DOE ES WAT
MET DIE KAST
Ié
Arme beer
ger blijven
MANTEL
MIN
MOUWEN
z
O
ffi
70
7\
-I
beter een CANON in de hand
SNOEPEN - en toch ma
I JUNIOR i
Vrijdag 3 april 1964
„WAT NOU?", vroeg de deftige meneer die
met zijn glanzende auto aan de kant van de
weg stond, „moet die ouwe brik mijn wagen
wegslepen?"
Basje en Annabel die meegereden waren op
de takelwagen kregen een kleur van woede.
„Beer is helemaal geen ouwe brik!", riepen
ze allebei, „hij is de beste takelwagen die er
bestaat! En U met uw mooie auto heeft hem
toch maar lekker nodig om U weg te slepen".
„ATou nou nou", suste Basjes vader, die bezig was
1 de kabel tussen Beer en de grote slee vast te
maken, „een beetje gelijk heeft meneer wel. Ik zeg
niet dat Beer een ouwe brik is, maar hij ziet er de
laatste tijd wel zo uit".
Basje en Annabel konden maar niet vergeten wat er
over hun beste vriend was gezegd. En Beer zelf ook
niet Hij stond er een beetje ongelukkig bjj en pro
beerde zichzelf te bekijken in de zijspiegel van Karei
de Grote. „Is het zó erg?", vroeg hij aan Karei, „zie
ik er werkelijk uit als een zwerversauto?"
„Nou ja, mooi is het niet", zei Karei, de grote
vrachtwagen, die zelf ook wel wat deuken en
schrammen had, maar er toch heel wat verzorgder
uitzag dan het takelwagentje.
„Ik ga met mijn vader praten. Als Beer volgende
week zeven jaar wordt, dan zil-ie ook jarig zijn!",
riep Basje.
„Toen ik jarig was", zei Annabel, „had ik een nieu
we jurk en nieuwe schoenen aan. Waarom Beer dan
niet? Hij heeft in z'n leven al heel wat meer gedaan
dan ik, en hij is net zo oud als ik".
„Bravo", bromde Karei de Grote, „en zeg maar te
gen je vader dat wij met z'n allen het werk van
Beer wel zullen doen als hij een paar daagjes weg
moet om op te knappen".
Jongen, je hebt gelijk", zei Basjes vader, toen Auto-
Bas er over begon, „die takelwagen is nog zo
sterk als een Beer. Als het moet kan-ie nóg wel ze
ven jaar mee. We gaan er iets aan doen. Zijn motor
In de revisie en zijn carrosserie naar de plaatwer
ker!"
„Wat is in de revisie?", vroeg Annabel.
„Revisie betekent nakijken", zei Basje gewichtig,
„maar het blijft niet bij kjjken, hoor. De hele motor
gaat uit elkaar. Ieder schroefje, ieder radertje wordt
bekeken en schoongemaakt of vernieuwd. En als al
die schroefjes en radertjes dan weer in elkaar zitten
keer de wereld rond".
is het een hele nieuwe motor en kan-ie wel weer drie
„Ja, maar, wat zei je vader over carrosserie?", vroeg
Beer, die het moeilijke woord al die tijd had staan
herhalen om het niet te vergeten.
„O, dat zei Basje, „dat is alles wat om je
motor heen zit. Het plaatwerk: spatborden, portie
ren, motorkap Nou ja, alles".
Beer zei niets meer, maar aan zijn beslagen koplam
pen kon je wel zien dat hij nergens meer in geloofde.
Maar de volgende morgen al begonnen maar liefst
twee monteurs met het grote karwei. Kees en Dirk
schroefden allebei aan een kant van de open motor-
bak draden en schroeven los die door al het water
dat over Beer was gegaan helemaal vastgeroest za
ten.
„M'n hart! Ze halen me m'n bart uit m'n lijf!", zucht
te Beer tegen Basje en Annabel die aandachtig toe
keken.
„Laat ze nou maar", troostte Basje, „het komt alle
maal goed, Beer. Dat zul je zien!".
A He gedeukte en geschramde stukken die er nog
van Beer over waren werden de volgende mor
gen in de grote vrachtwagen geladen. Basje en An
nabel gingen erbij zitten, maar ze konden met geen
mogelijkheid hun vriend terugvinden in die stukken
oud roest en zwart ge«flrden bumpers.
„Weet je wat?", fluisterde Basje toen ze bij de
plaatwerkerij kwamen en zagen dat daar hele bergen
lagen van stukken metaal, autodeuren, bumpers en
spatborden, „laten we op ieder stuk zijn naam zet
ten, want stel je eens voor dat ze zich vergissen en
een stukje van een andere auto in zijn carrosserie
zetten. Dan zou het ónze Beer niet meer zijn!".
Met bezorgde gezichten keken ze hoe de mannen van
de plaatwerkerij de stukken aflaadden en op de berg
oud roest gooiden. Nog veel meer dan in het begin
waren ze bang dat er niets van terecht zou komen.
„Ja!" riep Dirk vrolijk toen ze die middag uit school
kwamen, „ik zat net op jullie te wachten. We heb
ben het hele onderstuk van jullie vriend vandaag
afgeschuurd. Nou moet-ie in de menie".
„Wat is de menie?", vroeg Annabel.
„Een soort verf", zei Dirk, „maar verf die roest te
gengaat. Kijk, Beer heeft zijn nieuwe schokbrekers
al, zie je en die moeten we nou zo lang mogeljjk
mooi zien te houden. Ga er maar eens op staan".
Basje en Annabel klommen op de ijzeren stangen,
waaronder de vier kale wielen zaten en hupten op
en neer. En kijk, het vreemde wagentje dat nog
maar zo weinig op hun oude vriend leek, veerde als
een deftige auto zo soepel op z'n wielen. Heel wat
anders dan het schokken en horten waar Beer de
laatste tijd zo'n last van had gehad!
Basje en Annabel keken verrast op, grepen eikaars
handen en dansten een klein dansje op het laatste
stukje Beer dat ze hadden. Er was weer hoop!
(Wordt vervolgd).
ALS ALLE grapjes, snieren, hele, hal
ve en onwaarheden, vrouwelijke
mallotigheid en mannelijke superio
riteit omstreeks deze tijd van het
jaar over ons komen, is dat in ge
zelschap van de schoonmaak, de
gróte, DE GROTE SCHOONMAAK I
Alle onzin op een stokje, kasten
schoonmaken is niet overdreven,
want de mot in je kleren is ook niet
alles en dat kin, zelfs in nette huis
houdens. Maar er zijn behalve kleer-
ook huishoudkasten. Bijna iedere
huiskamer is een muurkast rijk en
gewoonlijk zelfs twee en als het huis
houden keurig is dan mogen die kas
ten open, zelfs als er mensen zijn.
Maar liggen de wezenlijke karakter
trekken van de familie meer de Jan-
Steenrichting uit, dan valt uit die
kast precies wat je nodig hebt (zegt
de optimist) of je trekt er gewoon
alles uit tot je hebt wat je zoekt
(zeggen de anderen). Alle twee niet
prettig, want zo'n in-nette kast waar
alles in het gelid staat en waag-niet-
iets-te-verplaatsen Is óók een dooie
boeL
Het kan anders. Hebt U er wel eens
aan gedacht dat het binnenste
van die kasten zoveel keren per dag
als hun deur opengaat deel van uw
interieur wordt? Dat het best moge
lijk is om door dat open doen een
gezellige flits in de hoek van de ka
mer te krijgen?
Zulke ontdekkingen beginnen ge
woon met het schoonmaken van een
kast en nieuw plakplastic op de plan
ken. Maar voor een jongenskamer
zou een rode, een blauwe, een groene,
een gele plank best gezellig zijn,
vooral als tussen twee grote planken
telkens een smalle geplaatst wordt,
voor autootjes, voor zijn elektrische
spullen of voor de postzegelverzame
ling. En hij heeft heus nog wel ande
re schatten.
Bij dochters zou zo'n kast van bin
nen lichtgrijs geschilderd kunnen zijn
en de kastrandjes van onze groot
moeders zijn er nog wel. alleen nu
van plastic met heldergekleurde bloe
men- of vruchtenpatroontjes. Voor
nog geen gulden een meter of drie.
En ook halve planken tussen de offi
ciële in. In veel gevallen zijn ze nog
niet te groot om de lievelingsbeesten
en poppen van „vroeger" af en toe
eens te willen zien en dat kan, op
die halve plank, een hele rits.
In de huiskamer zou één van de
muurkasten tot linnenkast inge
richt kunnen zijn. Vergeleken bij
vroeger is er heel wat kleur in het
linnengoed gekomen en haast iedere
vrouw heeft een zacht plekje in haar
hart voor dergelijke spulletjes. In
hoeken en gaatjes liggen er ook heel
andere zaken, fotoalbums bijvoor
beeld, en op een miezerige zondag
worden die tevoorschijn gehaald en
uitvoerig bekeken. Maar waarom
moet er op die miezerige zondag
worden gewacht? Het is toch veel
leuker oh» foto's waar een mens op
gesteld is veel vaker te zien! Iedere
dag! Maak een levend fotoalbum
van dat kastlntencur, plak de binnen
kant van de kastdeur vó! en hecht ze
met plakband tegen de achterkant
boven en tusBcn de stapeltjes linnen
goed. Als de kastdeur opengaat, daar
zijn ze, snoeten van de kinderen, dier
bare foto's van alle opa's en oma's
of de laatste nieuwe van de goede
vrienden.
Om de huishoudkast een grote beurt
te geven kan de fantasie van de hele
familie in actie komen. Op de bo
venste plank, de familiestukken, de
bowl uit het verre verleden, de zil
veren kandelaars voor met kerstdi
ner en al die andere zaken die zelden
gebruikt worden, maar volslagen on
misbaar zijn.
Daaronder aan haakjes soep- of
andere koppen en tegen de ach
terwand een rij glazen waar lichtjes
in fonkelen. Want een klein peertje,
ergens tussen de planken zodat het
zefr niet zichtbaar is, geeft allerleuk
ste effecten. Weer een plank lager:
het dagelijks brood, De broodplank
staat op een hardgekleurd groot IJze
ren blad want er wordt in de kast
brood gesneden. Kruimels? Allicht,
maar daarvoor komt het zilveren ta-
felstoffertje en blikje van een lieve
figuur uit een grijs verleden in actie.
Alle kleuren van de regenboog als
we weer een étage zakken. Tegen de
kastdeur dan nog een reclamefolder
en aan een haak het kleine blad van
goudkleurig metalen draad, want het
is toch geen wet van Meden en Per
zen dat alle blaadjes op een stapeltje
moeten staan? Hangt er méér bij,
een antiek koperen brikettentang bij
voorbeeld.
O",
kleurenbeweging die bij het opengaan
van de kast vrolijke overvloed sugge
reert, en dat komt alleen maar door
dat er wat te zien valt. Het is merk
waardig hoe kinderen reageren Die
hebben veel warmte en bescherming
nodig voor hun groei en daarbij, een
kind houdt van „veel'', het geeft hem
gevoelens van veiligheid en geborgen
heid. Het zijn lekemijmeringen maar
kinderen zelf brengen je daartoe.
Want ze komen kijken naar de kast,
naar het lichtje, dat vanzelf aangaat
als je de kastdeur opendoet. Naar
de bonte doek altijd op z'n plaatsje,
voor alle kleine ongelukjes bij de
hand. Naar die optocht van grote
koppen aan kleine haakjes en naar
de plaatjes tegen de kastdeur. Daar
staan wel honderd dingen op die je
allemaal zou kunnen kiezen voor je
verjaardag en waar je ook schooltje
mee kan spelen, want „juf" wijst aan
en dan moet „Pietje" het zeggen.
Op de onderste plank is een plaats
je vrijgehouden voor de aller
kleinste; nii komt altijd voor het
lichtje en als hij op dót wonder uit
gekeken is. trekt hij zich terug op
wat hij zijn eigen domein acht, met
een stel kleurige plastic servetrin
gen in een trommeltje.
eerder in werking en worden er géén
nodeloze (om niet te zeggen schadelijke)
hoeveelheden overtollig voedsel gecon
sumeerdAls de aangenaamste en
meest effectieve wijze van glucosevoor-
ziening ziet de Amerikaanse hoogleraar
het snoepje: „het bevat reeds glucose die
bijna onmiddellijk wordt opgenomen, en
de rest is meestal suiker die, zij het wat
langzamer, ook in glucose wordt om
gezet". Dr. Mc. Clure propageert dus
het snoepje en hij waarschuwt boven
dien tegen het gebruik van allerlei eet-
lust-vermindercnde pillen die volgens
hem (hij is maagspecialist) een zeer
schadelijke invloed kunnen hebben.
Ziehier dus het laatste woord inzake
„slank worden en toch gezond blijven...".
Persoonlijk zouden wij het liever houden
op de beproefde methode van een goed
en verantwoord dieet, gecombineerd met
voldoende lichaamsbeweging en een zo
regelmatig mogelijke leefwijze maar
voor snoepers is de methode van de
Amerikaanse hoogleraar natuurlijk on
eindig veel aantrekkelijker!
Advertentie)
PANELS-SHIFTS
Veertien dagen panel-shift-feest in het
STOFFENPALEIS. 250 coupons, linnen,
coton en poplin. Een feest van gemak
kelijk te maken, vlotte jurkjes, een
feest van gemakkelijk te betalen, lage
prijzen
Per coupon voor JAPON
.5,50 - 7,50 - 9,90
het $tc{fetifi(i('ets
(Aüvertentiej
ER zijn er iets meer dan honderd
in Zeeland. Tijdbesparende, over
zichtelijke, moderne zelfbedie
ningszaken in de levensmiddelen
branche. Hygiënische praktische
ruimten waar bij de ingang een
mandje uitnodigend hangt te wach
ten en waar bij de uitgang, wat
ontnuchterend en onverbiddelijk,
de cheque-out maant tot betaling
van de oogst der rekken. Voor het
praatje over de toonbank is niet
vaak meer gelegenheid. De huis
vrouw én de kruidenier hebben er
geen tijd meer voor. Er komt mis
schien een periode waarin de jonge
huisvrouw niet anders weet. Een
periode zonder kleine knusse win
keltjes, waarin de bediening onder
een genoeglijk babbeltje verloopt
en niemand haast heeft. We leven
in de eeuw van de doelmatigheid
en naast vele voordelen brengt dat
nu eenmaal ook enkele nadelige
consequenties met zich.
De vrouw, gewend aan een gezellig
praatje over het weer of haar moei
lijke voeten om maai' wat te noemen,
staat in het begin dan ook wat onwen
nig tegenover zo'n aantrekkelijk maar
wat onpersoonlijk zelfbedieningsmaga
zijn. „Onwennig? Zegt U maar" gerust:
afwijzend", zegt de heer W. Bras uit
Sint-Laurens, die zijn bedieningszaak
vier jaar geleden omschakelde tot een
fraaie zelfbedieningswinkel. „We hebben
het in de eerste plaats voor de klant
zelf gedaan, maar 't moest echt wel even
wennen. Ik stond er zelf ook eerst wat
huiverig tegenover. Er waren maar et
paar zaken in Zeeland die zelfbediening
hadden, en ik overwoog dan ook eerst
er een semi-zelfbedieningswinkel van te
maken. Niet dat ik achteraf spijt heb
dat niet. Ik zou nu niet meer terug wil
len omdat het systeem zowel voor mij
als voor de klant voordelen heeft. Het
is alleen dat je het persoonlijk contact
mist, want dat neemt af, evenals de ge
moedelijke sfeer. Maar dit soort zaken
wordt gewoon bittere noodzaak. De
winst wordt kleiner, de onkosten stijgen,
je moet, om de klanten goed te blijven
helpen, een kostenbesparing zien te ver
krijgen."
Misschien zijn er achterdochtige gees
ten die denken dat de kruidenier alleen
uit luiheid overgaat tot zelfbediening,
maar dat zijn onvriendelijke veronder
stellingen. Het systeem biedt ook de
klant genoeg voordelen. Tijdbesparing
bijvoorbeeld. Iemand die maar weinig
nodig heeft hoeft niet te wachten
zoals dat nog vaak gebeurt op klan
ten die een eindeloze waslijst van bood
schappen mee willen nemen. Zodra men
de winkel binnenkomt pant men een
mandje (het hangt meestal wel achter
de voordeur) en men zoekt uit de ver
leidelijk uitgestalde kleurige blikjes,
pakjes en zakjes wat men nodig heeft.
De kruidenier, die alles zo overzichtelijk
mogelijk uitstalt vermeldt ook de prijs
bij de artikelen zodat men, onderweg,
kan becijferen of het huishoudgeld een
bepaalde gree.p nog toelaat. Want dat
is dan weer een nadeeltje van zo'n
groot assortiment artikelen „voor het
grijpen", men is wel eens geneigd, voor
al in het begin, te veel te kopen, omdat
het er allemaal zo leuk uitziet én om
dat de uitgestalde waar de klant duide
lijk maakt dat er nog veel meer te koop
is dan hij ooit heeft geweten.... Men
moet dus beschikken over een sterk ka
rakter óf over een ruime beurs wil men
de overige leveranciers niet vergeefs om
hun centjes laten komen, aan het eind
van de week.
Het enige menselijke contact vindt de
klant dus bij de kassa, of, met een fraai
woord, de chequé-out. Daar deelt de
kassabediende mede wat verschuldigd is
en in de meeste zaken deelt diezelfde
bediende ook wat zegeltjes uit. Een klei
ne troost voor hen die „te ver" zijn ge
gaan.
En iedereen begrijpt wel dat de mandjes
alleen dienen om de levensmidelen te
vervoeren van de winkel naar de fiets
tas. Méénemen zou niet aardig zijn.
Voor de wat verlegen categorie kopers
is een zelfbedieningszaak wel wat
eng. Men vindt het vrijpostig zomaar
alles te pakken en de heel erg bleuen
zijn bang er van verdacht te worden
zonder betalen weg te lopen. Maar zelfs
al zou men dat willen, dan is de kans op
succes toch niet groot. Spijtig voor de
zeer sporadisch voorkomende lelijke ka
rakters, maar waar. Er is veel moed
voor '.odig onder het oog van een buur
man of bekende iets weg te moffelen,
en dan, we zijn zo'n eerlijk volk, dat dit
vrijwel alleen eens geprobeerd wordt
door kleine jongetjes. „Maar dat kun je
eigenlijk met meetellen, dat gebeurt toch
overal", zegt meneer Bras verdraag
zaam.
De gehaaste cliënte hoeft dus niet lijd
zaam te wachten tot het haar beurt is.
Een boodschap „even gauw tussendoor"
op wasdag b.v. vergt dan ook inderdaad
maar weinig tijd. De heer Bras en zijn
twee vrouwelijke medewerkers benutten
de stille uren voor de voorverpakking
van zout. soda, snoep, en ook dat be
kort de 'achttijd van de winkelende da
mes aanzienlijk. Een huisvrouw heeft
voor haar wekelijkse boodschappenlijst
op deze manier driekwart van de tijd no
dig die zij anders kwijt zou zijn. Mis
schien is deze schatting nog wel wat te
pessimistisch, want ook de factor wach
ten wordt sterk gereduceerd. Voor de
vaste klant levert het systeem alleen
maar voordelen op door zijn doelmatig
heid. De klant die niet aan de winkel is
gewend zal minder enthousiast zijn
want al staan de levensmiddelen zo lo
gisch mogelflk, men moet in het begin
altijd even zoeken. Geen spijkers op
laag water: er is altijd wel bedienend
personeel dat zo nodig helpt. En wie het
niet plezierig vindt heeft altijd nog keus
uit de kleine winkeltjes óf uit de ser
vice van de zelfbedieningskruidenier die
het aan huis bezorgen als een deel van
zijn taak blijft beschouwen. „Is de tijd
al rijp voor zelfbedieningszaken? vroeg
de vriendelijke meneer Bras zich vier
jaar geleden af.
Zijn al even vriendelijke, maar wat
groot uitgevallen herdershond,
maakt er geen probleem van. Hij be
dient een ieder die hem bevalt, met een
liefdesuiting van zijn grote warme tong,
die hij, zonder mandje, cheque-out of
zegeltjes, gul uitdeelt aan de wang van
iedere bezoeker.
De mouwloze mantel heeft in ons
klimaat niet zoveel kam. In elk ge
val is het een interessant mode-
nieuwtje en over een blous met. lan
ge mouwen, zoals bij dit model, zal
het met de kou wel meevallen. De
grote strohoedkan zonodig wat
meer naar achteren gedragen wor
den. (Von Tiktiner
r
I
i
70
z
i
I
voor f 195,- biedt voor perfekte foto's
„SNOEPEN MAAKT DIK" dat lijkt
een axioma waaraan niet te tornen
valt; onze moeders hielden het ons al
voor en de moderne voedingsleer ha
mert onophoudelijk op hetzelfde the
ma. Toch heeft dit thema nog een
keerzijde althans volgens de Ame
rikaanse emeritus-hoogleraar dr. Char
les Mc.Clure die ervan overtuigd is dat
snoepgoed niet alleen „aanzet", maar
in bepaalde gevallen ook slank kan
maken.
Wonderlijk, maar waar? Dr. Mc.
Clure heeft z'n theorie onlangs tij
dens een lezing in New York toegelicht:
het verschijnsel „eetlust" doet ons op
een bepaald moment méér eten dan
eigenlijk nodig (en verantwoord) is.
Wie snoepjes op de juiste wijze en op
het juiste tijdstip consumeert zorgt
hierdoor voor „een natuurlijk verlies
van eetlust". Het gevolg: minder eten,
minder gewichtstoename.
Het spreekt vanzelf dat de hooggeleer
de spreker deze simpel klinkende bewe
ring met achtergronden moest staven
en hij deed dit met een toelichting die
in het kort hierop neerkomt:
r^ve hoeveelheid glucose (druivensui-
ker) in het bloed die ontstaat uit de
vertering van de koolhydraten uit on
ze maaltijden, wordt automatisch ge
regeld vanuit dat gedeelte van de herse
nen dat het merendeel van onze reflexen
controleert. Zakt het percentage glucose
beneden een bepaald minimum, dan
ontstaat de gewaarwording die „eetlust"
genoemd wordt; heeft 't bloed een maxi
mumgehalte aan glucose, dan houdt de
behoefte aan eten automatisch op.
En op die redenering baseert dr. Mc
Clure dan zijn advies: „Verhoog
de hoeveelheid glucose in het bloed voor
dat U gaat eten. Dan treedt het me
chanisme dat het hongergevoel remt,
{^Gnoriër
Imp. N.V. BORSUMIJ-WEHRY DEN HAAG