POPPEKOPPEN Buts wordt een koetsje Truitjes voor koele dagen Panklaar vlees uit nieuwe fabriek Let in vakantie op goed drinkwater MILITAIRE SNIT COUPONS COUPONS in Sarong voor vaderdag jplJDAG 19 JUNI BASJE en Annabel staan buiten bij de pomp en vragen aan de schrijver die Buts gestart heeft of ze mee mogen rijden naar het dorp. „Moeten jullie dan nu al naar school?", vraagt de schrijver, ,,'t is toch nog veel te vroeg?". „Nee", zegt Basje, „maar er is paardenmarkt op het plein voor de kerk. En Annabel en ik willen er zijn als de paarden komen". „Paardenmarkt!", zegt de schrijver, „o, dan moet ik gauw opschieten. Anders kan m'n auto daar niet blijven staan. Vlug, Buts!" Als ze op het plein voor de kerk komen, sprin gen Basje en Annabel uit de auto. De eerste veewagen met paarden erin komt net aanrijden en ze rennen erheen. De schrijver gaat achterin z'n auto zitten, schuift het dak open en kijkt om hoog naar de toren. Op z'n knie heeft-ie een bloc note en in z'n hand een potlood. Hij begint te Echrijven. „Een paard met een koetsje zegt de schrij ver in zichzelf en dan begint hij te dromen over de tijd van paarden met koetsjes. Hij vergeet zijn papier en potlood, hij vergeet de toren en h(j ver geet waar hij is. Hij merkt niet eens dat het rond zijn auto steeds drukker wordt. Veewagens wor den uitgeladen, boeren op de rug van een paard en met een ander paard aan de hand komen aan- geklepperd en groepjes jongens uit de polder met soms wel zes paarden tegelijk zoeken plaats aan de touwen die over het hele kerkplein zijn ge spannen. En kijk, daar komt ook een prachtige rode zigeunerwagen met drie kinderen op de bok a twee paarden ervoor en vier erachter aange rold. Het plein is nu al zo vol paarden dat er aan san de touwen bijna ?°en plaatsje over is. De zi geuners rijden een i e en zien dat er voor hun vier paarden geen pl meer is. „Die auto, die rooie au.u daar, kan die niet weg?" vragen ze aan een politie-agent. Maar de agent heeft het zo druk dat hij geen tijd heeft om zelf naar de auto van de schrijver toe te gaan. „Ja, ja, natuurlijk moet-ie weg", roept hij. tegen de vader van de drie kinderen op de bok. Basje en Annabel die ogen tekort komen voor al die briesende en dravende paarden op de markt weten even later niet wat ze zien. Klep, klep, klep, een klein zwart paardje met wapperen de manen en een jongetje op z'n rug draaft over het plein. En wat trekt hij achter zich aan? De rode auto van de schrijver! „Hé", roept Basje, ,,hé! Waar ga je met die auto naar toe, jongetje?" Het jongetje op de rug van het paard kijkt om en zwaait met zijn zweep. Maar door al het lawaai op de markt verstaat hij Basje niet en draaft vrolijk verder. „Er achteraan!", roept Basje, „hij gaat er met Buts vandoor! En ondertussen droomt de schrijver op zijn ach terbankje nog altijd van koetsen met paarden. „Klep klep klep", gaat het in z'n droom; de wind strijkt door z'n haar en hij schommelt zo heerlijk dat hij wel uren zo zou willen rijden. Maar dan ligt er ergens een stuk hout op de weg en Buts springt even op. Daar wordt de schrijver wakker van. Hij komt overeind, kijkt om zich heen, ziet het groene land 1nngs hem glijden en begrijpt er niets van. „Waar is-ie? Rijdt-ie écht is een koets? Hoe kan dat? Wie heeft hem daarin gezet?" Dan herkent hij opeens de geruite kussens van de bank van Buts; hij ziet zijn eigen stuur, waar hij anders altijd achter zit, het asbakje, de voor ruit En dan dan ziet hij dóór de voorruit heen de wapperende staart van het zwarte paard je. „Hé ho!", roept hij. Het zigeunerjongetje op het paard hoort hem en kijkt achterom. Hij schrikt een beetje en laat het paard stilstaan. Verlegen laat hij zich op de grond glijden en loopt naar de auto; hij was die slapende man bijna vergeten! Tsjonge, die zal even boos zijn! Maar niks ervan! De schrijver springt uit z'n auto en pakt de twee handen van de jongen beet. „Jongen!", roept hij, „jongen, wil je mijn koet sier worden?" „Koetsier?", vraagt de jongen en hij kijkt die vreemde man verbaasd aan. Basje en Annabel hebben Buts nu ook bereikt en kijken van de schrijver naar het jongetje. „Koetsier!", zegt de schrijver nog eens. „Ja, maar", zegt de jongen, „dan moet U toch een paard en een koets hebben?" „O, over dat paard worden we het wel eens", zegt de schrijver, „en een koets? Een koets heb ben we al." Hij wijst naar Buts, die er heel stil letjes bij staat. „We gooien zijn stuur en zijn mo tortje eruit en klaar zijn we. Een mooiere koets kun je niet bedenken!" De jongen kijkt een beetje beduusd naar de schrij ver. „Meent-ie dat nou?", vragen z'n ogen aan Basje en Annabel. „Basje Basje fluistert Buts bang achter de rug van Basje en Annabel. „Help me, help me alsjeblieft Hij wil een koets van me ma ken! „Meneer de schrijver", zegt Basje, „dat kan toch helemaal niet. U hebt niet eens een stal en U zou vast vergeten om uw paard op tijd z'n haver en z'n hooi te geven. Wij moeten er altijd al om denken dat Buts z'n olie en benzine krijgt. En dan Als U naar de stad moe* om een nieuw boek te laten drukken? Dat is te ver voor zo'n paardje En dan de motor weggooien die prima motor van Buts? Zou dat niet een beetje zonde zijn?" „Tja zegt de schrijver en hij knikt met z'n hoofd, „tja, Haar heb je misschien wel gelijk in, Auto-Bas. Ik kan maar beter in m'n dromen met koetsjes rijden dan dat ik het echt doe. Vooruit dan maar, dan stappen we maar weer achter het stuur". Het zigeunerjongetje dat allang blij is dat nie mand boos wordt heeft z'n paardje al losge maakt en kleppert er op terug naar de paarden markt. De schrijver schuift achter zijn stuur, start z'n motor en „rrrrr ijverig ronkt Buts al en schiet als een pijl uit de boog de weg op. „Dag rare schrijver", roepen Basje en Annabel, „dag Buts!" (Wordt vervolgd) BOVEN IN EEN OUD Terneuzens huis hangt de marionet aan zijn touwtjes. Hij tolereert met een on bewogen gezicht dat men hem laat bewegen. Een handje zwaait, een been wordt opgetild, zijn lichaam vouwt samen. Zijn uit hout gesne den gezicht kijkt hautain in het oog van de camera. Als de foto is gemaakt frutselt zijn ontwerpster aan zijn kleren alvorens hem terug te hangen bij de andere: een papiermaché hoofd bungelt naast de pop met een hoofd van een uitgerekte panne spons. Tien karikatuurtjes aan een witte balk in het atelier van Rie van Driel. Het licht speelt een spelletje op het koper van de petroleumlamp aan het plafond: een zielig peertje er naast zinkt in het niet bij zoveel schoonheid. Het militaire tintje dat hier en daar opduikt in de mode van dit seizoen is vooral voor de jonge ren bedoeld. Hier manifesteert het zich ui de hoge opstaande kraag, de bolle knopen en de tweemaal twee splitjes in jasje en rok. Ver vaardigd van een vrolijk gekleur de stof is dit pakje toch door en door vrouwelijk. Het ontwerp is van Louis Feraud. Een zomergarderobe die alleen maar uil zomerjurken beslaat is in Nederland (helaas ondenkbaar. Ook in de zo mermaanden moet in de kleerkast iets warms voor het grijpen hangen een wollen jurkje met korte mouw, een rok met een warm truitje, een vest voor de koele avonden. En aangezien men in de Nederlandse breigoederenindustrie de grillen en nukken van het eigen klimaat maar al te goed kent brengt deze confectle- sector allerlei kleine truitjes voor koele dagen; truitjes die warm zijn en toch een zomers uiterlqk hebben. Op bijstaan de tekening zijn enkele voorbeelden uit de Nederlandse tricotage-zomercollec ties verenigd. Bovenin de tekening drie exemplaren met korte mouwen. Helemaal links een wollen doorknooptruitje (model ..Bonnie Bit"), daarnaast een wollen vest dat in ajourplissé is gebreid, een dubbele knoopjessluiting heeft en vervaardigd wordt in het modieuze roze maar ook in aqua en marineblauw (model „Jin Jersey"). De dorstige jongedame geheel rechts, gaat gekleed in een fijngebreid wollen truitje met zigzagbanen van ajour (mo del „Spencer Hey"). Wanneer de temperaturen zo dalen dat het kippevel op de armen komt te staan, geniet het vest met lange mou wen de warme belangstelling. Rechts onderin een exemplaar van zuiver wol, met fijne plissébaantjes in de voorpan den en met een gekleeóaandoende re- verskreeg (model Jin Jersey). Het wol len ensemble ten slotte is een ideaal garderobestuk voor de vrouw die graag „ongekreukt" op reis gaat. Dit licht blauwe Tweka-ensemble bestaat uit een mouwloze jurk met ceintuur en opge stikt zakje, gecompleteerd door een jasje met driekwart mouwen en een zo genaamde brandebourg-sluiting. (Advertentie) Onder de lamp is de werktafel, be zaaid met doosjes vol gekke knoop jes, kraaltjes en lapjes stof. Op de ouder wetse zwarte kachel staat een sereen wit meisjeskopje: kleine beeldengroep jes drukken zich tegen het raam. De wanden worden ingenomen door speel se tekeningen: een paardje, losse krab bels. Een beetje geamuseerd registreert Rie van Driel onze nieuwsgierigheid. Dan vouwt ze haar benen onder zich, slin gert haar haar naar achteren, bedenkt zich, staat weer op, snelt naar beneden om sigaretten en iets te drinken te ha len en krult zich opnieuw in haar stoel. Ze schept een plezierige sfeer, vermijdt gedwongen interviewgebabbel, praat amusant en onderhoudend over haar werk. De onvermijdelijke waarom-doet-U-dit- vraag beantwoordt ze: „Ik probeer er een eigen beroep van te maken, een eigen bestaan op te bouwen, zoals an dere vrouwen op kantoor werken bij voorbeeld. Tien uur 's morgens begin ik dan ook, tot een uur of twaalf 's avonds. Mijn eigenlijke werk is boetseren en beeldhouwen pas later ben ik overge gaan tot het maken van marionetten". Tien jaar geleden maakte Rie van Driel poppekastpoppen. De koppen werden vervaardigd van papiermaché, later ge bruikte zij schuimrubber. „Nu maak ik houten handjes en koppen, daarmee be reik je de sfeer van het oude Egyptische marionettenspel weer". Hoewel ze zelf nooit tevreden is over haar werkstukken bewijst het feit dat ze een vaste klantenkring heeft dat haar werk aanslaat. De gezichten van de poppen, die een verfijnd primitieve indruk maken spreken gemakkelijk aan. „Voor het snijden gebruik ik een aard appelmesje. misschien wel om de primi tieve vorm te behouden. Voor de aankle ding gebruik ik bij voorkeur ouderwetse lapjes en kraaltjes. ..Met modern materiaal krijg je ze meestal niet apart genoeg. Je zoekt al tijd naar iets eigens, om meer expressie te krijgen. Zo heb ik bijvoorbeeld een tijdje blitzlampen gebruikt voor de ogen. Als je een popontwerp spreekt ook het materiaal mee. Je bent er, ook al zit het idee vast in je hoofd, niet helemaal baas over. Alles werkt soms mee tot een andere creatie dan die ie van plan was. Op de kunstmarkt in Middelburg hangt een religieuze pop die oorspronkelijk een balletdanser had moeten worden". Met een glimlach vervolgt ze: „En te vreden ben ik nooit. Als ik vanavond een andere pop ga snijden kijk ik naar m'n laatste en denk: da's eigenlijk geen goeie". Afstand doen van haar poppen is moei lijk voor haar. „Ze staan wel eens op een tentoonstelling in Gent. Men heeft mij eens om een eigen expositie gevraagd. Ik had er twintig exemplaren voor gemaakt, en toen werd ik een beet je kinderachtig want ik wou ze niet meer verkopen. Die poppen worden een beetje, ja, een beetje ménsen. Je vraagt je dan af waar ze komen te hangen. Het doet je dan goed als een Belg je komt vertellen dat hij een pop heeft gekocht van zijn laatste franken". Er zijn nog weinig mensen die tot aan schaf van een marionet overgaan, mis- VOOR JAPONNEN, BLOUSES en ROKKEN W/L, LINNEN. KATOEN, ZIJDE, TERLENKA. TRICEL —GOES, LANGE KERKSTRAAT 44 TERNEUZEN, NIEUWSTRAAT 6-0 Knippatronen VOGUE en BURDA schien ook wel omdat ze er de betekenis niet van inzien. „Het is niet zoiets als een souvenir. Om nog eens op die kunst markt terug te komen, daar vind ik het leuk naar de mensen te kijken. Soms staren ze naar mijn poppen of ze mo lentjes zien, maar soms zie je opeens iemands ogen gaan blinken. Dan kijken ze of je ermee kan spelen. Ik heb wel kennissen die zeggen dat ik gek ben om marionetten le maken, maar die mensen voelen niet welke plaats de pop kan in nemen. Je kunt hem, als een schilderij, ergens ophangen. Wij gaan er wel eens mee spelen, als er visite is bijvoorbeeld. Mijn zoon kan het fantastisch leuk". Namen geven aan de poppen doet Rie van Driel niet, ook niet in gedachten. „Een ander ziet er soms andere, mis schien leukere dingen in. Je moet je eigen gedachten niet opdringen. Je bent produktief, Iaat dat zien op een tentoon stelling, en verder niks". Drie dagen, een week, soms een dag. dat is de tijd die een pop vergt. Een hele grote kennissenkring zorgt voor het )oral tijdens de schoon- vijfentwintig tot vijfenzestig gulden, vergt enige zelfbeheersing niet onmid dellijk een bestelling te doen, maar er staan meer mooie dingen op het atelier. Enkele zwartgeblakerde boomstronken, die op grote vogels lijken, nemen een hoekje van het kamertje in beslag. „Die zijn uit de bouwput uit Terneuzen. Toen men daarop stuitte zijn er geleerden uit België en Nederland bij geweest. Het moet een bos van zo'n drie of vierdui zend jaar zijn en het hout was zo hard geworden dat men het niet kon ver branden. Een pastoor heeft er ook nog iets van meegenomen, een stuk dat een religieuze betekenis voor hem had. Toen had niemand er belangstelling voor: nu had ik er al iets van kunnen verkópen". Het maken van de poppen doet Rie van Driel met bijzonder veel plezier. „Het liefst met hard materiaal, dat ik bijna niet baas kan, zodat ik er moeite voor moet doen. Het aankleden vind ik het minst plezierige. Kieding houd ik altijd zo sober mogelijk, omdat dat he lemaal niet belangrijk is. Dat is bij de mensen toch ook zo?" Kop en handjes zijn dus van meer be lang. En hoe komt zij aan ideeën voor koppen? „Meestal is het een gezicht dat ik ergens heb gezien. Ik ben bijvoorbeeld pas naar het carnaval geweest. Niet om de mensen te bespotten, maar voor het leuke. Het was geweldig. Je komt bij mensen toch altijd voor verrassingen te staan, het is leuk ze te bestuderen". Die studie plus ervaring, opgedaan op diverse volkshogescholen en ateliers, alsmede de fantasie van Rie van Driel resulteert dan in het maken van een houten poppekop, met geduld en liefde gesneden. Amerikaanse vaders kunnen op vaderdag een wonderlijk ca- een soort sarong die tot halfweg de kuit reikt en nonchalant om het manlijk middel wordt geknoopt. Een „ongelooflijk" kledingstuk, zo als het maandblad „Mc. Call's" het typeert. De lava-lava is geïnspi reerd op de inheemse klederdrach ten van Tahiti en Burma en wordt beschreven als een opzichtig-be- drukte katoenen cylinder die vader naar eigen inzicht en smaak om de leden dient te wikkelen. Een ding is zeker: het is een aanmerke lijk origineler vaderdaggeschenk dan de traditionele stropdas! Om trent de reacties van de Ameri kaanse vaders op dit nieuwtje vrijetijdskledingstuk tast men nog in het onzekere, maar Mc. Call's vindt dat de vrouw des huizes het geval nog altijd als stranatas kan gebruiken wanneer vader zijn veto over de sarong uitspreekt. Nnog een nieuwtje uit Amerika: „The Twist" wordt langzaam maar zeker verdrongen door „The Swim". Met die laatste benaming wordt geen zwempartijtje aange duid maar de nieuwst-; dans, en de Amerikaanse teenagers zijn druk bezig zich van deze nieuwigheid meester te maken. In grote trekken lijkt de swim wel op de twist: men kan het namelijk ook zonder part ner doen en geen sterveling bekom mert zich om het voetenwerk. Het voornaamste is dat de dansers de lucht doorklieven met armbewe gingen in de crawlstijl. Op de Ame rikaanse dansvloeren zullen dus in de nabije toekomst nog wel eens blauwe ogen vallen.... Een nieuwe fabriek van diepvriesprodukten in De Bilt die in september wordt geopend en zelfs een primeur voor heel Europa wordt genoemd, gaat zich toeleggen op het leveren van in plastic verpakt panklaar vlees dat dagelijks met diep vriesauto's bij de klanten zal worden bezorgd. Het zullen „grote" klanten zijn, want de initiatieƒ- nemers gaan hun afzet gebied zoeken bij de ho recabedrijven, de zelfbe dieningswinkels en de kampwinkels, zij het dan voorlopig alleen in de Randstad. Holland. Men verwacht vooral grote belangstelling van de zijde der horecabedrij ven, omdat daar het te kort aan vakkundig per soneel het dubbel nood zakelijk maakt dat het vlees „op maat" toordt afgeleverd. De nieuwe fa briek zal namelijk aller lei vleessoorten in elke gewenste, portie dagelijks op bestelling kunnen af leveren. Dat geldt niet alleen voor het vlees van rund, kalf, varken en lam, maar ook voor wild en gevogelte. Wellicht zal ook voor de consument muziek zitten in deze nieuwe wijze van vleesaflevering. Het bedrijf in De Bilt gaat namelijk zelf het vlees importeren en denkt daardoor aanzienlijk goedkoper te kunnen gaan werken. Via de zelf- bedieningsbedrijven aan welke het nieuwe bedrijf wil gaan leveren, zou ook de klant van deze goed koopte kunnen profite- Het is de bedoeling dat de fabriek in De Bilt per manent een voorraad van duizend ton vlees zal hebben, verpakt in por ties van allerlei grootten en opgeslagen in een vriesruimte met een tem peratuur van tivintig graden beneden nul. Mét de nieuw wijze van vleeslevering wordt een speciaal koelmeubel voor de winkels geïntrodu ceerd icaarin he vlees in vakken te kijk zal lig gen. In de toekomst wil het nieuwe bedrijf vol gens hetzelfde systeem diepvriesvruchten gaan leveren. Het lijkt er dus veel op dat de op stapel staande fabriek een belangrijke stap vooruit betekent op de veelbesprokenweg naar de popularisering van de diepvriesmaaltijd.' Tyfus is een ziekleverschijnsel waar mee de meeste Nederlanders alleen maar geconfronteerd worden via de krantenberichten die melding maken van tyfusgevallen in som mige Europese landen, berichten die dit jaar aanmerkelijk veelvuldiger waren in verband met de recente tyfusepidemie in Schotland. Het voorlichtingsbureau voor de voe ding belicht het onderwerp in een speciaal vouwblad dat diverse ad viezen bevat voor de vakantiegan gers die deze zomer weer in war mere landen gaan logeren of kam peren. Tyfusgevallen worden namelijk, sinds jaar en dag. af en toe ge signaleerd in bepaalde Zuideuro- pese landen. Dat feit hoeft voor de genen die zuidwaarts willen trekken, nog seen reden te zijn om in paniek te raken en de vakantieplannen te annuleren! Maar wel is het verstan dig om bepaalde hygiënische voor zorgsmaatregelen té nemen die mis schien veel ongemak kunnen voorko men. Tyfus, zo waarschuwt het voorlichtingsbureau voor de voeding, is een kwestie van infectie van drinkwater en voedsel, maar vooral het drinkwater kan de boosdoener zijn. Over het algemeen kan worden aangenomen dat de grote waterlei dingbedrijven in de warme vakantie landen wel betrouwbaar zijn. Wie echter kampeert of ergens logeert waar met primitieve waterinstalla ties wordt gewerkt of waar het wa ter uit putten en regentonnen wordt betrokken, kan beter ieder risico vermijden en bet water koken. Dran ken waarvoor het water gekookt is (koffie, thee) kunnen veilig worden gedronken, evenals de industriepro- dukten die kant en klaar uit de Wat te doen wanneer tyfusgeval- vallen gesignaleerd worden in het gebied waar men reeds z'n vakantiereserveringen heeft ge maakt? „Er rustig heen gaan, maar wel de voedingshygiëniscne maatre gelen verscherpen", adviseert het voorlichtingsbureau. Want dan gaat het niet meer alleen om het drink water, maar om hygiëne van het hele voedselpakket en in het bijzon der ook om de persoonlijke hygiëne. Dat betekent onder meer: oppassen met rauwe groenten izoals sla), om dat het niet altijd zeker is dat der gelijke groenten met betrouwbaar water zijn gewassen. Voedingsmiddelen die gekookt of ge bakken zijn, zullen in het algemeen betrouwbaar zijn. Dat geldt niet al leen voor aardappelen, groenten, meelspijzen, maar vooral voor vlees: allemaal gerechten die dan ook heet moeten worden opgediend. Ook af- waswater is belangrijk, gebruik er uitsluitend gekookt water voor. Aan de persoonlijke hygiëne en vooral aan het regelmatig en grondig handenwassen moet (in het bijzonder na toiletgebruik) streng de hand worden gehouden. Zwemmen in breed open water hoeft niet gevaarlijk te zijn, tenzij op korte afstand een riool uitmondt. In elk geval is het zeewater betrouwbaar om in e zwemmen. Het kan trou wens nooit kwaad om tijdens vakan ties en kampeertochten extra-hygië nische voorzorgsmaatregelen te ne men: men kan er infectueuze darm aandoeningen mee voorkomen die weliswaar minder ernstig zijn dan een tyfusaandoening, maar de va kantieganger veel verdriet kunnen bezorgen:

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 9