BILJARTEILAND
IN OVEZANDE
INDONESISCHE IMPRESSIES
Zaterdag 29 februari 1964
zaterdagnummer
EEN biljarteiland, zegt voorzitter L. van Osselaar
van de biljartvereniging D.O.S. uit Ovezande. Dat is
bepaald geen snoeverij en evenmin een overdreven
voorstelling, want deze sportclub uit de Zak van Zuid-
Beveland neemt in Zeeland, wellicht wel in geheel Ne
derland, een wat aparte plaats in. Niet dat de D.O.S.-
leden zulke aparte mensen zijn, maar ze kunnen bo
gen op een nog jonge staat van dienst, die de meeste
vaderlandse clubs nooit zullen halen.
Er is geen wedstrijd in het district WalcherenZuid-Beve
land, of biljarters van DOS Ovezande nemen er aan deel.
Alleen al voor elk districtstoemooi is het noodzakelijk om
voor de DOS-leden aparte
voorwedstrijden te spelen; af
en toe krijgen ze dan nog ge
zelschap van toemooideelne-
mers van clubs uit omliggende
gemeenten. Vaak zijn het twee
of drie, soms wel vier DOS-
biljarters, die tot de finale we
ten door te dringen.
En dan de wedstrijden, die de mannen uit Ovezande organise
ren. Voorzitter Van Osselaar en wedstrijdleider Jan Egger-
mont noemden er voor de vuist weg een serie uit het huidige
seizoen op, die welhaast geen enkele vereniging hen kan na
zeggen.
Twee kampioenschappen voor de „zware jongens" werden op
de tafels in Ovezanae gespeeld, namelijk die voor de extra
klassen en de overgangsklas libre. Men zal het zich misschien
nog wel herinneren; in de extra klas werd zo formidabel
gespeeld, dat het noodzakelijk was om voor de deelnemers
een overgangsklastoernooi te organiseren... Dan werd er de
eindstrijd gespeeld voor de 3e klas libre van het gewest Zee
landBrabant, de eindstrijd voor de 2e klas libre van het
district, en binnenkort volgt nog de eindstrijd voor de 3e klas
kader van het district.
Waarom zo'n gezonde 25 leden tellende club in een klein
dorpje van amper 1400 inwoners en waarin zo'n enorm druk
seizoen Nou, voor een belangrijk deel te danken aan het
goede materiaal in clublokaal Doene, zeggen Van Osselaar en
Eggermont er zelf van. We willen onmiddellijk aannemen, dat
dit dan voor het laatste van toepassing is, daarbij tevens gere
kend de goede organisatietalenten van het DOS-bestuur en
wedstrijdleider Eggermont.
Maar de goede resultaten van DOS zijn voor een even
belangrijk deel te danken aan de toch wel aparte instel
ling van de Ovezandse biljartclub ten aanzien van het
spel zelf. Hier wordt niet vaak gespeeld om per se een partij
te winnen! Het gaat in Ovezande vóór alles om het spel: om
het gemiddelde zo hoog mogelijk op te voeren. Desnoods ver
liest men er een kampioenschap mee, maar een carambole ten
koste van alles maken is er niet bij. Noch bij de le-klassers,
noch bij de 5e-klassers.
Want ook de mindere goden van DOS spelen „op spel Ca
ramboles en beurten worden alleen maar opgeschreven om
het gemiddelde te bekijken. Er is een vijfdeklasser van DOS,
die van zichzelf weet, dat hij het spel eigenlijk nooit tot in de
finesses zal leren. Maar hij kocht boeken van de grote kam
pioen René Gabriels, en hij kocht ook een tafelbiljart. Hij
speelt om zoals de biljarters het zeggen over te houden,
omdat het spel voor hem altjjd een genoegen blijft. Hij strand
de op één carambole voor promotie naar een hogere klas,
hoewel hij die carambole eigenlijk gemakkelijk had kunnen
maken, maar dan niet volgens ae opvattingen, die hij er op
nahield
Zo speelt de vijfdeklasser, maar zo spelen ook de besten.
De resultaten zijn er naar. Namen als die van Jan v. d.
Guchte, Jan Goense en Jan Eggermont hebben een be
kende klank in de Zeeuwse biljartwereld, en ook daarbuiten.
Ze werden verschillende malen kampioen in de extra-, de le
en de 2e klas libre, in het 3-banden en bandstoten, Goense
bracht het in de beginperiode zelfs tot de nationale finale 4e
klas libre, waarin hij 2e werd. Het bekende Van Overbeeke-
toernooi in Middelburg werd dit seizoen voor de 3e maal in
successie door een speler uit Ovezande gewonnen. En kwam
het fenomeen Peet Vermeulen er niet vandaan De man, die
meer dan 1000 caramboles achter elkaar op het groene laken
legde
Maar niet alleen mannen als Van de Guchte, Goense of Eg
germont spelen een belangrijke rol. Want in de lagere klassen
behoren de DOS-spelers eveneens tot de besten van het dis
trict.
Ze doen dat al van ongeveer 1947, toen DOS werd opgericht.
Vóór de tweede wereldoorlog was er een andere vereniging in
Ovezande: OHGL, waarvan de top in DOS afkomstig is. Van
die tijd voor de oorlog weet Eggermont zich nog wel te her
inneren, dat je voor één partijtje een hele dag op stap was en
dat het toen voornamelijk om het plezier van zo'n dagje-uit
ging. Nu is het anders, vooral na ae oprichting van ae dis
tricten, hetgeen een enorme vooruitgang voor de biljartsport
betekend heeft.
Er wordt bij DOS in Ovezande nooit gevraagd: Waar wordt
een toernooi gespeeld Dit in tegenstelling tot de andere
clubs van het district, die de weg naar Zuid-Beveland
behalve dan DOS nog maar heel moeilijk weten te vinden).
Neen, de DOS-spelers geven zich op en ze spelen. Ook toen de
wegen in de winter van 1963 haast niet berijdbaar waren. Ze
kwamen naar Middelburg om te biljarten, ook al kwamen ze
na een urenlange rit pas 's nachts om drie uur thuis
Een deel van de „bewoners" van het „biljarteiland"
DOS in Ovezande. Van links naar rechts: J. Doene, met
zijn 74 jaar het oudste lid, Leen Doene, Jan Goense, Jan
Eggermont, de wedstrijdleider, voorzitter L. van Osselaar,
Piet Oostdijk, A. Ars, Kees de Jonge en A. van Meele.
(foto P.Z.C.)
EEN reis van vier weken is van
zelfsprekend niet voldoende om
een volledig beeld te verkrijgen
van het enorme eilandenrijk In
donesië. Wanneer U Indonesië
zou leggen in de Atlantische
Oceaan, dan zou het zich uit
strekken van New York tot Da
kar in Afrika. En als men dan
maar drie van de duizenden ei
landen heeft bezocht, kan men
niet meer geven dan enkele
snapshots. Maar die zijn op zich
zelf interessant genoeg. Want
zelfs al zou er in het verleden
geen band tussen Nederland en
Indonesië geweest zijn, dan nog
zou de belangstelling getrokken
worden naar deze „gordel van
smaragd rond de evenaar", het
derde land ter wereld in bodem
rijkdom en met zijn 100 miljoen
inwoners het vijfde land in de
rij der grootste mogendheden.
Hoe is het nu in Indonesië Die
vraag wordt je hier tientallen
keren per dag gesteld. En in dat
„nu" ligt duidelijk opgesloten: sinds
de Nederlanders er wég zijn.
Voor iemand, die dit land voor de
eerste keer bezoekt, is een vergelijk
uiteraard niet te maken. Maar uit de
gesprekken, die men voert en de in
formaties, die men daardoor ver
krijgt, kan wel worden afgeleid dat
de situatie op velerlei gebied zeker
niet is verbeterd. Vooral op econo
misch gebied is de toestand ronduit
slecht. Men moet daarbij echter ze
ker niet generaliseren. Wanneer de
statistieken gelijk zouden hebben,
was de helft van alle Indonesiërs al
lang dood, maar ze leven nog en zien
er goed uit en gaan goed gekleed.
De economie beschikt over een elas
ticiteit, die voor de westerling bijna
onbegrijpelijk is. Zoals in dit land
veel dingen onbegrijpelijk zijn.
Een Indonesiër zei me: „In ons land
is het eenvoudige vaak onmogelijk
tot stand te brengen, maar het on
mogelijke is altijd mogelijk". Dat is
in de paar weken, die wij er door
brachten, dan ook herhaaldelijk ge
bleken. Maar het is ook het fascine
rende van het land
Gast zijn in Indonesië betekent
zelf niets doen. Er wordt voor je
gezorgd, men slooft zich vrese
lijk voor jc uit cn cr wordt zelfs voor
je gedacht. Dat laatste wordt wel
eens vermoeiend, maar het klimaat
staat je niet toe je op te winden. Stel
Je voor: wie maakt zich druk bil een
temperatuur van 32 graden Celsius
Dus je schikt je rustig in de bezig
heid van gast-zijn en laat alle goede
zorgen over je heen komen. En voor
al iangzaam-aanTijd is in Indone
sië geen geld
sië géén geld. Ze is haast nog minder
waard dan de rupiah, en die staat
niet best genoteerd. Ergens precies
op tijd komen is haast onmogelijk,
al was het alleen maar door de chro
nische verkeersopstoppingen. En nie
mand neemt het je kwalijk, dat je te
Iaat komt, want de gastheer neemt
altnd de schuld op zich. Als je dan
eindelijk eens een keer kans ziet,
aan zijn zorg te ontsnappen, dan ga
je op eigen houtje de stad in.
Djakarta is dé stad van Indonesië.
Heel het leven van het land is hier
ln miniatuur of in het groot te vin
den. In miniatuur, waar het de ver
scheidenheid van de volkeren van
deze archipel betreft, in het groot,
als het om invloed gaat. Hier speelt
zich het politieke leven af. Hier
wordt de economie bepaald. Hier
openbaren zich de tegenstellingen.
Indrukwekkend zijn ae nieuwe ge
bouwen, meestal door buitenlanders
gebouwd. Het stadion is er een
prachtig voorbeeld van. Het hele
complex omvat een zwemstadion,
een sporthal voor indoorsport en een
open stadion, dat 110.000 bezoekers
kan ontvangen. Daarnaast is er een
congreshal, het ministerie voor
sport, de sportacademie en het dorp,
dat aan 3000 gasten onderdak biedt.
Door een grote zesbaansweg is het
met het centrum van Djakarta ver
bonden. Vooral de jeugd is er erg
trots op. Zij beschouwt dit complex
als een symbool van nationale een
heid en een representatie voor buiten
landse bezoekers. Als Nederlander
moet je eerlijk toegeven, dat onze
sportaccommodatie er maar pover
tjes bij afsteekt!
Even indrukwekkend is Hotel Indo
nesia. Het kan concurreren met de
beste hotels ter wereld, zelfs in de
prijzen. Voor een nacht logies is
men 75,kwijt. Maar het is het
enige goede hotel in de stad, dus wat
wil je Toch vervult het ook een
nuttige functie, want je ontmoet er
gegarandeerd een aantal Nederlan
ders, die voor het bedrijfsleven bezig
zijn de relaties te herstellen. Het is
interessant om met hen te praten.
Je ervaart dan, hoe het herstel der
betrekkingen in werkelijkheid ver
loopt. Dat is beslist moedgevend!
ln tegenstelling tot de hoge prijzen
voor logies heeft Hotel Indonesia
eén service, die goedkoop is: de ho
teltaxi's. Ze zijn uitstekend, met keu
rige chauffeurs en kosten minder
dan de helft van de prijs, die parti
culiere taxi's vragen!
Het uitzicht vanaf het terras is niet
zo fraai. Aan de andere kant van de
rotonde, waaraan het hotel ligt, staat
de uitgebrande Engelse ambassade.
Nog net zo. alsof de brandweer een
kwartier geleden ingerukt is
En dan naar de benedenstad. Want
Djakarta is méér dan Hotel In
donesia alleen, al wordt dat de
ontvangstpoort van het hele land ge
noemd. Men moet niet denken, dat
achter die poort ook alles met mo
zaïekwerk is ingelegd. Djakarta
en heel Indonesië heeft veel ver
schillende gezichten. Aan de gebou
wen aan het Molenvliet en bij het
station is nog iets merkbaar van de
tijd, waarin onze voorvaderen dit
stadsdeel bouwden. Alleen het Molen
vliet zelf is een chocoladekleurig
stroompje geworden, dat op hetzelfde
ogenblik dienst doet als toilet, was
gelegenheid en spoelwater voor de
tandenpoetser.
Je wandelt over Passar Baru, waar
de zwarte handel welig tiert, en
waar het gilde der zakkenrollers
voortdurend tracht haar inkomen
wat te verhogen. Verder is het een
heel gewone winkelstraat, met wa
renhuizen en kleine winkeltjes, waar
de buitenlander zijn souvenirs koopt.
Enige deskundigheid zal door je por
tefeuille 'zeker op prijs worden ge
steld! Je gaat eten ln de Chinese
wijk. Voor iemand, die na enkele
weken weer terug naar Nederland
gaat, eigenlijk niet zo verstandig. Je
wordt namelijk veel te kritisch ten
opzichte van de in Nederland be
staande Chinese restaurants. Vogel
nestjessoep is heerlijk en wie naast
het croquant gebakken eendevel zich
tegoed heeft gedaan aan de kikker
billetjes kijkt beslist een stuk vrien
delijker naar onze kwakende sloot-
bevolking! Om van de kreefte
pootjes en de heerlijk grote garnalen
maar te zwijgen. Maar ook hier
bloeit de zwarte handel.
Medicamenten, die in de ziekenhui
zen en apotheken niet te krijgen
zijn. worden hier tegen enorme prij
zen verkocht. Ook Nederlandse da
mesbladen zijn erg in trek. Zelfs als
vierdehands exemplaren van meer
dan een jaar oud hebben ze een hoge
handelswaarde, die soms gaat tot
1000 rupiah! Volgens de officiële
koers is dat 10.-. Maar op de
zwarte markt is het heel wat minder:
ongeveer ƒ3.-. Tja, de rupiah wordt
heel verschillend gewaardeerd...
Er is nog een ander Djakarta: de vele
kampongs, die als een soort kanker
gezwellen rondom de oude stad ver
rijzen. Officieel telt Djakarta 3 mil
joen inwoners, maar men schat, dat
het er in werkelijkheid wel 1.5 mil
joen meer zijn. De trek naar de stad
vindt ook in Indonesië plaats. Wan
neer door rampokkers of misoogst
de toestand op het platteland van
West-Java te slecht werd, trokken
hele drommen mensen naar de stad.
Er zijn naast deze kampongs, die
voor het merendeel uit armzalige
hutjes bestaan, ook duizenden men
sen, die zomaar op straat slapen; of
in een raamkozijn. Ook de bedjaman
behoort tot dezè categorie. Mèt zijn
tweepersoons bakfietstaxi probeert
hij de kost te verdienen. Over het al
gemeen leeft hij ver beneden het
mlnimumpeil, wat hem overigens
niet belet op actieve wijze zijn
steentje bij te dragen aan de enorme
verkeerschaos in de stad. Zijn bedja
is zijn kapitaal, zijn huls en zijn
trots. Voor het stadsbestuur is het
alleen maar een probleem, dat nau
welijks oplosbaar schijnt...
De totaalindruk van Djakarta'
Moeilijk te zeggen, door de grote
tegenstellingen.- Alleen ziet het mees
te er verwaarloosd uit: de gebouwen
ln de straten, de rioleringr die niet
werkt, en soms hele stukken onder
water doet staan: en het huisvuil, dat
door de slechtwerkende ophaaldienst
aan de kant van de straat belandt en
zo alles nog een wat grauwere tint
geeft
Men moet echter met alleen afgaan
op de buitenkant. De mensen, die
hier wonen en werken, zijn veel be
langrijker voer het stadsbeeld.
Nu eerst de stad uit. omdat Djakar
ta Indonesië niet is. Naar Bogor. het
vroegere Buitenzorg, waar de we
reldberoemde Plantentuin ligt. Daar
is van iedere plant, die men in de
Indonesische archipel heeft gevonden,
wel één exemplaar te vinden. Deze
tuin is bijzonder goed onderhouden en
de Indonesiërs zijn er erg trots op.
De weg van Djakarta naar Bogor
zou een ideaal ziin voor kritische fij-
examinatoren. Wie deze weg zonder
kleerscheuren kan afleggen.' is rond
uit een artiest In het verkeer. Smal.
enorm druk bereden, met om de ha
verklap de opstoppingen door bedja's
en karbouwen, lijkt deze weg een
enorme kluwen van mensen, dieren
en voertuigen, waar geen doorkomen
aan is!
Vla Bogor gaat de reis over één van
de mooiste bergpassen, de Pundjak,
naar Bandoeng. De natuur is hier bij
zonder mooi en afwisselend. Sa-
wah's, theeplantages, bos, orchi
deeën, die hier in net wild groeien,
geven een kleine indruk van de
grote vruchtbaarheid van de bo
dem. En overal langs de weg mensen,
mensen en nog eens mensen.
De provincie West-Java, waarvan
Bandoeng de hoofdstad is, heeft een
bevolking van 19 miljoen zielen. De
netto bevolkingsaanwas is maar
liefst 1000 per aag! De oppervlakte
van deze provincie is ongeveer gelijk
aan Nederland. Stelt U zich voor: in
ons land ieder Jaar een stad van
ruim 350.000 inwoners erbij!
De medische verzorging is vooral
op het platteland gebrekkig. In
Bandoeng is er één arts op iedere
10.000 inwoners, op het platteland is
dat echter één op 300 000 mensen!
Wanneer men dat overweegt en men
ziet de slechte hygiënische toestan
den (slecht naar onze westerse
maatstaven althans!), dan verbaast
men zich erover, dat er niet veel
meer epidemieën optreden. Daar
naast ls ook hier de voedselvoorzie
ning een probleem. Alleen al door de
droogte van het afgelopen seizoen
was de rijstproduktie'belangrijk min
der dan het vorige jaar. Dat is wel
het grootste probleem waar Indo
nesië mee te kampen heeft. Opmer
kelijk is, dat ondanks alle moeilijk
heden de cultuur in al haar uitingen
bewaard blijft. Veel aandacht wordt
besteed aan het in ere houden van de
volksdansen, die veelal de verschil
lende takken van werk uitbeelden:
rijst planten, oogsten, vissen, enz.
Ook worden daarin de oude legenden
uitgebeeld. Het gamelanorkest, dat
ons verwelkomde bij de katholieke
universiteit in Bandoeng was in één
woord schitterend! Een' heel bijzon
der muziekinstrument is wel de
anklung, van bamboe gemaakt, die
één tremolerende toon kan voort
brengen. Met honderd van deze in
strumenten kan men al een aardig
orkest samenstellen, en het is wel
een aardige gewaarwording, door
zo'n orkest de Barcarolle van Offen
bach te horen snelen. Het klinkt
voortreffelijk! In Bandoeng en omge
ving zijn nog meer Europese invloe
den waar té nemen. De gladiolen
staan er nu te bloeien, de bloemkool
!s er uitstekend en de aardappelen
zijn juist gerooid Het is daar' in de
bergen een stuk koeler, maar een
aardappelveld onder de palmbomen
maakt wel een eigenaardige indruk'
Enkele vluchtige impressies.
I>? belangrijkste zaken zijn nog
niet aan de orde gekomen: de pro
blemen waar dit land mee te kampen
heeft en de mensen Beide komen
nog aan de beurt. Maar het is goed.
ze te plaatsen tegen de achtergrond
van het land. het klimaat, de natuur.
Een beetje weg van onze westerse
denkwereld. Want men moet het ge
zien hebben om er een heel klein
beetje van te begrijpen
En om te pra'en over de problemen
van Indonesië en over het volk van
dit land moet men ook bulten Java
kijken Want Indonesië is meer dan
Java en Djakarta. Er zijn belangrijke
gebieden, die een grote invloed zul
len hehben op de toekomst van dit
land: Sumatra, Borneo, Celebes. Ook
die eilanden behoren tot Indonesië.
NADAT WIJ DESTIJDS
VAN ONZE HAAGSE
REDACTEUR EEN REEKS
REPORTAGES HEBBEN
GEPLAATST OVER HET
WEERZIEN MET INDO
NESIË, MENEN WIJ ER
GOED AAN TE DOEN
NOG EENS ENKELE IM
PRESSIES AF TE DRUK
KEN VAN DE HEER C.
BALKENENDE TE KA-
PELLE-BIEZELINGE, DIE
OP EEN ANDERE WIJZE
INDONESIË ONTMOET
TE, NAMELIJK ALS
DEELNEMER VAN EEN
ZEVEN MAN STERKE
DELEGATIE VAN NE
DERLANDSE POLITIEKE
JONGEREN, DIE EEN
VIERWEEKS BEZOEK
HEBBEN GEBRACHT
AAN INDONESIË. DE
HEER BALKENENDE, DIE
33 JAAR IS, MAAKTE
DE REIS MEE NAMENS
DE ARJOS. DE ANTI
REVOLUTIONAIRE JON
GERENORGANISATIE,
WAARVAN HIJ TOT 1
JANUARI J.L. LANDE
LIJK VOORZITTER WAS.