ALTIJD WITTEBROOD
Draai het
wieletje
nog eens om
O
m
Op kleintjes passen
Van brood met kaas naar .Quiche Lorraine'
a
SIMPEL
EN APART
VRLJDAG 14 FEBRUARI 1964
„VERTEL ons eens van je mooiste redding, Beer",
zei Auto-Bas in de garage.
„O, dat weet ik zo", zei Beer, „daar hoef ik niet
eens over na te denken. Dat was met de autokin-
derenwagen".
„De autokinderenwagen?", riepen Basje en An
nabel met grote ogen, „wat is dat?"
„Nou eh....", zei Buts, „een autokinderenwagen,
dat is een eh.... een eh.... nou ja, een kinderwa
gen, hè, je weet wel, waar heel kleine kinderen in
worden rondgereden, maar dan met een automo
tortje erin".
Zozo", zei Karei de Grote, die zijn lachen bijna
n
di
„Ja eh... Ja, dat denk lk wel", zei Buts een beetje
onzeker.
..En sturen Buts Heeft zo'n baby'tje dan ook
een klein stuurtje of stuurt ie misschien met z'n
rammelaar?"
„Jullie plagen mij ook altijd", zei Buts met neerge
slagen ogen.
„Doe dan ook niet alsof je het weet, domoor",
bromde Karei de Grote met zijn zware stem. „Een
autokinderenwagen heeft niets met gewone kinderen
te maken, maar met autokinderen, met jonge auto's
die zelf nog niet rijden kunnen, begryp je?"
„Ooo", zei Buts verlegen, „dat wist ik niet."
„Bedoel je die hele grote auto's?", riep Basje. „die
nog groter zijn dan..." Hij hield opeens op. want hij
vond het niet aardig om tegen Karei de Grote te
zeggen:: „die nog groter zijn dan jij". Maar Karei
de Grote, die een heel wijze vrachtwagen was,
lachte en zij: „Ja Basje, ik bedoel zo'n auto, die nog
veel groter is dan ik. Hij heeft wel twintig wielen
onder zo'n achterstel. En dat moet ook, want al zijn
die auto's op zijn rug nog maar kinderen, ze wegen
flink zwaar, hoor! Veertien of soms wel zestien tege
lijk draagt hij er op zijn rug.
En dan dat jonge goed maar telkens roepen: „wat is
dit, oom Max? Wat is dat? Zijn we er al bijna?
Wanneer mag ik nou zelf rijden, oom? Om dol van
te worden."
„Precies", zei Beer, de takelwagen, die net als de
anderen stil geluisterd had naar Karei de Grote,
„zo gebeurde het ongeluk waar ik mee temaken had!"
„O, vertellen, Beer!", riepen ze allemaal in koor.
Beer lachte een beetje toen hij eraan terugdacht.
„Nou, het was zo", zei hij, „zestien autokinderen
kwamen met de boot uit Engeland, want zoals je
weet komen een heleboel auto's uit Engeland. (Beer
kwam daar zelf vandaan en hij was er een beetje
trots op). Onderweg op zee hielden ze zich heel stil
letjes.
Maar zo gauw de boot aan de kade lag, kregen ze
praats. Jombo, zo heette de grote autokinderenwagen
die ze naar de mensen zou brengen, stond al op ze
te wachten.
Nou was Jumbo niet zo jong meer en had dus heel
wat autokinderen meegemaakt. Hjj deed wat hij
altijd deed als hij erg lastige autokinderen te ver
voeren had. Hij leerde ze een liedje.
Draal het wieletje nog eens om,
zoef eens met je bandjes,
lichtjes achter, lichtjes opzij,
dat gaat alle auto's voorbij,
lichtjes wit en lichtjes rood,
over een dag is het autootje groot."
Goed, ze zongen het een keer en nog een keer, maar
daarna begon het.
„Oom Jumbo, mogen we het laatste stukje nou niet
zelf rijdenToe nou, oom Jumbo, het kan best!"
„Nee", zei oom Jumbo, „het kan niet. Bovendien
zitten jullie vastgebonded en kan ik met gaan
stoppen omdat er opeens eentje zelf wil rijden."
Maar zoals ik al zei: het waren heel ondeugende
autokinderen en ze luisterden niet naar Jumbo. Ze
probeerden aan een stuk door om los te komen en
van de wagen te springen.
De autokinderen hingen allemaal naar één kant en
daar sprong ook opeens de wind nog om de hoek.
zodat Jumbo het echt niet meer houden kon. De be
stuurder probeerde nog om zjjn stuur om te gooien,
maar het was al te laat. De twintig wielen van
Jumbo rolden de verkeerde kant op. de wagen helde
en daar gingen opeens tien van de twintig wielen
van de gronden tjoep: daar lag de grote Jumbo mét
alle autolcinderen op zijn zij. Een geschreeuw! Ik heb
nog nooit in mijn leven zóiets gehoord! Want ik was
er binnen vijf minuten bij, zie je! Nou, ja, wat moes
ten we Ik ben heel sterk, dat weten jullie allemaal,
maar zo'n reus als Jumbo met dan nog zestien
autokinderen op zijn rug, krijg ik natuurlijk niet
overeind.
Daar zijn wel twintig Beren zoals ik voor nodig.'
Iedereen knikte.
„Maar wat dan?", vroeg Basje. „hoe moesten jullie
die arme Jumbo en die zestien domoren uit de berm
krijgen?"
„Dat zal ik je vertellen", zei Beer, „banden hadden
ze niet, dan ze overeind zetten en weg te laten rijden,
daar was geen sprake van.
Maar toen kregen we een idee. Nou ja," zei hij
vlug, „eigenlijk was het jouw vader, die het bedacht,
hoor." Weet je wat hij deed? Hij belde de garage
waar de autokinderen naar toe moesten.
Daarna reed hij er met mij naar toe en namen we
zestien maal vier, dat is vierenzestig autobanden
mee.
Met de chauffeur van Jumbo, die er gelukkig zonder
één schrammetje was afgekomen, zette jouw vader
en een heel stel mannen die naar het ongeluk waren
komen kijken, die banden om de wielen van de
autokinderen. Krikken hoefden we niet, want ze
lagen allemaal nog op hun zij, zoals je weet. Nou,
en toen was het mijn beurt.
„Domoren", zei ik, toen ik ze eindelijk afzette, „als
jullie nou de hele weg zo gezongen hadden, was er
niets gebeurd en stond die goeie ouwe Jumbo nou al
lang op zijn twintig wielen in de garage!
Ze knikten allemaal heel schuldig en zeiden dat
ze als ze grote auto's waren geworden, altijd
héél voorzichtig zouden zijn en nooit meer zulke
domme dingen zouden doen."
„En hebben ze dat gedaan?" vroeg Annebel, „zijn
het verstandige auto's geworden?"
„Jazeker", lachte Beer, „soms kom lk er nog wel
eens één van die zestien tegen op de weg. Dan knip
ogen we tegen elkaar en in het voorbijgaan zingen
we: „draai het wieletje nog eens om". Nou. en dan
weten we alles weer!"
(WORDT VERVOLGD)
70
7^
70
Het kan misschien geen kwaad nog
eens over dat actuele onder
werp Bezuiniging een voorzichtig
zegje te zeggen, temeer waar een le
zeres er prompt en met geestdrift
op inhaakte. ZIJ schrtyfl me temidden
van haar drukte Viezigheden („wij
zijn kleine zelfstandigen") een aar
dige brief naar aanleiding van
„Schrijf het maar eens op" want
dat systeem is haar uit het hart ge
grepen;
„Uit ervaring weet ik, dat het de me
thode is om uit te komen met je
huishoudgeld.
Want wij vrouwen schijnen vaak
maar klakkeloos de kruidenier en de
slager te betalen zonder erbij stil te
staan of alle aankopen wel gerecht
vaardigd zijn"
Hier moet ik onze zegsvrouw even
onderbreken met de vraag: of zij met
de laatste zin ook bedoelt dat vrou
wen vaak klakkeloos haar leveran
ties betalen zonder na te rekenen of
het bedrag klopt en of de leveran
ties werkelijk hebben plaatsgehad.
Als zij dit Inderdaad bedoelt, kan lk
haar verzekeren dat dit maar al te
vaak het geval is.
Ik wil daarmee in genen dele bewe
ren dat de leveranciers „maar wat
opschrijven" of voor de vuist weg een
bedrag noemen integendeel. Maar
het zijn ook mensen die zich te goe
der trouw kunnen vergissen. En die
het werkelijk niet plezierig vinden
dat zij zo onvoorwaardelijk worden
geloofd in deze zin. dat zij als het
ware uitgenodigd worden om er maar
eens wat op te leggen.
Maar onze lezeres heeft meer op
het hart: „En wat bezuinigin
gen betreft: mijn huisgenoten zijn
zeer verontwaardigd dat ik verschil
lende bladen heb opgezegd Er is, nu
zoveel dingen duurder worden, abso
luut overleg nodig om op de juiste
manier te bezuinigen, zonder dat de
maag daaronder komt te lijden".
Als ik hier weer even in de rede mag
vallen: lectuur is bij mij een zwak
punt. Natuurlijk mag de voeding niet
de sluitpost op ae gezinsbegroting
worden, maar aan de andere kant
hebben wij goede tijdschriften en
kranten werkelijk zo nodig als brood.
Wat wij ook op onze specifieke vrou
wenbladen mogen aan te merken
hebben: zij zien er uiterlijk bijzon
der verzorgd uit en geven in elk ge
val een schat aan huishoudkundige
informaties-
Maar de abonnementsprijs is vaak
hoog. en dan ligt het zo voor de hand
om te bestuiten: ik schaf alvast mijn
eigen blad maar af, dat scheelt mij
per jaar weer een week huishoud
geld Toch lijkt het mij het over
wegen waard om de kool van de voe
ding en de geit van de lectuur allebei
te sparen en de lasten wat te verde
len. Is er geen mouw aan te passen
door een bepaald blad samen met een
buurvrouw of een vriendin te gaan
lezen
En kan er in groter verband zo
als verenigingen al ontdekt hebben
persoonlijk niet heel wat bezui
nigd worden door een leesportefeuil
le te laten circuleren, waarvoor ie
der lid één blad levert? Het komt als
altijd weer op een vernuft aan dat
van organiseren weet.
Mijn lezeres houde mij de interrup
tie ten goede, zij stapt nu op de da
gelijkse praktijk over: „ook met
verschillende vrienden hadden wij
het erover, hoe er bezuinigd kan
worden, en het verbaasde mij, dat
de meesten niet wisten dat het ge
sneden brood duurder is dan onge
sneden. en dat ook de papieren zak
betaald moet worden".
Ach ja: heel veel vrouwen beschou
wen de maatschappij nog altijd als
een instelling van liefdadigheid, waar
uit pure menscnmln allerhande ge
makken gratia worden vcratrekt. Na
tuurlijk moet verpakt gesneden brood
hoger In prija liggen dan wat zó van
de plank over de toonbank wordt
verkocht. Want voor «lijden en ver
pakken moet arbeid verricht worden
die geld kost nog gezwegen van
de aanschaf en het onderhoud van
machines daarvoor.
„Losse melk ls goedkoper dan fles-
semelk Op de gasrckcnlng kan ook
bezuinigd worden.
En hoe heeft U wel eens de proef
genomen met desnoods een
klein petroleumstel. Niet alleen dat
de brandstof daarvoor goedkoop is.
maar zo'n enkel pitje, dat geregeld
kan worden. ;s ideaal voor het trek
ken van bouillon, het koken van soep
en stoofpeertjes, het gaarsudderen
van vlees
En U zult niet licht ln gebreke blij
ven het uit te blazen, terwijl een gas
pit op de spaarbrander nogal eens
per ongeluk blijft branden.
Van gas gesproken: wist U dat een
gewone keukengeiscr waaraan dag
en nacht de waakvlam brandt In drié
dagen een kubieke meter gas ver
bruikt? Mij verzekerd door de In
stallateur zelve zodat het maar
zaak is ln vorstvrije perioden
's avonds die waakvlam uit te
draaien.
Ontbijt- en lunchvaat kan tegelijk af
gewassen worden. Onze verschrikke
lijke netheid kost meer dan wij ver
moeden". Het Is of Ik de dringende
vermaningen in de oorlogsjaren
weer hoor. toen wij leerden toveren
met een minimum rantsoen gas. In
derdaad kan men de afwas tot twee
maal per dag beperken en zou het
dan meteen geen aanbeveling verdie
nen eens wat minder royaal met
wasmiddelen om te springen
Waar de fabrikant spreekt van twee
eetlepels op een halve emmer water,
daar schudden heel veel huisvrouwen
gedachteloos het pak boven de was
machine of het afwasteiltje om voor
al lekker schuim te krijgen. Het ge
volg is niet een schoner vaat of was
maar een verkwisting van geld en
artikel en een schrikbarende vervul
ling van water
Er is al een plaats ln ons land waar
het schuim bij tijden al bergenhoog
tegen de huizen opvliegt: kijk wij
eens royaal afgewassen hebben. En
om bij het chapiter te blijven: het
zelfde geldt van wrijfwas. schoen
smeer. poetsmiddelen en alles wat wij
ln onze „verschrikkelijke netheid"
zo graai! en zoet en flink dik opleg
gen en uitsmeren, en dan niet be
grijpen dat al die dozen en potten en
flessen zo schrikbarend gauw leeg
Onze briefschrijfster kwam met
haar becijfering tot „een bezui
niging per week van bijna vier gul
den". En daar wij kleine zelfstandi
gen zijn, en dus niet in de termen
vallen van 10 pet. loonsverhoging,
terwijl mijn man ook zijn prijzen niet
kan verhogen, zijn wij absoluut op
besparingen aangewezen".
Inderdaad maar ook de huisvrou
wen die van de loonsverhoging profi
teren zullen zich binnenkort wel
eens afvragen of zij er zoveel beter
van zijn geworden. In ieder geval
zullen zij wijs doen de prijsstijgingen
voortdurend te compenseren" door
spaarzaamheid op alle gebied.
En dan zou ik haar alvast eens ln
overweging willen geven na te gaan
in hoeverre zij de uitgaven kan druk
ken door verscheidene karweitjes zelf
op te knappen, ook die welke zij tot
nu toe graag aan de vakman over
liet.
Maar dat is misschien weer een vol
gende kolom waard.
SASKIA.
Voor 'n MODERN verzorgde was
GOES
Wijngaardstr. 17
tel. 01100-7310
Natuurlijk, het weer leent
zich nog niet erg voor
mouwloze jurkjes, maar U
kunt het wel alvast maken.
Het hier afgebeelde model
(boven) werd vervaardigd
van marineblauw-wit gerui
te stof. De witte kraag en
de blauwe strik (kleuren
die dit voorjaar zeer in de
mode zullen zijn) verlenen
dit simpele jurkje net dat
wat het zo apart maakt.
(Roger Jeanclaude).
Het tweede japonnetje is
vrij klassiek:, met ook hier
■weer een untte kraag en
dito manchetten. Wat on
praktisch, maar zeer zeker
flatteus, en bovendien be
staat de mogelijkheid deze
onderdelen er „los" aan te
zetten. De strik onder de
kraag is zwart. Het model
is van D. Molho.
Zeemansvrouwen moeien een mentali
teit hebben die afwijkt van haar (nor
maal" gehuwde zusters. Kunnen zij de
moed opbrengen de soms maanden
lange perioden van afwezigheid van
haar man laconiek door te brengen,
dan zijn er weinig problemen. Het ge
beurt echter vaak dal een jonge vrouw
geplaatst in een vreemde havenstad,
niet is opgewassen tegen zo'n lange
scheiding. Zij zal zich dan eenzaam
gaan voelen en in een depressieve
toestand geraken die uiteraard niet
bevorderlijk is voor haar huwelijk, dat
toch werd gesloten met de bedoeling
nog lang, en bovenal gelukkig, te le
ven. Men heeft in Vlissingen, dit niet
alleen ingezien, maar er ook iels aan
trachten te doen. Enkele jaren geleden
richtte de predikant van de Hervorm
de Kerk zich tol mevrouw C. E. van
Weert-v. Marion te Vlissingen met het
verzoek hem als secretaresse bij te
staan in zijn pogingen de vrouwen van
zeevarenden met elkaar in contact te
brengen.
Mevrouw van Weert vertelt: „t Was
eerst maar tijdelijk, ik kreeg een
kleine driehonderd adressen en we heb
ben een kerstmiddag georganiseerd. Dat
die geslaagd was bleek uit de reacties
want men vroeg direct: „wanneer doen
we dat weer". Er zijn inmiddels wel min
der vrouwen, maar we hebben toch wel
een groep van dertig vrouwen, die gere
geld op de contactmiddagen komen. Die
wordt, behalve 's zomers want dan is
mijn man met verlof, elke derde woens
dag in de maand gehouden, en dat doen
we nu al zo'n vier tot vijf jaar. ik weet
niet precies hoe lang. dus kunnen we
nooit een lustrum vieren Er z(jn ook
wel verloofde meisjes die graag zouden
willen komen, maar die werken overdag
en z(jn dus verhinderd, 't Is leuk dat er
Advertentie
ONTDEK NU
de-
nieuwe stoffen,
de
nieuwe kleuren
de
nieuwe stoffenmode '6Jf
het gteffehfuttkfo
een stukje in de krant komt, dat is pro
paganda voor de club en we kunnen er
nog best leden bij hebben. Ik schrijf
altijd uitnodigingen en een stukje in het
kerkeblaadje maar er schijnen toch
vrouwen te zijn die niets van onze mid
dagen weten. We roeren geen zware
onderwerpen aan hoor, laat ik U ver
tellen dat de dames graag spelletjes
doen. Voor de rest kwebbelen we lekker,
over onze mannen bijvoorbeeld en ge
looft U maar dat dit met enthousiasme
gebeurt. We weten van elkaar niet bij
welke maatschappij onze mannen wer
ken of welke functie ze hebben, en dat
komt de plezierige sfeer ten goede. Zee
mansvrouwen zijn vaak alleen en wat
eenzelvig.
Er was eens een
vrouw die geregeld
kwam, maar nooit
meer zei dan:
„dank U" en ,.'t
gaat goed hoor"
enz., en we wilden
die vrouw erbij
slepen. Dat is ge
lukt ook, ze is nu
een grote vriendin
van ons geworden.
De huiskamer van
mevr. Van Weert
bevat behalve de
gastvrouw en haar
moeder, mevrouw
Van Marion. die
zich drie jaar lang
gratis beschikbaar
stelde als babysit
van de contactzoe-
kende vrouwen,
een drietal zee
mansvrouwen dat
al geruime tijd, en
met plezier, de
contactmiddagen
bezoekt. Mevrouw Vier vrouwen
Kieboom, afkom-
stig uit Haarlem Van Weert
en getrouwd met
een marconist, is Kieboom
de stilste van het
aanwezige quintet en zij vertelt dat ze
aanvankelijk wat moeite had zich aan
te passen. Mevrouw Hacken, een vro
lijke stuurmansvrouw, commentarieert:
„Dan heb ik bewondering voor je hoor,
want je kwam toch geregeld". „Oh ja",
zegt mevrouw Kieboom „maar 'k vond
het wel gezellig". Het brengt mevrouw
Hacken tot de overpeinzing: ..Ja, dat
is wel waar, wij zitten altijd bij elkaar,
maar een nieuweling voelt zich mis
schien doodongelukkig bij ons". En als
mevrouw Van Weert, voorzitster-pen-
ningmeesteresse-secretaresse-organisa-
trice zich haast „Nou. ik ga toch altijd
even naar iedereen toe" krijgt ze een
plagend „Dat praatje van jou kennen
we" naar haar hoofd.
f
De vierde zeemansvrouw, mevrouw v.
d. Meulen. is getrouwd met een ma
chinist en zij helpt of vervangt de voor
zitster soms. Zij weet niet meer hoe ze
bij de naamloze vereniging is
terechtgekomen maar herinnert zich nog
wel de tijd dat er niet meer zo veel be
langstelling was, en zij, samen met een
ander trouw lid vele adressen heeft be
zocht. „Ik had er een speciale hoed voor
gekocht" vervolgt zij. „We noemden het
de zeemansvrouwenjacht".
„Ja, en die andere vrouw droeg een
zwart mantelpak en ze hadden grote
tassen bij zich" neemt mevrouw Van
Weert het verhaal over. „Wij lagen on
der de tafel van 't lachen, maar het is
ze toch maar gelukt" Van de leden der
club wordt een maandcontributie geïnd
van 1,50, en zij krijgen op de bijeen
komsten naast koffie interessante at
tracties: volgende keer zal een sociaal
werkster Iets vertellen, kort geleden heb
ben zij een lezing over spookverhalen
beluisterd. Ook zyn al films vertoond,
waarvan die over de Willem Ba-
rentsz natuurlijk veel succes heeft gehad.
Ook uitstapjes worden wel gemaakt, die
de dames zelf betalen. De penningmees-
teresse hoeft geen rekening en verant
woording af te leggen, en dat weinig
statutaire beginsel ls zeemansvrouwen
eigen, zo verzekeren de dames eenstem
mig.
Terwijl de plagerijen over en weer vlie
gen („koffie zonder voetbad, prestatie
hè" en waar is James, heeft-ie z'n vrije
middag kind?") vertellen de vrouwen
geanimeerd over grappige belevenissen.
„Weten jullie nog"
zegt de gast vrouw
openhartig, toen
ik zo stom was in
Rotterdam te zeg
gen dat die vrou
wen daar bij ons
welkom zouden
zijn Wij waren
bijzonder hartelijk
ontvangen en toen
belde de koopvaar-
dijpredikant veer
tien dagen later op
dat hij „een klein
groepje" had dat
graag wilde ko
men. Natuurlijk
vonden we dat wel
leuk, hoewel mijn
man juist thuis
was, maar het
waren honderd
twintig mensen.
Weet U hoe je zo'n
gezelschap moet
bezighouden Ik
heb ze meegeno
men naar de bou
levard en ze ver
teld dat ons Md-
chieltje een hond-
Je onder zijn jas
;eeft, dat weet bij
na niemand. We
hebben ze een koffiemaaltijd aangeboden
en we zijn met de boot naar Breskens
geweest, dat was ook weer een uur mee-
f enomen. En we hebben, dat wil zeggen,
e Vlissingse vrouwen, de St.-Jacoosto-
ren beklommen, de Rotterdammers had
den daarvoor geen interesse. Ten slotte,
ook dom, heb ik ze gewezen op de Hol
landse loods, en 't was de Belgische".
Ten slotte houden de vrouwen zich nog
even ernstig bezig met enkele pro
blemen, zoals die zich voor de zeemans
vrouw en haar man voordoen. De man
nen krijgen na enkele maanden op de
wal weer „zeekriebel" en sommigen gaan
zelfs met de boot over naar Breskens
om weer even een schip onder hun voe
ten te voelen. En dan duiken ook even
de kinderen op in het gesprek, die soms,
als ze beneden de vjjf jaar zijn. hem met
een benepen „Dag meneer papa" begroe
ten en de meegebracht cadeautjes nau
welijks bekijken. Toch zorgt de speciale
zeemansvrouw-mentaliteit ervoor dat
ook de zonnige kanten gezien worden.
„Soms mogen we bij kustreizen mee, en
dan weet je hoe het is en kun je er
beter tegen." Mevrouw Hacken heeft
weieens meegelopen in de wacht van 12
tot 4 uur 's nachts tijdens het laden en
lossen, ,,'t Was koud, maar je kunt je
altijd warmen in de machinekamer". En
tenslotte een positieve uitspraak van een
van de al wat langer getrouwde dames:
„Ik vervreemd nooit van mijn man, als
hij weer terug is is het net of je weer
pas verkering hebt Onze huwelijken
blijven jong. want ie denkt allebei „nou
ja. laat ik voor die paar weken niet
vervelend te doen en zodoende leef je
steeds in de wittebroodsweken.
i zeevarenden, de dam
Hacken
Van der Meulen
In een hoekje van het bouwcentrum te Rotterdam
staat men, na een soort slalom tussen keukeninrichtin
gen en huishoudelijke apparatuur, plotseling in „de
zuivelkeuken". Domein van het Nederlands Zuivel-
bureau; domein ook dagelijks, en bovendien nog
drie avonden per week van huisvrouwen uit diver
se windstreken van Nederland die hier (soms aan
vankelijk wat aarzelend) de stap maken van „de bo
terham met kaas" naar de „Quiche Lorraine".
Twee aan twee staan ze. na het theoriegedeelte van
de les. in de moderne keukenafdeling om de zojuist
besproken zuivelrecepten in de praktijk te brengen
Spectaculaire, maar ingewikkelde gerechten die veel
werk vragen en een tamelijk groot mislukkingsrisico
meebrengen, worden ln de zuivelkeuken niet gemaakt
„De basis van onze gerechten is eenvoudig, maar ze
hebben vaak een exotisch tintje en horen bij de fijne
zuivelkeukengerechten", zegt mevrouw D. G. de Bie-
Geursen, een van de kookleraressen, die de dames weg
wijs maken in de zuivelkeuken.
Aanvankelijk zijn die dames soms wat receptenschuw
maar dat verdwijnt meestal snel. Vrouwen die voor hei
eerst kennis maken met de Bluefort en andere Neder
landse dessertkazen, staan een half uurtje later in de
keuken zo'n blauwgeaderd segmentje kaas tot 'n des
serthapje te verwerken met een vanzelfsprekendheid,
alsof „de blauwe" dagelijks gast in haar huishouding
is.
Tevoren heeft de kooklerares dan ook tijdens het the
orie-uurtje uitgelegd hoe zo'n schimmelkaas bereid
wordt door toevoeging van een schimmelcultuur (peni-
cilinum roqueforti) die zich tijdens de rijping van de
kaas ontwikkelt. Na deze wetenschappelijke toelichting
wordt de blauwe kaas door de kooksters meestal zon
der commentaar geaccepteerd en dat terwijl de Ne
derlander in 't algemeen toch niet zo „schimmelkaas-
minded" is!
De vrouwen die een cursus in de zuivelkeuken komen
volgen (een cursus bestaat uit vier lessen) blijken
over het algemeen niet afkerig te zijn van een culinair
experimentje en best eens te willen afstappen van de
goed-Hollandse menucyclus aardappelen-groente-vlees.
De kaasfondue bijvoorbeeld heeft een zekere po
pulariteit evenals de Quiche T^orraine een hartige taart
met belegen kaas, ham en eieren.
Zeventien huisvrouwen (van gevarieerde leeftijd) heb
ben deze middag plaatsgenomen op de houten klap
stoeltjes in de theorieafdeling van de zuivelkeuken
waar de lerares en haar assistente achter het demon-
stratieaanrccht klaar staan om de recepten te besp: i-
ken en een enkele ervan te demonstreren. Een spiegel
boven liet aanrecht weerkaatst de werkzaamheden
voor de oplettend toekijkende huisvrouwen een ech
te schoolklas zou waarschijnlijk moeite hebben met het
opbrengen van een dergelijke aandacht!
Een yoghurtpudding en een uitgebreid kaasgarnituur
staan déze middag op het programma. De opmerking
van de kooklerares dat zo'n yoghurtpudding met
vruchtjes niet alleen fris en geurig is maar dat men
er bovendien niet dik van wordt, verdubbelt de aan
dacht nog... Het blijkt trouwens al spoedig dat zelfs de
ervaren kookster in deze zuivelkeuken nog wel een klei
nigheidje kan leren. Bijvoorbeeld dat wat citroensap de
yoghurtsmaak in een yoghurtpudding op peil houdt. Of
dat zo'n gelatinepudding. wanneer hij al stevig blijkt
te zijn voordat hij in dé vorm gaat, op stoom of au-
bain-marie weer even kan worden „opgesmolten"
Na de geheimen van de yoghurtpudding worden op
het schoolbord de geheimen van de gevarieerde
kaasschotel onthuld- de kaasdomino, de kaastruffel, de
met kaas gevulde dadel, het baconrolletje met kaas
crème passeren de revue. Ook aan de rauwkost wordt
eedachtrauwe bloemkoolroosjes smaken bij zo'n har
tige schotel uitstekend, vooral wanneer er een sausje
van mayonaise, room en tomatenketchup bij wordt ge
geven. Het sausje dus dat bij een garnalencocktail de
garnalen pleegt to bedekken. Omtrent die garnalen-
cocktail geeft de kooklerares nog de volgende tip:
neem eens half-om-half garnalen en stukjes grape
fruit. Het smaakt uitermate lekker en het is ook" voor
deliger: gepelde garnalen zijn niet goedkoop en het zelf
pellen van dit zeebanket is niet ieders werk.
Na een zo eerlijk mogelijke werkverdeling komen de
huishoudschorten te voorschijn en werpen de dames
zich volijverig op haar taak: het yoghurtpuddinkje,
het roggebroodje met bluefortcrème én~een mandarijn
partje. de blokjes kaas met gember, ananas, banaan,
augurk of fijngehakte noten, de crackertjes met Kern-
Huisurouwen aan he: werk in de zuivelkeuken:
de theorie is arhter de rug, het schort is voorge
bonden, men fs druk doende met de praktijk van
het „koken met zuivel". Per jaar verschijnen in
deze keuken zo'n tien tot twaalfduizend kook
sters die wel eens met de sleur van het aard
appelen-groente-vleesmenu willen breken.
hemmer, de dips met een mengseltje van zachtzure
roomkaas en zalm. gegarneerd met paprika of peter
selie
Het Nederlands Zuivelbureau dat op deze manier al
een jaar of vijf culinaire voorlichting aan huisvrouwen
geeft, ziet per jaar zo'n tien tot twaalfduizend bezoek
sters in de zuivelkeuken verschijnen. Ook komen er
wel, bij wijze van vrijetijdsbesteding, meisjes van ulo
scholen koken. En af en toe vinden zelfs „echte koks"
de weg naar dit zuiveldorado.
De huisvrouwen die in de zuivelkeuken een (gratis)
cursus komen volgen, doen dit via hun vrouwenc ga-
nisaties. „Dit jaar zijn we alweer tot juni volgeboekt",
zegt mevrouw De Bie. Er is echter nog een andere
mogelijkheid om kennis te maken met de (smakelijke)
voorlichting van de zuivelkeuken: op verzoek worden
ook demonstraties-met-uiteenzetting gegeven over het
koken met zuivelprodukten. Waarbij uiteraard niet
alleen de mérites van kaas en yoghurt, maar ook van
melk en allerlei melkprodukten belicht worden.