PUZZEL- rubriek DE PUT VAN WILLIBRORD Van winkelbediende tot professor Zaterdag 18 april 1964 zaterdagnummer „Ik ben mijn carrière begonnen als win kelbediende bij Simon de Wit. Drie maan den lang stond ik in Amsterdamse en Zaanse filialen achter de toonbank. Iede re dag ponden en kilo's suiker afwegen, koekjes inpakken, kortom gewoon de klanten bedienen. Ik beschouw deze pe riode als een bijzondere ervaring, die ik niet graag had willen missen. Het was vooral ook een leerzame periode, omdat in die tijd de oorlog in Korea woedde en er stevig werd gehamsterd. Dan leer je je medemensen pas goed kennen. Ja, ik moet zeggen, dat het een prachtige tijd was". MR. DRS. LANGMAN VAN DE N.V. KO NINKLIJKE MAATSCHAPPIJ „DE SCHEL DE" TE VLISSINGEN KREEG VORIGE WEEK OFFICIEEL BERICHT VAN ZIJN BENOEMING TOT BUITENGEWOON HOOGLERAAR AAN DE ECONOMISCHE HOGESCHOOL TE ROTTERDAM. VOOR EEN ONZER REDACTEUREN WAS DAT AANLEIDING TOT EEN GESPREK MET PROF. LANGMAN, DIE REEDS OP 19- JARIGE LEEFTIJD MEESTER IN DE RECH TEN WAS. SEDERT 1955 IS HIJ WERK ZAAM BIJ „DE SCHELDE". ffet kennelijk veel plezier denkt prof. mr. drs. H. Langman, secretaris van de NV Koninklijke Maatschappij „De Schelde" te Vlissingen, aan die maanden terug, want een jongensachtige grijns vergezelt deze hardop gesproken herinne ring. Van winkelbediende tot professor meester doctorandus, het klinkt bijna als de meteoorachtige carrière van de New Yorkse krantenjongen, die het tot mil jonair brengt. Bij prof. mr. drs. Lang man, 33 jaar oud, getrouwd en vader van drie kinderen, liggen de zaken ech ter enigszins anders, want hij had zijn meestertitel al in het bezit, toen hij begon als winkelbediende bij Simon de Wit. Die periode van drie maanden als hulp-in-de-winkel was overigens een aan loop tot zijn functie van directiesecreta ris bij dit grootwinkelbedrijf. Al kan men prof. Langman moeilijk in verband brengen met een krantenjongen, toch is zijn staat van dienst als student uniek. Negentien jaar oud was de heer Lang man, toen hij zich meester in de rechten kon noemen. In drie en een half jaar normaal 5 tot 6 jaar kwam hij klaar met zijn studie, intussen een belangrijk stuk „economie" meenemend, de studie richting, waarin hij nauwelijks drie jaar later he. doctoraal examen aflegde. De heer Langman geeft het toe, dat hij zijn studie in korte tijd heeft voltooid. „Ik was 16, toen ik het einddiploma gymnasium alfa in mijn zak had. Ik was jong en wilde geen tijd verliezen Zó verklaart hij zijn korte studie. En peinzend voegt hij eraan toe: „Ik zou toch wel eens wil len weten hoe het staat met de verhou ding ouderlijke macht ten opzichte van de verantwoordelijkheid van een advo caat van 19 jaar De heer Langman heeft niet getracht die vraag in de prak tijk beantwoord te krijgen. Hij trad in dienst bij Simon de Wit en zette vervol gens zijn studie voort in de economie. Sedert kort kan de heer Langman ook professor voor zijn naam zetten. Hij is namelijk benoemd tot buitengewoon hoog leraar aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam. Een functie, die precies in zijn „straatje" past, met zijn academische opleiding rechten en economie. „Ik geloof wel, dat ik het graag zal doen," zegt hij na enige aar zeling. „Ja, toch wel. Ik verheug me er op. Weet je, hier ben je de gehele dag in de weer, vaak is er ook 's avonds werk. Je hebt vrijwel geen gelegenheid dieper in te gaan op bepaalde onderwer pen, die je interesseren. Nu moet ik me voorbereiden ik ben er al mee bezig en dan ga je dingen doen, waar je anders nooit aan toe zou zijn gekomen. Ook hebben het hoogleraarschap en het college geven het voordeel, dat je bij blijft. Ik heb het eens nagegaan en daar bij is me gebleken, dat zich onder de voorgeschreven literatuur weinig werken bevinden van vóór 1958." Voor prof. mr. drs. Langman is „het bijblijven" een van de grootste attracties van zijn nieuwe baan, die hem overigens slechts een paar uur per week kost aan college geven in Rotterdam, maar des te meer aan voor bereiding. Hij heeft het er echter graag voor over. r)rof. mr. drs. Langman werd 33 jaar A geleden geboren in het Friese dorpje Akkrum aan de spoorlijn naar Leeuwar den. Na enkele jaren gymnasium gevolgd te hebben in de Friese hoofdstad ver huisde hij naar Harderwijk, waar hij op 16-jarige leeftijd het einddiploma behaal de. In Amsterdam studeerde hij aan de Vrije Universiteit rechten en economie. Hoe kort zijn studie in vergelijking met die van anderen ook is geweest, toch was er altijd wel tijd voor een pleziertje. „Ik was een enthousiast lid van het corps. Ik heb verschillende functies bekleed en ik heb zo ongeveer alle feesten meege maakt, die op touw werden gezet," ver volgt hij. Na zijn studie ging de heer Langman in militaire dienst. „Ook zo'n periode, waaraan ik de prettigste herinneringen heb," merkt hij op. Lachend vervolgt hij: „In dienst heb ik een carrière opgebouwd als wachtmeester. Voor de officiersop leiding viel ik af. Het ontbrak me aan de nodige' capaciteiten om leiding te geven vonden ze". Er is bepaald geen wrange klank in zijn stem als hij dat zegt. Veel eerder spreekt hij met enthousiasme over zijn diensttijd. De man, die thans een belangrijke functie vervult bij een be drijf met meer dan drieduizend werk nemers, glimlacht vaag bij de herinne ring aan zijn militaire dienst. In 1955 kwam de heer Langman bij De Schelde in de functie van secretaris. Een baan, die hem veel voldoening schenkt. „Ik reis bijvoorbeeld nogal eens naar het buitenland," merkt hij op: „Moskou, Ghana, Oost-Duitsland, Israël, Hongkong enz. Ik ga altijd mee als er grote con tracten moeten worden afgesloten. Het wonen in Vlissingen bevalt de heer Lang man uitstekend. „Heel wat beter dan bijvoorbeeld in de buurt van de Water weg," zegt hij. „Heerlijk buiten zit je hier. Wat wil je nog meer?" A an hobby's doet de heer Langman niet. „Nee", zegt hij: „Mijn werk is mijn hobby. Als regel is dat buitenge woon ongezond, maar ik voel me er wel bij." Met een brede lach op zijn rimpelig gelaat wijst de 85-jarige Jan Stroo alle fabeltjes over de vroe gere Willibrordusput te Zoutelande van de hand. „Welnee", zegt hij, „het had niets te betekenen. De put is nooit een bedevaartplaats geweest. Het was een gewone waterput, zonder meer. Ik her inner me nog, dat de mensen er uit dronken, 't Was prima water. Jammer, dat het zo vaak verontreinigd werd door vuil, dat kwajongens erin hadden gegooid. Maar bedevaartplaats? Niks hoorl" Niettemin weet Jan Stroo zich goed te herinne ren, dat er vroeger wel eens artsen waren, die patiënten met een oogziekte naar de „wónder- bron" van Zoutelande verwezen. „Ze kwamen hier genezing zoeken," merkt Jan Stroo met een grijns op. „Hun arts had hen gezegd, dat het water van de Willibrordusput genezende kracht had. 't Kan zijn, maar ik heb nooit iemand ont moet, die erdoor genezen werd." Jan Stroo be ziet het allemaal erg nuchter: „Gewoon een wel put in het duin," zegt hij ervan. Eén keer heeft Stroo het meegemaakt, dat het water van de put wél genezende kracht had. Dat was toen een Westkappelaar, die te diep in het glaasje had ge keken, nonchalant op de stenen van de put ging zitten en pardoes achter over in het water viel. Hij werd nuchter opgehaald De Willibrordusput van Zoutelande is een aantal jaren geleden verdwenen. Ter plaatse waren de dui nen bijzonder smal en vormden zelfs een zwakke schakel in de zeewering. Uit veiligheidsoverwegin gen werd besloten op deze plaats een sterke dijk aan te leggen, waardoor niet alleen een aantal huizen in Zoutelande moest sneuvelen, maar waardoor tevens de Willibror dusput gedoemd was te verdwijnen. De naam van de Zoutelandse duinput wijst in de richting van de Angel-Saksische zendeling Willi- brord, van wie vast staat, dat hij rond het jaar 700 (hij leefde van 658 tot 739) ook op Walcheren heeft gepredikt. Willibrord, die meestal opereerde van de Abdij van Echternach (Luxemburg) uit, bezocht vele malen de lage landen, waar hij zich tot taak had gesteld de kerstening van de heidense bevolking. Het verhaal gaat, dat hij het heidense beeld Nehelennia in Domburg omver stootte en daar de eerste christelijke kerk stichtte. Legio zijn ook de verhalen van Willibrord, die water uit de grond „toverde". Als hij en zijn gezellen op hun tochten in de lage landen dorst leden, liet de zendeling een put in het duinzand graven. Daarna bad hij en meteen vulde de put zich met helder water. Zó, aldus de overlevering, is de Willibror dusput bij Zoutelande ontstaan. En Vlissingen zou zelfs zijn wapen een fles aan de Engelse zendeling te danken hebben, want in die stad zou De prijzen van onze wekelijkse puzzel gaan deze week naar de volgende goede oplossers: eerste prijs, de waardebon van 5,voor de heer H. E. De Bert, Van Goghstraat 93, Goes, tweede tot en met vierde prijs, een waardebon van 2,50, voor respectievelijk de heer A. Trieller, Duinstraat 22, Domburg, mevrouw T. W. Blaakman-Van Luyk, Boulevard 52, Breskens en Hans Labrand, Poststraat 58, Zie- rikzee. Ook deze week kunnen de puzzelliefhebbers hun hart weer ophalen aan een nieuwe opgave. Voor het inzenden van de oplossingen kunt U de bekende weg weer volgen: voor donderdag inzenden aan redactie P.Z.C., Wolstraat 58-60, Vlissingen. Vergeet U vooral niet in de linkerbovenhoek van brief of briefkaart te vermelden „Puzzelrubriek". HORIZONTAAL. 1. pin, stop, 4. kleine baarsachtige vis, 6. zeevogel, 9. inkomen, 12. strekking, 16. 100 gram. 17. ten bedrage van. 18. persoonlijk voorn, woord, 19. vochtig, koud, 20. kanon, afk., 21. varkensvet, 23. uitroep (öm iemand te roepen), 25. en anderen, afk., 26. wereldtaal, 27. erg vol, 29. bijvoorbeeld, afk., 30. milit. po litie, afk., 32. klap, 33. gewicht van dia manten, enz., afk., 34. blauwe jongens- kiel. 36. dit is id. estafk., 38. deel v. d, mast, 39. zangstem, 41. iemand die een verkoping houdt, 42. grap, 44. lidwoord, 45. elem. Selenium, afk., 46. ieder, 48. loswal, 49. beroep, 51. zie 38., 53. sleep net, 54. akte van assurantie, 56. deel van het gelaat, 57. muzieknoot, 58 plaats, 60. langwerpig brood (je), 62. waarne mend, afk., 64. bloedverwante, 60. mu zieknoot, 67. titel, afk., 68. sprekende vogel, 69. papegaaien, 72. werk van een vakman, 74. schaap, 75. toekruid, 76. zie 46. VERTICAAL. 1. looizuur, 2. indien, 3. bloedverwant, 4. naschrift, afk., 5. heilige, afk., 6, ten be drage van, 7. opening, 8. bewijs van eer bied, 9. kledingstuk, 10. snel, 11. inval, gedachte, 13. prikkeling zoogdiertje, 14. rivier in Egypte, 15. rr mte, 21. be drag, 22. einder, 23. plan gebruikt bij het bereiden van bier, 24. hoofd van een abdij, 28. schadeloosstelling, 31. grond- noot, 33. omlijsting, 34. het varken le vert dit!, 35. alstublieft, afk., 37. gem. op de Veluwe, 38. Europeaan of Aziaat, 39. vlaktemaat, 40. deel van een boom, 43. hoger gelegen kamer, 47. onvoldoen de veroetering, 48. Ned. Omroepvereni ging, afk., 49. waardeloos iets, 50. kleef stof, 52. hoge berg, 54. prole t, 55. god der Hindoe's, 57. het foppen, 59- lofge dicht, 61. brood, 63. repareerinrichting van scnepen, 65. gravin van Holland, 68. klok, 70. lengtemaat, afk.. 73. persoonlijk voornaamwoord, 71. heilige, afk., 72. maanstand, afk. hij alweer volgens de overlevering voor drie dorstige bedelaars een fles vol water hebben ge beden. Trouwens, Willibrord heeft vaak een grote rol gespeeld in het leven van de eenvoudige eilandbewoners. Daar kunnen die van Zoutelande en Westkapelle over meepraten. In het jaar 1060 laaide de strijd tussen de graven van Vlaanderen en Holland over de „twistappel" Zeeland benoor den de Westerschelde, weer eens hoog op. Vlaam se benden staken de brede rivier over en stroop ten het Walcherse land af. De Westkappelaars en Zoutelanders hadden het bepaald niet begrepen op de woeste Vlamingen, die met iedereen, die hen in de weg trad, korte metten maakte. Niet tegenstaande dat besloten de dorpelingen de strijd niet te ontlopen, hoewel ze geen duit gaven voor hun kansen. Alvorens zich in de strijd te werpen, baden ze in de kerk van Westkapelle tot Willi brord. Deze heilige werd niet zomaar gekozen. Daar was een reden voor. In de Westkappelse kerk werden in die dagen namelijk twee relieken van Willibrord bewaard: een stukje rib en een met bloed besmeurd altaar. Dat bloed, zo be weerden ze, was eraan gekomen, toen Willibrord drie en een halve eeuw te voren in Domburg was gewond door een zwaardhouw. Een verhaal, zo is gebleken, dat niet op historische gronden berust. Maar daar hielden de Walcherse middel eeuwers zich niet mee bezig. Voor hen stond het vast, dat de kerk van Westkapelle relieken van Willibrord bevatte. In de kerk baden de dorpe lingen en beloofden zij bij een overwinning op de Vlamingen een jaarlijkse cijns te betalen. Ge sterkt trokken ze daarop de Vlamingen tegemoet, er voor zorgend, dat de zon hen in de rug dekte. De Vlamingen, de felle zon in de ogen, werden vervolgens met het grootste gemak verslagen. De verenigde dorpelingen lieten slechts drie doden achter op het slagveld. Het vertrouwen in Willibrord werd niet be schaamd. Zelfs tot voor enkele tientallen jaren sprak de figuur van Willibrord, die het groot ste aandeel heeft gehad in de kerstening van de Nederlanden, nog sterk aan. Immers, zelfs toen waren er artsen, die hun patiënten met oog klachten voor genezing naar Zoutelande stuur den. En bepaald niet om daar de geneugten van een badplaats aan den lijve te ondervinden. Ze kwamen voor de Willibrordusput, de put, die in het duinzand werd gegraven en die thans voor goed onder de Zeeuwse klei is verdwenen. Waar zich eens de Willibrordusput bevond, ligt nu een stevige zeewering. Tot voor enkele jaren lag vlak tegenover de kerk te Zoutelande een waterput, de zg. Willi brordusput (foto boven). De duinen ter plaatse bleken echter zo zwak, dat er dringend maat regelen genomen moesten worden. Er is toen een stevige zeedijk aangelegd (foto onder), die de Willibrordusput, genoemd naar de zendeling Wilibrord, onder een dikke laag klei heeft doen verdwijnen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 15