KNEEPJE VAN JULIUS
Auto van
meneer
van Duren
a
m
Zij heeft de tijd
Koekepan kritisch bekeken
71
7\
71
Schoonmaak:
voorlopig
de oven
TEGEN MAARTSE KOUDE
Zaterdag 29 februari 1964
EEN van de aardigste auto's in de garage
van Auto-Bas' vader was Grauw. Een beetje
dom, en beetje langzaam, een beetje krakerig
in zijn onderstel en van voor tot achter grijs
geschilderd. Dat was Grauw van meneer Van
Duren. Maar Grauw was geen gewone auto.
Grauw was een winkeltje dat van alles be
vatte.
Andere mensen die hun auto's ook in de gara
ge stalden of benzine kwamen tanken liepen
verbaasd om het oude wagentje heen en
vroegen
„Rijdt dat nog? Dat is nog van vóór de oor-
Op een middag liepen Basje en Annabel in de
polder. Meieen na schooltijd waren ze er
op uit getrokken om wat katjes te plukken, want
Basje had uitgerekend dat die nu wel uit moesten
zijn. En laat nou Annabel midden in die polder op
de weg die nog modderig was van alle regen daar
voor, een toverbal vinden!
Ze hield hem tussen duim en wijsvinger in de hoogte
en danste in het rond. „Een toverbal! Een toverbal!"
juichte ze.
Basje had het ook gezien. Tussen de karresporen. in
de kuiltjes die nog met water stonden en ook langs
de berm, overal lagen toverballen.
„Grauw!" riep Basje, „Grauw moet ze verloren zijn".
Telkens bukkend om de toverballen op te rapen,
stonden ze opeens tegelijk stil. Een tinnen koffiekan
met het prijsje erop en het glazen dekseltje ernaast,
lag voor ze in de plas. Verschrikt keken ze elkaai
aan. „Meneer Van Duren!" riep Basje en meteen
zetten ze het op een lopen. Over nog veel meer
dingen uit de autowinkel heenspringend die zo maar
in de modder lagen, kwamen ze bij een bocht waarin
de wilgenbomen met de katjes stonden. En tussen
de knoestige stammen door zag Basje het. Aan de
overkant van de sloot lag Grauw op zijn zij. Zonder
een geluid, zonder het bekende gekraak te geven,
keek hij met zijn grote treurige ogen naar de wilgen
langs de weg. In het gras, met een paar nieuws
gierige schapen achter zich, zat meneer Van Duren.
Hij zag heel wit en hield een zakdoek tegen zijn
hoofd.
„Hoe is dat nou toch gebeurd?" vroeg Basje.
Meneer Van Duren schudde treurig zijn hoofd. „Ik
weet het niet. Ik weet het echt niet", zei hij,
„het leek wel of Grauw dol geworden was. Misschien
had-ie het voorjaar in zijn hoofd en verbeeldde ie
zich dat ie nog een jonge, sterke auto was. We reden
over de weg en opeens had ik een geweldige kuil
voor me; omdat er water in stond kon ik niet zien
hoe diep ie was. Ik remde dus en gooide mijn stuur
om. En toen gebeurde het. Er knapte iets binnenin
Grauw. Misschien zijn remkabel, misschien ook iets
anders. Toen ik op het rempedaal drukte, gebeurde
er niets. Maar dat was het ergste nog niet, want
zo hard gaan we nooit. Maar ook het stuur luisterde
niet meer en al gaf ik geen gas meer, toch raasde
de motor door alsof ik. ik weet niet hoe hard reed.
Door de hobbels die ik nu niet vermijden kon.
sprongen de achterdeurtjes open en ik hoorde de
dingen uit mijn wagen op de weg vallen. En ik maar
roepen: „stop! Stop dan toch! Maar niks hoor... als
een op hol geslagen paard raasde hij verder. En
er uitspringen durfde ik ook niet. Toen kwam de
bocht. Ik deed mijn ogen dicht en opeens leek het
alsof we vlogen. Boem, ging het".
„Misschien valt het nog wel mee", troostte Basje
hem, maar net zomin als meneer Van Duren durfde
hij nog naar de grijze auto-winkel tie kijken.
Toen Annabel Basjes vader had opgebeld, kwam die
zo hard als hij kon een half uur later met Beer.
Bij de pomp en in de garage werd de hele dag over
hots anders gepraat, want wie kende de oude me
keer Van Duren en zijn grijze, autootje niet? Vooral
als de mensen hoorden dat er geen sprake van was
dat Grauw ooit nog op zijn wielen zou komen te
staan en dat meneer Van Duren geen geld had voor
een nieuw wagentje, keken de mensen bezorgd.
En Annabel, die er met Basje heel stil bij stond te
luisteren, had tranen in haar ogen toen ze Basjes
vader hoorde zeggen, dat het nou afgelopen was
met de oude meneer Van Duren. En toen kwam
Klaas de chauffeur met Karei de Grote, de vracht
wagen, die wel tien keer zo groot was als het brikje
van de auto-winkel.
„Maar er moet toch aan een klein wagentje te
komen zijn voor die man!" riep Klaas meteen. „Voor
uit, mannen, wie doet er mee?"
Dirk. de monteur, kwam met een groot olieblik aan
zetten. „Is dit een mooie spaarpot of niet?" riep
hij. Basjes vader maakte er de gleuf in. Annabel
gaf haar haarstrikje om het blik mee bovenop de
pomp vast te maken en Basje maakte een bord met
een tekst.
Meneer Van Zeventer, die tweè glanzende auto's in
de garage had staan, waarvan er één „Zeemeermin"
heette, kwam zijn wagen halen en las het briefje op
de bus. Hij knoopte zijn jas los en wilde net als
iedereen iets uit zijn portefeuille halen. „Ho, me
neer Van Zeventer", riep Dirk, de monteur, „U
laat iets vallen. Een papiertje".
„O", zei meneer Van Zeventer, „dat is van de voet
baltoto, gooi maar weg". Dirk gooide het weg, maar
omdat vader niet van rommel bij de pomp hield,
raapte hij het even later weer op en bekeek het
voor hij het in de afvalbak deed. Zijn ogen werden
groot: „Jan! Hein! Leo!" riep hij tegen de andere
monteurs die allemaal net als hij in de toto speelden.
Tien minuten later belde hij buiten adem meneer
Van Zeventer op.
„Meneer Van Zeventer!" riep hij; „meneer Van Ze
venter, U heeft de hoofdprijs!"
Meneer Van Zeventer wilde het eerst niet geloven en
sprong maar meteen weer in zijn „Zeemeermin" en
reed naar de garage terug.
En wat deed hij toen ze hem met z'n allen hadden
verteld dat het echt waar was? Hij trok de strik
van Annabel, waarmee de bus op de pomp was
gebonden los en zei: „doe die bus maar weg. Zeg
tegen meneer Van Duren dat hij dat wagentje maar
kopen moet".
Met de rinkelende bus hoog boven hun hoofd dans
ten de mannen van de garage met Basje en Annabel
voorop rond de benzinepomp en meneer Van Ze
venter.
Teqen maartse buien
Een mantel tegen maartse buien, ge
maakt. uit het nieuwe materiaal mag-
na-terlenka. De jas is gevoerd met
een ruitjesstof die ook aan de onder
kant van de kraag en de zakldepjes
te zien is. Het regenhoedje: een tul
band van hetzelfde materiaal, met
een lange sjaal die om de hals kan
worden geslagen.
DAT Julius Ceasar, die een zeer pre
cies man was, hel schrikkeljaar in
voerde omdat hij per jaar een kwart
dag overhield is genoegzaam bekend.
Het zou echtèr pertinent onjuist zijn
hem ervan te beschuldigen dat het
door hem komt dat de vrouwen eens
per vier jaar de huwelijksaanzoeken
voor hun rekening mogen nemen. Nee,
de onderdanige groet van zijn strij
ders: „Ave Keizer, zijn die gaan ster
ven groeten U" had niets te maken
met dit „vrouwenkiesrecht". Het ge
bruik is ontstaan in de dertiende
eeuw, toen Koningin Margaret van
Schotland zich zorgen maakte over het
vrouwenoverschot in haar land en zij
verleende de trouwlustige dames hef
recht zélf om de hand van haar uit
verkorene te verzoeken. Zij het dan
dat dit recht met Schotse zuinig
heid slechts eens in de vier jaar
werd erkend.
I restant je „kwartjes jaar" en
overschot aan vrouwen, maar hoewel de
huidige vrouw zich dit recht niet graag
zou zien ontnomen blijft het wel de
vraag of er ooit één vrouw is die er ge
bruik van zal maken.
Wij bezochten deze week een Goese
huisvrouw die dubbel sterk in haar
schoenen stond wét dit betreft: zij is ge
boren op de schrikkeldag bij uitstek: 29
februari. En had zij haar man ten huwe
lijk gevraagd? Mevrouw M. J. de Dreu-
Strijd vindt het kennelijk een grappige
vraag, maar zij antwoordt ontkennend,
met een:: „Haha, nee hoor, daar heb ik
me niks van aangetrokken". Zij ziet haar
geboortedatum ook helemaal niet als
iets bijzonders. „Och, of je nou op 29
maart of 29 februari wordt geboren, dat
maakt toch niks uit?"
Afgezien van het feit dat men zou kun
nen aanvoeren dat het net één maand
scheelt is daar dan ook niets tegen in te
brengen. Nee, het is eigenlijk heel ge
woon allemaal, behoudens de tijd op
school, want, zo vertelt mevrouw De
Dreu: „Nou, dan ben je interessant
hoor, iedereen wist je verjaardag, dat
was erg leuk. Tegenwoordig worden er
de gebruikelijke grapjes over gemaakt
Men zegt dan dat ik nog maar zeven
jaar word (ik ben zaterdag achtentwin
tig) en soms zegt men dat ik eigenlijk
niet jarig ben. Mijn verjaardag is ook
altijd hetzelfde, jarig of niet. Ik doe dit
drie jaar op de achtentwintigste, want.
zoals mijn moeder zei, ik ben in febru
ari geboren, en dan kies je ook een da
tum in die maand uit".
Wat was de reactie van mevrouw Strijd,
de moeder van onze gastvrouw, toen
haar baby achtentwintig jaar geleden ge
boren moest worden? Ook haar mening
is nuchter. „Toen er sprake van was dat
mijn dochter zo eind februari geboren
zou worden dacht ik: „als hel maar
niet op de negenentwintigste gebeurt",
maar toen ze er eenmaal was kon het
me niks meer schelen. Dan ben je im
mers veel te blij".
Nee, de geboortedatum schept geen en
kel probleem voor mevrouw De Dreu.
Zij is gewoon een aardige, gastvrije
huisvrouw, met haar drie lieve, wat ver
legen kindertjes en haar man rustig wo
nend in een flatje in Goes.
Zij verjaart gewoon als elk mens, een
maal per jaar, en het enig bijzondere is
daarbij dat zij zo af en toe eens kan kie
zen op welke dag zij die verjaardag zal
laten vallen. En het zou alleen maar on
aardig zijn om te zeggen: „Maar op de
achtentwintigste februari kan het eigen
lijk niet, want toen was U er nog niet".
Per slot van rekening is het best moge
lijk dat iemand nog eens ontdekt dat
Julius Ceasar zich vergist heeft. En dan
is het altijd nog vroeg genoeg om te
gaan tobben.
Vrouwen die met veel elan koekjes,
appeltaarten en macaronischotels
uit haar oven toveren moeten
vroeg of laat geloven aan een min-
der-opwekkende bezigheid: het
schoonmaken van de oven.
Hoe dat precies moet slaat meestal
wel nauwkeurig beschreven ln het
kookboekje annex handleiding dat bij
het fornuis verstrekt werd, maar zelfs
die uitgebreide handleiding maakt het
karweitje niet plezierig.
Sommige fabrikanten leven in elk geval
mee met de huisvrouw en haar oven-
schoonmaakperikelenZe bedenken ap
paraatjes en middeltjes om de oven
schoon te houden en dergelijke uitvin
dingen kunnen de bakkende vrouw veel
gebuk en geschuur besparen. Ze zijn
echter niet allemaal even goedkoop:
General Electric bijvoorbeeld komt op
de markt met een elektronisch appa
raatje dat in Hollands geld omgerekend
bijna driehonderd gulden zou kosten en
het vermogen heeft, de aanslag in de
oven als het ware „weg te branden". De
oven waarin het wordt aangebracht
houdt dus zichzelf schoon en volgens
de fabrikant blijft van het vuil slechts
een hoopje as over.
Iets eenvoudiger doen de fabrieken van
Hotpoint en Kelvinator het. Hotpoint
maakt ovens waarvan de wanden be
kleed zijn met een filmpje van speciaal
materiaal dat weinig aanslag opneemt.
De wanden van deze ovens zijn boven
dien uitschuifbaar en dat maakt het
schoonmaken ook al gemakkelijker.
Kelvinator doet het nog eenvoudiger:
met een dunne aluminiumfolie die ge
makkelijk in elke oven kan worden aan-
febracht en na gebruik wordt verwij-
erd en in de vuilnisbak kan verdwijnen.
Met het aluminium ruimt men dus met
een de aanslag op.
(Advertentie
Hoe hel U ln dezen vergaat weet lk
niet, maar het wekelijks bood
schappen doen acht ik een noodzake
lijk karwei dat. vooral by de gebrui
kelijke plaatselijke buien en harde tot
stormachtige noordwestelijke wind zo
snel mogelijk achter de rug moet
zijn.
Een probaat middel daartoe is een
briefje ln de mantelzak inet de lijst
van boodschappen ln volgorde van de
route: een van de postbode afgekeken
foefje. Dat zou ook Inderdaad tot een
beste tijdsbesparing kunnen lelden,
als men niet zo constant en Irritant
voor de voeten gelopen werd.
Men kan zich nu eenmaal slecht al
duwend en dringend een weg banen
langs 's heren smalle straten. En is
3us'welhaast tandenknarsend genood
zaakt om voortdurend de pas in te
houden, uit te wijken, af te wachten
en zelfs in geval van nood op de
rijweg te stappen, om niet aan een
stuk door in botsing te komen met
wouwen die. als men haar vroeg wat
zij daar eigenlijk deden, stomver
baasd zouden antwoorden: winkelen,
wat anders?
Maar zelfs met de zachtzinnigste in
borst ter wereld kan men die bedoe
ling moeliyk ontdekken Want zij
doen op het eerste gezicht niet %-ecl
anders dan volstrekt doelloos, ver
strooid en tegen alle regels In over
het trottoir dwalen.
Men doet het wijste zich daarop on
geveer in te stellen als een aotomobl-
list die een troep uitgelaten scholie
ren voor zich uit ziet fietsen. Hij re
kent er ook bij voorbaat op dat zij
volstrekt onberekenbaar zullen blij
ken in al hun bewegingen.
Alleen heeft zo'n man achter het
stuur wel iets voor op de voet
gangster die er de pas in wil houden:
hij kan in een kritiek ogenblik zijn
claxon verontwaardigd laten loeien
en op zijn remmen vallen. Maar wie
kan op een smalle stoep plotseling
geërgerd: hédaar! schreeuwen, of
zich zo fel en onverhoeds schrap zet
ten dat het knarst?
Het mocht wat: men moet laveren
en aan één stuk door lopen gissen,
wat de volgende manoeuvre zal zijn
van, laten wij zeggen, twee vrouws
personen die tot nu toe braaf aan de
buitenkant van het trottoir rechts
houden.
Zij zijn, stevig gearmd, in zo'n geani
meerd gesprek gewikkeld, dat haar
tempo hoogstens de naam van slen
teren verdient. Het tijdstip lijkt daar
om gunstig om naar de regels van de
kunst links te passeren.
Maar juist als men bijna op gelijke
hoogte is krijgt de meest linkse van
het duo een ingeving: zij kon eigen
lijk wel een extra paar schoenen ge
bruiken, en zij zijn zojuist een etalage
met koopjes op dat gebied gepas
seerd. Het is dus een kwestie van
stilstaan, omkeren en teruglopen
natuurlijk met volkomen verwaarlo
zing van de mogelijkheid dat er ook
nog andere voetgangers achter haar
aan komen.
Wil het olijk toeval dat er juist als
tegenligger aan dc winkelkant, een
fikse kinderwagen in aantocht Is, dan
loopt het links passeren uit op een
vrij onzachte botsing en bijna klem
raken tussen de beide vriendinnen en
de kinderwagen. Verontschuldigingen
worden in dezen hoogst zelden aan
geboden, Integendeel, Eerder loopt
degene die naar behoren de vriendin
nen wilde inhalen en passeren kans
op een dubbele blik van hevige ver
ontwaardiging over zoveel onge-
Ëaste haast.
;n wees dsn bill dat de situatie niet
verergerd worat door uitpuilende
boodschappentassen en een naast de
kinderwagen meehuppelende kleuter.
I ferkeiyk, wie op een specifiek
W tijdstip van winkels kijken zich
met de tas aan de arm op |>nd begeeft
om zo snel mogelijk de nodige bood
schappen binnen te halen n.r-g zich
wel oefenen in het gebruik van een
soort derde zintuig, dat feilloos aan
voelt wat een winkelende dame op
een Smalle stoep zo voor en na kan
verzinnen om het voetgangersver
keer te belemmeren.
Wie hiervan een soort sport gemaakt
heeft kan door de ervaring wijs ge
worden heel wat zonderlinge situaties
van tevoren zien aankomen. Wat zo
vraagt men zich af. zal die weldoor
voede dame die vlak voor mij hard
nekkig het midden van h'-t trottoir
blijft houden, het volgend ogenblik
gaan uithalen
Ópeen3 een banketbakkersctalage in
het oog krijgen en dus onverhoeds
naar rechts zwenken dan is er
links van haar tenminste behoorlijk
ruimte om voorbij te komen. Maar
even vrolijk kan zij de aanvechting
gaan voelen om bij het zebrapad,
tien stappen van hier, te gaan over
steken en daartoe onverhoeds links
af te slaan.
Haar bewegingen doen een voorkeur
voor de slagroom taartjes vermoeden
nog een pas of zes en wij zullen
zekerheid hebben. Even geduld
blijven oefenen en rechtdoor lopen
Jawel: onderschat de derde mogelijk
heid niet. Zo maar midden op het
trottoir blijft zij stokstijf staan, zet
haar tas op de grond en bukt zich
moeizaam om een schoenveter op
nieuw te strikken, waarbij zij natuur
lijk haar handschoenen laat vallen.
Het scheelt een haar of al wie achter
haar aan komt struikelt over «lil
omvangrijk obstakel.
Men doet het wijste zichzelf in zulke
en voorgaande situaties alleen maar
te beschouwen als toeschouwster bij
een komische voordracht voor twee
dames.
Men lacht dan bulten wel over de ge
heime afgunst heen: afgunst over al
die blijkbaar ruimschoots beschik
bare tijd, waaraan men zelf altijd zo
schromelijk tekort komt.
SASKLA.
Tegen maartse koude: zachtblauwe wollen robe manteau met dubbele
knoopsluiting en even wijkende kraag. De lange mouwen met omgeslagen
manchetten, zoals in dit model van Nina Ricci, zijn tekenend voor veel mo
dellen, die dit voorjaar gedragen zullen worden.
Waf het weer betreft leven we nog een beetje tussen mal en dwaas, tussen
iezen en dooien, en daarom enkele modelletjes van „overgangs" kledij.
Links boven een vlot tweedpakje simpel, maar aardig, gegarneerd. De luip-
aardhoed staat er wel vlot bij. fPATERSON). MICHAEL vindt grote om
slagen mooi en het moet gezegd dat het resultaat modieus is, voor slanke
maten (rechts). Ook het onderste ontwerp is van MICHAEL. Hier domineert
de blouse met de hoge kraag en de zebrastrepen. Op beide modéllen i
zwierig strikje aangebracht en zij zijn hier gecompleteerd met hoge hoeden.
Welvaartsverschijning-bij-uitstek op het gebied der
huishoudelijke apparatuur.is de elektrische koekepan.
Een fraai apparaat en een ..gezellig'' apparaat het
aureool van gezelligheid ontleent het aan de mogelijk
heid dat men er aan tafel mee kan bakken en braden.
Direct vuur is immers niet nodig, de warmte wordt
geleverd door het ingebouwde verwarmingselement
|~V prijzen van de elektrische koekepannen zijn nogal gevari-
■t-'eerd, er is een exemplaar dat nog geen veertig gulden
kost, maar de bekende merken liggen tussen de npgenng en rie
honderddertig gulden.
Een prijsverschil dus dat te denken geeft en dat voor de Ne
derlandse Consumentenbond aanleiding is geweest om de
elektrische koekepan (ook wel thermostaaipan genoemd j eens
aan een kritische beschouwing te onderwerpen. Technische
betrouwbaarheid en praktische bruikbaarheid waren de uit
gangspunten van dit vergelijkend onderzoek dat niet op alk-
fronten even gunstig uitviel.
Twee van de onderzochte merken bleken niet aan de „onder-
dompelingseis" te kunnen voldoen: bij de een ontstond bij he:
opnieuw aansluiten kortsluiting, de ander raakte na het onder
dompelen defect. Een derde bleek geen randaarde-aansluiting
te hebben en moet in een vochtige keukenatmosfeer maar
liever niet worden gebruikt. Slechts drie van de zes onder
zochte merken kunnen dus als veilig worden aanbevolen.
De thermostaten bleken behoorlijk te werken en alle pannen
A (gaande op de resultaten
menter.bond tot he: volge
vertoonden een redelijk gelijkmatige warmteverdcling. Tussen
verwarmings- en afkoelingstijd bestaat nogal verschil, de snel
ste pan is na vijf a zes minuten op maximum-temperatuur, de
traagste na dertien minuten. De afkoelingstijd van maximum
r.aar warm varieert zelfs'van vijftien minuten tot een uur!
Bakker, „volgens het boekje" geef: matige resultaten omdat de
instructieboekjes over het algemeen een te lage temperatuur
aangeven. Laat men deze voorschriften los. dan kan men ech
ter een even goed resultaat krijgen als met een gewone
koekepan
dit onderzoek is de Consu-
volgende advies gekomen: Voor een
gemiddeld gezin is de hoge uitgave voor een thermostaaipan
maar zelden verantwoord, door het walmen en spatten is
bovendien net gebruik in de kamer geen succes en in de
keuken is men goedkoper uit met het gebruik van een ge
wone koekepan. In bepaalde gevallen kan de elektrische koe
kepan ec-n praktisch apparaat betekenen: voor kamerbewoners
of voor huisvrouwen die dikwijls genoodzaakt zijn om tevoren
gekookt eten warm te houden.
De ideale combinatie van veiligheid en praktische bruikbaar
heid bleek in geen der onderzochte pannen ic vinden. Bi; ae
keuze van een thermostaaipan zullen huishoudelijke bijkom
stigheden (het al dan niet aanwezig zijn van rar.dgeaarde
stopcontacten ln bepaalde vertrekken) en kleine „extra's" bij
de modellen de doorslag kunnen geven: sommige merken heb
ben een extra handgreep, andere een opklapbaar steuntje
waarmee de pan kan worden schuingezet.