Vilhjalmur Stefansson en de vriendelijke pool D zaterdagnummer llllllllllllllllllll Muggen zijn talrijker in de buurt van de noordpool dan in de tropen. Dit was een van de ontdekkingen van Vilhjalmur Ste- fansson, de laatste grote poolvorser-te-voet. Hij is nu de tachtig gepasseerd, maar werkt nog steeds hard aan de vervulling van z'n levenstaakbekendheid te geven aan de noordpoolgebieden, ja, propaganda te maken voor de gastvrijheid van die vroeger als dodelijk" beschouwde sneeuw- en ijsregio- nen. Foto's links boven: als er een slede kapot ging, moest Stefansson die ter plaatse repareren. Rechts boven: in de poolgebieden was ,,Stef" een jager zonder weerga. Links onder: een der „caches", opslagplaatsen van Old Stef in de poolstreken. Een slede met etens waar en andere benodigdheden op een verhoging van stenen. Rechts: mevrouw Stefansson, die haar man laat proeven van haar pemmikan-hachee. Pemmikan is gedroogd vlees, dat vermengd met vet een soort vleeskoeken oplevert. HET waren Vikingen, mannen van Scandinavischen bloede dus, die Amerika ontdekten. Figuren als Bjarni Herjulfson, Leif Erikson en anderen waagden etappegewijs via IJsland en Groenland de gevaarlijke reis van Noord-west- Europa naar de Amerikaanse oostkust. Zij waren pioniers in de beste zin des woords: Vrij en onverveerd. Ruim negen eeuwen na de ontdekking van Amerika door de Vikingers maakte een in Canada uit Zweedse ouders geboren nazaat van die wakkere ontdekkers zich op om in hun spoor verder te gaan. Hij trok niet westwaarts, doch noord waarts. Hij ging naar gebieden, die nooit in kaart waren gebracht. Hij ontdek te nieuwe landen en eilanden. Zijn naam is Vilhjalmur Stefansson. Hij is nu de tachtig gepasseerd en een der weinige mannen, die reeds bij hun leven tot legen darische en historische figuren werden. TTij ontdekte niet slechts nieuwe landen en eilanden, maarook een groep Eskimo's op Fl Victoria Island, waarvan niemand voordien ooit had gehoord. Stefansson noemde hen ..Blonde Eskimo's", omdat hun gelaatstrekken doen denken aan de gezichtc-n der Scandinaviers. Er is over deze Eskimo's veel geschreven en getheoretiseerd. Hoe is hun „blondheid" te verklaren? Velen nemen aan, dat zij die blondheid danken aan het feit, dat in lang voorbije eeuwen Vikingers zijn doorgedrongen tot Victoria Is land en toen niet meer terug konden keren. Het gevolg was, dat zij zich vermengden met de Eskimo's. Is deze theorie juist, dan ontdekte Stefansson dus heel verre neven en nichten op Victoria Island. Legendarisch was „Old Stef" reeds, toen hij nog betrekkelijk jong was. Enige malen vertrok hij in de richting van de noordpool. Men hoorde niets van hem. Men waande hem dood. Doch tweemaal, in 1912 en in 1918, keerde hij opgewekt en springlevend te rug in Canada. Nog schept hij er behagen in om grapjes te maken over de geruch ten, die met betrekking tot zijn dood in omloop waren. Onzin zei hij eens ik heb het erg prettig gehad in de poolstreken! De jonge Stefansson boeide de fantasie van de gehele wereld. Ja. hij deed zulks meer dan andere poolvorsers. Waarom? Stefansson was namelijk poolwaarts getrokken zonder leeftocht mede te nemen. Ver maarde en ervaren poolreizigers hadden hem gezegd, dal het beslist onmogelijk was om op het pakijs uitsluitend te leven van de jacht. Kapiteins ter walvisvangst met veel dienstjaren hadden beaamd, dat pooltochten zonder voldoende voorraad pogingen tot zelfmoord waren. Zelfs de Eskimo's weigerden om Stefansson op die tochten te verge zellen! Edoch. ..Old Stef" had zijn eigen mening en theorieën omtrent het leven in de poolstreken. En hij ging toch met ais enige voorraad een geweer en munitie! Ge ruime tijd hoorde men niets van hem. Toen keerde hij terug als triomfator. Hij had bewezen, dat de men? op het. poolijs kan leven, jagen en trekken. En passant had hij enige eilanden ontdekt en belangrijk kartografisch werk gedaan. IIIIIUHIHII illllllllllll'lllliiliiinn Stefansson publiceerde zijn ervaringen en opvattingen in 1921 in boekvorm. Zijn werk droeg de titel „The Friendly Arctic". Mede door deze titel sloeg het boek in als een bom. Hij toonde namelijk aan, dat de poolzee en het poolijs „gastvrij", „goedgunstig" en „vriendelijk" zijn. Hij vertelde, dat hij vrijwel steeds alleen zijn expeditiegenoten van vlees had voorzien. Hij was een uitstekend jager. Eens legde hij 27 kariboes met 27 schoten neer. Hij was gegaan waar geen Eskimo zich ooit had durven wagen. En hij bewees, dat er op het ijs ver van het vasteland dieren leven! Zijn boek was zowel een kolossaal succes als een mikpunt van scherpe kritiek. Beroem de poolreizigers als de admiraal Robert E. Peary (ontdekker van de noordpool) en de generaal A. W. Gre^z (commandant van een internationale poolexpeditie naar Elles- mere Island) hadden ae grootste lof voor Stefansson. Anderen vielen hem aan. De pool zee en het poolijs gastvrij en vriendelijk.' vroegen zij. Voor wie of voor wat? Stefans son antwoordde ongeveer: De poolstreken zijn even vriendelijk voor de wezens die er bij passen als de tropen voor tropische dieren en planten. Beren en walvissen vindt men meer in het hoge noorden dan bij de evenaar. Dit geldt ook van muggen of mus kieten! Ja, en het is even moeilijk om een Eskimo op Victoria Island duidelijk te ma ken, dat het klimaat van Los Angeies aangenaam is ais om een Californiër te doen ge loven, dat het klimaat op Victoria Island prettig is. Een der scherpste aanvallers van „Old Stef" was Amundsen, de ontdekker van de zuidpool. Amundsen zei: Wat Stefansson beweert, is onzin. Wie zich zonder leeftocht alleen met zijn geweer en wat munitie in de arctische regionen waagt, is een kind des doods. Niemand kan daar, al is hij nog zo'n goed jager, van de opbrengst van het land leven. Ja, Amundsen wilde er zelfs zijn hele hebben-en-ho-wen onder verwed den, dat Stefansson binnen acht dagen zou sterven als hij op die manier uitgerust naar de poolstreken zou gaan. Amundsen meende namelijk, dat Stefansson een fan- last en een ophakker was. e storm om „The Friendly Arctic" bleef woeden tot een onderzoek instelde omtrent het voorkomen van leider staf op nog vóór zij hun af te drijven, ten vogels en nalen in het dus Stefansson verschillende op een diepte de Russen dus Stefansson had stond het vast, retische seren voor en om opgericht en de lefcrlinger. Stefansson's ten. De „Wilde overladen poolde Russische poolexpeditie leven in de poolstreken. De panin. In 1937 zetten vliegtuigen Papanin en zijn 'kilometer van noordpool op het pakijs af. Kort nadien, nog opgeslagen en met het pakijs in zuidelijke richting begonnen r_ (aldus Stefans on in een geschrift in 1943) verscheidene soor- zij bezoek van een ijsberin met haar kroost. Zij zagen veel gar en robben, die éf garnalen gretig opslokten. Dat hadden wij (al- ;ook .wafTj^ïomen. Toen de Russen hun netten en vallen op ontdekten zij dierlijk en plantaardig leven tot verschillen met andere zeeën constateerden :om tevreder te zijn. want na deze Russische rapporten gelijk &d gehad en Amundsen ongelijk. En bij dit theo- en zich i n militaire en marinekringen sterk ging interes- faringen «rt opvattingen. De mogelijkheid van een oorlog in den doemde immers op! Er werden „Schools of Survival" moesten :h verdiepen in de ervaringen en adviezen, die l«rt tijdschriftartikelen over het leven in de poolstreken bevat- 'Lvan welef- werd een gerespecteerde en met eerbewijzen Tlfat ging de v stelde zijn ganda". In 1941 de Stefansson gordijn. Evenals houdt zij van die Een paar jaar n curatoren van he ver, woont hij één ding staat den steeds geleef zond en buik. I „Pooi.vórser-t s-Voet" doen na zijn grote ontdekkingen? Hij in dienst van v at wij zouden willen noemen de „Pool-Propa- hsj. Zijn vrouv. Evelyn Stefansson, is nu bibliothecaresse van de best- voorziene „poolbiliotheek" ten westen van het ijzeren m.3n heef', zij; gereisd in het hoge noorden, evenals haar man rlog kreeg „Old Stef" een leeropdracht van de te Hanover (New Hampshire). Daar, in Hano- ottage. Hij is geen lastige echtgenoot, maar op tafel! Op vlees alleen heeft hij in de poolgebie- ch wel bij. Ja zegt „Old Stef" vlees.is ge- ;es een uitstekend geneesmiddel tegen scheur- is Vilbjalmuf

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 11