op Westerschelde RAMPEN Aanvaringen en strandingen RAMPEN MET BINNENVAART Bk. •»**- VERRADERLIJKE ZIJSTROMINGEN BIJ BATH WORDEN BETEUGELD Loodsen: maar het water moet ergens heen en waar blijven die stromingen dan.... DE WESTERSCHELDE is voor Antwerpen een hoofdslagader. De nieuwe Schelde-Rijnverbinding mag door België's eerste havenstad nog zo begeerd worden, toch haalt dit vaarwater het in belangrijkheid niet bij de Schelde, want alleen over deze rivier kunnen zeeschepen en vooral de zovele tankers en super tankers Antwerpen bereiken. Als deze verbinding niet verbe terd, vergroot en verdiept wordt, zou de ontwikkeling van Ant werpen sterk afgeremd worden. r\e man, die zich dat dagelijks heel duidelijk realiseert, is de heer L. Delwaide, schepen voor de Antwerpse haven. Hij is dan ook strijder bij uitstek voor de scheepvaartroute op Antwerpen en als Belgisch kamerlid is hij vaak op de bres gesprongen voor de ver betering van de Westerschelde. Een verheugde Delwaide kon onlangs vertellen, dat nog dit jaar een begin gemaakt zal worden met de verbetering van de vaarroute door de Westerschelde bij Bath en Walsoorden. Wat gaat men nu verbeteren? Eerst en vooral wil men de gevaarlijke zijstromingen, die ter hoogte van de Zimmermanpolder zich in de vaarroute storten, gaan beteugelen. Bij vloed en vooral bij spring tij perst het water zich met geweld tussen twee banken door en komt dan van de Zuidbevelandse kant in de vaargeul. Ook aan de andere kant van deze vaarroute is er nog een gevaarlijke bijstroming ?n dat veroorzaakt een „cirkelgang" in het water, die vooral lange, diepstekende schepen vaak uit de koers drukt. T Tooralsnog staan vele loodsen, die keer op keer dit gevaarlijke punt V moeten passeren, wat sceptisch tegenover de kans van slagen van deze verbetering. Zij moeten het eerst nog zien en ze baseren deze uitlating op de mening: het opkomende water moet toch ergens heen en waar blijven die gevaarlijke stromingen dan Een pessi misme gegrond op een jarenlange praktijk met de navigatiemoeilijk- heden op de Westerschelde. Maar schepen Delwaide is vol vertrouwen. Hij weet dat deze verbe teringen uit en te na zijn voorbereid in het Belgische waterloopkundig laboratorium van Borgerhout bij Antwerpen. Bovendien zal de eerste fase van de normalisatie van de Westerschelde tussen Valkenisse en Zandvliet al in 1965 beginnen. Daarom rekent de heer Delwaide er op, dat in 1966 als de nieuwe sluis in Zandvliet voor schepen van 70.000 ton de Schelde tenminste voor schepen van 60.000 05.000 ton bevaarbaar is, zoals de minister heeft beloofd. Ook bij Walsoorden zullen verbeteringswerken worden uitgevoerd. Dat is ook van groot belang voor de binnenvaart. Elders op deze- pagina is ook een overzicht geplaatst van rampen met binnenvaart schepen, de binnenvaartschepen, die dagelijks in groten getale naar Antwerpen optrekken en deze haven weer verlaten. Juist het gedeelte bij Walsoorden mag zo langzamerhand een beginnend „scheepskerk- hof" voor de binnenvaart worden genoemd. Voor al die verbeteringen djn voor 1964 300 miljoen Belgische franken (ongeveer 21.000.000) uitgetrokken. Maar schepen Delwaide is nog lang niet tevreden. Hij zal niet rusten voor de normalisatie van de Westerschelde een feit is. zodat alle supertankers Antwerpen kunnen bereiken. Dat is noodzakelijk ook. want nu al varen supertankers naar Antwerpen, maar vaak gebeurt dat met veel risico. De lange lijst van rampzalige aanvaringen en strandingen bewijst dat glashelder. Hoewel het onmogelijk was een absolute volledigheid te bereiken, is het toch een lange lijst geworden: de onderstaande opsomming van de rampen, aanvarin gen en strandingen op de Westerschel de. Voor de opsomming van de gezon ken schepen zijn we teruggegaan tot direct na de jongste wereldoorlog. In deze lijst zijn overigens geen oorlogs wrakken en mijnongevallen opgeno men. Met ging ons alleen om schepen, die vergingen door botsingen of stran dingen, gevolgen dus van de moeilijke navigatie of van de verraderlijke stro mingen. Onder het motto „aanvaringen en stran dingen" is een lijst vermeld over de on gelukken van ongeveer de laatste tien jaar, waarbij de schepen niet zonken. Ten slotte hebben we ook nog een op somming gegeven van de macabere avonturen m de binnenvaart: het ver gaan van sleepschepen, lichters en an dere binnenvaartschepen op de Wester schelde. Opvallend is, dat voor de zee scheepvaart vooral het Nauw van Bath, maar ook het'traject bij de Biezelingse Ham onder Hoedekenskerke en zelfs de rede van Vlissingen gevaarlijke punten zijn. Voor de binnenvaart zijn vooral de vaarroutes voor Terneuzen en Walsoor den de knelpunten. De cijfers vóór de ongevallen in deze opsommingen corresponderen met de cijfers op de kaart van de Westerschel de. Voor een verklaring van de tekens (driehoek, cirkel en vierkant) zie deze kaart. 1 Voor het Belgische vrachtschip „CARITAS" i4600 brt.) begon het Jaar 1947 vernietigend: al direct op nieuwjaarsdag een aanvaring met de Nederlandse „Jan Steen" (9000 brt.) bij Ritthem. Ter hoogte van „De Schoone Waardin" wordt het Belgische schip aan de grond gezet. Aanvankelijk denkt men de „Caritas" nog te kunnen redden, maar op 2 januari slaat de Westerschelde onverbidde lijk toe: door de stroming gaat het schip werken, het achterschip loopt vol water, om 7 uur 's ochtends maakt het schip slagzij en om 9 uur breekt de „Caritas" en zinkt on middellijk De 38 opvarenden waren Inmid dels gered. Deze scheepsramp krijgt een enorme na sleep: het beruchte Caritasproces. Het schip heeft grote schade toegebracht aan de zee wering van de Polder Walcheren. Is vlak voor de dijk gezonken en moet in het diepe water toegedekt worden met rijshout en steen. Een mlljoenenaifaire. 2. Een stormachtige wind wordt het Noorse vrachtschip „SONGA" (2061 brt.) op 25 juli 1950 's nachts om 2 uur opde rede van Vlissingen noodlottig. De Pool „Baltik" (7001 brt.) loopt door die harde wind namelijk uit de koers en ramt de „Songa". die spoedig zinkt. De 33 opvarenden, alsmede de zes werknemers van de N V Koninklijke Maat schappij „De Schelde", die bezig zijn met een reparatie, worden gered. Later wordt het schip gedeeltelijk geborgen. 3 De spectaculaire ondergang van het Finse vrachtschip „INGA" <2410 brt.) bij de wes- terpier van Terneuzen op 13 november 1950 kon ondanks het middernachtelijk uur (3 uur) uitstekend gevolgd worden door vele Terneuzenaren. De brandweer had met een felle schijnwerper het schip in een stralen bundel gevangen. Juist toen de „Inga" de haven van Terneuzen had verlaten werd het geramd door de „Axeldijk" van de H.A.L. (7600 brt 1 De kapitein kreeg de „Inga" nog op de slikken naast de westerpier. maar het achterschip bleef drijven, 's Nachts om drie uur kwam er beweging in het schip: de „Inga" gleed van de modderbank, trilde, kapseisde en gleed weg in 30 meter diep water De eenzame kapitein, die eerder al zijn bemanningsleden al naar de wal had ge stuurd, kon nog juist op de sleepboot „Schel de" springen. Het lot van de Finse vrachtboot „ARIANA" (4372 brt bewijst, dal de Westerschelde zijn prooi niet makkelijk loslaat Op 8 augus tus 1952 's middags 4 uur liep het schip in de Schaar van Everingen bij Baarland vast maar sleepboothulp was snel onderweg He laas te laat: „Aangezien de stroming ter plaatse zeer sterk is en dientengevolge veel zand van de rivierbodem wordt wegge schuurd, kwam het schip vrij spoedig in een moeilijke positie, hetgeen ten slotte om streeks half tien 's avonds oorzaak werd van het breken", zo moest gemeld worden. En op ll-8-"52 berichtte de P.Z.C.: „De kan sen op berging van de Ariana zijn thans ver keken. Door de werking van het zand is het schip nu in drieën gebroken". Slechts gedeeltelijk konden schip en lading gebor gen worden. Het meeste verdween door wer king van stroom en zand geheel. Dichte mist was de oorzaak van het ver gaan van het Belgische vrachtschip „LIÈGE" (3513 brt.nabij Walsoorden niet ver van de platen van Ossenisse op 18 maart 1953 Het schip kwam ln botsing met de Panamees „Marinuccl", die later vastliep, maar die ge red kon worden „Liège" zonk in vier minu ten De 36 opvarenden brachten de gehele nacht door in één sloep op een zandplaat en werden pas de volgende dag ontdekt door een marineschip, dat later ook weer aan de grond liep in de mist, maar weer vlot Het Italiaanse vrachtschip „FRANCESCU" (6440 brt beleeft op 6 april 1954 een weinig benijdenswaardige première: het is het eerste zeeschip, dat na de oorlog in het beruchte Nauw van Bath vergaat. De verraderlijke stroming grijpt het schip („uit het roer lo pen", noemt men dat camouflerend) Twee onmiddellijk uitgeworpen ankers helpen niet meer. De kettingen knallen stuk. de ankers zijn verspeeld, het schip loopt vast en 13 sleepboten proberen tevergeefs bij hoog wa ter beweging in de Italiaan te krijgen. Een dag later hebben zand en stroom hun ver nietigend werk al gedaan: met knallen als explosies begint het schip te breken, rijks waterstaat plaatst het op de wrakkenlüst pn bij stukje en beetje wordt het pas veel later geborgen. Op 28 februari 1956 Is het weer raak in het Nauw van Bath, ditmaal bij de ingang (oostelijke kant) van de Schaar van de Noord, als de Turkse vrachtvaarder „Sapan- ca" (3903 brt.) in de grond wordt geboord. Weer is de verraderlijke stroom de oorzaak Het veel grotere s.s „Blommersdijk" (6855 brt.) komt evenal3 de Turk uit Antwerpen, gaat de „Sapanca" passeren, zwaait ineens uit en boort zich voor de brug in ruim 2 van het kleinere schip. In 10 minuten zinkt de Turk De 33 opvarenden sommigen via water en IJsschotsen bereiken allen de „Blommersdijk" Later wordt de „.Sapanca" gedeeltelijk geborgen Dichte mist wordt op 24 april 1956 de Zweed se coaster „KARE" noodlottig- In het Mid delgat ter hoogte van Hoedekenskerke vaart de Zweed op de ankerketting van de Neder landse (geankerde) „Dongedïjk". De „Kare" zinkt De kapitein verdrinkt. De Zweed „SCANIA' (2200 brt.) vergaat op een oi.gewone plaats: in de Vlissingse bui tenhaven, gedeeltelijk voor de eerste bun kerinstallatie. In de nacht van 20 op 21 april 1956 wordt het schip bij het binnenvaren geramd door de Fransman „Chili", die op wég is naar Antwerpen en die veel te dicht onder de Walcherse kust vaart Aanvankelijk lijkt het er niet op. dat de „Scania" zinken zal: slechts één ruim heeft zich gevuld met water. Sleepboot „Van Woelderen" brengt de Zweed naar binnen, maar in de havenmon ding begeeft een waterschot het en de ka pitein kan zijn schip ten dele naast de S.H.V. laten zinken Vier dagen lang lijkt de Zweedse ertstanker „VITTANGI" (16.478 brt.) in februari 1957 reddeloos verloren. Het schip loopt op 18-2 vast bij het Leugenaarshoofd voor Vlissin gen, maakt de volgende dag zwaar slagzij, begint met daverende knallen te scheuren (ten slotte 40 meter lange, ruim 1 meter brede scheur), zes ballasttanken lopen vol water, maar dank zij de kracht van vele compressoren wordt het water ln deze tan ken teruggedrongen en op 22-2 gaat het „vergane" schip drijven. In een Rotterdams dok wordt het zwaar gescheurde, verwrongen schip later gefatsoeneerd. In het Middelgat bij de Biezelingse Ham vergaat op 21 oktober 1957 de Duitse coaster „PLAN". Het schip wordt aangevaren door de Duitse tanker „Winnetou" (6584 brt.). Binnen vijf minuten zinkt de „Plan", Alle opvarenden worden gered. 12. Het vergaan van de Nederlandse coaster „CORALE" (500 brt.) op 5 november 1957 is een typerend scheepvaartongeluk voor de rede van Vlissingen. In een striemende regen moet het Russische vrachtschip „Nicolai Bauman (1780 brt even op een loods wach ten en beschrijft 'n cirkel. Een derde schip vaart even tussen „Carole" en „Nicolai Bau man" door. belemmert 't uitzicht en even later boort de Rus zich in de Nederlandse kust vaarder, die zinkend naar de kust loopt en in het vaarwater voor hotel Noordzeeboulevard zijn einde vindt. In stukken en brokken wordt het schip pas veel later geborgen 13. Op 11 februari 1958 eist de verraderlijke stroming in het Nauw van Bath weer een slachtoffer: hel Turkse vrachtschip „AYDIN" (7715 brt In de beruchte bocht loopt het Franse vracht- en passagiersschip „Charles Tellier" (op weg naar Antwerpen) iets te ver door en ramt de tegemoetkomende „Aydin" De Turkse kapitein wee' zijn schip nog op de Ballaslplaat aan de grond te zetten, maar tien sleepboten en de bok ken „Arend" en „Condor" kunnen de Aydln niet redden Twaalf dagen na de aanvaring glijdt het gescheurde schip in wat dieper water ten onder Nog altijd is men met de berging bezig 14. N°S geen jaar later (op 7 februari 1959) greep het Nauw van Bath weer een prooi: het onder Panamese vlag varende Griekse vrachtschip „IRINI" (4465 brt.). Op de Bal- lastplaat voer het schip omhoog, de 60-jarige Griekse kapitein Sorotos wees de snelle sleepboothulp van de hand en dat werd zijn schip noodlottig Met doffe knallen scheur den al spoedig de enorme huidplaten onder de enorme druk van het water, toen de gie rende stroom het zand liet werken. 48 uur na het vastlopen was er van het schip niets meer over dan een wrak. Het kon slechts gedeeltelijk worden geborgen. 15. Het Finse vrachtschip „ALCA" (5483 brt.) was het volgende slachtoffer van het Nauw van Bath Het gebeurde op 12-2-1963 Tijdens een felle sneeuwjacht werd de Fin ge ramd door de Zweedse ertstanker „Avafors" (10.300 brt.) Beide liepen bij de Schaar van de Noord vast, beide kwamen weer vlot. maar wat later moest de Alca, die veel water maakte, weer aan de grond worden gezet. Ook de „Alca" bleek niet bestand tegen de werking van stroom en water: net schip brak en werd tot wrak verklaard. Weken later brak er bovendien brand uit op het 16. „Helse vuurzee op Westerschelde" Nauwe- lijke twee weken later (25-2-1963) moest de P Z.C. dit melden Het was ongetwijfeld de grootste naoorlogse ramp in het Nauw van Bath: de Panamese tanker „Mira Flores" (20.776 brt werd midscheeps geramd door de Engelse tanker „Abadesa" (13 350 brt.). Binnen enkele minuten was de „Mira Flores" een helse vlammenzee: „Het was of er een vulkaan openbarstte De hitte was op 500 meter nog te voelen", verklaarden oogge tuigen" De rookwolken waren tot ln Vlis singen zichtbaar Ten slotte moest een tries te balans worden opgemaakt- negen leden van de Italiaanse bemanning van de „Mira Flores" waren om het leven gekomen Weer was de verraderlijke stroming in het Nauw van Bath de oorzaak: de „Mira Flores" op weg naar Antwerpen liep plotseling uit de koers, stak dwars de vaarroute over en werd midscheeps geramd door de „Abadesa" De Griekse tanker „George Livanos". die ook opliep naar Antwerpen, koos eieren voor zijn geld en liep zichzelf vast op een zand bankLater liep de „Mira Flores" op de Marmelontseplaat vast. Negen sleepboten, die de tanker „op sleeptouw" hadden, kon den dit vastlopen niet voorkomen- Het schip begon te scheuren, maar kon later toch nog naar Antwerpen worden gebracht. 17. Op 2 Januari 1964 eiste het Middelgat (ter hoogte van de Hoek van Baarland) weer een slachtoffer: de Nederlandse kustvaarder „Looiersgracht" (499 brt.) werd in de grond geboord door het Zuidafrikaanse koelschlp „Langkloof" (6898 brt Binnen drie minuten zonk de „Looiersgracht". Drie van de tien Brits vrachtschip Belgische kust- 1). die gat op- bemanningsleden kwamen bij dit ongeluk om het leven. Zeven bemanningsleden en de Bel gische loods lagen bijna een uur in het water eer zij gered werden. De botsing gebeurde bij de Hoek van Baarland in een dichte mist. AANVARINGEN EN STRANDINGEN Nauw van Bath 14-11-1956: Rus „Hudognik N. Crainer" (3815 brt.) en Engelsman „Port Victor" botsen op elkaar Zeer zware averij en op beide schepen breekt brand uit Leugenaarshoofd Vlissingen 6-12-'57: Neder landse „Ivoorkust" ln dichte mist aan de grond gelopen. Hansweert 3-12-'58: aanvaring tussen Duit se kustvaarder „Alice" (425 brt.) en Duitser „Breitenstein" (10.000 brt.). Beide zware ave rij. Nauw van Bath 3-2-19 „Filleigh" (5663 brt.) i vaarder „Santiago" (1300 1 liep aan stuurboordzijde ter hoogte v machinekamer, die onmiddellijk vol water liep. Belg zinkende aan de grond gezet, maar later toch gered Brit liep ook vast Rede van Vlissingen 19-3-1960- aanvaring tussen Duitse schepen „Anni Nübel" (1832 brt.) en „Gutenfels" (6804 brt.) Vooral „Anni Nübel" liep zware schade op. Nauw van Bath 24-10-1960: Duitse vracht vaarder „Cleopatra" (2120 brt.) loopt aan de grond. Kapitein probeerde eerst „op eigen kracht" vlot te komen, werd nog dezelfde dag verstandig en liet zijn schip door drie sieepboten vlot trekken. Rede van Vlissingen 17-12-1960: Aanvaring tussen Noor „Stavtroll" (5168 brt.) en Pana mese kustvaarder „Anagonsi" (151 brt.). Pa namees zwaar beschadigd. Twee opvarenden gewond Zeedijk bij Ritthem 13-1-1961: Nederlandse vrachtvaarder „Iberia" (2909 brt.) boort zich in de zeewering- Schip zit muurvast, maar twee dagen later lukt het aan zes sleepboten en twee bergingsvaartuigen tegen de ver wachting in het schip vlot te trekken. Zwa re schade aan dijk bij „Schoone Waardin". Biezelingse Ham 21-1-1961: aanvaring tussen Frans vrachtschip „Ville de Strassbourg" (8880 brt.) en Noor „Hosanger" <12.456 brt.). Geramde „Hosanger" (een ruim vol water) moest aan de grond worden gezet. Fransman (gat boven de waterlijn) kon reis later voort zetten. Na overslaan lading werd „Hosanger" door vier sleepboten vlot getrokken. Nauw van Bath 26-9-1961: reeks van scheeps- ongevallen, die typerend ztjn voor de „be vaarbaarheid" van het Nauw van Bath Een Engelse tanker krijgt het even te kwaad met de verraderlijke stroming, maar weet ten slotte toch koers te houden De Griek „La- myresse" (7257 brt.) loopt echter In een po ging de Engelsman te ontwijken vast Ach ter het Griekse schip doemt de Zweedse erts- tanker „Malgemay" (24 228 brt op, pro beert op zijn beurt de „Lamyresse" te ont wijken en loopt ook vast Een binnenschip, de Nederlandse „Roma" (700 ton) wordt mis leid door de lichten van de twee vastgelopen schepen het is 's ochtends vroeg en loopt ook vast. Zeven sleepboten trekken eerst de „Malgomay" en vervolgens de „La myresse" vlot. De „Roma" klaart het op eigen kracht. Het is allemaal weer eens op het nippertje goed gegaan Nauw van Bath 13-10-1961: mist maakt varen in dit vaarwater vrijwel onmogelijk. Deense kustvaarder „Panama" (903 brt.) en Duitse „Lüneburg" (4524 brt.) varen ln dichte mist door en lopen vast. Zeven sleepboten krijgen Deen later los. Duitser doet het op eigen kracht Bij Terneuzen 27-10-'61: „Allno" (1761 brt Fins vrachtschip, ramt Engelse „Matheran" (8051 brt.) Beide schepen zware schade. Op varende van „Matheran" wordt verpletterd en verdwijnt in het water. Bij Terneuzen 30-10-'60: Noorse „Havlon" (9854 brt.) vaart door in dichte mist en ramt Amerikaan „Golden State" (10.000 brt.) en Nederlands beurtschip „Anna Cornelia", die naast elkaar voor anker zijn gegaan Aan zienlijke schade aan drie schepen Bij Hansweert 29-12-'61: „Een spookachtig licht gloeide vrijdagmorgen rond zeven uur fel en tientallen kilometers ver over de Wes terschelde. onmiddellijk nadat twee reusach tige tankers frontaal met elkaar in aanva ring waren gekomen, even ten westen van de haveningang bij Hansweert Met zoveel geweld gebeurde die aanvaring, dat belde schepen over een lengte van tientallen me ters openscheurden als dunne blikken bus sen. terwijl de voorstevens minuten lang ge dompeld waren in een spervuur van vonken. Eén van de tankers, de 36.470 ton metende „Malgomaj" uit Stockholm, doorstond dit spervuur niet: brandend als een fakkel dreef het schip van zijn „tegenstander", de 34.000 ton metende „Esso Berlin" uit Hamburg weg Meters hoog laaiden de vlammen uit de voor steven. Een hels vuur. dat de Westerschelde- van oever tot oever ln een angstaanjagende gloed zette" (uit de P.Z C van 30-12-'61) Met de dood voor ogen hebben de opvaren- den van de Malgomaj tegen het vuur gestre den Het schip had ruwe olie In Antwerpen gelost en door resten olie In de laadtanks was het ontploffingsgevaar zeer groot Met vier stralen van het schip zelf en stralen en schulmblussers van sleepboten uit Antwer pen kreeg men de brand ten slotte onder de knie Schade aan beide schepen zeer groot. Overigens zou dit scheepsdrama nog vee) lmmenser zijn geweest als de Esso Berlin een prooi van het vuur geworden was; dit Bchip was geladen mei zogenaamde „crude oil", een zeer licht ontvlambare, half geraffineer de stookolie, waaruit vliegtuigbenzirie ge wonnen wordt. Kapitein Walter Fiepke van deze tanker zei later: .Als de Malgomaj mijn schip ook maar enkele meters verder naar achteren geraakt had. was een laadlank opengescheurd en was mijn schip waar schijnlijk geëxplodeerd" Zelden na een aan varing was er dan ook een zo gelukkige ka piteinOok hier speelde een derde schip mee: de Noorse tanker „Rondefjel" (15 067 brt.), afgeladen met stookolie. Om een aan varing te voorkomen liep dit schip vast. Elf sleepboten moesten het vlot trekken. De oor zaak van de aanvarng was een catastrofaal misverstand: de één dacht, dat de ander zou uitwijken! Bij Terneuzen 9-8-'62: Nederlandse kustvaar der „Vrede" (398 brt.) geramd door Ameri kaan „Hurricane" (6214 brt.). Machinist van „Vrede" verdronken- Coaster zwaar bescha digd. Vlissingse rede 20-12-'62: Aanvaring tussen Belg „Makambo" <9098 brt.) en Duitser „Re- gine" (4600 brt.). Beide zware schade. Hoedekenskerke (bg Biezelingse Ham) 8-2- '63: Pool „Narwik" (7065 brt.) ramt Fin ..Pe nelope" (2830 brt Stuurman „Penelope" verloor rechterbeen. Zware schade aan sche pen -Oorzaak: mist. Hoedekenskerke 10-9-'63: Zweed „Grenitla Billner" (12.389 brt.) gestrand en later vlot. RAMPEN MET BINNENVAART Hoofdplaat 20-10-'52: sleepschip „Alhema 2" (570 ton) gezonken door overslaand water bg zogenaamde Voskaai Schipper, vrouw en knecht sprongen overboord en ternauwer nood gered door sleepbootbemanning Schip was met suikerbieten op weg van Breskens naar Sas van Gent. Wrak geruime tgd ob stakel voor scheepvaart. Tussen Walsoorden en Land van Saeftinge 28-ll-'52: Duitse binnenvaartschepen ..Peine" en „Köhl" (beide 1000 ton) voeren gekop peld en werden aangevaren door het zee schip „Saphir" De „Peine" zonk onmiddel lijk voor de Schaar van de Noord, de schip per verdronk, twee anderen werden gered. Bath 19-3-53: Nederlander „Sint Antonius" (428 ton) ln dichte mist aan de grond. Bg opkomend water gezonken. Kruiningen 3-4-'53: motorsleepboot „Hydra" door sterke stroom gegrepen, gekapseisd en gezonken De Griete ter hoogte van Terneuzen 15-4-'54: sleepschip „Adrienne" (1230 ton), getrokken door Eliza", door wind en stroom ln moeiigkheden. Op de slikken gezet, na hevi ge wind vol water en gezonken Plaat van Saeftinge nabg Bath 15-9-'54: „Eva 8". op weg van Antwerpen naar Mannheim, gestrand Schip begon al spoedig te breken Van 383 ton stookolie 60 ton overboord ge zet. Daarna geïmproviseerd gerepareerd en toch nog naar Antwerpen gesleept. Walsoorden: 7-1-1954: Belg „Rgn-Schelde I" (849 ton) gestrand en gebroken. Walsoorden 29-10-'54: Duits binnenvaartschip ..Meppen" (948 brt geladen met cement, aangevaren door Engels zeeschip „Klrk- wood". De „Meppen" zonk vrgwel onmiddel lijk en werd niet ineer geborgen Terneuzen 12-7-'55: Nederlander „Helena" 0363 ton) na aanvaring met Fins zeeschip „Valborg" gezonken. Terneuzen 23-8-'5r.: Een voor de Westerschel de typerend ongeval met een binnenvaart schip De Nederlandse „Dana Adriana' <370 toni lag langs de dgk basaltstenen te losten, toen de Noor „Tegula" (12 000 brt.) zeer snel passeerde Door de zware golfslag werd de „Dana Adriana" op de dgk geworpen Terneuzen !9-3-'56: Nederland» binnenvaart schip .Pickard VI" 12117 ton) gezonken na aanvaring met Italiaans zeeschip „Stalo Mar- sano" (7155 brt.). Waarde 29-7-'36; Nederlandse heistelling „Amer" gekapseisd. Nauw van Bath 14-11-'5G: „Fendel 134" >9«J ton). Duits sleepschip. liep op ankerketting van geankerde Rus „Kolomna" (zeeschip van 3258 brt.) „Fendel 134" brak en zonk Bg het Kongnenschor onder Walsoorden Graauw 25-4-'57: Nederlands binnenvaart schip „Drie gezusters" (717 ton) gezonken na aanvaring met kustvaarder „Maasym N" (496 Terneuzen 25-4-"57: Nederland" t schip „Marie" (100 ton) Ir. slecht weer door overslaand water gezonken. Vogelwaarde 22-1-'58: Nederlander „Twee Gebroeders" (120 ton) bg stormweer door overslaand water ln moeiigkheden: later ge- Terneuzen 9-7-'33: Belgisch binnenvaartschip „Dreference 8" na aanvaring met Engelse kustvaarder „Walstream" (484 brt.) gezon ken. Even ten westen van het Gat van Ossenlsse 23-8-'58: In dichte mist werd Belgisch bin nenvaartschip' „Grisby" (354 ton) overvaren door Engelse tanker „Esso Plymouth" (6837 brt.). „Grisby" zonk onmlddeligk. Man, vrouw en twee kinderen konden door speu rende kustvaarder „Ruby" gered worden. Walsoorden 28-12-'58: Belgisch binnenvaart schip „Ampilo" <963 ton) 11a aanvaring met Duits zeeschip „Heidelberg" (918S brt.) ge zonken. Een opvarende verdronken. Hoedekenskerke 8-2-'59: Nederlandse motor sleepboot „En Avant XVI" na aanvaring met veerboot „Prins Willem I" gezonken. Terneuzen 17-10-'59: Aanvaring tussen twee Belgische binnenvaartschepen „Amice" (355 ton) en „Marechal Fock" (472 ton). De klein ste verloor: de „Amice" zonk. Bath 15-ll-'59: Nederlander „Vianen" (821 ton) zinkende na aanvaring met Duits zee schip „DUsseldorf" (6330 brt.). Hontenisse 20-1-'60: Belgisch motorschip „Vinotra II" (260 ton) ln heftige storm ge kapseisd. Twee opvarenden verdronken Hontenisse 4-2-'60: Belgische „Emerance" (961 ton) na aanvaring met Oostduits zee schip „Halle" (6724 brt.) gezonken. Een der opvarenden verdronk. Vlissingen 13-3-'61: Zandzuiger „Maria" in ruw weer gekapseisd. Hansweert 6-4-'62: Belg „IJsland" (348 ton) door de stroom gezonken. Terneuzen 7-4-'G2: Belg „Henny 3" gekap- Terneuzen 16-2-'63: Duitser „Willy Cornelia" (998 ton) op de zc-edqk gestrand en gebro ken. Bath 25-4-'63: Franse duwboot „Breton" aan gevaren door Duits zeeschip „Bgblos". „Bre ton" kon nog behouden worden, maar een man sloeg overboord en verdronk. Hontenisse 27-9-'63; Nederlander „Rema" (700 ton) door overslaand water gezonken. Wssingen }A^\H Waardin Hansweert Hoedekenskerke Ellewoutsdijk Walsoordeni Hoofdplaat O Waarde scheepsrampen rampen binnenschepen aanvaringen en strandingen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 13