iffiwi
MOEDERDAG
De fantasie van Kea Tan
De nïeuu/e weg
PU
Zaterdag 9 mei 1964
RUBBEL, de grote graafmachine, wuifde
vrolijk met zijn reusachtige ijzeren hand
en knorde tevreden. „Ziezo", zei hij tegen
Basje en Annabel, die aan de kant van de
nieuwe weg stonden te kijken hoe het laatste
metertje asfalt als een matje over de rijweg
werd gerold door de vrienden van Grabbel.
Het waren ook grote gele reuzen die met veel
gerook en gesnor hun werk deden. „Ziezo",
zei Grabbel nog eens, „dat is gebeurd. Jullie
nieuwe weg is klaar. De burgemeester kan
komen om hem te openen".
Overmorgen", zei Basje, „overmorgen is het
feest. Alle auto's uit onze garage doen mee
aan de eerste rit over de nieuwe weg".
„O", zei Fluffie, „die auto's geloof ik wel. Maar
ik wil alleen maar graag zien hoe Annabel de
burgemeester de schaar aanbiedt om het lint
door te knippen".
„Onze Annabel zal er uitzien als een prinses!"
zei Karei de Grote. Vrijdagsavonds voor het don
ker werd gingen Basje en Annabel samen nog
even de weg bekijken. Hij was nu helemaal klaar.
Zwart en glimmend met een sneeuwwitte stip
pellijn precies in het midden lag de weg op de
auto's te wachten. De paaltjes langs de kant had
den kopjes van rood glas die fonkelden als edel
stenen.
,,'t Ziet er mooi uit, hé", zei Grubbel, die met
zijn vrienden, de wals en de asfaltmachines langs
de kant stonden opgesteld.
„We komen even repeteren", zei Basje, „zeg jij
of we het goed doen, Grubbel? Jij hebt al zóveel
wegen zien openen!
„Ga je gang", zei Grubbel. Basje nam zijn petje
af en gaf het aan Annabel. „Zo, dit is het kussen
waar de schaar op ligt", zei hij, „en dit hij
haalde vlug zijn zakmes te voorschijn „dit is
de zilveren schaar. En ik ben de burgemeester".
Hij ging bij het lint staan dat al over de hele
breedte van de weg tussen twee paaltjes gespan
nen was.
„Zo, nu ben ik uit mijn auto gestapt en jij komt
naar me toe". Annabel liep met Basjes petje
plechtig voor zich uit op Basje toe, maakte een
heel klein buiginkje en bood hem het zakmes aan.
Basje nam het er af, deed net of hij het lint door
knipte en zei: „Hiermede verklaar ik deze weg
voor geopend".
Annabel klapte in haar handen, want er moest na
tuurlijk ook iemand voor publiek spelen. „Ziezo",
zei Basje, „en nu ben ik Black en ik rijd heel
langzaam met de burgemeester en zijn vrouw de
weg op".
„Ik ben de vrouw van de burgemeester", zei
Annabel. Ze kropen onder het lint door en deftig
wuivend naar de graafmachines en de asfaltreu-
zen schoven ze samen over de stille weg.
„Keurig!", riep Grubbel, „als het morgen óók
zo mooi gaat wordt het een echt feest!
De dag van het openingsfeest begonnen de men
sen in groepjes uit het dorp naar de nieuwe
weg te stromen. Maar natuurlijk hielden ze zich
wel aan de kant, want eerst moest de auto van
de burgemeester nog passeren die met Black
vooraan zou rijden.
„Ja, daar komt iets!", riep Berend, de chauffeur
van Grubbel, die bovenop zijn machine was ge
klommen. „Is het een zwarte auto?", riep Basje
van de grond af omhoog naar Berend.
„Ja, dat geloof ik wel", zei Berend.
De dirigent van het muziekkorps hief zijn stok
je op en daar schalde de muziek. Tetteretete-
retet! Iedereen werd er helemaal vrolijk van;
mensen gingen op hun tenen staan en de school
kinderen zwaaiden met vlaggetjes. Maar het was
helemaal de auto voor de burgemeester niet. Het
was Buts, de auto van de schrijver, die weer zó
onder de modder zat dat hij uit de verte geen
rode maar een zwarte auto leek. Maar dacht je
dat die domme dromer aan het stuur de muziek
hoorde of de vlaggetjes zag? Niks hoor! De schrij
ver in zijn modderige auto schoot al die mensen
voorbij, recht op de nieuwe weg af, recht op het
zijden lint dat nog doorgeknipt moest worden. De
schrijver zag het wel maar hij dacht dat het ge
woon een witte streep over de weg was, net als
de stippellijnen die in de lengte liepen.
Basje schreeuwde, Annabel liet haar kussen val
len, de muziek hield midden in de mars op met
spelen en de motor van Buts die het verschrik
kelijke zag aankomen schokte van schrik. Maar
het was al te laat; het lint stond eventjes strak
rond de neus van Buts, toen brak het bij de paal
tjes af en als allereerste auto schoot Buts de nieu
we weg op.
Boze politieagenten stoven op hem af; de auto
mobilisten die geduldig op hun plaatsje in de rij
stonden, toeterden boos en de grote graafmachi
nes lachten om de domme schrijver.
„Aan de kant! Aan de kant!", riep Berend bo
venop Grubbel, „daar komt de burgemeester!"
Annabel raapte vlug haar kussen en de schaar
op en Basje en nog een jongetje gingen ieder aan
een kant van de weg staan, allebei aan een kant
van het lint dat bij de paaltjes was afgebroken.
„We doen net of wij de paaltjes zijn", had Basje
nog vlug geroepen en gelukkig was het jongetje
zo slim om het meteen te begrijpen.
Langzaam en deftig reed Black naar het begin
van de weg; de muziek zette de mars weer
in. Annabel veegde vlug het stof van haar kussen
tje en legde de schaar er weer op.
Toen de burgemeester was uitgestapt en naar het
lint wandelde, knikten haar knieën wel een beetje,
maar het buiginkje lukte toch en toen de burge
meester het lint in tweeën knipte en uitriep:
„Hiermede verklaar ik deze weg voor geopend",
zuchtte ze diep van opluchting. En Basje met het
stuk lint in zijn hand, zuchtte ook. En Basjes va
der die Black voetstaps over de weg reed óók.
Maar dat merkte niemand want door de vrolijke
muziek en het getoeter van de lange rij auto's
die nu de weg opschoven, was iedereen Buts al
weer vergeten.
Alleen Grubbel de graafmachine schokte nog wel
een uur lang na van het lachen toen hij met zijn
baas Berend vertrok naar de volgende nieuwe
weg. (Wordt vervolgd)
O
m
73
DAMES LEIS (LINKS) EN LANDMAN
brieven en cadeautjes
DAG MOEDER, 't moederdag. Het
is, vijftig jaar geleden, voor het
eerst in Amerika gezegd. In 1914
namelijk proclameerde men bij
congresbesluit dat moederdag tot
officiële vierdag werd beschouwd
vanaf dat moment. Zeven jaar te
voren was het eigenlijk al begon
nen. Ene Anne M. Jarvis riep toen
de zonen en dochters van de stad
Philadelphia op om op de tweede
zondag in mei speciaal hun moe
ders te gedenken. Haar gedachten
gingen niet in eerste instantie uit
naar cadeautjes. Zij riep op tot
het bijwonen van een speciale
dienst in haar kerk en tot het dra
gen van een witte anjer. In de ja
ren na de tweede wereldoorlog
kwam pas d gewoonte van het ge
schenkjes uitdelen in zwang. Er
verscheen naast de witte anjer een
rode, welke laatste alleen werd ge
dragen door mensen wier moeder
nog leefde.
Vele landen zijn sindsdien, om welk
motief dan ook. tot het officieel in
voeren van moederdag overgegaan.
Vooral de gewoonte van" het kleine ge
schenk is internationaal geworden. In
Amerika is lange tijd het steriotype ge
schenk geweest een schilderij van Whist-
Ier (uit 1872): moeder en kind. Niet
minder dan vijf miljoen reprodukties zijn
er van verkocht. Het laat zich denken
dat moeders met twaalf kinderen daar
over kunnen meepraten.
Ook in Nederland wordt moeder één dag
per jaar een beetje hartelijker behandeld
dan gewoonlijk. Het gebeurt nog wel niet
zo lang, maar toch wel oprecht, ondanks
schimpscheuten van sikkeneuren die iets
over middenstand en commercie preve
len.
We hebben deze week een drietal Zeeuw
se plaatsen bezocht en het onderwerp
„moederdag" besproken met twee groot
moeders, een moeder en een meisje van
11 jaar. Moederdag is voor hen geen
farce, zoals moge blijken uit hun reac
ties.
Mevrouw P. Leis-van Haveren is vier
enzeventig jaar. Zij woont sinds een
maand in net bejaardentehuis Randvvijck
in Goes in een kamertje met wat eigen
spullen. Zij zit er behoudens de be
zoekjes van medebewoners wat een
zaam omdat haar kinderen allen in het
buitenland wonen. Terwijl zij met grote
handigheid haar fraaie boerinnemuts
(„die kosten vierhonderd gulden me
vrouw") netjes opspeldt voor de foto
vertelt ze vergenoegd: „Een dochter van
me woont in Canada, de andere vaart
met d'r man mee, in België. En dan
heb ik nog twee jongens, eentje in Ame
rika en een in Schotland. Ze zijn allemaal
al zo'n beetje vijftien jaar weg, maar ze
z(jn nog zo hartelijk. Toen ik pas hier
„Wat betaalt u nu
voor uw kousen?"
De mevrouw aan wie ik dit vroeg,
lachte raadselachtig. „Meer aan
vroeger", zei ze, „maar vroeger wa
ren ze duurder." „Hoe bedoelt u?.",
vroeg ik. „Vroeger kocht- ik goed
kope nylons. Die waren altijd vlug
kapot. Elke week tenminste een
paar." Ik knikte instemmend.
„Maar nu betaal ik iets meer voor
extra sterke wandelnylons. Het re
sultaat? Dit paar hier draag ik al
een week of zes." „Zes weken?",
herhaalde ik verbaasd, „maar dan
zijn ze zeker „Nee hoor", zei de
mevrouw, „prachtige wandelny
lons. Kijk maar!". Ik keek met ogen
vol twijfelMaar hoe kan dat?"
vroeg ik verbaasd.
Die ^xtra sterke wandelnylons (ein
delijk de oplossing voor het-pro
bleem van de hoge nylon-rekening)
hetenDANLON SOLID (met naad)
of DANLON BOULEVARD (naad
loos). Ze kosten f 2.95. Verkrijgbaar
bij uw textielhandelaar:
Schcldestraat 20-22, Vlïssingen.
(Advertentie)
kwam, in Randwijck, is m'n zoon uit
Schotland meteen overgekomen om te
zien of ik het wel naar mijn zin had. Als
ik jarig ben sturen ze allemaal een bloe
metje naar me en als het kon zouden
ze allemaal komen".
Onder het genot van een heerlijk kopje
koffie vertelt mevrouw Leis, als we vra
gen of ze haar kinderen niet erg mist:
„Oh, maar ik ben er pas naar toe ge
weest. Met het vliegtuig, eerst naar
Canada, toen naar New York, en toen
naar Schotland. Bang? Welnee. Ze bren
gen je er wel hoor". Ze grinnikt een
beetje en zegt: „Je stapt ln je stoel en
je zit net zoals je nou zit. Ik vind het
wel fijn hoor, vliegen. We waren uren
te vroeg in Schotland, en het was slecht
weer. Het vliegveld stond blank van de
regen. Maar 't is voor mekaar geko
men. Ja, bekijks had ik wel, met m'n
Zeeuwse klederdracht. In Schotland hin
gen ze uit het dakraam om foto's te
Met de kleinkinderen kon mevrouw Leis
alleen spreken als hun ouders als tolk
optraden, omdat ze alleen de Engelse
MEVROUW DOOMS
parfum op de proppen
spulletjes, behalve het bed. En soms
komt m'n zuster over, die blijft dan
meeëten, gezellig hoor. Drie kleinkin
deren heb ik, en die komen ook mee na
tuurlijk, zondag. Ze zullen ook wel veel
fruit voor me meebrengen, want daar
ben ik nou eenmaal dol op".
Beide dames zijn nog geweldig fit. Me
vrouw Landman zingt zelfs nog mee
in het koor van het huis. Ze vertrouwt
ons toe: „We zingen wel eens een beetje
vals, maar 't is echt gezellig. We hebben
een gemengd koor, en we gaan soms
een reisje maken, buiten de jaarlijkse
reis om die we met z'n allen doen".
En dat zangkoor ligt mevrouw Landman
na aan het hart. Want hoewel ze met
genoegen zit te praten dwaalt haar aan
dacht toch af als we zijn net tijdens
het zanguurtje gearriveerd de eerste
klanken van het koor door het gebouw
weerklinken. Buiten kan men de zangers
en zangeressen nog horen, want 't zin
gen gebeurt met overgave, onder leiding
van een jeugdige directrice, die door
mevrouw Landman trots met „onze moe
der" wordt aangeduid. Een moeder dan,
ING RID EN PIM
...meer lekkers
taal machtig zijn. De taal was op de
hele reis die deze bijna vijfenzeventig-
ja-ige in haar eentje ondernam een strui
kelblok, maar de mensen in het vlieg
tuig hielpen haar overal zo goed moge
lijk.
Mevrouw Leis is een tevreden vrouw.
Zondag is het moederdag, en haar kin
deren zitten in het buitenland. Maar ze
is er zeker van dat ze moeder niet ver
geten en ze zullen brieven sturen. Zij
klaagt niet en vertelt rustig over haar
grote reis en met sympathie over haar
kinderen. En als een nieuwsgierige buur
vrouw zich met een vragend: „Oh, ei je
volluk?" naar binnen wil reppen zegt ze
kordaat: „Ja, ik kan je noe nie ebbe",
maar lacht er vriendelijk bij.
Er is, naast de P.Z.C., nog meer volluk
op bezoek. Ook een buurvrouw van
Randwijck, mevrouw P. Landman-
Hensdijk, die al negenenzeventig is. „We
kunnen 't bést met elkaar vinden hoor",
zegt mevrouw Leis en terwijl mevrouw
Landman het woord neemt reddert ze
wat met de suikerschep en de kopjes.
Mevrouw Landman is in Arnemuiden
geboren: „Daarom lust ik nog zo graag
vis". Ook zij heeft het best naar haar
zin. Haar twee kinderen wonen allebei
in Goes en op de vraag hoe zij moeder
dag zal doorbrengen antwoordt ze: „Zou
den m'n kinderen dan niet komen! Nou!
Ze brengen cadeautjes voor me mee,
vooral fruit, daar hou ik erg van. Geen
zoetigheid, dan word ik te dik. Ze mogen
me opzoeken van 's morgens acht tot
's avonds tien, en dan kunnen ze thee
en koffie krijgen. Ik zit al drie jaar
in Randwijck, maar ik zou niet meer te
rugwillen. We mogen zelf werken, als
we dat kunnen, en we hebben onze eigen
Hel nieuwe Buifenvelder! bij Amster
dam is een verzameling van hyper-
nuchtere hedendaagse woonblokken.
Een koele huizenwereld waar bij storm
wind het zand van de nog braaklig
gende terreinen rondom de huizen
giert; waar men in vijf minuten tijds
drie mensen kan ontmoeten die vruch
teloos lopen te zoeken naar het adres
van iets of iemand in deze nieuwe
buurt.
Maar ook in dergelijke nuchtere steen
klompen kan de fantasie leven en zich
ontplooien. In de bovenste woonlaag
van één der huizenblokken aan het
„Nedersticht" is het maar één stap
naar een fantasiewereld waarin pop
pen, kralen en een menigte primitieve
materialen belangrijke rollen vervullen.
In de woning van Kea Tan krijgt de
fantasie van de bewoonster „de ruim
te" al klinkt dat wat paradoxaal in
verband met de afmetingen van een
hedendaagse moderne flat!
die een zeventig grootmoeders en -va
ders onder haar hoede heeft, maar die
met een achting wordt behandeld waar
menige nozem een voorbeeld aan kan
7ijf kinderen, een hond en een echt-
V genoot zijn de wezens die de dage-
lijke zorg behoeven van mevrouw C. E.
Dooms-Nieuwelink (37 jaar) uit Terneu-
zen. Op de hond na, zal het hele gezin
zich zondag beijveren om moedér in het
moederdagzonnetje te zetten. Mevrouw
Doorns heeft dan van te voren wel even
losjesweg wat tips in het rond gestrooid,
want hartelijkheid stelt zij zeer op prijs,
maar: „Ach, soms zeg ik, als je dan toch
iets wii geven doe dan een mooie kop en
schotel, of bloemen, daar ben ik erg dol
op. M'n man is zo'n lieverd hè, die soms
met een fles parfum op de proppen komt,
maar daar geef ik helemaal niks om. Of
een lippenstift, of, nou, één keer ben ik
kwaad geweest. Toen kreeg ik een hor
loge. Ten eerste was dat veel te veel. en
dan, het is aan mij toch niet besteed.
Nee, je droomt wel eens ergens van
hoor, bijvoorbeeld laatst, in Breda. Daar
zag ik een tegel, prachtig. Maar ja, tach
tig gulden, dat is veel te duur natuurlijk.
Dat kan gewoon niet, maar je kunt wel
eens zo'n wens hebben. Ik ben in mei ja
rig, en soms geven ze iets voor die twee
dagen samen. Eens had ik gezegd dat ik
van die kleine mokkakopjes wou heb
ben. Winkel aangewezen, gezegd dat ze
niet zo duur waren, en toen kreeg als
verrassing een armband of zo".
Mevrouw Dooms, die als liefhebbende
moeder kleine teleurstellingen achter een
maskertje van spontane verrassing heeft
leren verbergen zegt nuchter: „Ik doe,
vooral voor de kleintjes, stomverwon-
dags beginnen ze al: moet ik eens zeg-
derd en enthousiast natuurlijk, 's Zater-
gen wat Je krijgt mam? Pak het eens
uit?".
Het blijft overigens wel bij cadeautjes
krijgen. „Mama laten uitslapen enzo,
zoals je dat wel leest, en de hele bubs
verzorgd, nou dat is er niet bij hoor.
Maar dat verwacht ik ook niet, 't gaat
echt om het Idee. We maken er een ge
zellige dag van. M'n man rijdt voor zijn
werk al hele dagen, en toch maken we
dan meestal wel een ritje, hetgeen met
vijf kinderen erbij, een hele prestatie
van hem is. En ik maak bij het eten
iets extra's. Nee. niet de man de hele
dag_ in de keuken, ik zie het al gebeu-
Hoe het cadeautje kopen voor haar ge
beurt? „Nou, papa gaat met de kin
dertjes wel iets kopen. M'n oudste doch
ter houdt het Idee namelijk wel warm,
dus vergeten zullen ze het nooit. Ik heb
een jongen en een meisje van zeven en
vijf jaar. die hebben op de televisie ge
zien hoe ze papleren bloemen moeten
maken en verven, en dat zullen ze nu
gaan doen. En op school maken ze ook
•.vel iets, voor een luciferdoosje of zo.
M'n oudste dochter geeft te gemakkelijk
uit. maar een van m'n zoons zit nogal
op zijn centen.. Ze moeten het cadeautje
zelf betalen, en hij riep ook meteen al:
ja, maar en
En als het cadeautje is gekocht groe
peert het gezin zich rond het bed van
moeder en dan... maken ze ruzie over
het feit wie het zal geven. Meneer Doorns
kwijt zich dan meestal maar van die
taak, behalve vorig jaar, toen er ge
noeg pakjes waren voor allemaal. „Ik
heb toen allerlei nuttige dingen gehad,
een aardappelmesje, een zeefje, enzo,
daar had ik allemaal om gevraagd".
En wat vindt de moeder van dit woelige
maar gezellige gezin nu zelf van moe
derdag? Ze zegt een beetje peinzend:
„Als alle moeders op de hele wereld
hun kinderen alles zouden kunnen ge
ven. dan zou dat voor vele moeders de
mooiste moederdag zijn. Als dat verwe
zenlijkt zou kunnen worden zou ik, hoe
blij ik ook met m'n cadeautjes ben.
eigenlijk liever niks willen hebben
ïngrid en Pim uit Vlissingen hebben
1 allebei blauwe ogen en blond krulhaar
Ingrid Veldman is elf jaar, broertje Pim
is nog maar zes. Ingrid, die al in de zesde
klas zit is van de week alleen de stad
in geweest om wat voor haar moeder
te kopen. „Ik heb het geheim gehouden",
vertelt ze met een ernstig snuitje, ,,'t is
onderin de linnenkast verstopt, onder
een stapel dekens". En wat gebeurt er
nu als mama het pakje tegenkomt „Oh,
dan begrijpt ze het wel. Ik vind het leuk
om mama te verrassen. Pim ook, die
heeft wat op school gemaakt en hij wou
het van de week al geven, maar dat
wou mama niet hebben. Ik heb ook maar
niet gezegd wat ik gekocht heb. want
h(j kan nog niet zo goed z'n mond hou-
don".
Ingrid ging vroeger met papa iets kopen,
maar sinds verleden jaar doet ze het zelf.
En ze vertelt: „Ik heb het wel altijd
zelf uitgezocht. Mama heeft een boekje
met wensen, en dat kreeg ze nooit eerder
terug dan na moederdag. Dit jaar heb
ik daar geen gebruik van gemaakt. Ik
wou oerst een luciferhanger kopen, maar
die waren te duur. En toen viel m'n oog
op al die kale bloempotten die hier ln
de kamer Btaan. Ik heb nu c-en slerpot
gekocht, zo'n gevlamd bruine, Maar Pim
weet het niet, want anders verraadt tUJ
het".
„Geef Je het alleen
„Nee, samen met Pim, maar eh, dia
heeft nog geen geld".
En geeft papa ook wat denk Jc? „Ja,
een bloemetje" zegt ze beslist en dan,
toch wat aarzelend: „denk ik".
Ingrid vindt het geweldig leuk om haar
moeder te verrassen en omdat mama in
de kamer zit worden alle Informaties
op een samenzweerderstoon verstrekt-
En mama vindt het zelf ook leuk. „Dat
kan je aan d'r gezicht zien". De goede
daad van moederdag is geen eendags
vlieg voor Ingrid. Ze helpt haar moeder
altijd wel een beetje. Op moederdag
staat ze om half acht op. ..En dan ga
ik Pim uit zijn bed halen. Dan maken
we mama wakker en geven we het ca
deautje. Ik ga thee zetten, la, voor papa
ook, als-le er zin in heeft tenminste.
Nou, en dan ga lk mijn kamertje oprui
men".
„Ik ga ook wel eens met W'odan wan
delen. Maar die is erg lui, je moet hem
altijd op gang trekken".
Vorig jaar heeft Ingrid mama verrast
met een heleboel. Een danseresje om
aan de muur te hangen, een flesje lotion,
en een handspiegel. En doen haar vrien
dinnetjes op schoot ook allemaal Iets
voor moeder? „Ja, alleen eentje d'r moe
der ls donderdag jarig, en die hoeft niet
van d'r moeder''.
Waderdag vindt Ingrid ook wel een
V aardige gedachte, maar ze zegt fron
send: „Ja, maar dan gaat mama altijd
mee. Die mannen zijn ook zo moeilijk-
Ik heb papa vorig jaar een nagelknijper
gegeven, en voor de rest een paar siga
ren".
Op de laatste vraag krijgen we een wel
heel oprecht antwoord. Want als we
vragen wat ze leuker vindt, moederdag
of ae verjaardag van mama zegt ze: „De
verjaardag, want dan krygen'we meer
lekkers. En dan gaan we uit ook. Maar
wat mama zelf net leukste vindt, dét
weet lk niet".
ZOMER... ZON... STRAND..,
BADSTOFFEN
geweven strepen 90 br. 5,90
uni tinten 90 br. 5,90
Schotse ruiten 140 br. 10,90
Paneldessins 60 br. 5,90
-GOES. LANGE KERKSTRAAT 44
TERUEUZEft NIEUWSTRAAT 6-8
Zo heel veel ruimte heeft Kea Tan ook
niet nodig voor het uitleven van
haar fantasie. Wel veel bergruimte voor
haar materialen en dat zijn op het ogen
blik voornamelijk kralen. Kralen in alle
kleuren, afmetingen en soorten; kralen
in bossen van vijfhonderd, duizend en
soms wel tweeduizend: kralen van porse
lein, van klei, en vooral de „gebroken"
exemplaren van doodgewoon glas, van
het soort waarmee schoolmeisjes vroe
ger „een potje kralen" speelden.
Het land van herkomst van deze hon
derden voorwerpjes ls meestal Italië.
Kea Tan koopt ze in via de groothandel,
die haar ook (per stuk) de grote, vaak
bizar gevormde kralen levert: handge
maakte exemplaren die dan ook aanmer
kelijk duurder zijn. Ze krijgt haar ma
terialen ook we! via vrienden en relaties
uit andere landen: uit het verre Oosten
uit Perzië, uit Suriname. En al deze bui
tenlandse basismaterialen gaan in het
Hollandse Buitenveldert in de smelt
kroes van Kea Tans fantasie.
Want Kea Tan heeft een stel handen
én een geest die voortdurend bezig
willen zijn om niet te zeggen: móéten
zijn. Die rusteloze inslag resulteerde en
kele jaren geleden, toen ziekte haar tot
rusthouden dwong, in het maken van
poppen. Geesteskinderen die ze aanvan
kelijk allemaal weggaf tot ze ontdek
te dat die poppen nog een mogelijkheid
lot „een tweede leven" bezaten.
Kleurendia's van poppentaferelen bleken
namelijk de basis te kunnen vormen voor
heel aantrekkelijke en beslist onalle
daagse illustraties. Illustraties voor een
kalender bijvoorbeeld en ook voor een
kinderverhaal van Kea Tans hand dat te
zijner tijd met dergelijke illustraties zal
verschijnen.
En het poppentafereel komt ook weer te
pas aan een reclameopdracht die ze op
het ogenblik onderhanden heeft en die
haar geconfronteerd heeft met weer een
nieuw materiaal met mogelijkheden
en ook met moeilijkheden. Een vlinder
licht geperforeerd plastic waaruit op een
achtergrond van gevlochten nylon het
decor voor het poppentafereel moet ont
staan. Op de vloer van haar woonkamer
zit ze moeizaam te werken aan het de-
cortje: „Het is boeiend materiaal, maar
ontzettend weerspannig en onbereken
baar, het succes hangt helemaal op de
weerspiegelingseffecten van dit spul".
Het experimenteren met niet-alledaagse
materialen is overigens wel teke
nend voor het karakter van Kea Tans
werkdrift. In de loop der tijden heeft ze
allerlei materialen en vaak wonder
lijke materialen verwerkt in de ket
tingen en sieraden die haar handen ver
vaardigen. Haar werk maakt de indruk,
een tasten en zoeken te zijn naar steeds
nieuwe vormen. Ze zocht en vond ze bij
voorbeeld ln kreefteschaartjes die (ge-
Keu Tan met haar poppen die de in
leiding vormden tot een periode van
rusteloos werken met steeds nieuwe
materialen: van schelpjes en boom
wortelst-ia „boffen en kiezen' tot
kralen in allerlei soorfen, kleuren en
afmetingen.
verfd) tot grillige ornamentjes aan hals
kettingen werden. Ze maakte kettingen
uit stukjes geverfd boomwortel, uit note-
dopjes en uit fijne sierlijke schelnen en
schelpjes uit het verre Oosten. In haar
kettingen vindt men glazen pijpjes uit de
ouderwetse glazen lampekappen. maar
ook mozaiekkralen uit Perzië en onge
lijkvormige kralen van gebakken klei.