppel. Onder helden verstaat de heer De Beer de denduizenden automobilisten. die zich tijdens het weekeinde op de weg wagen voor een plezierritje. Het be ruchte verkeerspunt liet zich gemak kelijk vinden. Vier grijze linten vierbaanswegen komen er samen en elk ervan voerde een kolossale stroom auto's van en naar de roton de, waar lange files voor de ver keerslichten kwamen te staan. We maakten een paar rondjes boven de kleurige stroom auto's en prezen ons gelukkig niet één van de helden te zijn. „Geef my het luchtruim maar", zei de vlieger en we konden hem geen ongelijk geven. We volgden de rijks weg in de richting Rotterdam, waar bij we een goede indruk kregen van de hoge snelheden, waarmee gere den wordt. Soms zagen we levensge- vaarlijkse Inhaalmanoeuvres, waarbij nu en dan automobilisten de pas werd afgesneden. In de lucht krijgt men niet alleen een ander beeld van het verkeer. De heer De Beer attendeerde ons ook op moderne vormen van recreatie, de concentraties van benzinedamp happende bermtoeristen en caravan- bewoners, die hun rijdende weekend huisjes zo dicht opeen hebben ge plaatst, dat men het effect krijgt van een horizontale flat- Feitelijk was het overal hetzelfde liedje. Op bepaaldeplaatsen onge looflijke concentraties van recrean ten, terwijl op andere mooie plekjes geen kip was te zien. Zelfs op Loos- drecht zag men dit beeld. Op de Eerste en Tweede Plas krioelde het van de zeilboten en plezierjachten, terwijl op andere plassen nauwelijks een zeil te ontdekken viel. Hieruit bleek, dat het niet direkt no dig is om het vliegtuig te pakken om rust en ruimte te vinden. Gelukkig niet, want de sportvliegerij ls een dure hobby, die ondanks de welvaart slechts door een handvol Nederland- ders beoefend kan worden. Een half uur vliegen kost al gauw 25 tot 35. Een eigen vliegtuig vergt een uitgave van minstens tien duizend gulden. Wie over een eigen toestel beschikt, is verplicht het door geschoolde monteurs te laten onder houden. Ieder vliegtuig krijgt voor een bepaald aantal uren een Brevet van Luchtvaardigheid. Daarna is een onderhoudsbeurt nodig om opnieuw zo'n BvL te bemachtigen. Nu en dan wordt een kist gereviseerd, waarbij alle instrumenten naar de Fokkerfa brieken gaan om opnieuw geijkt te worden. Dat kost per metertje zo'n zestig tot zeventig gulden Een dure hobby dus, maar wel een veilige hobby. Een toestel zonder BvL komt de lucht niet in. Voor iede re vlucht met een Morane zijn niet minder dan 27 handelingen en con troles nodig en geen vlieger zal het in zijn hoofd halen, er één over te slaan. Uiteraard beschikt hij over een bre vet, maar dit houdt niet in, dat hij met ieder type kist de lucht in mag. Heeft een sportvlieger examen afge legd in een Piper Cup en wil hij een vlucht maken met een Morane, dan krijgt hij net zo lang een instructeur mee. totdat hij die andere kist volle dig beheerst, waarna een aanteke ning op zijn brevet komt De heer De Beer, die zelf twee auto's bezit, vergelijkt het graag met een rijbewijs. Wie examen heeft gedaan in een kleine personenauto, mag ook in luxe sleeën rijden, die misschien wel tweemaal zo lang en ook belangrijk breder zijn. Hij vindt dat onjuist; in de luchtvaart is dat heel wat beter geregeld, De Doornse fabrieksdirecteur vindt de veiligheid in de lucht dan be langrijk, groter. Nu en dan maakt hij van een vliegtuig gebruik voor zijn zakenreizen. Hij wint er veel tijd mee en bespaart zich kosten van een ho tel. Het is dan ook te verwachten, dat steeds meer zakenmensen van een vliegtuig gebruik gaan maken. Daar door zal het drukker worden, zodat het wellicht nodig zal zijn ook alle sportvliegtuigen uit te rusten met radio en radar Maar ook dan zal het in de lucht belangrijk veiliger en rustiger zijn dan op de weg. Tn het zuiden van ons land wordt meer soep gegeten dan in de rest van Nederland, en aardappelen worden in ons land bij voorkeur op de klassieke manier gegeten: gekookt dus. Dit zijn twee van de conclusies van een onder zoek dat de Nederlandse Huishoudraad enige tijd geleden heeft ingesteld. Gedurende een week leverden zeshonderd Nederlandse gezin nen de informaties voor deze enquête naar het menu van het Nederlandse geziner bleek onder meer ook uit dat de Nederlander per dag twee broodmaaltijden en een warme maaltijd ge bruikt. Toch zijn er ook wel Nederlanders die twee warme maaltijden per dag eten, maar ze zijn sterk in de minderheid: slechts twee pro eent der gezinnen heeft deze gewoonte. Het tijdstip van de warme maaltijden is verschillend, want 45 procent eet warm lus sen twaalf en twee uur 's middags terwijl 53 pet de worme maaltijd 's avonds tussen vijf en acht uur op tafel zet. Op za terdag heeft men ook zo z'n gewoonten: dan eet meer don de helft der gezinnen een hoofdmaaltijd die afwijkt von het normale doordeweekse patroon.. Hoe ziet het Nederlands menu eruit? Soep, aardappelen, groente, vlees of vis, jus, nagerecht. Groente bij alle maaltijden waarbij ook aardappels worden gegeten, een nagerecht bij 99 pet van de warme maaltijden. Bij 88 pet van de warme maaltijden Irefl men aardappelen, bij 81 pet vlees of vis, bij 9 pet jus en bij 42 pet soep. Het Nederlandse gezin blijkt veel waarde te hechten aan het „melktoetje". Het wordt tenminste bij 63 pet der warme maaltij den gebruikt, en voornamelijk in gezinnen met kleine kinderen. Fruit haalt 32 pet van de warme maaltijden. Bij zo'n enquête komen allerlei bijzonderheden (zo men wil: eigenaardigheden I) tevoorschijn. Hel blijkt bijvoorbeeld dol de frequentie von het vlees en vis eten nauwelijks iets te maken heeft met de inkomensklasse, maar daarentegen wel met de ge zinsgrootte: in kleine gezinnen komen meer maaltijden met vlees of vis voor dan in grotere huishoudens. Uiteraard komen bij een dergelijke enquête ook de in prijs zo be langrijk verschillende boter en margarine ter sprake. Slechts twee procent der gezinnen permitteert zich de luxe uitsluitend roomboter te eten. In 37 pet der gezinnen wordt zowel margarine als room boter gebruik! en de boter is dan voornamelijk zou de bolerhom, de margarine overwegend voor het bereiden van de warme maal tijd bestemd. Uitsluitend margarine, zowel voor broodmaaltijd als voor warme maaltijden, wordt in 61 pel der gezinnen gebruikt. Over vet gesproken: in 31 pel der gezinnen komen één of meer personen voor die extra weinig vet of alleen maar speciale vetten gebruiken, op doktersadvies don wel om andere redenen. Vaak zijn dit de oudere gezinnen waorin met nome de vrouw weinig of geen vet gebruikt. Huishoudvel wordt door bijna de helft von alle huisvrouwen in voorraad gehouden, maar slechts 1 2 pel gebruikt hel regelmatig, onder meer bij hel braden van vlees. En dat zijn dan voornamelijk de huisvrouwen die grote gezinnen met jonge kinderen hebben, of een laag gezinsinkomen. Spijsolie blijkt bij 75 pet der huisvrouwen in de provisiekast te staan, maar het ge bruik hiervan loopt uiteen. Niet alleen fietsers, motorrijders en automo bilisten zijn van tijd tot tijd in de gelegen heid, een gooi te doen naar prijzen van oriënteringsritten en ralleys. Sportvliegers willen niet achterblijven en zij krijgen de laatste jaren steeds meer gelegenheid, hun kwaliteiten in dit opzicht te testen. Uiteraard verschilt een puzzelrit in de lucht belangrijk van de tochten voor niet-gevleugelde puzze laars. De heren D. H. de Beer uit Doorn en P. D. G. Claessens uit Hilversum kunnen die verschillen haarfijn uitleggen. Zij zijn de Ne derlandse winnaars van de Airtour 1964, die zich een tijdje geleden heeft afgespeeld. De ze monsterpuzzel nam drie dagen in beslag en stelde de deelnemers voor heel wat pro blemen. Een Duitse equipe won de wedstrijd. De heer D. Mekkering uit Amersfoort kon zich bij de Nederlandse deelnemers als der de klasseren. Het kenmerkend verschil tussen een oriën teringstour ter land en in de lucht is het feit, dat een vlieger niet kan stoppen om een bepaald detail nader te bestuderen. Hij kan natuurlijk rondjes draaien, maar dat kost tijd. Van de meeste toestellen is haarfijn be cijferd. welke gemiddelde snelheid mogelijk is. Maar men kan uiteraard geen aanwijzinigen geven als: „derde weg links, bij A.N.W.B -bord rechts of iets dergelijks". Puzzelritten in de lucht hebben een totaal ander karakter, maar ze zijn beslist niet eenvoudiger. Niettemin zijn het plezierige dagen geworden en de beide sportvliegers vertellen er enthousiast over. De eerste dag moesten de deelnemers van Hil versum naar Teuge vliegen. Over het Deven ter vliegveld had men een kabel gespannen. Opdracht: vlieg op de seconde af op een be paald tijdstip over de kabel onder een hoek van negentig graden. Iedere seconde later of vroeger en iedere graad koersafwijking kostte strafpunten. De jury zag er met behulp van kijkers op toe, dat deelnemers die de kabel te vroeg naderden niet zouden gaan zigzaggen om tijd te winnen. Dat mag niet. Het steil optrekken en weer dalen om de tijd wat te rekken, staat men wel toe. Na het aanvliegen van de kabel moesten de puzzelaars landen. Hiervoor was een plek aangeduid, waarop de wielen van het toestel voor het eerst de grond moesten raken. Iedere afwijking honoreert de jury met strafpunten en wie naast de landingsstrip terecht komt verliest alle punten. Een goede landing daar entegen geeft een flink aantal pluspunten. De heren De Beer (in cockpit) en Claessens bij een Morane Saulnier op hef vlieqveld Hilversum. De tweede dag kregen de vliegers een kaart waarop een route naar Rotterdam stond aangegeven. Tevens reikten juryleden /erzegelde enveloppen uit, die pas na de start geopend mochten worden. In de envelop waren tien luchtfoto's verborgen, zoals van kleine dorpen, fabrieken, kastelen en molens. „Wie zijn route naar Rotterdam stipt volgt, komt de gefotografeerde objecten tegen. Bereken nauwkeurig de ligging", aldus de begeleiden de opdracht. Snelheid van vliegtuig en wind hebben Invloed op de koers, zodat het niet een voudig ls een op de kaart getekende lijn te volgen en dan ook nog tijd te hebben om de gefotografeerde punten te herkennen. Maar vooral de heer Claessens bleek hiervoor een Geen gekke prestatie verder als men be denkt, dat beide heren slechts twee jaar hun vlicghobby beoefenen. Bovendien gold als handicap, dat zij wilden Inschrijven met een Morane, maar dat zij het met de langza me Piper Cup moesten stellen, een toestel zon der navigatie-instrumenten. De heer Claessens heeft Jaren geleden een an dere sport beoefend, het zweefvliegen. Het ls moeilijk te zeggen, waaraan hij de voorkeur geeft. Zweef- en motorvllcgen vergelijkt hij met zeilen en rondtoeren in een motorjacht. Zweefvliegen ls ongetwijfeld een fantastische sport en niet zo duur. Jongens box-en zestien jaar kunnen hiervoor hun brevet halen. Voor zakenmensen geldt als nadeel, dat men dit- wijls moet wachten, tot men aan de beurt la, om te worden opgetrokken. Wie wil sportvlie- gen, rijdt naar het vliegveld, gaat een uurtje de lucht in en vertrekt weer. Voor zweefvlie gen moet men ten minste een halve dag uit- sporten: alcohol is taboe. Wie heeft gedron ken al is het maar één glaasje bier komt de lucht niet ln. Sportvliegers hebben trouwens geen alcoholi sche drankjes nodig om een gezellige sfeer te kweken. Het xliegveld Hilversum ge tuigt daarvan, x-ooral tijdens de weekeinden. Ook de Airtour 1964 kenmerkte zich door een prima sfeer. Wellicht met uitzondering van de Duitsers, die felle strijders zijn, neemt men aan zo'n wedstrijd deel om de gezelligheid en de kans in een internationaal gezelschap over de vliegersport te praten. Dat neemt niet weg, dat de heren De Beer en Claessens er toch een beetje trots op waren de tweede dag winnaars te worden van de pim pelpaarse pet, een trofee, zoals de gele trui bij de Tour de France, 'b Middags ging de be geerde pet echter naar een andere equipe we gens de slechte schatting x-an de bouwput bij de Deltawerken. Het goede eindresultaat heeft hen toch aange moedigd om een volgende keer in te schrijven. Komende maand is in Denemarken weer zo n airtour en de beide heren zullen ongetwijfeld van de partij zijn. goede neus te hebben. Met vereende krachten herkende de heer De Beer en hij negen van de tien punten. 's Middags moesten de vliegtuigen naar de Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden, onder meer om de grootte van een bouwput te schatten. „We zaten er grandioos naast", aldus de win nende Nederlanders, die inmiddels een trucje hebben geleerd om dit soort opgaven tot een heter einde te brengen. De derde dag bracht de puzzelaars van Zes tienhoven naar Groningen, alweer volgens een bepaalde route. Die was uitgezet op een kaart met een minimum aan details om het niet ge makkelijk te maken. De deelnemers moesten onderweg op enkele punten cijfers en letters noteren, die met behulp van doeken op de grond waren uitgespreid. Meestal trof men die op de meest onwaarschijnlijke plaatsen, zoals bij een veerpontje in Eemnes en midden in de bossen op de Veluwe. Ook dit onderdeel van de puzzel eindigde in een succes voor de heren De Beer en Claessens. Bij het totaalklassement in dit gezelschap van Engelsen, Fransen, Ita lianen, Duitsers en Denen was voor hen geen eerste prijs weggelegd, maar toch waren ze de best geplaatste Nederlandse deelnemers. Vooral de heer De Beer toont veel bewonde- de ring voor de heer Mekkering uit Amersfoort, die geheel ln zijn kleine Nip per aan de airtour deelnam en als derde Ne derlander eindigde. De opgaven maken het noodzakelijk in de cockpit kaarten uit te vouxven, berekeningen te maken, te navigeren en bovendien nog uit te kijken naar bepaalde objecten. Iemand, die alleen vliegt, vooral in zo'n klein toestel als dat van de heei Mekkering. heeft het niet ge makkelijk. Heel wat moeilijker in ieder geval dan de vier man sterke Duitse equipe, die de wedstrijd won. De heer De Beer zou graag zien dat dit op één of andere xvljze ln de beoorde ling x-erwerkt zou worden om een objectiever beeld te krijgen x-an de prestaties bij zo n wed- strijd voor gevleugelde puzzelaars. Het idee werd reeds anno 1775 geboren en in 1780 in de traditie rijke handels- en havenstad Hamburg in daden omgezet. Maar pas nu, bijna 200 jaar later toont de wereld veel belangstelling voor het succesvolle project „schijnfirma's" en is men tot na volging bereid. De Westduitse zakenmensen van de toekomst kunnen zich tegenwoordig al in ongeveer 250 schijnfirma's met opgaven vertrouwd maken, die in de praktijk alleen door direc teuren worden verricht; zij kunnen werk doen dat men anders in het gewone zakenleven begrijpelijkerwijs niet aan de jongste employés toevertrouwd, wil men financiële verhezen vermijden pve jongelui, die, om zich te oefenen, in gefingeerde ondernemingen in hoge posities opklimmen, handelen onder elkaar met imaginai re goederen en fictieve geldmiddelen. Een mislukte transactie en zelfs een faillisement stort hier niemand in het ongeluk In tegendeel, men leert zelfs nog, hoe men in zulke gevallen te werk moet gaan Zo wordt de grauwe, uit boeken opgedane theorie zonder gevaar door een praktische handelscursus aangevuld. Het xx-ordt de jongeman dui delijk welke consequenties zijn plannen, beslissingen, berekeningen en arbeidsmethoden in rauwe werkelijkheid zouden hebben en uit de onerx-aren, vreemd tegenover het zakenleven staande leerling groeit langzaam een vakman, die een grote verantwoordelijkheid weet te dragen. De schijnfirma's, waarin op het ogenblik 4500 jonge mensen werkzaam zijn, werden voor het grootste deel door de Duitse Bond van Werk nemers in het leven geroepen. Bij hun kring van schijnfirma's hebben zich talrijke aan bedrijven verbonden oefenfirma's en schijnfirma's van handelsscholen, beroepsscholen en arbeidsbureaus aangesloten. Hoewel in al deze oefenondernemingen vakmensen (ervaren beroeps- colega's, vak- en handelsleraren) aanwezig zijn, staan zij de ..vrije- tijdsdirecteuren" alleen adviserend terzijde. Daarvoor lopen alle zakelijke contacten met de andere leden van de kring via de schïjn- firmacentrale van de xverknemersbond, die de jonge krachten op hun fouten in calculaties en jaaroverzichten, alsmede op onvolkomenheden -n verdragen en reclamemaatregelen wijst en hen arbeidsprocessen binnen het bedrijf en economische problemen duidelijk maakt. Oij de jaarlijks plaatsvindende wedstrijd tussen schijnfirma's blijkt, L> wat de medexverkers geleerd hebben, -.'.-elk team in staat is, een noeveelheid opgaven zinvol onder elkaar te verdelen en een staf van medewerkers juist samen te stellen, opdat het werk snel en efficient kan worden gedaan. Hier wordt geexposeerd, wat eigenlijk niet aan wezig is. Men toont derhalve meestal lege verpakkingen of proöukten van het bedrijf, waarin men overdag als leerling werkt. Waarop het een slotte aankomt, is niet het aanbod van goederen, maar de manier waarop aangeboden wordt, met welke reclamemiddelen en welke on derhandelingsmethoden. Hier leren de medewerkers van de verschil lende schijnondernemingen elkaar kennen, hier breiden zij hun „zaken relaties" uit en trachten succesvolle verkoopsgesprekken te voeren. Het schijnfirmawerk is in Zweden en in Zwitserland tegenwoordig evenmin weg te denken als in West-Duitsland. In Oostenrijk, Enge land en ook in Brazilië is men nog aan het opbouwen, toch zijn er al zakelijke contacten gelegd met Westduitse oefenondernemingen en neemt men in sommige gevallen al aan de beurzen dee. Maar ook :n andere landen heeft deze moderne vorm van beroepsopleiding onder tussen al veel belangstelling getrokken. Eij de organisatoren van de Westduitse schijnfirma's worden de aantallen verzoeken om inlich tingen en de buitenlandse bezoekers in ieder geval steeds groter. Voor hun toekomstige taken worden de leerlinqen in hun vriie tijd of op speciale cursussen in zoqenaamde schiinfirma's opgeleid. De foto toont enige van de „vriie-tijdsdirecteuren" bij een stand op de laatst gehouden schijnfirmabeurs. De firmanaam Rauch-Kau en Co. is natuurlijk in geen enkele Westduitse zakenqids te vinden en wie van de jongelui zich hier ook „reclamechef" mag noemen: in het bedrijf waar hij werkt is hij altijd noa leerlina. ~t)f> tfötiWHÜU Wi

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 9