op
Westerschelde
RAMPEN
Aanvaringen en
strandingen
RAMPEN MET
BINNENVAART
Bk. •»**-
VERRADERLIJKE
ZIJSTROMINGEN BIJ
BATH WORDEN
BETEUGELD
Loodsen: maar het
water moet ergens heen
en waar blijven die
stromingen dan....
DE WESTERSCHELDE is voor Antwerpen een hoofdslagader.
De nieuwe Schelde-Rijnverbinding mag door België's eerste
havenstad nog zo begeerd worden, toch haalt dit vaarwater
het in belangrijkheid niet bij de Schelde, want alleen over deze
rivier kunnen zeeschepen en vooral de zovele tankers en super
tankers Antwerpen bereiken. Als deze verbinding niet verbe
terd, vergroot en verdiept wordt, zou de ontwikkeling van Ant
werpen sterk afgeremd worden.
r\e man, die zich dat dagelijks heel duidelijk realiseert, is de heer
L. Delwaide, schepen voor de Antwerpse haven. Hij is dan ook
strijder bij uitstek voor de scheepvaartroute op Antwerpen en als
Belgisch kamerlid is hij vaak op de bres gesprongen voor de ver
betering van de Westerschelde. Een verheugde Delwaide kon onlangs
vertellen, dat nog dit jaar een begin gemaakt zal worden met de
verbetering van de vaarroute door de Westerschelde bij Bath en
Walsoorden.
Wat gaat men nu verbeteren? Eerst en vooral wil men de gevaarlijke
zijstromingen, die ter hoogte van de Zimmermanpolder zich in de
vaarroute storten, gaan beteugelen. Bij vloed en vooral bij spring
tij perst het water zich met geweld tussen twee banken door en
komt dan van de Zuidbevelandse kant in de vaargeul. Ook aan de
andere kant van deze vaarroute is er nog een gevaarlijke bijstroming
?n dat veroorzaakt een „cirkelgang" in het water, die vooral lange,
diepstekende schepen vaak uit de koers drukt.
T Tooralsnog staan vele loodsen, die keer op keer dit gevaarlijke punt
V moeten passeren, wat sceptisch tegenover de kans van slagen
van deze verbetering. Zij moeten het eerst nog zien en ze baseren
deze uitlating op de mening: het opkomende water moet toch ergens
heen en waar blijven die gevaarlijke stromingen dan Een pessi
misme gegrond op een jarenlange praktijk met de navigatiemoeilijk-
heden op de Westerschelde.
Maar schepen Delwaide is vol vertrouwen. Hij weet dat deze verbe
teringen uit en te na zijn voorbereid in het Belgische waterloopkundig
laboratorium van Borgerhout bij Antwerpen. Bovendien zal de eerste
fase van de normalisatie van de Westerschelde tussen Valkenisse
en Zandvliet al in 1965 beginnen. Daarom rekent de heer Delwaide
er op, dat in 1966 als de nieuwe sluis in Zandvliet voor schepen
van 70.000 ton de Schelde tenminste voor schepen van 60.000
05.000 ton bevaarbaar is, zoals de minister heeft beloofd.
Ook bij Walsoorden zullen verbeteringswerken worden uitgevoerd.
Dat is ook van groot belang voor de binnenvaart. Elders op deze-
pagina is ook een overzicht geplaatst van rampen met binnenvaart
schepen, de binnenvaartschepen, die dagelijks in groten getale naar
Antwerpen optrekken en deze haven weer verlaten. Juist het gedeelte
bij Walsoorden mag zo langzamerhand een beginnend „scheepskerk-
hof" voor de binnenvaart worden genoemd. Voor al die verbeteringen
djn voor 1964 300 miljoen Belgische franken (ongeveer 21.000.000)
uitgetrokken.
Maar schepen Delwaide is nog lang niet tevreden. Hij zal niet rusten
voor de normalisatie van de Westerschelde een feit is. zodat alle
supertankers Antwerpen kunnen bereiken. Dat is noodzakelijk ook.
want nu al varen supertankers naar Antwerpen, maar vaak gebeurt
dat met veel risico. De lange lijst van rampzalige aanvaringen en
strandingen bewijst dat glashelder.
Hoewel het onmogelijk was een absolute
volledigheid te bereiken, is het toch een
lange lijst geworden: de onderstaande
opsomming van de rampen, aanvarin
gen en strandingen op de Westerschel
de. Voor de opsomming van de gezon
ken schepen zijn we teruggegaan tot
direct na de jongste wereldoorlog. In
deze lijst zijn overigens geen oorlogs
wrakken en mijnongevallen opgeno
men. Met ging ons alleen om schepen,
die vergingen door botsingen of stran
dingen, gevolgen dus van de moeilijke
navigatie of van de verraderlijke stro
mingen.
Onder het motto „aanvaringen en stran
dingen" is een lijst vermeld over de on
gelukken van ongeveer de laatste tien
jaar, waarbij de schepen niet zonken.
Ten slotte hebben we ook nog een op
somming gegeven van de macabere
avonturen m de binnenvaart: het ver
gaan van sleepschepen, lichters en an
dere binnenvaartschepen op de Wester
schelde. Opvallend is, dat voor de zee
scheepvaart vooral het Nauw van Bath,
maar ook het'traject bij de Biezelingse
Ham onder Hoedekenskerke en zelfs de
rede van Vlissingen gevaarlijke punten
zijn. Voor de binnenvaart zijn vooral de
vaarroutes voor Terneuzen en Walsoor
den de knelpunten.
De cijfers vóór de ongevallen in deze
opsommingen corresponderen met de
cijfers op de kaart van de Westerschel
de. Voor een verklaring van de tekens
(driehoek, cirkel en vierkant) zie deze
kaart.
1 Voor het Belgische vrachtschip „CARITAS"
i4600 brt.) begon het Jaar 1947 vernietigend:
al direct op nieuwjaarsdag een aanvaring
met de Nederlandse „Jan Steen" (9000 brt.)
bij Ritthem. Ter hoogte van „De Schoone
Waardin" wordt het Belgische schip aan de
grond gezet. Aanvankelijk denkt men de
„Caritas" nog te kunnen redden, maar op 2
januari slaat de Westerschelde onverbidde
lijk toe: door de stroming gaat het schip
werken, het achterschip loopt vol water, om
7 uur 's ochtends maakt het schip slagzij en
om 9 uur breekt de „Caritas" en zinkt on
middellijk De 38 opvarenden waren Inmid
dels gered.
Deze scheepsramp krijgt een enorme na
sleep: het beruchte Caritasproces. Het schip
heeft grote schade toegebracht aan de zee
wering van de Polder Walcheren. Is vlak
voor de dijk gezonken en moet in het diepe
water toegedekt worden met rijshout en
steen. Een mlljoenenaifaire.
2. Een stormachtige wind wordt het Noorse
vrachtschip „SONGA" (2061 brt.) op 25 juli
1950 's nachts om 2 uur opde rede van
Vlissingen noodlottig. De Pool „Baltik" (7001
brt.) loopt door die harde wind namelijk uit
de koers en ramt de „Songa". die spoedig
zinkt. De 33 opvarenden, alsmede de zes
werknemers van de N V Koninklijke Maat
schappij „De Schelde", die bezig zijn met
een reparatie, worden gered. Later wordt
het schip gedeeltelijk geborgen.
3
De spectaculaire ondergang van het Finse
vrachtschip „INGA" <2410 brt.) bij de wes-
terpier van Terneuzen op 13 november 1950
kon ondanks het middernachtelijk uur (3
uur) uitstekend gevolgd worden door vele
Terneuzenaren. De brandweer had met een
felle schijnwerper het schip in een stralen
bundel gevangen. Juist toen de „Inga" de
haven van Terneuzen had verlaten werd het
geramd door de „Axeldijk" van de H.A.L.
(7600 brt 1 De kapitein kreeg de „Inga" nog
op de slikken naast de westerpier. maar het
achterschip bleef drijven, 's Nachts om drie
uur kwam er beweging in het schip: de
„Inga" gleed van de modderbank, trilde,
kapseisde en gleed weg in 30 meter diep
water De eenzame kapitein, die eerder al
zijn bemanningsleden al naar de wal had ge
stuurd, kon nog juist op de sleepboot „Schel
de" springen.
Het lot van de Finse vrachtboot „ARIANA"
(4372 brt bewijst, dal de Westerschelde
zijn prooi niet makkelijk loslaat Op 8 augus
tus 1952 's middags 4 uur liep het schip in
de Schaar van Everingen bij Baarland vast
maar sleepboothulp was snel onderweg He
laas te laat: „Aangezien de stroming ter
plaatse zeer sterk is en dientengevolge veel
zand van de rivierbodem wordt wegge
schuurd, kwam het schip vrij spoedig in een
moeilijke positie, hetgeen ten slotte om
streeks half tien 's avonds oorzaak werd
van het breken", zo moest gemeld worden.
En op ll-8-"52 berichtte de P.Z.C.: „De kan
sen op berging van de Ariana zijn thans ver
keken. Door de werking van het zand is
het schip nu in drieën gebroken". Slechts
gedeeltelijk konden schip en lading gebor
gen worden. Het meeste verdween door wer
king van stroom en zand geheel.
Dichte mist was de oorzaak van het ver
gaan van het Belgische vrachtschip „LIÈGE"
(3513 brt.nabij Walsoorden niet ver van de
platen van Ossenisse op 18 maart 1953 Het
schip kwam ln botsing met de Panamees
„Marinuccl", die later vastliep, maar die ge
red kon worden „Liège" zonk in vier minu
ten De 36 opvarenden brachten de gehele
nacht door in één sloep op een zandplaat en
werden pas de volgende dag ontdekt door
een marineschip, dat later ook weer aan de
grond liep in de mist, maar weer vlot
Het Italiaanse vrachtschip „FRANCESCU"
(6440 brt beleeft op 6 april 1954 een weinig
benijdenswaardige première: het is het eerste
zeeschip, dat na de oorlog in het beruchte
Nauw van Bath vergaat. De verraderlijke
stroming grijpt het schip („uit het roer lo
pen", noemt men dat camouflerend) Twee
onmiddellijk uitgeworpen ankers helpen niet
meer. De kettingen knallen stuk. de ankers
zijn verspeeld, het schip loopt vast en 13
sleepboten proberen tevergeefs bij hoog wa
ter beweging in de Italiaan te krijgen. Een
dag later hebben zand en stroom hun ver
nietigend werk al gedaan: met knallen als
explosies begint het schip te breken, rijks
waterstaat plaatst het op de wrakkenlüst pn
bij stukje en beetje wordt het pas veel later
geborgen.
Op 28 februari 1956 Is het weer raak in het
Nauw van Bath, ditmaal bij de ingang
(oostelijke kant) van de Schaar van de
Noord, als de Turkse vrachtvaarder „Sapan-
ca" (3903 brt.) in de grond wordt geboord.
Weer is de verraderlijke stroom de oorzaak
Het veel grotere s.s „Blommersdijk" (6855
brt.) komt evenal3 de Turk uit Antwerpen,
gaat de „Sapanca" passeren, zwaait ineens
uit en boort zich voor de brug in ruim 2
van het kleinere schip. In 10 minuten zinkt
de Turk De 33 opvarenden sommigen
via water en IJsschotsen bereiken allen de
„Blommersdijk" Later wordt de „.Sapanca"
gedeeltelijk geborgen
Dichte mist wordt op 24 april 1956 de Zweed
se coaster „KARE" noodlottig- In het Mid
delgat ter hoogte van Hoedekenskerke vaart
de Zweed op de ankerketting van de Neder
landse (geankerde) „Dongedïjk". De „Kare"
zinkt De kapitein verdrinkt.
De Zweed „SCANIA' (2200 brt.) vergaat op
een oi.gewone plaats: in de Vlissingse bui
tenhaven, gedeeltelijk voor de eerste bun
kerinstallatie. In de nacht van 20 op 21 april
1956 wordt het schip bij het binnenvaren
geramd door de Fransman „Chili", die op
wég is naar Antwerpen en die veel te dicht
onder de Walcherse kust vaart Aanvankelijk
lijkt het er niet op. dat de „Scania" zinken
zal: slechts één ruim heeft zich gevuld met
water. Sleepboot „Van Woelderen" brengt de
Zweed naar binnen, maar in de havenmon
ding begeeft een waterschot het en de ka
pitein kan zijn schip ten dele naast de
S.H.V. laten zinken
Vier dagen lang lijkt de Zweedse ertstanker
„VITTANGI" (16.478 brt.) in februari 1957
reddeloos verloren. Het schip loopt op 18-2
vast bij het Leugenaarshoofd voor Vlissin
gen, maakt de volgende dag zwaar slagzij,
begint met daverende knallen te scheuren
(ten slotte 40 meter lange, ruim 1 meter
brede scheur), zes ballasttanken lopen vol
water, maar dank zij de kracht van vele
compressoren wordt het water ln deze tan
ken teruggedrongen en op 22-2 gaat het
„vergane" schip drijven. In een Rotterdams
dok wordt het zwaar gescheurde, verwrongen
schip later gefatsoeneerd.
In het Middelgat bij de Biezelingse Ham
vergaat op 21 oktober 1957 de Duitse coaster
„PLAN". Het schip wordt aangevaren door
de Duitse tanker „Winnetou" (6584 brt.).
Binnen vijf minuten zinkt de „Plan", Alle
opvarenden worden gered.
12. Het vergaan van de Nederlandse coaster
„CORALE" (500 brt.) op 5 november 1957
is een typerend scheepvaartongeluk voor de
rede van Vlissingen. In een striemende regen
moet het Russische vrachtschip „Nicolai
Bauman (1780 brt even op een loods wach
ten en beschrijft 'n cirkel. Een derde schip
vaart even tussen „Carole" en „Nicolai Bau
man" door. belemmert 't uitzicht en even later
boort de Rus zich in de Nederlandse kust
vaarder, die zinkend naar de kust loopt en in
het vaarwater voor hotel Noordzeeboulevard
zijn einde vindt. In stukken en brokken
wordt het schip pas veel later geborgen
13. Op 11 februari 1958 eist de verraderlijke
stroming in het Nauw van Bath weer een
slachtoffer: hel Turkse vrachtschip „AYDIN"
(7715 brt In de beruchte bocht loopt het
Franse vracht- en passagiersschip „Charles
Tellier" (op weg naar Antwerpen) iets te
ver door en ramt de tegemoetkomende
„Aydin" De Turkse kapitein wee' zijn
schip nog op de Ballaslplaat aan de grond
te zetten, maar tien sleepboten en de bok
ken „Arend" en „Condor" kunnen de Aydln
niet redden Twaalf dagen na de aanvaring
glijdt het gescheurde schip in wat dieper
water ten onder Nog altijd is men met de
berging bezig
14. N°S geen jaar later (op 7 februari 1959)
greep het Nauw van Bath weer een prooi:
het onder Panamese vlag varende Griekse
vrachtschip „IRINI" (4465 brt.). Op de Bal-
lastplaat voer het schip omhoog, de 60-jarige
Griekse kapitein Sorotos wees de snelle
sleepboothulp van de hand en dat werd zijn
schip noodlottig Met doffe knallen scheur
den al spoedig de enorme huidplaten onder
de enorme druk van het water, toen de gie
rende stroom het zand liet werken. 48 uur
na het vastlopen was er van het schip niets
meer over dan een wrak. Het kon slechts
gedeeltelijk worden geborgen.
15. Het Finse vrachtschip „ALCA" (5483 brt.)
was het volgende slachtoffer van het Nauw
van Bath Het gebeurde op 12-2-1963 Tijdens
een felle sneeuwjacht werd de Fin ge
ramd door de Zweedse ertstanker „Avafors"
(10.300 brt.) Beide liepen bij de Schaar
van de Noord vast, beide kwamen weer vlot.
maar wat later moest de Alca, die veel water
maakte, weer aan de grond worden gezet.
Ook de „Alca" bleek niet bestand tegen de
werking van stroom en water: net schip
brak en werd tot wrak verklaard. Weken
later brak er bovendien brand uit op het
16. „Helse vuurzee op Westerschelde" Nauwe-
lijke twee weken later (25-2-1963) moest de
P Z.C. dit melden Het was ongetwijfeld de
grootste naoorlogse ramp in het Nauw van
Bath: de Panamese tanker „Mira Flores"
(20.776 brt werd midscheeps geramd door
de Engelse tanker „Abadesa" (13 350 brt.).
Binnen enkele minuten was de „Mira Flores"
een helse vlammenzee: „Het was of er een
vulkaan openbarstte De hitte was op 500
meter nog te voelen", verklaarden oogge
tuigen" De rookwolken waren tot ln Vlis
singen zichtbaar Ten slotte moest een tries
te balans worden opgemaakt- negen leden
van de Italiaanse bemanning van de „Mira
Flores" waren om het leven gekomen Weer
was de verraderlijke stroming in het Nauw
van Bath de oorzaak: de „Mira Flores" op
weg naar Antwerpen liep plotseling uit de
koers, stak dwars de vaarroute over en werd
midscheeps geramd door de „Abadesa" De
Griekse tanker „George Livanos". die ook
opliep naar Antwerpen, koos eieren voor
zijn geld en liep zichzelf vast op een zand
bankLater liep de „Mira Flores" op de
Marmelontseplaat vast. Negen sleepboten,
die de tanker „op sleeptouw" hadden, kon
den dit vastlopen niet voorkomen- Het schip
begon te scheuren, maar kon later toch nog
naar Antwerpen worden gebracht.
17. Op 2 Januari 1964 eiste het Middelgat (ter
hoogte van de Hoek van Baarland) weer een
slachtoffer: de Nederlandse kustvaarder
„Looiersgracht" (499 brt.) werd in de grond
geboord door het Zuidafrikaanse koelschlp
„Langkloof" (6898 brt Binnen drie minuten
zonk de „Looiersgracht". Drie van de tien
Brits vrachtschip
Belgische kust-
1). die gat op-
bemanningsleden kwamen bij dit ongeluk om
het leven. Zeven bemanningsleden en de Bel
gische loods lagen bijna een uur in het water
eer zij gered werden. De botsing gebeurde bij
de Hoek van Baarland in een dichte mist.
AANVARINGEN EN STRANDINGEN
Nauw van Bath 14-11-1956: Rus „Hudognik
N. Crainer" (3815 brt.) en Engelsman „Port
Victor" botsen op elkaar Zeer zware averij
en op beide schepen breekt brand uit
Leugenaarshoofd Vlissingen 6-12-'57: Neder
landse „Ivoorkust" ln dichte mist aan de
grond gelopen.
Hansweert 3-12-'58: aanvaring tussen Duit
se kustvaarder „Alice" (425 brt.) en Duitser
„Breitenstein" (10.000 brt.). Beide zware ave
rij.
Nauw van Bath 3-2-19
„Filleigh" (5663 brt.) i
vaarder „Santiago" (1300 1
liep aan stuurboordzijde ter hoogte v
machinekamer, die onmiddellijk vol water
liep. Belg zinkende aan de grond gezet, maar
later toch gered Brit liep ook vast
Rede van Vlissingen 19-3-1960- aanvaring
tussen Duitse schepen „Anni Nübel" (1832
brt.) en „Gutenfels" (6804 brt.) Vooral „Anni
Nübel" liep zware schade op.
Nauw van Bath 24-10-1960: Duitse vracht
vaarder „Cleopatra" (2120 brt.) loopt aan de
grond. Kapitein probeerde eerst „op eigen
kracht" vlot te komen, werd nog dezelfde
dag verstandig en liet zijn schip door drie
sieepboten vlot trekken.
Rede van Vlissingen 17-12-1960: Aanvaring
tussen Noor „Stavtroll" (5168 brt.) en Pana
mese kustvaarder „Anagonsi" (151 brt.). Pa
namees zwaar beschadigd. Twee opvarenden
gewond
Zeedijk bij Ritthem 13-1-1961: Nederlandse
vrachtvaarder „Iberia" (2909 brt.) boort zich
in de zeewering- Schip zit muurvast, maar
twee dagen later lukt het aan zes sleepboten
en twee bergingsvaartuigen tegen de ver
wachting in het schip vlot te trekken. Zwa
re schade aan dijk bij „Schoone Waardin".
Biezelingse Ham 21-1-1961: aanvaring tussen
Frans vrachtschip „Ville de Strassbourg"
(8880 brt.) en Noor „Hosanger" <12.456 brt.).
Geramde „Hosanger" (een ruim vol water)
moest aan de grond worden gezet. Fransman
(gat boven de waterlijn) kon reis later voort
zetten. Na overslaan lading werd „Hosanger"
door vier sleepboten vlot getrokken.
Nauw van Bath 26-9-1961: reeks van scheeps-
ongevallen, die typerend ztjn voor de „be
vaarbaarheid" van het Nauw van Bath Een
Engelse tanker krijgt het even te kwaad met
de verraderlijke stroming, maar weet ten
slotte toch koers te houden De Griek „La-
myresse" (7257 brt.) loopt echter In een po
ging de Engelsman te ontwijken vast Ach
ter het Griekse schip doemt de Zweedse erts-
tanker „Malgemay" (24 228 brt op, pro
beert op zijn beurt de „Lamyresse" te ont
wijken en loopt ook vast Een binnenschip,
de Nederlandse „Roma" (700 ton) wordt mis
leid door de lichten van de twee vastgelopen
schepen het is 's ochtends vroeg en
loopt ook vast. Zeven sleepboten trekken
eerst de „Malgomay" en vervolgens de „La
myresse" vlot. De „Roma" klaart het op
eigen kracht. Het is allemaal weer eens op
het nippertje goed gegaan
Nauw van Bath 13-10-1961: mist maakt varen
in dit vaarwater vrijwel onmogelijk. Deense
kustvaarder „Panama" (903 brt.) en Duitse
„Lüneburg" (4524 brt.) varen ln dichte mist
door en lopen vast. Zeven sleepboten krijgen
Deen later los. Duitser doet het op eigen
kracht
Bij Terneuzen 27-10-'61: „Allno" (1761 brt
Fins vrachtschip, ramt Engelse „Matheran"
(8051 brt.) Beide schepen zware schade. Op
varende van „Matheran" wordt verpletterd
en verdwijnt in het water.
Bij Terneuzen 30-10-'60: Noorse „Havlon"
(9854 brt.) vaart door in dichte mist en ramt
Amerikaan „Golden State" (10.000 brt.) en
Nederlands beurtschip „Anna Cornelia", die
naast elkaar voor anker zijn gegaan Aan
zienlijke schade aan drie schepen
Bij Hansweert 29-12-'61: „Een spookachtig
licht gloeide vrijdagmorgen rond zeven uur
fel en tientallen kilometers ver over de Wes
terschelde. onmiddellijk nadat twee reusach
tige tankers frontaal met elkaar in aanva
ring waren gekomen, even ten westen van
de haveningang bij Hansweert Met zoveel
geweld gebeurde die aanvaring, dat belde
schepen over een lengte van tientallen me
ters openscheurden als dunne blikken bus
sen. terwijl de voorstevens minuten lang ge
dompeld waren in een spervuur van vonken.
Eén van de tankers, de 36.470 ton metende
„Malgomaj" uit Stockholm, doorstond dit
spervuur niet: brandend als een fakkel dreef
het schip van zijn „tegenstander", de 34.000
ton metende „Esso Berlin" uit Hamburg weg
Meters hoog laaiden de vlammen uit de voor
steven. Een hels vuur. dat de Westerschelde-
van oever tot oever ln een angstaanjagende
gloed zette" (uit de P.Z C van 30-12-'61)
Met de dood voor ogen hebben de opvaren-
den van de Malgomaj tegen het vuur gestre
den Het schip had ruwe olie In Antwerpen
gelost en door resten olie In de laadtanks was
het ontploffingsgevaar zeer groot Met vier
stralen van het schip zelf en stralen en
schulmblussers van sleepboten uit Antwer
pen kreeg men de brand ten slotte onder de
knie Schade aan beide schepen zeer groot.
Overigens zou dit scheepsdrama nog vee)
lmmenser zijn geweest als de Esso Berlin een
prooi van het vuur geworden was; dit Bchip
was geladen mei zogenaamde „crude oil",
een zeer licht ontvlambare, half geraffineer
de stookolie, waaruit vliegtuigbenzirie ge
wonnen wordt. Kapitein Walter Fiepke van
deze tanker zei later: .Als de Malgomaj mijn
schip ook maar enkele meters verder naar
achteren geraakt had. was een laadlank
opengescheurd en was mijn schip waar
schijnlijk geëxplodeerd" Zelden na een aan
varing was er dan ook een zo gelukkige ka
piteinOok hier speelde een derde schip
mee: de Noorse tanker „Rondefjel" (15 067
brt.), afgeladen met stookolie. Om een aan
varing te voorkomen liep dit schip vast. Elf
sleepboten moesten het vlot trekken. De oor
zaak van de aanvarng was een catastrofaal
misverstand: de één dacht, dat de ander zou
uitwijken!
Bij Terneuzen 9-8-'62: Nederlandse kustvaar
der „Vrede" (398 brt.) geramd door Ameri
kaan „Hurricane" (6214 brt.). Machinist van
„Vrede" verdronken- Coaster zwaar bescha
digd.
Vlissingse rede 20-12-'62: Aanvaring tussen
Belg „Makambo" <9098 brt.) en Duitser „Re-
gine" (4600 brt.). Beide zware schade.
Hoedekenskerke (bg Biezelingse Ham) 8-2-
'63: Pool „Narwik" (7065 brt.) ramt Fin ..Pe
nelope" (2830 brt Stuurman „Penelope"
verloor rechterbeen. Zware schade aan sche
pen -Oorzaak: mist.
Hoedekenskerke 10-9-'63: Zweed „Grenitla
Billner" (12.389 brt.) gestrand en later vlot.
RAMPEN MET BINNENVAART
Hoofdplaat 20-10-'52: sleepschip „Alhema 2"
(570 ton) gezonken door overslaand water bg
zogenaamde Voskaai Schipper, vrouw en
knecht sprongen overboord en ternauwer
nood gered door sleepbootbemanning Schip
was met suikerbieten op weg van Breskens
naar Sas van Gent. Wrak geruime tgd ob
stakel voor scheepvaart.
Tussen Walsoorden en Land van Saeftinge
28-ll-'52: Duitse binnenvaartschepen ..Peine"
en „Köhl" (beide 1000 ton) voeren gekop
peld en werden aangevaren door het zee
schip „Saphir" De „Peine" zonk onmiddel
lijk voor de Schaar van de Noord, de schip
per verdronk, twee anderen werden gered.
Bath 19-3-53: Nederlander „Sint Antonius"
(428 ton) ln dichte mist aan de grond. Bg
opkomend water gezonken.
Kruiningen 3-4-'53: motorsleepboot „Hydra"
door sterke stroom gegrepen, gekapseisd en
gezonken
De Griete ter hoogte van Terneuzen 15-4-'54:
sleepschip „Adrienne" (1230 ton), getrokken
door Eliza", door wind en stroom ln
moeiigkheden. Op de slikken gezet, na hevi
ge wind vol water en gezonken
Plaat van Saeftinge nabg Bath 15-9-'54: „Eva
8". op weg van Antwerpen naar Mannheim,
gestrand Schip begon al spoedig te breken
Van 383 ton stookolie 60 ton overboord ge
zet. Daarna geïmproviseerd gerepareerd en
toch nog naar Antwerpen gesleept.
Walsoorden: 7-1-1954: Belg „Rgn-Schelde I"
(849 ton) gestrand en gebroken.
Walsoorden 29-10-'54: Duits binnenvaartschip
..Meppen" (948 brt geladen met cement,
aangevaren door Engels zeeschip „Klrk-
wood". De „Meppen" zonk vrgwel onmiddel
lijk en werd niet ineer geborgen
Terneuzen 12-7-'55: Nederlander „Helena"
0363 ton) na aanvaring met Fins zeeschip
„Valborg" gezonken.
Terneuzen 23-8-'5r.: Een voor de Westerschel
de typerend ongeval met een binnenvaart
schip De Nederlandse „Dana Adriana' <370
toni lag langs de dgk basaltstenen te losten,
toen de Noor „Tegula" (12 000 brt.) zeer snel
passeerde Door de zware golfslag werd de
„Dana Adriana" op de dgk geworpen
Terneuzen !9-3-'56: Nederland» binnenvaart
schip .Pickard VI" 12117 ton) gezonken na
aanvaring met Italiaans zeeschip „Stalo Mar-
sano" (7155 brt.).
Waarde 29-7-'36; Nederlandse heistelling
„Amer" gekapseisd.
Nauw van Bath 14-11-'5G: „Fendel 134" >9«J
ton). Duits sleepschip. liep op ankerketting
van geankerde Rus „Kolomna" (zeeschip van
3258 brt.) „Fendel 134" brak en zonk Bg
het Kongnenschor onder Walsoorden
Graauw 25-4-'57: Nederlands binnenvaart
schip „Drie gezusters" (717 ton) gezonken na
aanvaring met kustvaarder „Maasym N" (496
Terneuzen 25-4-"57: Nederland" t
schip „Marie" (100 ton) Ir. slecht weer door
overslaand water gezonken.
Vogelwaarde 22-1-'58: Nederlander „Twee
Gebroeders" (120 ton) bg stormweer door
overslaand water ln moeiigkheden: later ge-
Terneuzen 9-7-'33: Belgisch binnenvaartschip
„Dreference 8" na aanvaring met Engelse
kustvaarder „Walstream" (484 brt.) gezon
ken.
Even ten westen van het Gat van Ossenlsse
23-8-'58: In dichte mist werd Belgisch bin
nenvaartschip' „Grisby" (354 ton) overvaren
door Engelse tanker „Esso Plymouth" (6837
brt.). „Grisby" zonk onmlddeligk. Man,
vrouw en twee kinderen konden door speu
rende kustvaarder „Ruby" gered worden.
Walsoorden 28-12-'58: Belgisch binnenvaart
schip „Ampilo" <963 ton) 11a aanvaring met
Duits zeeschip „Heidelberg" (918S brt.) ge
zonken. Een opvarende verdronken.
Hoedekenskerke 8-2-'59: Nederlandse motor
sleepboot „En Avant XVI" na aanvaring met
veerboot „Prins Willem I" gezonken.
Terneuzen 17-10-'59: Aanvaring tussen twee
Belgische binnenvaartschepen „Amice" (355
ton) en „Marechal Fock" (472 ton). De klein
ste verloor: de „Amice" zonk.
Bath 15-ll-'59: Nederlander „Vianen" (821
ton) zinkende na aanvaring met Duits zee
schip „DUsseldorf" (6330 brt.).
Hontenisse 20-1-'60: Belgisch motorschip
„Vinotra II" (260 ton) ln heftige storm ge
kapseisd. Twee opvarenden verdronken
Hontenisse 4-2-'60: Belgische „Emerance"
(961 ton) na aanvaring met Oostduits zee
schip „Halle" (6724 brt.) gezonken. Een der
opvarenden verdronk.
Vlissingen 13-3-'61: Zandzuiger „Maria" in
ruw weer gekapseisd.
Hansweert 6-4-'62: Belg „IJsland" (348 ton)
door de stroom gezonken.
Terneuzen 7-4-'G2: Belg „Henny 3" gekap-
Terneuzen 16-2-'63: Duitser „Willy Cornelia"
(998 ton) op de zc-edqk gestrand en gebro
ken.
Bath 25-4-'63: Franse duwboot „Breton" aan
gevaren door Duits zeeschip „Bgblos". „Bre
ton" kon nog behouden worden, maar een
man sloeg overboord en verdronk.
Hontenisse 27-9-'63; Nederlander „Rema" (700
ton) door overslaand water gezonken.
Wssingen
}A^\H Waardin
Hansweert
Hoedekenskerke
Ellewoutsdijk
Walsoordeni
Hoofdplaat
O Waarde
scheepsrampen
rampen binnenschepen
aanvaringen en strandingen