iffiwi MOEDERDAG De fantasie van Kea Tan De nïeuu/e weg PU Zaterdag 9 mei 1964 RUBBEL, de grote graafmachine, wuifde vrolijk met zijn reusachtige ijzeren hand en knorde tevreden. „Ziezo", zei hij tegen Basje en Annabel, die aan de kant van de nieuwe weg stonden te kijken hoe het laatste metertje asfalt als een matje over de rijweg werd gerold door de vrienden van Grabbel. Het waren ook grote gele reuzen die met veel gerook en gesnor hun werk deden. „Ziezo", zei Grabbel nog eens, „dat is gebeurd. Jullie nieuwe weg is klaar. De burgemeester kan komen om hem te openen". Overmorgen", zei Basje, „overmorgen is het feest. Alle auto's uit onze garage doen mee aan de eerste rit over de nieuwe weg". „O", zei Fluffie, „die auto's geloof ik wel. Maar ik wil alleen maar graag zien hoe Annabel de burgemeester de schaar aanbiedt om het lint door te knippen". „Onze Annabel zal er uitzien als een prinses!" zei Karei de Grote. Vrijdagsavonds voor het don ker werd gingen Basje en Annabel samen nog even de weg bekijken. Hij was nu helemaal klaar. Zwart en glimmend met een sneeuwwitte stip pellijn precies in het midden lag de weg op de auto's te wachten. De paaltjes langs de kant had den kopjes van rood glas die fonkelden als edel stenen. ,,'t Ziet er mooi uit, hé", zei Grubbel, die met zijn vrienden, de wals en de asfaltmachines langs de kant stonden opgesteld. „We komen even repeteren", zei Basje, „zeg jij of we het goed doen, Grubbel? Jij hebt al zóveel wegen zien openen! „Ga je gang", zei Grubbel. Basje nam zijn petje af en gaf het aan Annabel. „Zo, dit is het kussen waar de schaar op ligt", zei hij, „en dit hij haalde vlug zijn zakmes te voorschijn „dit is de zilveren schaar. En ik ben de burgemeester". Hij ging bij het lint staan dat al over de hele breedte van de weg tussen twee paaltjes gespan nen was. „Zo, nu ben ik uit mijn auto gestapt en jij komt naar me toe". Annabel liep met Basjes petje plechtig voor zich uit op Basje toe, maakte een heel klein buiginkje en bood hem het zakmes aan. Basje nam het er af, deed net of hij het lint door knipte en zei: „Hiermede verklaar ik deze weg voor geopend". Annabel klapte in haar handen, want er moest na tuurlijk ook iemand voor publiek spelen. „Ziezo", zei Basje, „en nu ben ik Black en ik rijd heel langzaam met de burgemeester en zijn vrouw de weg op". „Ik ben de vrouw van de burgemeester", zei Annabel. Ze kropen onder het lint door en deftig wuivend naar de graafmachines en de asfaltreu- zen schoven ze samen over de stille weg. „Keurig!", riep Grubbel, „als het morgen óók zo mooi gaat wordt het een echt feest! De dag van het openingsfeest begonnen de men sen in groepjes uit het dorp naar de nieuwe weg te stromen. Maar natuurlijk hielden ze zich wel aan de kant, want eerst moest de auto van de burgemeester nog passeren die met Black vooraan zou rijden. „Ja, daar komt iets!", riep Berend, de chauffeur van Grubbel, die bovenop zijn machine was ge klommen. „Is het een zwarte auto?", riep Basje van de grond af omhoog naar Berend. „Ja, dat geloof ik wel", zei Berend. De dirigent van het muziekkorps hief zijn stok je op en daar schalde de muziek. Tetteretete- retet! Iedereen werd er helemaal vrolijk van; mensen gingen op hun tenen staan en de school kinderen zwaaiden met vlaggetjes. Maar het was helemaal de auto voor de burgemeester niet. Het was Buts, de auto van de schrijver, die weer zó onder de modder zat dat hij uit de verte geen rode maar een zwarte auto leek. Maar dacht je dat die domme dromer aan het stuur de muziek hoorde of de vlaggetjes zag? Niks hoor! De schrij ver in zijn modderige auto schoot al die mensen voorbij, recht op de nieuwe weg af, recht op het zijden lint dat nog doorgeknipt moest worden. De schrijver zag het wel maar hij dacht dat het ge woon een witte streep over de weg was, net als de stippellijnen die in de lengte liepen. Basje schreeuwde, Annabel liet haar kussen val len, de muziek hield midden in de mars op met spelen en de motor van Buts die het verschrik kelijke zag aankomen schokte van schrik. Maar het was al te laat; het lint stond eventjes strak rond de neus van Buts, toen brak het bij de paal tjes af en als allereerste auto schoot Buts de nieu we weg op. Boze politieagenten stoven op hem af; de auto mobilisten die geduldig op hun plaatsje in de rij stonden, toeterden boos en de grote graafmachi nes lachten om de domme schrijver. „Aan de kant! Aan de kant!", riep Berend bo venop Grubbel, „daar komt de burgemeester!" Annabel raapte vlug haar kussen en de schaar op en Basje en nog een jongetje gingen ieder aan een kant van de weg staan, allebei aan een kant van het lint dat bij de paaltjes was afgebroken. „We doen net of wij de paaltjes zijn", had Basje nog vlug geroepen en gelukkig was het jongetje zo slim om het meteen te begrijpen. Langzaam en deftig reed Black naar het begin van de weg; de muziek zette de mars weer in. Annabel veegde vlug het stof van haar kussen tje en legde de schaar er weer op. Toen de burgemeester was uitgestapt en naar het lint wandelde, knikten haar knieën wel een beetje, maar het buiginkje lukte toch en toen de burge meester het lint in tweeën knipte en uitriep: „Hiermede verklaar ik deze weg voor geopend", zuchtte ze diep van opluchting. En Basje met het stuk lint in zijn hand, zuchtte ook. En Basjes va der die Black voetstaps over de weg reed óók. Maar dat merkte niemand want door de vrolijke muziek en het getoeter van de lange rij auto's die nu de weg opschoven, was iedereen Buts al weer vergeten. Alleen Grubbel de graafmachine schokte nog wel een uur lang na van het lachen toen hij met zijn baas Berend vertrok naar de volgende nieuwe weg. (Wordt vervolgd) O m 73 DAMES LEIS (LINKS) EN LANDMAN brieven en cadeautjes DAG MOEDER, 't moederdag. Het is, vijftig jaar geleden, voor het eerst in Amerika gezegd. In 1914 namelijk proclameerde men bij congresbesluit dat moederdag tot officiële vierdag werd beschouwd vanaf dat moment. Zeven jaar te voren was het eigenlijk al begon nen. Ene Anne M. Jarvis riep toen de zonen en dochters van de stad Philadelphia op om op de tweede zondag in mei speciaal hun moe ders te gedenken. Haar gedachten gingen niet in eerste instantie uit naar cadeautjes. Zij riep op tot het bijwonen van een speciale dienst in haar kerk en tot het dra gen van een witte anjer. In de ja ren na de tweede wereldoorlog kwam pas d gewoonte van het ge schenkjes uitdelen in zwang. Er verscheen naast de witte anjer een rode, welke laatste alleen werd ge dragen door mensen wier moeder nog leefde. Vele landen zijn sindsdien, om welk motief dan ook. tot het officieel in voeren van moederdag overgegaan. Vooral de gewoonte van" het kleine ge schenk is internationaal geworden. In Amerika is lange tijd het steriotype ge schenk geweest een schilderij van Whist- Ier (uit 1872): moeder en kind. Niet minder dan vijf miljoen reprodukties zijn er van verkocht. Het laat zich denken dat moeders met twaalf kinderen daar over kunnen meepraten. Ook in Nederland wordt moeder één dag per jaar een beetje hartelijker behandeld dan gewoonlijk. Het gebeurt nog wel niet zo lang, maar toch wel oprecht, ondanks schimpscheuten van sikkeneuren die iets over middenstand en commercie preve len. We hebben deze week een drietal Zeeuw se plaatsen bezocht en het onderwerp „moederdag" besproken met twee groot moeders, een moeder en een meisje van 11 jaar. Moederdag is voor hen geen farce, zoals moge blijken uit hun reac ties. Mevrouw P. Leis-van Haveren is vier enzeventig jaar. Zij woont sinds een maand in net bejaardentehuis Randvvijck in Goes in een kamertje met wat eigen spullen. Zij zit er behoudens de be zoekjes van medebewoners wat een zaam omdat haar kinderen allen in het buitenland wonen. Terwijl zij met grote handigheid haar fraaie boerinnemuts („die kosten vierhonderd gulden me vrouw") netjes opspeldt voor de foto vertelt ze vergenoegd: „Een dochter van me woont in Canada, de andere vaart met d'r man mee, in België. En dan heb ik nog twee jongens, eentje in Ame rika en een in Schotland. Ze zijn allemaal al zo'n beetje vijftien jaar weg, maar ze z(jn nog zo hartelijk. Toen ik pas hier „Wat betaalt u nu voor uw kousen?" De mevrouw aan wie ik dit vroeg, lachte raadselachtig. „Meer aan vroeger", zei ze, „maar vroeger wa ren ze duurder." „Hoe bedoelt u?.", vroeg ik. „Vroeger kocht- ik goed kope nylons. Die waren altijd vlug kapot. Elke week tenminste een paar." Ik knikte instemmend. „Maar nu betaal ik iets meer voor extra sterke wandelnylons. Het re sultaat? Dit paar hier draag ik al een week of zes." „Zes weken?", herhaalde ik verbaasd, „maar dan zijn ze zeker „Nee hoor", zei de mevrouw, „prachtige wandelny lons. Kijk maar!". Ik keek met ogen vol twijfelMaar hoe kan dat?" vroeg ik verbaasd. Die ^xtra sterke wandelnylons (ein delijk de oplossing voor het-pro bleem van de hoge nylon-rekening) hetenDANLON SOLID (met naad) of DANLON BOULEVARD (naad loos). Ze kosten f 2.95. Verkrijgbaar bij uw textielhandelaar: Schcldestraat 20-22, Vlïssingen. (Advertentie) kwam, in Randwijck, is m'n zoon uit Schotland meteen overgekomen om te zien of ik het wel naar mijn zin had. Als ik jarig ben sturen ze allemaal een bloe metje naar me en als het kon zouden ze allemaal komen". Onder het genot van een heerlijk kopje koffie vertelt mevrouw Leis, als we vra gen of ze haar kinderen niet erg mist: „Oh, maar ik ben er pas naar toe ge weest. Met het vliegtuig, eerst naar Canada, toen naar New York, en toen naar Schotland. Bang? Welnee. Ze bren gen je er wel hoor". Ze grinnikt een beetje en zegt: „Je stapt ln je stoel en je zit net zoals je nou zit. Ik vind het wel fijn hoor, vliegen. We waren uren te vroeg in Schotland, en het was slecht weer. Het vliegveld stond blank van de regen. Maar 't is voor mekaar geko men. Ja, bekijks had ik wel, met m'n Zeeuwse klederdracht. In Schotland hin gen ze uit het dakraam om foto's te Met de kleinkinderen kon mevrouw Leis alleen spreken als hun ouders als tolk optraden, omdat ze alleen de Engelse MEVROUW DOOMS parfum op de proppen spulletjes, behalve het bed. En soms komt m'n zuster over, die blijft dan meeëten, gezellig hoor. Drie kleinkin deren heb ik, en die komen ook mee na tuurlijk, zondag. Ze zullen ook wel veel fruit voor me meebrengen, want daar ben ik nou eenmaal dol op". Beide dames zijn nog geweldig fit. Me vrouw Landman zingt zelfs nog mee in het koor van het huis. Ze vertrouwt ons toe: „We zingen wel eens een beetje vals, maar 't is echt gezellig. We hebben een gemengd koor, en we gaan soms een reisje maken, buiten de jaarlijkse reis om die we met z'n allen doen". En dat zangkoor ligt mevrouw Landman na aan het hart. Want hoewel ze met genoegen zit te praten dwaalt haar aan dacht toch af als we zijn net tijdens het zanguurtje gearriveerd de eerste klanken van het koor door het gebouw weerklinken. Buiten kan men de zangers en zangeressen nog horen, want 't zin gen gebeurt met overgave, onder leiding van een jeugdige directrice, die door mevrouw Landman trots met „onze moe der" wordt aangeduid. Een moeder dan, ING RID EN PIM ...meer lekkers taal machtig zijn. De taal was op de hele reis die deze bijna vijfenzeventig- ja-ige in haar eentje ondernam een strui kelblok, maar de mensen in het vlieg tuig hielpen haar overal zo goed moge lijk. Mevrouw Leis is een tevreden vrouw. Zondag is het moederdag, en haar kin deren zitten in het buitenland. Maar ze is er zeker van dat ze moeder niet ver geten en ze zullen brieven sturen. Zij klaagt niet en vertelt rustig over haar grote reis en met sympathie over haar kinderen. En als een nieuwsgierige buur vrouw zich met een vragend: „Oh, ei je volluk?" naar binnen wil reppen zegt ze kordaat: „Ja, ik kan je noe nie ebbe", maar lacht er vriendelijk bij. Er is, naast de P.Z.C., nog meer volluk op bezoek. Ook een buurvrouw van Randwijck, mevrouw P. Landman- Hensdijk, die al negenenzeventig is. „We kunnen 't bést met elkaar vinden hoor", zegt mevrouw Leis en terwijl mevrouw Landman het woord neemt reddert ze wat met de suikerschep en de kopjes. Mevrouw Landman is in Arnemuiden geboren: „Daarom lust ik nog zo graag vis". Ook zij heeft het best naar haar zin. Haar twee kinderen wonen allebei in Goes en op de vraag hoe zij moeder dag zal doorbrengen antwoordt ze: „Zou den m'n kinderen dan niet komen! Nou! Ze brengen cadeautjes voor me mee, vooral fruit, daar hou ik erg van. Geen zoetigheid, dan word ik te dik. Ze mogen me opzoeken van 's morgens acht tot 's avonds tien, en dan kunnen ze thee en koffie krijgen. Ik zit al drie jaar in Randwijck, maar ik zou niet meer te rugwillen. We mogen zelf werken, als we dat kunnen, en we hebben onze eigen Hel nieuwe Buifenvelder! bij Amster dam is een verzameling van hyper- nuchtere hedendaagse woonblokken. Een koele huizenwereld waar bij storm wind het zand van de nog braaklig gende terreinen rondom de huizen giert; waar men in vijf minuten tijds drie mensen kan ontmoeten die vruch teloos lopen te zoeken naar het adres van iets of iemand in deze nieuwe buurt. Maar ook in dergelijke nuchtere steen klompen kan de fantasie leven en zich ontplooien. In de bovenste woonlaag van één der huizenblokken aan het „Nedersticht" is het maar één stap naar een fantasiewereld waarin pop pen, kralen en een menigte primitieve materialen belangrijke rollen vervullen. In de woning van Kea Tan krijgt de fantasie van de bewoonster „de ruim te" al klinkt dat wat paradoxaal in verband met de afmetingen van een hedendaagse moderne flat! die een zeventig grootmoeders en -va ders onder haar hoede heeft, maar die met een achting wordt behandeld waar menige nozem een voorbeeld aan kan 7ijf kinderen, een hond en een echt- V genoot zijn de wezens die de dage- lijke zorg behoeven van mevrouw C. E. Dooms-Nieuwelink (37 jaar) uit Terneu- zen. Op de hond na, zal het hele gezin zich zondag beijveren om moedér in het moederdagzonnetje te zetten. Mevrouw Doorns heeft dan van te voren wel even losjesweg wat tips in het rond gestrooid, want hartelijkheid stelt zij zeer op prijs, maar: „Ach, soms zeg ik, als je dan toch iets wii geven doe dan een mooie kop en schotel, of bloemen, daar ben ik erg dol op. M'n man is zo'n lieverd hè, die soms met een fles parfum op de proppen komt, maar daar geef ik helemaal niks om. Of een lippenstift, of, nou, één keer ben ik kwaad geweest. Toen kreeg ik een hor loge. Ten eerste was dat veel te veel. en dan, het is aan mij toch niet besteed. Nee, je droomt wel eens ergens van hoor, bijvoorbeeld laatst, in Breda. Daar zag ik een tegel, prachtig. Maar ja, tach tig gulden, dat is veel te duur natuurlijk. Dat kan gewoon niet, maar je kunt wel eens zo'n wens hebben. Ik ben in mei ja rig, en soms geven ze iets voor die twee dagen samen. Eens had ik gezegd dat ik van die kleine mokkakopjes wou heb ben. Winkel aangewezen, gezegd dat ze niet zo duur waren, en toen kreeg als verrassing een armband of zo". Mevrouw Dooms, die als liefhebbende moeder kleine teleurstellingen achter een maskertje van spontane verrassing heeft leren verbergen zegt nuchter: „Ik doe, vooral voor de kleintjes, stomverwon- dags beginnen ze al: moet ik eens zeg- derd en enthousiast natuurlijk, 's Zater- gen wat Je krijgt mam? Pak het eens uit?". Het blijft overigens wel bij cadeautjes krijgen. „Mama laten uitslapen enzo, zoals je dat wel leest, en de hele bubs verzorgd, nou dat is er niet bij hoor. Maar dat verwacht ik ook niet, 't gaat echt om het Idee. We maken er een ge zellige dag van. M'n man rijdt voor zijn werk al hele dagen, en toch maken we dan meestal wel een ritje, hetgeen met vijf kinderen erbij, een hele prestatie van hem is. En ik maak bij het eten iets extra's. Nee. niet de man de hele dag_ in de keuken, ik zie het al gebeu- Hoe het cadeautje kopen voor haar ge beurt? „Nou, papa gaat met de kin dertjes wel iets kopen. M'n oudste doch ter houdt het Idee namelijk wel warm, dus vergeten zullen ze het nooit. Ik heb een jongen en een meisje van zeven en vijf jaar. die hebben op de televisie ge zien hoe ze papleren bloemen moeten maken en verven, en dat zullen ze nu gaan doen. En op school maken ze ook •.vel iets, voor een luciferdoosje of zo. M'n oudste dochter geeft te gemakkelijk uit. maar een van m'n zoons zit nogal op zijn centen.. Ze moeten het cadeautje zelf betalen, en hij riep ook meteen al: ja, maar en En als het cadeautje is gekocht groe peert het gezin zich rond het bed van moeder en dan... maken ze ruzie over het feit wie het zal geven. Meneer Doorns kwijt zich dan meestal maar van die taak, behalve vorig jaar, toen er ge noeg pakjes waren voor allemaal. „Ik heb toen allerlei nuttige dingen gehad, een aardappelmesje, een zeefje, enzo, daar had ik allemaal om gevraagd". En wat vindt de moeder van dit woelige maar gezellige gezin nu zelf van moe derdag? Ze zegt een beetje peinzend: „Als alle moeders op de hele wereld hun kinderen alles zouden kunnen ge ven. dan zou dat voor vele moeders de mooiste moederdag zijn. Als dat verwe zenlijkt zou kunnen worden zou ik, hoe blij ik ook met m'n cadeautjes ben. eigenlijk liever niks willen hebben ïngrid en Pim uit Vlissingen hebben 1 allebei blauwe ogen en blond krulhaar Ingrid Veldman is elf jaar, broertje Pim is nog maar zes. Ingrid, die al in de zesde klas zit is van de week alleen de stad in geweest om wat voor haar moeder te kopen. „Ik heb het geheim gehouden", vertelt ze met een ernstig snuitje, ,,'t is onderin de linnenkast verstopt, onder een stapel dekens". En wat gebeurt er nu als mama het pakje tegenkomt „Oh, dan begrijpt ze het wel. Ik vind het leuk om mama te verrassen. Pim ook, die heeft wat op school gemaakt en hij wou het van de week al geven, maar dat wou mama niet hebben. Ik heb ook maar niet gezegd wat ik gekocht heb. want h(j kan nog niet zo goed z'n mond hou- don". Ingrid ging vroeger met papa iets kopen, maar sinds verleden jaar doet ze het zelf. En ze vertelt: „Ik heb het wel altijd zelf uitgezocht. Mama heeft een boekje met wensen, en dat kreeg ze nooit eerder terug dan na moederdag. Dit jaar heb ik daar geen gebruik van gemaakt. Ik wou oerst een luciferhanger kopen, maar die waren te duur. En toen viel m'n oog op al die kale bloempotten die hier ln de kamer Btaan. Ik heb nu c-en slerpot gekocht, zo'n gevlamd bruine, Maar Pim weet het niet, want anders verraadt tUJ het". „Geef Je het alleen „Nee, samen met Pim, maar eh, dia heeft nog geen geld". En geeft papa ook wat denk Jc? „Ja, een bloemetje" zegt ze beslist en dan, toch wat aarzelend: „denk ik". Ingrid vindt het geweldig leuk om haar moeder te verrassen en omdat mama in de kamer zit worden alle Informaties op een samenzweerderstoon verstrekt- En mama vindt het zelf ook leuk. „Dat kan je aan d'r gezicht zien". De goede daad van moederdag is geen eendags vlieg voor Ingrid. Ze helpt haar moeder altijd wel een beetje. Op moederdag staat ze om half acht op. ..En dan ga ik Pim uit zijn bed halen. Dan maken we mama wakker en geven we het ca deautje. Ik ga thee zetten, la, voor papa ook, als-le er zin in heeft tenminste. Nou, en dan ga lk mijn kamertje oprui men". „Ik ga ook wel eens met W'odan wan delen. Maar die is erg lui, je moet hem altijd op gang trekken". Vorig jaar heeft Ingrid mama verrast met een heleboel. Een danseresje om aan de muur te hangen, een flesje lotion, en een handspiegel. En doen haar vrien dinnetjes op schoot ook allemaal Iets voor moeder? „Ja, alleen eentje d'r moe der ls donderdag jarig, en die hoeft niet van d'r moeder''. Waderdag vindt Ingrid ook wel een V aardige gedachte, maar ze zegt fron send: „Ja, maar dan gaat mama altijd mee. Die mannen zijn ook zo moeilijk- Ik heb papa vorig jaar een nagelknijper gegeven, en voor de rest een paar siga ren". Op de laatste vraag krijgen we een wel heel oprecht antwoord. Want als we vragen wat ze leuker vindt, moederdag of ae verjaardag van mama zegt ze: „De verjaardag, want dan krygen'we meer lekkers. En dan gaan we uit ook. Maar wat mama zelf net leukste vindt, dét weet lk niet". ZOMER... ZON... STRAND.., BADSTOFFEN geweven strepen 90 br. 5,90 uni tinten 90 br. 5,90 Schotse ruiten 140 br. 10,90 Paneldessins 60 br. 5,90 -GOES. LANGE KERKSTRAAT 44 TERUEUZEft NIEUWSTRAAT 6-8 Zo heel veel ruimte heeft Kea Tan ook niet nodig voor het uitleven van haar fantasie. Wel veel bergruimte voor haar materialen en dat zijn op het ogen blik voornamelijk kralen. Kralen in alle kleuren, afmetingen en soorten; kralen in bossen van vijfhonderd, duizend en soms wel tweeduizend: kralen van porse lein, van klei, en vooral de „gebroken" exemplaren van doodgewoon glas, van het soort waarmee schoolmeisjes vroe ger „een potje kralen" speelden. Het land van herkomst van deze hon derden voorwerpjes ls meestal Italië. Kea Tan koopt ze in via de groothandel, die haar ook (per stuk) de grote, vaak bizar gevormde kralen levert: handge maakte exemplaren die dan ook aanmer kelijk duurder zijn. Ze krijgt haar ma terialen ook we! via vrienden en relaties uit andere landen: uit het verre Oosten uit Perzië, uit Suriname. En al deze bui tenlandse basismaterialen gaan in het Hollandse Buitenveldert in de smelt kroes van Kea Tans fantasie. Want Kea Tan heeft een stel handen én een geest die voortdurend bezig willen zijn om niet te zeggen: móéten zijn. Die rusteloze inslag resulteerde en kele jaren geleden, toen ziekte haar tot rusthouden dwong, in het maken van poppen. Geesteskinderen die ze aanvan kelijk allemaal weggaf tot ze ontdek te dat die poppen nog een mogelijkheid lot „een tweede leven" bezaten. Kleurendia's van poppentaferelen bleken namelijk de basis te kunnen vormen voor heel aantrekkelijke en beslist onalle daagse illustraties. Illustraties voor een kalender bijvoorbeeld en ook voor een kinderverhaal van Kea Tans hand dat te zijner tijd met dergelijke illustraties zal verschijnen. En het poppentafereel komt ook weer te pas aan een reclameopdracht die ze op het ogenblik onderhanden heeft en die haar geconfronteerd heeft met weer een nieuw materiaal met mogelijkheden en ook met moeilijkheden. Een vlinder licht geperforeerd plastic waaruit op een achtergrond van gevlochten nylon het decor voor het poppentafereel moet ont staan. Op de vloer van haar woonkamer zit ze moeizaam te werken aan het de- cortje: „Het is boeiend materiaal, maar ontzettend weerspannig en onbereken baar, het succes hangt helemaal op de weerspiegelingseffecten van dit spul". Het experimenteren met niet-alledaagse materialen is overigens wel teke nend voor het karakter van Kea Tans werkdrift. In de loop der tijden heeft ze allerlei materialen en vaak wonder lijke materialen verwerkt in de ket tingen en sieraden die haar handen ver vaardigen. Haar werk maakt de indruk, een tasten en zoeken te zijn naar steeds nieuwe vormen. Ze zocht en vond ze bij voorbeeld ln kreefteschaartjes die (ge- Keu Tan met haar poppen die de in leiding vormden tot een periode van rusteloos werken met steeds nieuwe materialen: van schelpjes en boom wortelst-ia „boffen en kiezen' tot kralen in allerlei soorfen, kleuren en afmetingen. verfd) tot grillige ornamentjes aan hals kettingen werden. Ze maakte kettingen uit stukjes geverfd boomwortel, uit note- dopjes en uit fijne sierlijke schelnen en schelpjes uit het verre Oosten. In haar kettingen vindt men glazen pijpjes uit de ouderwetse glazen lampekappen. maar ook mozaiekkralen uit Perzië en onge lijkvormige kralen van gebakken klei.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 19