HEYE STELT NIET ALLEEN
DUITSLAND AAN DE KAAK
De oude Grieken waren blond
ZELANDICA
Moderner dan andere continentale legers
„Militair apparaat
bij jeugd van onze
tijd aanpassen'
Eigen kenmerken
verdwenen in
loop der historie
Vermenging in Middellandse-Zeegebied
De Walcherse voetpaden
lieten geen spoor na
WOENSDAG 15 JULI 1964
PROVINCIALE ZEEÜW8E COURANT
STUTTGART „Waarom moot
een soldaat die zijn dienst voor de
dag er op heeft zitten, getrouwd
of niet, zich 's avonds de tong uit
de mond lopen om de stevige
„drukker" te ontgaan die hem
wacht als hij een minuut over mid
dernacht in de kazerne op appel
verschijnt?"
Dat is een van de klemmende
vragen die de vergrijsde, maar in
zijn hart en hoofd jong gebleven
Duitse vice-admiraal b.d. Hellmuth
Guido Alexander Heye (69) de
Duitse militaire leiders stelt, in zijn
op slag befaamd geworden artikel in
„Quick" van vorige week. Met even
veel reden had admiraal Ueye zijn
vraag kunnen stellen aan de mili
taire leiders van Nederland, België,
Frankrijk en andere westelijke lan
den. En niet alleen deze vraag. Ook
zijn andere vragen. Zoals: Met
welk recht wordt een mindere
getutoyeerd? Waarom wordt een
dienstplichtige behandeld als onder
daan en niet als gelijkberechtigd
staatsburger in uniform? Waarom
menen nog altijd veel te veel meer
deren zich grofheden jegens dienst
plichtigen te kunnen permitteren?
Waarom die ..kommiezen-toon"?
Waarom nog altijd zo'n veelvuldig
heid van pesterige dienstklopperij-
en?
In zijn Quick-bom schreef Heye:
„We leven vandaag in een nieuwe
tijd, met nieuwe, andere levensvor
men en we zullen ook het soldaten
bestaan aan de nieuwe stijl moeten
aanpassen. Want we hebben in de
strijdkrachten met mensen te ma
ken. Met hoofdzakelijk jonge mensen
van deze nieuwe tijd. Ze zijn in het
algemeen meer bijdehand, bewegelij-
ker, meer nuchter en zelfstandiger
dan de jeugd van vroegere tijden.
Maar ze zijn ook kritischer dan
hun voorgangers". Op grond daarvan
pleit de grijze admiraal voor een
nieuwe geest, moderne opleidings
methoden en vooruitstrevende mense
lijke leiding in de strijdkrachten.
KLACHT ZONDER „DOUW"
Dat zijn geen waarschuwingen, die
typisch op Duitsland en op de Bun-
deswehr slaan. Voor situaties als
Heye in zijn geruchtmakend artikel
aan de kaak stelt kan men terecht
in de Nederlandse strijdkrachten zo
goed als in die van alle andere wes
telijke mogendheden. Alleen in
het nog maar zo kort democratische
West-Duitsland kunnen militairen die
zich tekortgedaan, vernederd, ge-
ergerd voelen met hun klachten naar
„Wehrmachtsbeauftragte" Heye, de
ombudsman voor militaire zaken van
het Westduitse parlement die ze met
zijn speciale bevoegdheden kan on
derzoeken. Zo'n klachtencommissa
ris voor militairen bestaat nog in
geen van de oudere westelijke demo
cratieën. De Nederlandse soldaat die
zich over zijn meerdere beklaagt bij
een nog hogere meerdere neemt het
risico van een extra „douw" als hij
niet in het gelijk wordt gesteld. Dat
risico loopt niet de Duitse soldaat die
zich tot zijn „Wehrmachtsbeauftrag
te" wendt.
De Duitse militair die voor welk
vergrijp ook voor de rechter moet
verschijnen verschijnt voor de bur
gerlijke rechten. Hij kan militair ten
hoogste disciplinair worden gestraft.
Niet strafrechtelijk.
„IN TIJD VAN OORLOG"
De Nederlandse militair daarente
gen die tijdens zijn verlof een auto
ongeluk heeft veroorzaakt, een tientje
heeft gegapt, of drie dagen onder wa
ter is gebleven, verschijnt voor de
militaire krijgsraad, die andere en
strengere normen pleegt aan te leg
gen dan de burgerlijke rechter. En
dan wordt in het krijgsraad-vonnis
dankzij een potsierlijke Nederlandse
wetgeving, vandaag-de-dag nog rustig
als verzwarende omstandigheid aan
gevoerd dat het misdrijf ,,in tijd van
oorlog" is begaan In 1964!
Vice-admiraal Heye, een oud
gediende van de oude Kaiserliche-, de
Reichs- en de Kriegsmarine, oud
commandant van de zware kruiser
„Admiraal Hipper", en van het Cir
cus Heye een eenheid van kikker
mannen, commando's, dwerg-onder
zeeërs, Schnellboten en eenmanstor-
pedo's uit de laatste maanden van de
tweede wereldoorlog deze Heye
heeft, men zal het moeten erkennen,
met zijn Quick-artikel niet de vinger
gelegd op toestanden die typisch zijn
voor een land met een nazi-verleden,
en die dit Duitsland onderscheiden
van andere westelijke landen. Zelf
stelt hij vast, dat zijn voorbeelden
„extreme Einzelfaelle" zijn en dat
men er niet mee mag generaliseren.
In het wantrouwige buitenland is dat
niettemin wèl gedaan. Daardoor is de
diepere betekenis van Heyes optre
den niet uit de verf gekomen en komt
men niet toe aan het trekken van
conclusies voor eigen gebruik..
CONSUMENTENMAATSCHAPPIJ
Daar heeft hij zelf in niet geringe
mate toe bijgedragen. Met acht van
de 3600 woorden waarin hij zijn be
zorgdheid en frustratie uiting gaf,
heeft hij de aandacht van de zaak
waarom het gaat afgeleid: „Der
Trend zum Staat in der Staat ist un-
verkennbar", zo liet hij volgen op de
aansporing het roer in de Bundes-
wehr om te gooien. Die kreet heeft in
en buiten Duitsland de koppen ge
maakt. en in Bonn en de strijdkrach
ten de felle anti-Heye reacties be
paald. Een onbeheerste kreet, met
slecht taalgebruik.
Wat Heye bedoelde te zeggen liet
hij er onmiddellijk op volgen: „Op
alle gebieden van de menselijke sa
menleving beleven we in de Bonds
republiek een geweldig verande
ringsproces. In het gezin, in de ge
meenschap, in de onderneming en
in de politiek. De overgang van in
dustriële naar consumenten-maat
schappij, met alle begeleidingsver
schijnselen en consequenties. Een
geweldig proces dat zich in adem
benemend tempo voltrekt. Maar
in de Bundeswebr neemt niemand
daar notitie van. Daar gelooft men
dat men er zonder een verandering
van stijl kan komen".
Met de „trend zum Staat in der
Staat" bedoelde Heye te zeggen, dat
de „burgers in uniform" in de strijd
krachten de normale menselijke rech
ten missen en dat er zo een maat
schappij met eigen normen binnen de
maatschappij ontstaat. Dat is heel
wat anders dan in normaal taalge
bruik de uitdrukking „staat in de
staat" voor een militaire macht in
houdt. Maar Heyes kreet is in en
buiten Duitsland verstaan naar het
normale taalgebruik. Als waarschu
wing dat de militairen in staat moe
ten worden geacht zich van de rege
ring niets meer aan te trekken. Dat
kan hem zijn positie als Wehrbeauf-
tragte kosten. Daarmee heeft Heye
dat unieke ambt in gevaar gebracht
en de zaak die hom zo na aan het
hart ligt een zeer slechte dienst be
wezen.
de Bundesmarine
Soldate»i van de Eerste Divisie Berg-
jager8 frissen zich tijdens een oefe
ning op bij een bergbeekje. Deze
oefeningen worden in zomer en vnn-
ter hoog in de bergen gehouden en
zijn een uitstekende training voor de
ze jonge mensen.
„DU" WERD „SIE"
Het zou een grote vergissing zijn te
enen dat de Duitse strijdkrachten
van nu een heropgerichte Wehrmacht
zijn, voortdraaiend op oude voet.
Toen de Bundeswehr werd opgericht
legde Duitsland meteen andere nor
men aan dan in elk bekend leger gol
den. Het nog altijd unieke instituut
van de „Innere Fuehrung" was be
doeld om democratische verhoudin
gen binnen de strijdmacht te schep
pen. De soldaat, dienstplichtig of
niet, met of zonder sterren of strepen
moest als een staatsburger in uni
form worden beschouwd. Zelfs de
jongste soldaat werd „Sie" inplaats
van ,.Du" voor zijn meerderen, be
halve in de praktijk voor zijn eerste
pelotons commandant.
In het algemeen kan men consta
teren dat de verhoudingen in de Bun
deswehr moderner zijn dan in enige
continentale Europese strijdmacht.
Maar natuurlijk is er kaf onder het
koren. De Bundeswehr is geen idylle.
Heel wat officieren en onderofficieren
vinden die hele moderne bedoening
maar flauwe kul. Tegen zulke men
sen heeft de Bondsrepubliek de par-
(Van een medewerker)
F)e Griekse pianiste Henny Pro-
topapa is een van de nieuw-
Grieken die proclameren, dat hun
oud-Griekse voorvaderen beslist
blond zijn geweest, net zoals de
mensen die zij. in Midden-Europa
had leren kennen. De opinie in bre
de lagen van de Griekse bevolking
luidt echter geheel anders. De
meeste Nieuw-Grieken menen, dat
zij er net zo uitzien als de Hellenen
uit het tijdperk van Pericles. Zij
beweren, dat Homerus' verzen in
die dagen net zo rijk aan mede
klinkers werden uitgesproken als
thans het geval is.
Wanneer men een stuk van de Ilias
reciteert op de aan vocalen zo rijke
wijze, die aan de gymnasia in het
westen van Europa wordt onderwe
zen, glimlachen deze Grieken hoffe
lijk maar duidelijk van mening dat
hun uitspraak toch superieur is.
En toch kan juffrouw Protopapa
zeer wel gelijk hebben. De Grieken
van vandaag zijn niet de Hellenen
van gisteren. Wie zich met de vraag
of de oude volken nog leven naar
lementair ombudsman geschapen in
de vorm van de Wehrbeauftragte.
Een actief bureau dat de puntjes op
de i zet en daarom natuurlijk nogal;
wal tegenkanting losmaakt. Het is te-j
gen die merkbare weerstand van be-i
paalde kanten dat Heye in het ge-:
weer is gekomen.
OVERJARIGE DOGMA'S
Wat Heye en de mannen die zijn
uitzonderlijk ambt bedachten en
met grote parlementaire meerder
heid hielpen creëren, bezielt is, dat
in de legers, luchtmachten en mari
nes van welke landen dan ook lang-
overjarige tradities, dogma's en wil
lekeuren bestaan die omdat nie
mand dat betwist zich in deze af
gesloten maatschappijen maar blij
ven handhaven zonder de geringste
noodzaak. En niet alleen zonder nood
zaak, maar ook ten nadele van die
strijdkrachten.
Tijdens de kater die op de Hitler-
tijd en dc tweede wereldoorlog
volgde is de hang naar het militai
re in West-Duitsland bij de massa
wel verdwenen. En het. Wirtschafs-
wunder met zijn enorme vraag
naar arbeidskrachten die best wor
den betaald heeft er niets van doen
terugkeren.
Er zijn profijtelijker carrières dan
de militaire in Duitsland. Majoor Hu-
ber, de jonge maar wijze comman
dant van het 51ste Duitse pantser
grenadier-bataljon, die ik ergens in
de Schwaebische Alb tijdens een ma
noeuvre uit zijn commando-tank haal
de, zei vermoeid maar opgeruimd dat
zijn bataljon het met iets meer dan
20 officieren moe§t doen, terwijl de
Amerikaanse organisatie er 49
vraagt, dat hij 50 pet van de benodig
de onderofficieren ter beschikking
had en dat 80 pet van zijn soldaten
dienstplichtigen zijn. Minister Von
Hassels woordvoerder deelde me mee
dat Duitsland een tekort heeft van
9000 officieren en 30.000 onderofficie
ren.
Voor admiraal Heye is dat geen
verrassing: zolang soldaten niet wor
den beschouwd en behandeld als
staatsburgers in uniform in plaats
van als onderdanen, krijgt men nooit
de benodigde mensen! Daarom is het
een eigen belang voor de strijdkrach
ten om over te schakelen naar de
normen van de nieuwe, de consumen
ten-maatschappij
Maar is wat Heye en zijn mede
standers voor Duitsland nodig achten
niet in dezelfde mate van toepassing
op de strijdkrachten van andere wes
telijke landen? Met name ook op die
van Nederland?
OOK ETEN IS DIENST
f is het typisch Duits wat Heye
heeft gesignaleerd? Is het typisch
Duits als een jonge luitenant in een
Rijngarnizoen, die in een conflict met
een mindere ongelijk bleek te heb
ben op een vraag van Heye waarom
hij die mindere geen excuus heeft
aangeboden antwoordt, dat hij van
ooi-deel is dat officieren minderen
geen excuses kunnen aanbieden? Of
dat soldaten die met zwaarste bepak
king van mitrailleurs, geweren, hel
men een geforceerde mars van 100
km hebben gemaakt, bij terugkeer
eerst aan liet langdurige schoonma
ken van hun uitrusting worden ge-
voor ze naar de krib mogen?
Zijn de ouderwetse dril, de grofhe
den, de obsceniteiten en de dienst-
klopperijen waarop Heye steeds fel
reageert, voornamelijk tot de Bun
deswehr beperkt?
In zijn rapport aan de Bondsdag
signaleert Heye een waanzinnige
weekeind-regeling bij een garnizoen
in Hessen die met zich meebracht
dat getrouwde manschappen met
stadsbewegingsvrijheid zondagsmid
dags om 12 uur in de kazerne moes
ten zijn om te eten, want „ook eten
is dienst". Maar is het „eten is
dienst" niet ook regel in het Neder
landse leger? En moet ook de Neder
landse militair nadat hij 's avonds
nog in de kazerne heeft gegeten niet
om tien uur binnen zijn als hij geen
avondpasje heeft, en om twaalf uur
als hij er wel een heeft? Althans in
ons leger. Nachtpasjes met verlof tot
het ochtendappel zijn bij onze land
macht uitzonderingen. Er kan im
mers 's nachts een alarmoefening ko
men! Dat geldt dan blijkbaar niet
voor onze Kon. Marine, want daar
zijn de meerderjarigen vrij te gaan
tussen avond- en ochtendappèl. Waar
om voor de landmacht dan wel? Mis
schien omdat niemand er eens het
initiatief toe heeft genomen?
Behandel ze toch als normale
burgers beveelt Heye aan: laat
ieder geval alle onderofficieren en
alle getrouwde soldaten, die niet
beslist paraat moeten blijven, vrij
om na het avondappel te vertekken
als ze maar voor het ochtendappel
staan aangetreden. Het risico dat
ze beschonken rakên? Maar zijn
het dan geen volwassen manr
die dat risico dan maar moeten
dragen?
Het zou, zo meent Heye, zeker een
einde maken aan de massa van disci
plinaire straffen die in de strijdkrach
ten nu juist bestaat uit bestraffing
van overschrijdingen van de uit-
gaanstijd. Geldt dat niet in precies
dezelfde mate voor Nederland, Bel
gië, Frankrijk en wordt het niet tijd
dat ook hier eens zulke geluiden wor
den gehoord van even gezaghebbende
moderne militairen als Heye? Waar
om zou het in Engeland wel kunnen
en op het vasteland niet?
OFFICIER BETAALT
Misschien is het typisch voor de
Bundeswehr wat Heye signaleerde in
het geval van de dienstplichtige met
verlof in Niedersachsen die door
zijn commandant werd teruggetele-
grafeerd naar zijn kazerne in de
Pfalz. Toen de verontruste man zich
meldde, bleek hij zo dringend nodig
te zijn geweest om zijn gevulde plun-
jezak weg te halen van een plank
waar die niet hoorde. Vijftien ande
ren waren voor hetzelfde doel terug-
getelegrafeerd. Maar als dat typisch
Duits is. het vervolg is het in ieder
geval ook: de teruggeroepenen had
den een onafhankelijke Wehrbeauf
tragte van de Bondsdag, bij wie ze
zich konden beklagen. En diens in
grijpen had tot gevolg dat de dienst-
kloppende officier alle gemaakte reis
kosten uit eigen zak moest betalen.
Misschien vindt men bij ons zo'n of
ficier niet. Maar als er toch eens zo'n
dwaas zou zijn, zou er iemand te on
zent zijn die hem zou dwingen de'
reiskosten terug te betalen?
LES TREKKEN
En dat lijkt de les, die uit het ge-
val-Heye te trekken zou zijn:
1 Bij alle gewenstheid van het
openhouden van de ogen voor de
mogelijkheid van hang naar het
verleden in de Bundeswehr, ver
dient niet uit het oog te worden
verloren dat de wederopbouw
van de Bundeswehr begeleid is
door een fel streven van velen
naar een democratischer grond
slag voor die strijdmacht;
2 De rechtszekerheid van de sol
daat is in Duitsland beter gere
geld dan in menig ander demo
cratisch land, zowel door de on
mogelijkheid hem van de bur
gerrechter af te trekken, als
door de bemoeienis van Wehr
beauftragte
3 De discussie over revolutionaire
aanpak van verouderde dogma's
in de strijdkrachten is in West-
Duitsland al geruime tijd heftig
op gang. In de meeste westelijke
landen is zij nog niet eens aan
de orde gesteld.
Heye's wanhoopskreet is voortge
komen uit een gevoel van frustra
tie, naar hij zelf verklaart. Omdat
naar zijn mening het parlement op
zijn rapporten waarin hij de weg
naar opzienbarende veranderingen
wijst, onvoldoende reageert, omdat
hij nog op heel wat koele bejege
ning in de strijdkrachten en depar
tement stuit: en omdat hij een veel
hoger tempo voor de vernieuwing
nodig acht. Maar dat alles in aan
merking genomen heeft zijn dienst
toch alleen al in 1963 niet minder
dan 5402 klachten van militairen
over hun behandeling ontvangen en
behandeld. Er valt voor andere
westelijke landen vandaag wel iets
in Duitsland op te steken.
Griekenland begeeft, zal het door Ly-
sippus in marmer vastgelegde type
slechts zelden tegenkomen. Het ls ze
ker niet zo, dat elke Griek uit de vijf-
de eeuw voor Christus geleken heef:
op de beroemde marmeren voorbeel
den. die wij nog bezitten. De „banau-
soi", de handwerkslieden, lijken on
getwijfeld op de grollen verkopen
de handwerkslieden in Shakespeares
„Midzomernachtsdroom". Socrates
was geen Alcibiades! Maar de oude
Grieken waren blond, terwijl wij van
daag donkerharige typen met een
bruine huid in Griekenland tegenko
men, hetgeen duidelijke Mediterrane
kenmerken zijn.
De blondheid van de uit het stroom-1
gebied van de Donau naar Hellas ge
trokken Achaiers, Doriërs en Ioniërsj
is bewezen. De kleurresten op de
beelden in het Nationale Museum
van Athene bewijzen het. Homerus
spreekt van de blauw-ogige Athene,
van het korenkleunge haar der Ar-
given. En wij hebben voor de blond
heid der Indo-Europeeërs nóg een be
wijs, uit de derde eeuw na Christus.
Onze getuige is de schrijver Adaman-
tinus, die in zijn werk „Physiognomi-
ca" berichtte, dat de Hellenen blauw
ogig en blond waren.
VERSCHUIVINGEN
Hoe is de vrijwel volledige mutatie
van de bewoners van Griekenland te
verklaren? Wij mogen aannemen, dat
tijdens de periode van het laat-Ro-
meinse imperium met zijn dicht net
van drukke handelswegen in het Mid
dellandse Zee-gebied beslissende vol-
kerenverschuivingen en -vermengin
gen hebben plaatsgevonden. Ook is
het niet uitgesloten, dat bepaalde on
derlagen van een uitgesproken medi
terraan type, die
onderdrukt werd ei
(male groei kwamc
De eigenlijke ou<
steeds een kleine fc
Noch de Slavische
Middeleeuwen, no
vloed in de nieuu
slissende ethnisch<
laten. Men vindt ii
de typische punts
oorsprong, noch
blond.
De inspanningen
onze dagen, een t
len creëren met
tijden van hun
door de keuze van
ke
„Door de weitjes van Souburg"
Moderne wegen
namen taak over
De Walcherse voetpaden zijn er
niet meer en toch zijn er velej
geweest. Zij hebben enkele hon
derden jaren dienst gedaan
maar door de tijdsomstandig
heden konden ze worden gemist
en moesten ze verdwijnen. Het
ene pad na het andere werd
door de gemeenten afgeschre-
Wie reeds Abraham heeft gezien,
met andere woorden, wie de
vijf kruisjes al achter de rug heeft,
heeft ze gekend en er vaak gebruik
van gemaakt. Elke Walcherse ge-,
meente had ze. Op de kaart van
Walcheren in 1753 door de gebr. Hat-i
tinga getekend zijn de meest ge
bruikte voetpaden door stippellijnen
aangeduid met ..gaanpaden". Dit,
woord zegt duidelijk dat ze alleen
voor voetgangers bestemd waren. Op
de afzonderlijke gemeentekaarten
door Hugo Suringa in 1866 uitge
geven staat elk voetpad aangete
kend.
Met recht kan worden gesproken van
verdwijnen, want de paden hebben
geen spoor nagelaten. Alleen zij, die
op leeftijd zijn, weten nog waar de
paden ongeveer hebben gelegen. Zo
als met vele andere dingen, die uit
gediend zijn en dus gemist kunnen
worden. En toch zijn de paden tal
loze jaren van zeer groot nut ge
weest. Vele wegen waren vooral
'swinters onbegaanbaar. Daarom lag
naast deze wegen een wat hoger
gelegen voetpad. Was de weg wati
smal dan lag het voetpad aan de|
overzijde van de aangrenzende sloot,
evenwijdig aan de weg. Nog meer!
nut deed een voetpad en dat waren
er zeer vele als zij een verkorting
gaven. Het voetpad liep vaak door
een weiland. Als er dan gevraagd
werd hoe men gekomen was, was
een oud Walchers gezegde: „Door
de weitjes van Souburg", anders ge
zegd: binnen door.
Dc eigenaars of de pachters van
het land, waarin de voetpaden
lagen moesten deze onderhouden. Bij
de koop of het pachten van het land
was hun deze plicht opgelegd. Door
de paden jaarlijks te bezanden of
met koolas te bestrooien moesten
zij goed begaanbaar blijven. Door
burgemeester en wethouders werd
geregeld geschouwd. Wie zijn pad
niet goed onderhield kreeg een aan
maning. Ook waren er veel vonders
over de talrijke sloten of watergan
gen. Toen b.v. Ritthem door een weg
nog geen verbinding had met het
burige Nieuw- en St.-Joosland was
het voetpad hqt enige communicatie-1
middel. Daarbij moesten ongeveer 20
vonders gepasseerd worden.
mansvoetpad. Thans ligt ongeveer in
dezelfde richting een asfaltweg. Van
af de A bee le liep het voetpad naast
de Oude Vlissingseweg naar Middel
burg. Bejaarde lezers zullen dat zich
nog wel herinneren daar zij er ook
gebruik van hebben gemaakt.
Het was een breed pad met gele
klinkers en liep, voor dat de spoor
weg en het kanaal er waren, tot de
herberg. Het groene woud dicht bij
de Vlisslngse poort. Deze stond waar
nu het kanaai is.
Toen de keien van de weg vervangen
werden door dubbele klinkers en de
weg aanmerkelijk werd verbreed,
kwam ook het pad te vervallen.
B[j Arnemuicten
Een ander bekend voetpad was het
Arnemuidsvoetpad. Hiervan werd ge
bruik gemaakt door de visvrouwen,
die in de stad hun vis ventten.Hun
uitroep hier bij met een lange uithaal
zullen vele Middelburgers zich nog
wel herinneren. Ofschoon het pad
lang bleef bestaan is het ten laatste
ook verdwenen.
De Westkappelaars, die te voet naar
Middelburg gingen, maakten gebruik
van meer dan één voetpad. Daar de
afstand nog al ver was, rustten
velen ongeveer halverwege wat uit
op Hoogelande. Bij de ruïne stond
een hofstede, waar ook drank ver
kocht werd. De verleiding was te
groot om daaraan voorbij te gaan.
Wij zouden nog meer over de oude
Walcherse voetpaden kunnen schrij
ven. Het artikel zou echter dan te
groot worden. Door de vele en veler
lei vervoermiddelen zijn er niet veel
voetgangers meer, maar de wande
laars, die van de natuur houden, I
missen ze.
is ontsproten aan net „phiihellenis-
ime", de van overig Europa uitgaan
de hellenistische renaissance uit de
romantische vorige eeuw.
De anthropolojiie is van mening,
dat de typevorming ook door klima
tologische invloeden wordt bepaald.
De ontbossing van Griekenland heef",
het klimaat subtropischer en warmer
laten worden zodat door de eeuwen
heen de donkere, mediterrane typen
biologisch betere kansen kregen dan
de door volksverhuizingen binnenge
komen noordelijke volken.
Een soortgelijke ethnisehe meta
morfose vinden we in Italië. Over het
uiterlijk van de oude Italiërs zijn wij
bijzonder goed ingelicht omdat Rome
reeds een bloeiende portretkunst had.
Volgens de anthropoloog Lagneau
wordt het Romeinse type gekenmerkt
door geringe hoogte van het hoofd,
een aanzienlijke welving van de sche
del boven en achter de oren cn door
een grote breedte van het gezicht bij
de jukbeenderen. De krachtige neus
vertoont een lichte kromming. De nek
is kort en gespierd, de lichaamsbouw
krachtig en gedrongen, het haar don
ker.
ARABISCHE DYNAMIEK
Tacitus bericht, dat de Romeinse
vrouwen jaloers waren op het rood-
blonde haar van hun Germaanse
zusters. Dat intussen in de eerste
eeuwen na Christus een Germaanse
immigratie heeft plaatsgevonden, be
wijzen de schitterende mozaiekfigu-
ren, die men enkele jaren geleden in
de Villa Romana bij Piazza Amerina
op Sicilië aan het licht heeft ge
bracht.
Ook de fresco's in Pompei to
nen geen homogeen anthropologisch
beeld. De volksverhuizing bracht een
zo grondige vermenging van de lei
dende lagen van Italië met Germaan
se en Longobardische elementen, dat
nog in de Staufentijd een groot deel
van de Italische adel namen droeg,
waarin elementen van Germaanse
oorsprong te vinden waren
Ook op het Iberische schiereiland
bestond in de antieke tijd nooit een
„volk" in geschiedkundige zin. Op de
romanisering volgde de germanise
ring althans van de bovenlaag
door de Westgothen. Het huis Aragon,
waarmee de Staufen zich verbonden,
vertoonde nog overwegend Germaan
se trekken. Het donkere, mediterrane
type ging wederom overwegen door
klimatologische veranderingen en
Arabische infiltratie.
De biologische dynamiek der Ara
bieren dekte in de Middeleeuwen ook
het biologische beeld der oude volken
van Afrika en het Nabije Oosten, zo
dat het moeilijk wordt, anthropologi-
sche nuances te herkennen, die aan
wijzingen vormen van ethnische oor
sprong. Op ongeveer gelijke wijze
gingen de Indo-Europese stammen
van Klein-Aziè, de Lydiërs, de Pam-
phlegoniërs en de Keltische Galaten,
ten onder tijdens de Turksche immi
gratie rond het jaar 1000. Het blond,
dat men thans nu en dan in deze
streken tegenkomt vindt zijn oor
sprong waarschijnlijk in de periode
der kruistochten en in latere oost-
west-contacten
Kerkpaden
Evenals bij de gewone wegen werd
de ene weg maar gebruikt dan de
andere, zo was het ook bij de voet
paden. De paden, die dicht bij een
dorp uitkwamen waren dus belang
rijker dan andere paden, die alleen
de rijweg afsneden. Meestal lag het
eindpunt niet ver van de kerk. zodat
men sprak van „kerkpaden". De
kerkgangers konden dus droogvoets
in het bedehuis komen.
Zo lag een zg. kerkpad naar de kerk
te Vrouwenpolder, Serooskerke,
Grijpskerke en vele andere dorpen.
De kerkgangers (sters) liepen dan
natuurlijk in een ganzenmars achter
elkaar. Wij zeiden reeds waarom de
voetpaden verdwenen zijn. Alle we
gen zijn in de loop der jaren ver
hard en vele krommingen zijn weg
genomen. Bijna iedereen heeft een
fiets, zodat men spoediger en ge
makkelijker op de plaats van zijn be
stemming kon komen. Nog vlugger
gaat het met de auto. die vele boe
ren reeds hebben.
Tot de algemeen bekende voetpaden
behoort zeker het Koopmans
voetpad, dat een kortere verbinding
gaf tussen Vlissingen en Middelburg
toen de nieuwe weg over West-Sou
burg er nog niet was. Het pad liep
tussen de dorpen Oost- en West-
Souburg langs de molen uitkomende
aan de Oude Vlissingseweg bij de
Abeele. Daar tussen beide steden een;
druk verkeer was, niet alleen met;
wagens over de stenen weg maar ook
door kooplieden te voet met hun
mars op de rug heette het pad Koop-
Omstreeks 181/0 icas het in Zeenwsch-Vlaande
ren allesbehalve veilig. Zo onveilig, dat de be-
vtoners op het plaatsen van enige brigades van
het wapen der marechaussee aandrongen. Bede
laars en landlopers schuimden het platteland af.
Later vormden zich benden die des nachts de be
woners van afgelegen boerderijen dwongen tot het
afstaan van geld en levensmiddelen. Nog in het
begin van 181/6 vernemen we van een bende t>an
20 a 30 personen, die op twee hofsteden te Hon-
tenisse onder bedreiging met geweld geld en goed
had weten los te krijgenToch werd toen in het
algemeen de toestand al beter.
Deze gegevens zijn te vinden in het kort geleden verschênen
werk van mr. W. van den Hoek: De geschiedenis van het
wapen der Koninklijke Marechaussee. Omdat dit wapen van
Franse oorsprong is, wordt eerst in het kort nagegaan hoe dit
wapen is ontstaan en hoe het zich in Frankrijk in de !oop der
jaren heeft ontwikkeld. In 1791 werd het wapen der marechaus
see in Frankrijk opgeheven. Een nieuwe organisatie volgde on
der de naam Gendarmerie Nationale. In 1796 werd in 'net de
partement van de Schelde een compagnie Gendarmerie gesta
tioneerd. waarvan de commandant zijn standplaats te Gen", had.
Onder zijn bevelen stonden de brigades te Oostburg, Biervliet,
Sas van Gent en Hulst. Bij de organisatie werd ten aanzien van
de brigades Oostburg en Biervliet opgemerkt, ..dat het nodig
zou zijn. dat de commandanten van deze brigades de Vlaamse
taal kenden, daar het Frans er geheel onbekend was." De gen
darmerie had in het algemeen de taak om orde en rust te hand
haven. „Zij moest verder medewerken bij het inlijven van
dienstplichtigen, het arreste-en en terugbrengen van deser
teurs, het handhaven van de belastingwetten enz."
Tijdens de Franse overheersing in Zeeland (departement van
de Monden van de Schelde) had de commandant van de
gendarmerie zijn standplaats in Middelburg; er waren drie lui
tenantschappen en wel te Middelburg, Goes en Zierikzee, Na
de Franse overheersing komt er een op Franse leest geschoeide
marechaussee in de Belgische departementen en verder in Lim
burg en Noord-Brabant. Bij de reorganisatie in de Belgische
provincies had de Souvereme Vorst het woord gendarmerie
veranderd in marechaussee. Eerst in 1840 kwam er een luite-
- nantschap Zeeland, waarvan de commandant zijn standplaats
had te Sas van Gent. Axel en Hulst. Bij deze nieuwe organisa
tie was nog van invloed, dat de inwoners van Zeeuwsch-Vlaan-
deren zelf op het plaatsen van enige brigades hadden aange
drongen. Zoals we hebben gezien was er voor de marechaussee
in dit deel van Zeeland voldoende werk. Toch kwam het voor,
dat de marechaussee gebruikt werd voor diensten, waarvoor zij
niet was bestemd. Zo wees bijvoorbeeld de garnizoenscomman
dant op verzoek van de ontvanger van IJzendijke een mare
chaussee aan voor de dienst van garnisaire. Dat wilde zeg
gen. dat aan een belastingschuldige als dwangmaatregel in
kwartiering van een militair werd opgelegd. In dit geval werd
de marechaussee evenwel van het verrichten van deze dienst
vrijgesteld, omdat de eigenlijke werkzaamheden erdoor wer
den benadeeld. Voortaan mochten de marechaussees in geen
geval als garnisaire worden aangewezen. We lezen verder, da'
er te Philippine tijdelijk (tot 1881) een brigade werd geplaatst
om de diefstallen op de mosselbanken tegen te gaan.
Wij volstaan met deze opmerkingen uit dit zeer uitvoerige werk,
dat goed is geïllustreerd, met o.a. prenten in kleurendruk