ALTIJD WITTEBROOD Draai het wieletje nog eens om O m Op kleintjes passen Van brood met kaas naar .Quiche Lorraine' a SIMPEL EN APART VRLJDAG 14 FEBRUARI 1964 „VERTEL ons eens van je mooiste redding, Beer", zei Auto-Bas in de garage. „O, dat weet ik zo", zei Beer, „daar hoef ik niet eens over na te denken. Dat was met de autokin- derenwagen". „De autokinderenwagen?", riepen Basje en An nabel met grote ogen, „wat is dat?" „Nou eh....", zei Buts, „een autokinderenwagen, dat is een eh.... een eh.... nou ja, een kinderwa gen, hè, je weet wel, waar heel kleine kinderen in worden rondgereden, maar dan met een automo tortje erin". Zozo", zei Karei de Grote, die zijn lachen bijna n di „Ja eh... Ja, dat denk lk wel", zei Buts een beetje onzeker. ..En sturen Buts Heeft zo'n baby'tje dan ook een klein stuurtje of stuurt ie misschien met z'n rammelaar?" „Jullie plagen mij ook altijd", zei Buts met neerge slagen ogen. „Doe dan ook niet alsof je het weet, domoor", bromde Karei de Grote met zijn zware stem. „Een autokinderenwagen heeft niets met gewone kinderen te maken, maar met autokinderen, met jonge auto's die zelf nog niet rijden kunnen, begryp je?" „Ooo", zei Buts verlegen, „dat wist ik niet." „Bedoel je die hele grote auto's?", riep Basje. „die nog groter zijn dan..." Hij hield opeens op. want hij vond het niet aardig om tegen Karei de Grote te zeggen:: „die nog groter zijn dan jij". Maar Karei de Grote, die een heel wijze vrachtwagen was, lachte en zij: „Ja Basje, ik bedoel zo'n auto, die nog veel groter is dan ik. Hij heeft wel twintig wielen onder zo'n achterstel. En dat moet ook, want al zijn die auto's op zijn rug nog maar kinderen, ze wegen flink zwaar, hoor! Veertien of soms wel zestien tege lijk draagt hij er op zijn rug. En dan dat jonge goed maar telkens roepen: „wat is dit, oom Max? Wat is dat? Zijn we er al bijna? Wanneer mag ik nou zelf rijden, oom? Om dol van te worden." „Precies", zei Beer, de takelwagen, die net als de anderen stil geluisterd had naar Karei de Grote, „zo gebeurde het ongeluk waar ik mee temaken had!" „O, vertellen, Beer!", riepen ze allemaal in koor. Beer lachte een beetje toen hij eraan terugdacht. „Nou, het was zo", zei hij, „zestien autokinderen kwamen met de boot uit Engeland, want zoals je weet komen een heleboel auto's uit Engeland. (Beer kwam daar zelf vandaan en hij was er een beetje trots op). Onderweg op zee hielden ze zich heel stil letjes. Maar zo gauw de boot aan de kade lag, kregen ze praats. Jombo, zo heette de grote autokinderenwagen die ze naar de mensen zou brengen, stond al op ze te wachten. Nou was Jumbo niet zo jong meer en had dus heel wat autokinderen meegemaakt. Hjj deed wat hij altijd deed als hij erg lastige autokinderen te ver voeren had. Hij leerde ze een liedje. Draal het wieletje nog eens om, zoef eens met je bandjes, lichtjes achter, lichtjes opzij, dat gaat alle auto's voorbij, lichtjes wit en lichtjes rood, over een dag is het autootje groot." Goed, ze zongen het een keer en nog een keer, maar daarna begon het. „Oom Jumbo, mogen we het laatste stukje nou niet zelf rijdenToe nou, oom Jumbo, het kan best!" „Nee", zei oom Jumbo, „het kan niet. Bovendien zitten jullie vastgebonded en kan ik met gaan stoppen omdat er opeens eentje zelf wil rijden." Maar zoals ik al zei: het waren heel ondeugende autokinderen en ze luisterden niet naar Jumbo. Ze probeerden aan een stuk door om los te komen en van de wagen te springen. De autokinderen hingen allemaal naar één kant en daar sprong ook opeens de wind nog om de hoek. zodat Jumbo het echt niet meer houden kon. De be stuurder probeerde nog om zjjn stuur om te gooien, maar het was al te laat. De twintig wielen van Jumbo rolden de verkeerde kant op. de wagen helde en daar gingen opeens tien van de twintig wielen van de gronden tjoep: daar lag de grote Jumbo mét alle autolcinderen op zijn zij. Een geschreeuw! Ik heb nog nooit in mijn leven zóiets gehoord! Want ik was er binnen vijf minuten bij, zie je! Nou, ja, wat moes ten we Ik ben heel sterk, dat weten jullie allemaal, maar zo'n reus als Jumbo met dan nog zestien autokinderen op zijn rug, krijg ik natuurlijk niet overeind. Daar zijn wel twintig Beren zoals ik voor nodig.' Iedereen knikte. „Maar wat dan?", vroeg Basje. „hoe moesten jullie die arme Jumbo en die zestien domoren uit de berm krijgen?" „Dat zal ik je vertellen", zei Beer, „banden hadden ze niet, dan ze overeind zetten en weg te laten rijden, daar was geen sprake van. Maar toen kregen we een idee. Nou ja," zei hij vlug, „eigenlijk was het jouw vader, die het bedacht, hoor." Weet je wat hij deed? Hij belde de garage waar de autokinderen naar toe moesten. Daarna reed hij er met mij naar toe en namen we zestien maal vier, dat is vierenzestig autobanden mee. Met de chauffeur van Jumbo, die er gelukkig zonder één schrammetje was afgekomen, zette jouw vader en een heel stel mannen die naar het ongeluk waren komen kijken, die banden om de wielen van de autokinderen. Krikken hoefden we niet, want ze lagen allemaal nog op hun zij, zoals je weet. Nou, en toen was het mijn beurt. „Domoren", zei ik, toen ik ze eindelijk afzette, „als jullie nou de hele weg zo gezongen hadden, was er niets gebeurd en stond die goeie ouwe Jumbo nou al lang op zijn twintig wielen in de garage! Ze knikten allemaal heel schuldig en zeiden dat ze als ze grote auto's waren geworden, altijd héél voorzichtig zouden zijn en nooit meer zulke domme dingen zouden doen." „En hebben ze dat gedaan?" vroeg Annebel, „zijn het verstandige auto's geworden?" „Jazeker", lachte Beer, „soms kom lk er nog wel eens één van die zestien tegen op de weg. Dan knip ogen we tegen elkaar en in het voorbijgaan zingen we: „draai het wieletje nog eens om". Nou. en dan weten we alles weer!" (WORDT VERVOLGD) 70 7^ 70 Het kan misschien geen kwaad nog eens over dat actuele onder werp Bezuiniging een voorzichtig zegje te zeggen, temeer waar een le zeres er prompt en met geestdrift op inhaakte. ZIJ schrtyfl me temidden van haar drukte Viezigheden („wij zijn kleine zelfstandigen") een aar dige brief naar aanleiding van „Schrijf het maar eens op" want dat systeem is haar uit het hart ge grepen; „Uit ervaring weet ik, dat het de me thode is om uit te komen met je huishoudgeld. Want wij vrouwen schijnen vaak maar klakkeloos de kruidenier en de slager te betalen zonder erbij stil te staan of alle aankopen wel gerecht vaardigd zijn" Hier moet ik onze zegsvrouw even onderbreken met de vraag: of zij met de laatste zin ook bedoelt dat vrou wen vaak klakkeloos haar leveran ties betalen zonder na te rekenen of het bedrag klopt en of de leveran ties werkelijk hebben plaatsgehad. Als zij dit Inderdaad bedoelt, kan lk haar verzekeren dat dit maar al te vaak het geval is. Ik wil daarmee in genen dele bewe ren dat de leveranciers „maar wat opschrijven" of voor de vuist weg een bedrag noemen integendeel. Maar het zijn ook mensen die zich te goe der trouw kunnen vergissen. En die het werkelijk niet plezierig vinden dat zij zo onvoorwaardelijk worden geloofd in deze zin. dat zij als het ware uitgenodigd worden om er maar eens wat op te leggen. Maar onze lezeres heeft meer op het hart: „En wat bezuinigin gen betreft: mijn huisgenoten zijn zeer verontwaardigd dat ik verschil lende bladen heb opgezegd Er is, nu zoveel dingen duurder worden, abso luut overleg nodig om op de juiste manier te bezuinigen, zonder dat de maag daaronder komt te lijden". Als ik hier weer even in de rede mag vallen: lectuur is bij mij een zwak punt. Natuurlijk mag de voeding niet de sluitpost op ae gezinsbegroting worden, maar aan de andere kant hebben wij goede tijdschriften en kranten werkelijk zo nodig als brood. Wat wij ook op onze specifieke vrou wenbladen mogen aan te merken hebben: zij zien er uiterlijk bijzon der verzorgd uit en geven in elk ge val een schat aan huishoudkundige informaties- Maar de abonnementsprijs is vaak hoog. en dan ligt het zo voor de hand om te bestuiten: ik schaf alvast mijn eigen blad maar af, dat scheelt mij per jaar weer een week huishoud geld Toch lijkt het mij het over wegen waard om de kool van de voe ding en de geit van de lectuur allebei te sparen en de lasten wat te verde len. Is er geen mouw aan te passen door een bepaald blad samen met een buurvrouw of een vriendin te gaan lezen En kan er in groter verband zo als verenigingen al ontdekt hebben persoonlijk niet heel wat bezui nigd worden door een leesportefeuil le te laten circuleren, waarvoor ie der lid één blad levert? Het komt als altijd weer op een vernuft aan dat van organiseren weet. Mijn lezeres houde mij de interrup tie ten goede, zij stapt nu op de da gelijkse praktijk over: „ook met verschillende vrienden hadden wij het erover, hoe er bezuinigd kan worden, en het verbaasde mij, dat de meesten niet wisten dat het ge sneden brood duurder is dan onge sneden. en dat ook de papieren zak betaald moet worden". Ach ja: heel veel vrouwen beschou wen de maatschappij nog altijd als een instelling van liefdadigheid, waar uit pure menscnmln allerhande ge makken gratia worden vcratrekt. Na tuurlijk moet verpakt gesneden brood hoger In prija liggen dan wat zó van de plank over de toonbank wordt verkocht. Want voor «lijden en ver pakken moet arbeid verricht worden die geld kost nog gezwegen van de aanschaf en het onderhoud van machines daarvoor. „Losse melk ls goedkoper dan fles- semelk Op de gasrckcnlng kan ook bezuinigd worden. En hoe heeft U wel eens de proef genomen met desnoods een klein petroleumstel. Niet alleen dat de brandstof daarvoor goedkoop is. maar zo'n enkel pitje, dat geregeld kan worden. ;s ideaal voor het trek ken van bouillon, het koken van soep en stoofpeertjes, het gaarsudderen van vlees En U zult niet licht ln gebreke blij ven het uit te blazen, terwijl een gas pit op de spaarbrander nogal eens per ongeluk blijft branden. Van gas gesproken: wist U dat een gewone keukengeiscr waaraan dag en nacht de waakvlam brandt In drié dagen een kubieke meter gas ver bruikt? Mij verzekerd door de In stallateur zelve zodat het maar zaak is ln vorstvrije perioden 's avonds die waakvlam uit te draaien. Ontbijt- en lunchvaat kan tegelijk af gewassen worden. Onze verschrikke lijke netheid kost meer dan wij ver moeden". Het Is of Ik de dringende vermaningen in de oorlogsjaren weer hoor. toen wij leerden toveren met een minimum rantsoen gas. In derdaad kan men de afwas tot twee maal per dag beperken en zou het dan meteen geen aanbeveling verdie nen eens wat minder royaal met wasmiddelen om te springen Waar de fabrikant spreekt van twee eetlepels op een halve emmer water, daar schudden heel veel huisvrouwen gedachteloos het pak boven de was machine of het afwasteiltje om voor al lekker schuim te krijgen. Het ge volg is niet een schoner vaat of was maar een verkwisting van geld en artikel en een schrikbarende vervul ling van water Er is al een plaats ln ons land waar het schuim bij tijden al bergenhoog tegen de huizen opvliegt: kijk wij eens royaal afgewassen hebben. En om bij het chapiter te blijven: het zelfde geldt van wrijfwas. schoen smeer. poetsmiddelen en alles wat wij ln onze „verschrikkelijke netheid" zo graai! en zoet en flink dik opleg gen en uitsmeren, en dan niet be grijpen dat al die dozen en potten en flessen zo schrikbarend gauw leeg Onze briefschrijfster kwam met haar becijfering tot „een bezui niging per week van bijna vier gul den". En daar wij kleine zelfstandi gen zijn, en dus niet in de termen vallen van 10 pet. loonsverhoging, terwijl mijn man ook zijn prijzen niet kan verhogen, zijn wij absoluut op besparingen aangewezen". Inderdaad maar ook de huisvrou wen die van de loonsverhoging profi teren zullen zich binnenkort wel eens afvragen of zij er zoveel beter van zijn geworden. In ieder geval zullen zij wijs doen de prijsstijgingen voortdurend te compenseren" door spaarzaamheid op alle gebied. En dan zou ik haar alvast eens ln overweging willen geven na te gaan in hoeverre zij de uitgaven kan druk ken door verscheidene karweitjes zelf op te knappen, ook die welke zij tot nu toe graag aan de vakman over liet. Maar dat is misschien weer een vol gende kolom waard. SASKIA. Voor 'n MODERN verzorgde was GOES Wijngaardstr. 17 tel. 01100-7310 Natuurlijk, het weer leent zich nog niet erg voor mouwloze jurkjes, maar U kunt het wel alvast maken. Het hier afgebeelde model (boven) werd vervaardigd van marineblauw-wit gerui te stof. De witte kraag en de blauwe strik (kleuren die dit voorjaar zeer in de mode zullen zijn) verlenen dit simpele jurkje net dat wat het zo apart maakt. (Roger Jeanclaude). Het tweede japonnetje is vrij klassiek:, met ook hier ■weer een untte kraag en dito manchetten. Wat on praktisch, maar zeer zeker flatteus, en bovendien be staat de mogelijkheid deze onderdelen er „los" aan te zetten. De strik onder de kraag is zwart. Het model is van D. Molho. Zeemansvrouwen moeien een mentali teit hebben die afwijkt van haar (nor maal" gehuwde zusters. Kunnen zij de moed opbrengen de soms maanden lange perioden van afwezigheid van haar man laconiek door te brengen, dan zijn er weinig problemen. Het ge beurt echter vaak dal een jonge vrouw geplaatst in een vreemde havenstad, niet is opgewassen tegen zo'n lange scheiding. Zij zal zich dan eenzaam gaan voelen en in een depressieve toestand geraken die uiteraard niet bevorderlijk is voor haar huwelijk, dat toch werd gesloten met de bedoeling nog lang, en bovenal gelukkig, te le ven. Men heeft in Vlissingen, dit niet alleen ingezien, maar er ook iels aan trachten te doen. Enkele jaren geleden richtte de predikant van de Hervorm de Kerk zich tol mevrouw C. E. van Weert-v. Marion te Vlissingen met het verzoek hem als secretaresse bij te staan in zijn pogingen de vrouwen van zeevarenden met elkaar in contact te brengen. Mevrouw van Weert vertelt: „t Was eerst maar tijdelijk, ik kreeg een kleine driehonderd adressen en we heb ben een kerstmiddag georganiseerd. Dat die geslaagd was bleek uit de reacties want men vroeg direct: „wanneer doen we dat weer". Er zijn inmiddels wel min der vrouwen, maar we hebben toch wel een groep van dertig vrouwen, die gere geld op de contactmiddagen komen. Die wordt, behalve 's zomers want dan is mijn man met verlof, elke derde woens dag in de maand gehouden, en dat doen we nu al zo'n vier tot vijf jaar. ik weet niet precies hoe lang. dus kunnen we nooit een lustrum vieren Er z(jn ook wel verloofde meisjes die graag zouden willen komen, maar die werken overdag en z(jn dus verhinderd, 't Is leuk dat er Advertentie ONTDEK NU de- nieuwe stoffen, de nieuwe kleuren de nieuwe stoffenmode '6Jf het gteffehfuttkfo een stukje in de krant komt, dat is pro paganda voor de club en we kunnen er nog best leden bij hebben. Ik schrijf altijd uitnodigingen en een stukje in het kerkeblaadje maar er schijnen toch vrouwen te zijn die niets van onze mid dagen weten. We roeren geen zware onderwerpen aan hoor, laat ik U ver tellen dat de dames graag spelletjes doen. Voor de rest kwebbelen we lekker, over onze mannen bijvoorbeeld en ge looft U maar dat dit met enthousiasme gebeurt. We weten van elkaar niet bij welke maatschappij onze mannen wer ken of welke functie ze hebben, en dat komt de plezierige sfeer ten goede. Zee mansvrouwen zijn vaak alleen en wat eenzelvig. Er was eens een vrouw die geregeld kwam, maar nooit meer zei dan: „dank U" en ,.'t gaat goed hoor" enz., en we wilden die vrouw erbij slepen. Dat is ge lukt ook, ze is nu een grote vriendin van ons geworden. De huiskamer van mevr. Van Weert bevat behalve de gastvrouw en haar moeder, mevrouw Van Marion. die zich drie jaar lang gratis beschikbaar stelde als babysit van de contactzoe- kende vrouwen, een drietal zee mansvrouwen dat al geruime tijd, en met plezier, de contactmiddagen bezoekt. Mevrouw Vier vrouwen Kieboom, afkom- stig uit Haarlem Van Weert en getrouwd met een marconist, is Kieboom de stilste van het aanwezige quintet en zij vertelt dat ze aanvankelijk wat moeite had zich aan te passen. Mevrouw Hacken, een vro lijke stuurmansvrouw, commentarieert: „Dan heb ik bewondering voor je hoor, want je kwam toch geregeld". „Oh ja", zegt mevrouw Kieboom „maar 'k vond het wel gezellig". Het brengt mevrouw Hacken tot de overpeinzing: ..Ja, dat is wel waar, wij zitten altijd bij elkaar, maar een nieuweling voelt zich mis schien doodongelukkig bij ons". En als mevrouw Van Weert, voorzitster-pen- ningmeesteresse-secretaresse-organisa- trice zich haast „Nou. ik ga toch altijd even naar iedereen toe" krijgt ze een plagend „Dat praatje van jou kennen we" naar haar hoofd. f De vierde zeemansvrouw, mevrouw v. d. Meulen. is getrouwd met een ma chinist en zij helpt of vervangt de voor zitster soms. Zij weet niet meer hoe ze bij de naamloze vereniging is terechtgekomen maar herinnert zich nog wel de tijd dat er niet meer zo veel be langstelling was, en zij, samen met een ander trouw lid vele adressen heeft be zocht. „Ik had er een speciale hoed voor gekocht" vervolgt zij. „We noemden het de zeemansvrouwenjacht". „Ja, en die andere vrouw droeg een zwart mantelpak en ze hadden grote tassen bij zich" neemt mevrouw Van Weert het verhaal over. „Wij lagen on der de tafel van 't lachen, maar het is ze toch maar gelukt" Van de leden der club wordt een maandcontributie geïnd van 1,50, en zij krijgen op de bijeen komsten naast koffie interessante at tracties: volgende keer zal een sociaal werkster Iets vertellen, kort geleden heb ben zij een lezing over spookverhalen beluisterd. Ook zyn al films vertoond, waarvan die over de Willem Ba- rentsz natuurlijk veel succes heeft gehad. Ook uitstapjes worden wel gemaakt, die de dames zelf betalen. De penningmees- teresse hoeft geen rekening en verant woording af te leggen, en dat weinig statutaire beginsel ls zeemansvrouwen eigen, zo verzekeren de dames eenstem mig. Terwijl de plagerijen over en weer vlie gen („koffie zonder voetbad, prestatie hè" en waar is James, heeft-ie z'n vrije middag kind?") vertellen de vrouwen geanimeerd over grappige belevenissen. „Weten jullie nog" zegt de gast vrouw openhartig, toen ik zo stom was in Rotterdam te zeg gen dat die vrou wen daar bij ons welkom zouden zijn Wij waren bijzonder hartelijk ontvangen en toen belde de koopvaar- dijpredikant veer tien dagen later op dat hij „een klein groepje" had dat graag wilde ko men. Natuurlijk vonden we dat wel leuk, hoewel mijn man juist thuis was, maar het waren honderd twintig mensen. Weet U hoe je zo'n gezelschap moet bezighouden Ik heb ze meegeno men naar de bou levard en ze ver teld dat ons Md- chieltje een hond- Je onder zijn jas ;eeft, dat weet bij na niemand. We hebben ze een koffiemaaltijd aangeboden en we zijn met de boot naar Breskens geweest, dat was ook weer een uur mee- f enomen. En we hebben, dat wil zeggen, e Vlissingse vrouwen, de St.-Jacoosto- ren beklommen, de Rotterdammers had den daarvoor geen interesse. Ten slotte, ook dom, heb ik ze gewezen op de Hol landse loods, en 't was de Belgische". Ten slotte houden de vrouwen zich nog even ernstig bezig met enkele pro blemen, zoals die zich voor de zeemans vrouw en haar man voordoen. De man nen krijgen na enkele maanden op de wal weer „zeekriebel" en sommigen gaan zelfs met de boot over naar Breskens om weer even een schip onder hun voe ten te voelen. En dan duiken ook even de kinderen op in het gesprek, die soms, als ze beneden de vjjf jaar zijn. hem met een benepen „Dag meneer papa" begroe ten en de meegebracht cadeautjes nau welijks bekijken. Toch zorgt de speciale zeemansvrouw-mentaliteit ervoor dat ook de zonnige kanten gezien worden. „Soms mogen we bij kustreizen mee, en dan weet je hoe het is en kun je er beter tegen." Mevrouw Hacken heeft weieens meegelopen in de wacht van 12 tot 4 uur 's nachts tijdens het laden en lossen, ,,'t Was koud, maar je kunt je altijd warmen in de machinekamer". En tenslotte een positieve uitspraak van een van de al wat langer getrouwde dames: „Ik vervreemd nooit van mijn man, als hij weer terug is is het net of je weer pas verkering hebt Onze huwelijken blijven jong. want ie denkt allebei „nou ja. laat ik voor die paar weken niet vervelend te doen en zodoende leef je steeds in de wittebroodsweken. i zeevarenden, de dam Hacken Van der Meulen In een hoekje van het bouwcentrum te Rotterdam staat men, na een soort slalom tussen keukeninrichtin gen en huishoudelijke apparatuur, plotseling in „de zuivelkeuken". Domein van het Nederlands Zuivel- bureau; domein ook dagelijks, en bovendien nog drie avonden per week van huisvrouwen uit diver se windstreken van Nederland die hier (soms aan vankelijk wat aarzelend) de stap maken van „de bo terham met kaas" naar de „Quiche Lorraine". Twee aan twee staan ze. na het theoriegedeelte van de les. in de moderne keukenafdeling om de zojuist besproken zuivelrecepten in de praktijk te brengen Spectaculaire, maar ingewikkelde gerechten die veel werk vragen en een tamelijk groot mislukkingsrisico meebrengen, worden ln de zuivelkeuken niet gemaakt „De basis van onze gerechten is eenvoudig, maar ze hebben vaak een exotisch tintje en horen bij de fijne zuivelkeukengerechten", zegt mevrouw D. G. de Bie- Geursen, een van de kookleraressen, die de dames weg wijs maken in de zuivelkeuken. Aanvankelijk zijn die dames soms wat receptenschuw maar dat verdwijnt meestal snel. Vrouwen die voor hei eerst kennis maken met de Bluefort en andere Neder landse dessertkazen, staan een half uurtje later in de keuken zo'n blauwgeaderd segmentje kaas tot 'n des serthapje te verwerken met een vanzelfsprekendheid, alsof „de blauwe" dagelijks gast in haar huishouding is. Tevoren heeft de kooklerares dan ook tijdens het the orie-uurtje uitgelegd hoe zo'n schimmelkaas bereid wordt door toevoeging van een schimmelcultuur (peni- cilinum roqueforti) die zich tijdens de rijping van de kaas ontwikkelt. Na deze wetenschappelijke toelichting wordt de blauwe kaas door de kooksters meestal zon der commentaar geaccepteerd en dat terwijl de Ne derlander in 't algemeen toch niet zo „schimmelkaas- minded" is! De vrouwen die een cursus in de zuivelkeuken komen volgen (een cursus bestaat uit vier lessen) blijken over het algemeen niet afkerig te zijn van een culinair experimentje en best eens te willen afstappen van de goed-Hollandse menucyclus aardappelen-groente-vlees. De kaasfondue bijvoorbeeld heeft een zekere po pulariteit evenals de Quiche T^orraine een hartige taart met belegen kaas, ham en eieren. Zeventien huisvrouwen (van gevarieerde leeftijd) heb ben deze middag plaatsgenomen op de houten klap stoeltjes in de theorieafdeling van de zuivelkeuken waar de lerares en haar assistente achter het demon- stratieaanrccht klaar staan om de recepten te besp: i- ken en een enkele ervan te demonstreren. Een spiegel boven liet aanrecht weerkaatst de werkzaamheden voor de oplettend toekijkende huisvrouwen een ech te schoolklas zou waarschijnlijk moeite hebben met het opbrengen van een dergelijke aandacht! Een yoghurtpudding en een uitgebreid kaasgarnituur staan déze middag op het programma. De opmerking van de kooklerares dat zo'n yoghurtpudding met vruchtjes niet alleen fris en geurig is maar dat men er bovendien niet dik van wordt, verdubbelt de aan dacht nog... Het blijkt trouwens al spoedig dat zelfs de ervaren kookster in deze zuivelkeuken nog wel een klei nigheidje kan leren. Bijvoorbeeld dat wat citroensap de yoghurtsmaak in een yoghurtpudding op peil houdt. Of dat zo'n gelatinepudding. wanneer hij al stevig blijkt te zijn voordat hij in dé vorm gaat, op stoom of au- bain-marie weer even kan worden „opgesmolten" Na de geheimen van de yoghurtpudding worden op het schoolbord de geheimen van de gevarieerde kaasschotel onthuld- de kaasdomino, de kaastruffel, de met kaas gevulde dadel, het baconrolletje met kaas crème passeren de revue. Ook aan de rauwkost wordt eedachtrauwe bloemkoolroosjes smaken bij zo'n har tige schotel uitstekend, vooral wanneer er een sausje van mayonaise, room en tomatenketchup bij wordt ge geven. Het sausje dus dat bij een garnalencocktail de garnalen pleegt to bedekken. Omtrent die garnalen- cocktail geeft de kooklerares nog de volgende tip: neem eens half-om-half garnalen en stukjes grape fruit. Het smaakt uitermate lekker en het is ook" voor deliger: gepelde garnalen zijn niet goedkoop en het zelf pellen van dit zeebanket is niet ieders werk. Na een zo eerlijk mogelijke werkverdeling komen de huishoudschorten te voorschijn en werpen de dames zich volijverig op haar taak: het yoghurtpuddinkje, het roggebroodje met bluefortcrème én~een mandarijn partje. de blokjes kaas met gember, ananas, banaan, augurk of fijngehakte noten, de crackertjes met Kern- Huisurouwen aan he: werk in de zuivelkeuken: de theorie is arhter de rug, het schort is voorge bonden, men fs druk doende met de praktijk van het „koken met zuivel". Per jaar verschijnen in deze keuken zo'n tien tot twaalfduizend kook sters die wel eens met de sleur van het aard appelen-groente-vleesmenu willen breken. hemmer, de dips met een mengseltje van zachtzure roomkaas en zalm. gegarneerd met paprika of peter selie Het Nederlands Zuivelbureau dat op deze manier al een jaar of vijf culinaire voorlichting aan huisvrouwen geeft, ziet per jaar zo'n tien tot twaalfduizend bezoek sters in de zuivelkeuken verschijnen. Ook komen er wel, bij wijze van vrijetijdsbesteding, meisjes van ulo scholen koken. En af en toe vinden zelfs „echte koks" de weg naar dit zuiveldorado. De huisvrouwen die in de zuivelkeuken een (gratis) cursus komen volgen, doen dit via hun vrouwenc ga- nisaties. „Dit jaar zijn we alweer tot juni volgeboekt", zegt mevrouw De Bie. Er is echter nog een andere mogelijkheid om kennis te maken met de (smakelijke) voorlichting van de zuivelkeuken: op verzoek worden ook demonstraties-met-uiteenzetting gegeven over het koken met zuivelprodukten. Waarbij uiteraard niet alleen de mérites van kaas en yoghurt, maar ook van melk en allerlei melkprodukten belicht worden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 7