PERSOONLIJK WONEN MET INDUSTRIËLE PRODUKTEN Licht in woning Niet twisten over smaak Provinciale Zeeuwse Courant - voorjaarsnummer 1964 - pag. 13 Als mensen van onze tijd, de 2e helft van de 20e eeuw, worden wij met het betere meubel, dat in het teken van de „industriële vormgeving" staat, dage lijks geconfronteerd. Het serie-, eventueel massameubel dus, dat door de modern-vakkundige tekenaar, de binnenhuisarchitect, de meubelontwerper of de huidige indu striële vormgever wordt ontworpen. En wel zó, dat deze modellen enerzijds speciaal en nauwkeurig voor de me chanische produktiewijze worden ont worpen, anderzijds door hun functio nele doelstelling aan een nieuwe be hoefte voldoen. Aan de van vele r Zeker is in die fabriekmatige produk- tie heel wat technische en aesthe- tische vakmanschap begrepen. Vanaf de eerste schetsmatige lijn die de tekenaar zet, tot het laatste stoel-, tafel of kastdetail, wat tenslotte wordt gemon teerd, toe,het is een logisch organi sche ontwikkelingsgang, waar het gehele, hier op toe gespitste bedrijf„op drijft" Welnu, we zien en bekijken met aan dacht deze meubelen tegenwoordig op jaarbeurzen, in toonzalen en etalages. We ontmoeten ze vooral in onze moderne huizen en flatwoningen, ze worden er legio in opgenomen. Natuurlijk zit daar een zekere uniformiteit in. Een bepaalde eenheid zal uiteindelijk in de vormgeving ontstaan. Zo U wilt een overeenkomst in de mo dellen, waar in de geest van de moderne tijd als het ware wordt gereflecteerd. Objectief gezien, zou dit op een „op komst" van de moderne binnenhuis kunst kunnen wijzen. Daarbij en dit vergeten we in geen ge val, zijn in deze moderne en zelfs in de avant-gardische beweging bepaalde nuan ces. Duidelijke onderscheidingen, gelijk we in de hedendaagse achitectuur en bijvoorbeeld in de schilderkunst zo goed kennen. Bezoek de musea. Er zijn de ultra- modernen tegenover de oer-conservatie- ven. Maar er zijn niet in het minst de gematigden, de principieel bezonkenen. die niet zo „van de hoogste toren plegen te blazen". Hiermede willen we zeggen, dat er ook hier, naar gelang: a) de opvattingen, uw opvattingen; b) milieu; c) status en finan ciële mogelijkheden; d) de alles over koepelende smaak en dus voorkeur, er ruimschoot keuze en voor „elck-wat- wils" is. Zo is er voor een ieder een bevredi gende keuze te maken. Wij weten heel goed, dat de jonge lie den met trouwplannen en beschikbaar gekregen woonruimte, hoe gradueel meestal, hun eigen idealen, ook ten aan zien van een bepaalde interieur-inrich ting koesteren. Tevens is het bekend, dat de ouderen, hoe te waarderen en gelukkig met hun tijd meelevende, op een bepaald moment hun meubilair door een nieuw wensen te veranderen. Een verhuizing of overplaatsing, zelfs een pensionering of een eenvoudige be perking van het meubilair en inrichting kan daartoe stimuleren. Afdoende maatregelen zijn in dat geval te nemen, daadwerkelijk uit te voeren. Een eventuele nieuwbouw, hetzij bun galow of flat, kan ons voeren tot de op lossing van een waar probleem, ja, tot de radicale ommzwaai van het aanvan kelijk bestendige-, straks naar het ideaalbelovend modern ingerichte huis... ..dat in Holland staat". Hoe het verder ook toegaat, deze evo lutie is er nu eenmaal. Absoluut. De klok die met de tijd ook de lijdgeest kan aanduiden, draait en slaat door. Men ontkomt daar ten enenmale niet aan. Wat de belangstellende, aanstonds be langhebbende al zo aanstaat, blijkt im mers uit de meubelaanmaak, zoals we die heden beleven. Men ziet dit aanstonds in de meubelza ken en etalages, waar die nieuwe en nieuwste meubelmodellen worden ten toongesteld, te koop worden aangeboden. Kijkt men vooraf vaak bij kennissen, vrienden en familie hoe het daar nu eigenlijk werd ingericht, loopt men even eens de bovenbedoelde meubelmagazij nen af, en het kan eveneens gebeuren, dat men doelbewust op zijn gemaakte keuze-collectie afstapt. Dit is een situa tie, welke óf na een beslist eigen en eigene opvatting of bij een objectief in zicht een gedecideerde aanschaf bepaalt. Dit alles afgescheiden van de omvang van het meubilair en de evenredige om vang van behuizingsmogelijkheden. Tevens kan men verwachten, dat men „door het bos de bomen niet ziet", met andere woorden, er direct geen raad mee weet. We zouden in dit geval willen zeggen: welnu, zoals men bij medische proble men de huisarts of specialist raadpleegt, zo is het hier de vakkundige woningin richter en de binnenhuisarchitect, die U als „vertrouwensman" „in de arm neemt"! De volgende raadgeving, het ls van een ruimdenkende architect, mag U niet worden onthouden. Het is namelijk een vakkundige tip. welke deze praktische psycholoog aan zijn collegiale vakgeno ten, de binnenhuisarchitecten gaf. Wij geven die gaarne en met overtuiging door, namelijk: „Een goede voorbe reiding leidt ertoe, dat de architect door dringt in het intieme leven van zijn principalen. Dit hoort bij het vak en zal ook geen bezwaar zijn, als hij op een hoog plan staat. Om zijn principalen goed te kunnen begrijpen, is het gewenst, dat hij de levenssfeer aanvoelen kan en dus zeker niet minder ontwikkeld en beschaafd is dan zij. Om te kunnen zorgen, dat zij zich later in het door hem gebouwde (en ingerich te) huis, THUIS kunnen voelen, moet de architect, respectievelijk de binnenhuis architect, zich bij hén, in hun milieu thuis kunnen voelen". „Een der professoren van de afdeling der Bouwkunde aan de Technische Hoge school te Delft zei eens, dat een avond „meemaken van een diner" bij de op drachtgever in Den Haag zeker net zo nuttig was voor een a.s. architect, als een week lang elke avond staan tekenen op zijn kamer in Delft. In die scherts lag een zekere kern van waarheid", aldus ir. J. P. Fokker, architect B.N.A. en tuinarchitect B.N.T. in: „Het Eigen Huis". Uit bovenstaande leerden de vakmensen al. dat men zijn eigen voorkeur nimmer mag opdringen. Stel je in op de smaak van de cliënt. Maar, zie hem in de goede richting te leiden, zo mogelijk aesthe- tisch tot een hoger niveau op te voeren. De consument, deze mentaliteit eenmaal kennende, zal zich wederzijds op de bin nenhuis-architect trachten in te stellen. Hem, als zijn vertrouwensman weten te beschouwen. Trouwens, hier draait alles om. Men kan zich in den lande oriënteren, onder meer op de vakbeurzen voor meu belen en woningtextiel, waar meestal de zaterdag voor medebezoek van particu lieren is opengesteld. Te Amsterdam, in het „Centrum Indus triële Vormgeving", Beursgebouw Ber- lage Damrak wisselende tentoonstellin gen van: meubelen, textiel, goede ge bruiksvoorwerpen, enz. Men kan in de hoofdstad in het „Goed-Wonen-Gebouw" in de Leidsestraat een goede documen tatie raadplegen. In het Bouwcentrum te Rotterdam ls ook het een en ander te zien. En vergeet verder de goede woninginrichters, grote en kleine, niet. Men denkt wellicht nog aan het woord „confectie" tegenover „maatwerk". Zeer zeker is hieraan tweeërlei uitleg te geven. Er is, zoals vroeger tegenover „maatwerk" de bedenkelijke confectie. We worden, ook op de radio, nog wel herinnerd aan „Het confectiepakje voor de kleine man", door wijlen Louis Davids in melancholieke stemming gezongen. Intussen ls een vooroordeel ten opzichte van de tegenwoordig zo verbeterde con- fectiekleding zowel als ten opzichte van het goede moderne industriële meubel, een overwonnen en verouderd begrip. Interieurs, pa-ssend bij eigen persoon lijkheid. De beide foto's rechts; een voudige binnenhuiskunst, zoals die zich de laatste decennia ontwikkeld heeft: naar functioneel meubilair, strak, bijna zakelijk, maar zeer goed van vorm. In kleur een interieur, dat een geheel andere sfeer ademt, iets van het heimwee naar het oudere in zich heeft. In iedere periode onzer jsamenlc- ving valt er wel een bepaalde „nieuwe beweging" te onderschei den. Toch houdt de een van antiek, de ander van hypermodern. Een derde kiest de gulden middenweg. Ook in 't heden, anno 1964. zijn er die verschillen. Zijn ze er derhalve ook op binnenhuisgebied. waar de inrichting met meubelen, gordijnen vloerbedekking, verlichting en de verdere gebruiksvoorwerpen, maar ook schilderijen, platen e.d. ieders aandacht, ja. toenemende belang stelling heeft. Qlt geldt zowel voorde consument^als in het algemeen, echter '!e meubel maker of fabrikant, de textiel-, be hangsel-. kokos-, cn linoleumfabrlkant, in het bijzonder. Ziet de consument dit in de etalages in de wlnkeist rat'-n van zijn woonplaats, de vakman daarentegen zag dit aJ eerder op de Jaarbeurs, volgt dit op vakcongressen. Dit probleem over de smaak van het pu bliek en vakman, werd op de vorige ,,S.P.W,"-dag. georganiseerd afgelopen Vondelpark te Amsterdam, aangesne den. In gezelschap van de toenmalige minister mejuffrouw Klompé, werd dit algemeen bekende vraagstuk, bij wijze van ..forum" uitvoerig bcxproken Ging het over smaak cn wansmaak, eveneens kwam de mogelijke smaakont- wikkeling aan de orde. Zelfs het inscha kelen van bekwaam geachte adviseurs op dit terrein, die. in deze het publiek zouden moeten bijstaan keuze te ma ken voorlichting dus. In hoeverre dit doorgang zal cn kan vin den. zullen we straks wellicht nog wel vernemen. Zeker ls, dat het publiek, hoe voorbereid of hoe onverwachts, voor een bepaalde keuze komt te staan. Dit geldt uiteraard voor Jonge lied én. vooral voor hen. die huwelijksplannen koesteren, en derhalve aanstonds t Inrichten. Deze jongeren, met mogelijk hedendaag se opvattingen, zullen vaak het uitge sproken moderne kiezen ZIJ wenden zich hiervoor tot een speciale zaak, om het hun m eest-aansta and.? meubel-complex aan-te-kopen. De stoffeerder en de be hanger, mede de elektricien etc., vol tooien het geheel. Zó z(jn ze er legio. De wat ouderen, die of hun bestaande in terieur willen reorganiseren, of wel wil len aanvullen, zullen in de regel détgene kiezen, wat het meeste bij hun bestaande meubelen past. Dat er in beide gevallen heel wat komt kijken, en daarbij een esthetisch advi seur goede diensten kan bewijzen „rouw-koop" kan voorkomen, vergete men niet. Hier komt nog wat bij. Er ls tegenwoordig sprake van een be paalde neo-romantiek Dat wil zeggen een heimwee naar het oudere, of wel naar het van ouds bekende Ten onrechte noemt men het ook wel ..klassiek", wat lr. wezen echt authentiek-antlek bete kent. Van de Grieken en de Romeinen dus. gaan We zouden kunnen zeggen, dat dit een tijdelijk modisch opwellende stroming belooft te worden. Ongetwijfeld al is. Daarom willen we betogen, dat we zeer zeker ook in het moderne, goed geko zen en goed opgesteld, een bepaalde - en nieuwe romantiek van heden en mor gen kunnen vinden Dit kan bovendien met de aard van de bekleding, stoffe ring, behangsel, vloerbedekking e.d. mede door de kleur- en kleurtegenstel- Ilng worden gevonden. De woning, plaats waar men een groot deel van de vrije tijd door brengt. Tevens: werkterrein van de huisvrouw. In deze woning speelt behalve de inrichting de ver lichting een grote rol. Een moeilijk punt, de verlichting. Want elk kunstlicht is maar een fractie van het licht, dat er overdag is: het zonlicht, al of niet afgezwakt door wolken. Hoe is nu over het algemeen met de verlichting gesteld. Of liever: hoe is het en hoe zou het moeten. Stap maar eens een woning binnen. Men komt dan, zeer in het algemeen, eerst in de gang. Er knippert een klein lichtje aan. En dat is psychologisch al fout. De gang is het visitekaart je van het huis. Een mens houdt van licht en maakt van liet huis dan een ongunstige beoordeling. Een flinke lamp in de gang is zeer op zijn plaats. En: wat zou het meer kos ten? Zo lang brandt het licht in de gang toch niet? Vervolgens de keuken. Werkplaats van de vrouw. Waarom daar niet een t.l.- buls? Er zijn t.l.-buizen in de handel, die de kleur van een gloeilamp benaderen, en met dezelfde hoeveelheid energie driemaal meer lichtopbrengst geven. Dan de huiskamer. In dit vertrek is in vergelijking met vroeger veel veranderd. Het begrip „lichtspreiding" heeft reeds algemeen postgevat. Een belangrijk punt is de tafelverlichtmg. Op de tafel moet direct licht schijnen. Het is dan ook noodzakelijk een doelmatige armatuur te kiezen. Bij het toenemen van de jaren stijgt de lichthoeveelheid, die nodig is om een bepaalde werk te verrichten. Zo hebben kinderen veel minder licht nodig dan oudere mensen. Een oplossing zou de argenta 150 watts lamp kunnen zijn, die drie verschillende lichtsterkten kan leveren. Men heeft daar echter een speciale fit ting met scrieschakeling voor no dig. Er is voorts een speciale bedra ding vereist, zodat deze lamp alleen is aan te raden bij aankoop van een nieuw armatuur. In andere gevallen kan de super-lux een oplossing brengen. Deze lamp, met een spiegelend vlak aan de bovenzijde geeft 30 procent meer licht op het werkobject. Op de bovenverdieping vindt men op de overloop vaak kleine „pitjes". Hier is een sterker lichtpunt eveneens aan te raden. Slecht licht is namelijk vaak de oorzaak van een val van de trap. In alle gevallen en vooral in de huiskamer moet het devies geldenkies een doelmatig ar matuur. Geef liever een paar centen meer uit. let op de technische uitvoering van de lamphouders (voor lampen van 100 watt en meer zijn porceleinen lamp houders aan te bevelen), zodat men met spoedig reparatiekosten krijgt. Iets dat men met de hoge arbeidslonen zoveel mogelijk moet trachten te vermijden. De „Groene kern" en het „Tech nische hart" zijn twee van de op vallendste onderdelen van de „Wo ning 1975" die op het ogenblik in het Bouwcentrum te Rotterdam te bezichtigen is. De groene kern wordt gevormd door de patio, het in Nederlandse hulzen maar spo radisch voorkomend „binnenhofje" dat aan zuidelijker bouwvormen is ontleend. In het „technisch hart" is allerlei apparatuur gebundeld: water- en stroomvoorziening, met daaromheen gebouwd een centrale stofzuigerinrichting, de was- en droogapparatuur en de keuken inrichting die in 1975 nog veel meer gemechaniseerd zal zijn dan nu reeds het geval is. In 1975 twee miljoen naoorlogse woningen zullen dan verrezen zijn zou men in Nederland kunnen wonen in een dergelijke patio woning. Kunnen wonen: het wordt vanzelfsprekend met enige reser ve gezegd, want de snelle ontwik keling van de techniek heeft ook bij de woningbouw heel wat in de melk te brokken en omstreeks 1975 kunnen wellicht alweer an dere woonideeën verwezenlijkt worden die nu nog geen levens vatbaarheid lijken te hebben. De ontwikkelingsgroep die de Woning 1975 tot stand bracht (een groep waarin het Bouwcentrum samenwerkt met een aantal grote Nederlandse industrieën en bedrij ven) wil haar nieuwe woonvorm dan ook niet pousseren als „voor spelling". maar meer als een weg wijzer naar woongewoonten van Links boven: Vanuit de zitka mer van de Woning 1975 kijkt men door glazen schuifdeuren in „de groene kern", de patio. Een overdekt tuintje dat pri vacy én bescherming tegen re gen en wind kan geven. Langs het glas wordt de warme lucht stroom geleid van het verwar mingssysteem: luchtverwar- ming op basis van gas (uiter aard is men uitgegaan van de toekomstige goedkope ge bruiksmogelijkheden van aard gas). De tekening laat zien, hoe de Woning 1975 is ingedeeld: 1. ivoonkamer; 2. eetkamer; 3. keuken; 1. gang; 5. garderobe; 6. toilet; 7. douche; S. technisch hart; 9. werkgang; 10. gang; 11. badkamer; 12. slaapkamer voor ouders; 13. meisjesslaap kamer; H. jongensslaapkamer 15. patio. de toekomst. Een verzameling van ideeën waarvan men verwacht dat verschillende ervan al spoedig in de praktijk zullen worden toege past. Het patio-idee is gekozen omdat de ontwerpers menen dat dit type tegemoet komt aan een belangrijke behoefte van veel mensen: meer vrijheid in huis, meer beslotenheid van het privéleven. Met de patio men zou het in deze uitvoering een kruising tussen serre en tuin kunnen noemen heeft men „de tuin in huis", zonder bezwa ren van wind, regen en andere klimatologische hebbelijkheden, zonder de eventuele nieuwsgierige blikken ook van buren en voorbij gangers. De „introverte levenswij ze" krijgt in dergelijke woningen weer een kans - Als bouwvorm is de patiowoning zeker aanlokkelijk. Glazen wanden omsluiten het overdekte tuintje; als ze worden opengeschoven vor men de woonruimte en patio één geheel. Op haar beurt gaat de woonruimte over in een eetkamer die in verbinding staat met de keuken: meer contact dus tussen huisvrouw en gezin tijdens het keukenwerk van de eerste, minder ..loopwerk" ook voor haar Er is trouwens in deze woning veel gedaan om het de huisvrouw gemakkelijk te maken. In de keu ken is alles zo efficiënt mogelijk ingedeeld, naast de grotere appc- ratuur (magnetronische en gewone oven, koel- en diepvriesinrichting, kookplaten plus sudderplaat) zijn er verscheidene kleinere appara ten- Men is er van uitgegaan (enquê tes hebben de veronderstelling be vestigd) dat de meeste vrouwen een aantal kleine apparaten ver kiezen boven één grote keuken machine die niet zo gemakkelijk te hanteren en op te bergen is Dat mevrouw J. Meihuizen-ter Braake, adviseuse van de direc tie van het Bouwcentrum, bij „Wo ning 1975" een stem in het kapittel had is duidelijk te merken aan diverse keukensnufjes die de huis vrouw onmiddellijk aanspreken! „Woning 1975" brengt ons ook in kennis met de methode van cen trale stofzuiging. die al wordt toe gepast in grote gebouwen maar totnutoe niet in woonhuizen. De schakelaar van de zuigmstallatie bevindt zich in het technische hart van de woning, stof en vuil in ver trekken worden (geluidloos) opge zogen met een plastic slang die aangesloten wordt op de onder de vloer gemonteerde pijpleiding waarlangs het vuil naar een cen trale stofbak wordt gevoerd Gloednieuw is beslist n:e! alles war in deze woning wordt ge- exposeerö. De oplossingen van bergruimteproblemen door kast wanden, het combineren van stu die- en werkhoek met een slaap kamer waren al sn vroegere Boucentrum-modelwonmgen te zien. Andere zaken, zoals bijvoor beeld de „ontspanningswand", zijn eigenlijk een vooruitlopen op een ontwikkeling der ontspanningsap- paratuur in de woning, in deze wand zijn televisietoestel, platen speler, bandrecorder, radio met stereoluidsprekers, beeldopnemer en elektronisch muziekinstrument aaneengeschakeld te vinden als voorbeeld van de ontspannings- apparatuur waarover het gemid delde gezin over een jaar of tien zou kunnen beschikken. Via een ..luisterlus" kunnen uitzendingen in de hele woning worden beluis terd. Kunststoffen spreken uiteraard een belangrijk woordje mee in de bouwmaterialen van de toekomst. Een Nederlandse vliegtuigfabriek lanceerde dezer dagen een plan voor een compleet ..huis van plas tic". in „Woning 1975" heef: men ook. waar mogelijk kunststoffen toegepast: in raamkozijnen, dak lijsten. deuren, plafonds. In de badkamer vormen de diverse ele menten met de vloer éen geheel van polyester, dat compleet met leidingen wordt aangevoerd en in het huis gemonteerd; met derge lijke vormen van pre-fabricage zal de woningbouw in de toekomst steeds meer te maken krijgen. De functionele „Woning 1975" zou in serie kunnen worden gebouwd, eventueel (met enige wijzigingen) ook in meer woonlagen, met een maximum van vier bouwlagen. Wanneer dat tegen een aanvaard bare prijs zou kunnen? Dat hangt voor een belangrijk deel af van de ontwikkeling van de bouwmateria- lenindustrie én van de wel vaart. Want de ontwikkelingsgroep heeft voor haar Woning 1975 als uitgangspunt genomen „het wel varend gezin, dat niet alleen wel varend is maar ook bereid om geld over te hebben voor het bouwen van een goede woning".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 31