KNIPPEN EN SCHEREN
Melk bij het ontbijt
STOF voor de ZOMER
Beer er\ de
bruidegom
O
m
t_...
Vrouw in
slangehuid
TRIMSALON
IN BAARLAND
HOOGTEZON VERGOEDT
WINTERSPORT-GEMIS
yrijdag 7 februari 1964
BLACK de deftigste auto van alle auto's uit
de garage stond te wiebelen van plezier. Nog
nooit in zijn leven was hij zó mooi opgepoetst
als vandaag. Iedereen had er aan mee gehol
pen. Alle monteurs, Basjes vader en natuur
lijk Auto-Bas je en Annabel. Geen wonder dat
Black stond te glimmen van plezier! Maar er
was er nog één in de garage die glom en dat
was Kees, de monteur, want al die drukte was
alleen voor hem!
Morgen zou Kees de bruigom zijn en met de glim
mende zwarte auto door Basjes vader naar zijn
bruid worden gereden om dan samen in de helemaal
met bloemen versierde Black naar het stadhuis te
gaan. Van die bloemen wist Kees natuurlijk nog
niets; dat was een verrassing.
Pas de volgende morgen, een uur voor Basjes vader
in zijn zwarte pak naar het huis van de bruigom zou
rijden, begonnen Annabel en Basje met het versieren
van de auto.
^Nou, daar zullen Kees en zijn bruid van opkijken!",
ici Dirk, de oudste monteur die met een schone witte
jakdoek nog vlug een klein vlekje op het spatbord
wegwreef.
„Klaar allemaal?", vroeg Basjes vader, die op zijn
horloge keek, „dan gaan we Kees halen! Jullie ko
men over een kwartiertje met Beer, hé?"
„Jawel, chef!", zei Dirk. Want zo was het afgespro
ken. Alle monteurs met Auto-Basje en Annabel zou
den met Beer, de takelwagen naar het stadhuis rij
den. .Eigenlijk zouden we Beer ook moeten versie
ren", zei Annabel, „hij hoort vandaag ook een beetje
bij het feest".
„Haal de vlag maar", zei Dirk, „in het magazijn,
weet je wel?"
Ze bonden de rood-wit-blauwe vlag aan de takelarm
van Beer en opeens zag hij eruit als een echte feest-
auto.
Beet zette er een flinke vaart in, want hij was veel
te bang dat hij Kees en zijn bruid niet zou zien uit
stappen voor het stadhuis.
Maar zo ver kwamen ze niet. Net voor ze de zijweg
naar het dorp moesten inslaan, remde Dirk opeens
en tuurde naar twee auto's aan de kant van de weg.
De ene was Black, maar die andere, die grote don
kerblauwe, was dat niet de auto van dokter Van
Deurden
Ze keken elkaar geschrokken aan. De auto van de
dokter? Wat was er gebeurd? Waarom stond
Black die op weg was naar de bruid aan de kant van
de weg met de dokter erbij
Bijna tegelijk sprongen de mannen uit de laadbak en
holden naar de twee auto's toe. Ze zuchtten van op
luchting. Nee, geen ongeluk. En met Black was
niets aan de hand, die stond er nog even glimmend
en versierd bij als daarstraks in de garage. En met
Kees. de bruigom was ook niets. Alleen was hij ver
schrikkelijk zenuwachtig en draaide hij aan één stuk
door zijn hoge hoed als een wieltje tussen zijn han
den. Basjes vader in zijn zwarte pak stond voorover
bogen naast de dokter en keek in de motorbak.
En net toen de dokter zei: „Kijk eens aan, zes mon
teurs tegelijk. Nou moeten we het toch wel vinden!",
kwam Basjes vader met een ernstig gezicht over
eind cn zei: „Dat is niet zo mooi, dokter. Daar komt
U niet mee weg. al zou ik nog zo graag willen".
Nu keek ook de dokter ernstig. „Weet U het ze
ker?", vroeg hij, „ik heb een erg zieke patiënt, waar
ik dringend naar toe moet. Ik kan hem geen kwar
tier meer laten wachten. U bent met zóveel, is er
nou werkelijk niets aan te doen?"
Basjes vader schudde zijn hoofd en ook de andere
monteurs die in de motorbak hadden gekeken, haal
den hun schouders op. „De motor moet uit elkaar",
zei Dirk, „daar helpt geen lievemoederen aan".
„Maar mijn patiënt!", riep de dokter ongeduldig.
„Mijn bruid!", riep Kees, de monteur, die steeds ze
nuwachtiger was geworden en zijn hoge hoed al drie
keer in het gras had laten vallen, „mijn bruid weet
ook niet waar ik blijf!"
Een béétje boos keek de dokter om. „Jouw bruid
heeft haar hele leven nog de tijd", zei hij, „maar mijn
patiënt? Ik heb beloofd dat ik meteen kwam; ik ben
zo maar weggehold uit mjjn spreekuur".
Kees kreeg een kleur. „Neem me niet kwalijk, dok
ter". zei hij, „U bent er over vflf minuten. Ik ga wel
met de takelwagen!" Hij keek naar Basjes vader.
„Als de baas het tenminste goed vindt", zei hij er
vlug achteraan.
„Voor mekaar, mensen!", riep de baas, „vlug even
ie versiering eraf en allemaal in de takelwagen!"
Heel even keek de bruid v. cl een beetje vreemd toen
ze in haar prachtige witte sleepjurk naar buiten
kwam en inplaats van de blinkende trouwauto de
versierde takelwagen zag staan. Maar toen ze hoor
de wat er gebeurd was en Kees haar een schitterend
bruidsboeket in haar armen gaf, zei ze, dat ze het
nog véél leuker vond om met al Kees z'n vrienden
in de takelwagen te zitten dan in die keurige trouw
auto.
Arm in arm met Kees en voorafgegaan door de
burgemeester ging ze de trap van het stadhuis
op. Daarachter kwamen Basjes vader met Basje en
Annabel en daar weer achter de monteurs en nog
meer vrienden van het bruidspaar.
„De mooiste dag van mijn leven", zei Kees.
„De mooiste dag van mijn leven", zei ook Beer, toen
hij 's avonds in de garage al zijn avonturen wel tien
keer opnieuw aan de andere auto's had verteld.
„Arme Black", zei Karei de Grote, de reusachtige
vrachtwagen en hij keek met een scheef oogje naar
Black, die met bemodderde banden naast de kapotte
auto van de dokter stond.
„O. r.cc. hoor", zei Black trots. ..je hebt nou eenmaal
werkpaarden en plezierpaarden. Hij heeft dan wel
een bruid gereden, maar ik heb gezorgd dat de dok
ter op tijd bij zijn zieke was! O. zo!"
„Hulde voor Black!", zei Beer, die zich een beetje
schaamde en heel handig strooide hij een paar van
de witte bloemen aan zijn takelarm over het dak van
de vriendelijke zwarte auto.
(Wordt vervolgd)
73
maémiMal
bijzondere voorliefde voor slangen-
en krokodillenleer weer eens doen
blijken en daarmee nieuwe varia
tiemogelijkheden geschapen.
CAPUCCl b.v. ontwierp boven
staande blouse van slangevel.
JEANNE LANVIN zocht het
meer in een hoedje van hetzelfde
materiaal. En voor de elegante
wandelschoen sneefde een kroko
dil (CÈLJNE). Om „up to date"
te zijn is het overigens niet nodig
van top tot teen in een reptielen
huis te kruipen: dat blijkt wel uit
de afgebeelde voorbeelden. Een
kraagje, tasje of manchet is ook
genoeg.
BIJ MOOI weer speelt zich op de
zeedijk bij Baarland vaak een hart-
veroverend tafereeltje aftien let
terlijk en figuurlijk uitgelaten hon
den dartelen daar rond hun bege
leidster en stuiven spartelend en
lucht happend de zee in. Ze mogen
ravotten tot hun vrouwtje het tijd
vindt en de natte maar lieve balle
tjes bont mee naar huis neemt.
Dat huis, aan de Kerkpolderseweg
in Bakendorp bij Baarland staat
wat afgelegen en dat heeft zijn
voordelen. Bezoekers van deze ken
nel annex hondenpension worden
verwelkomd met een hartelijk,
maar zeer nadrukkelijk geblaf. Een
wat zwijgzamer, maar uiterst
vriendelijk poesje maakt men aan
hankelijke strijkages duidelijk, dat
dit huis niet alleen hondeleven"
bevat.
Het „vrouwtje" is Joke Stein, twintig
jaar, slank en bescheiden, die zich
het knippen en scheren van honden
tot beroep heeft gekozen. Geassisteerd
door haar moeder, mevrouw A. J. Stein-
van de Berge, bewerkt zij een vervaarlijk
grote jachthond, wiens goedmoedige
leeuwehoofd tot een acceptabel model
wordt getrimd. De dames hebben er ken
nelijk meer plezier in dan het slachtoffer,
dat er niet over piekert in te zien, dat de
behandeling van beide partijen geduld
vraagt en alleen maar een diep en hevig
medelijden met zichzelf voelt. Hij is die
middag de enige gast; de andere honden
zijn het eigendom van de beide dames.
AJs antwoord op de vraag hoe een twin
tigjarig meisje ertoe komt dit werk
gaan doen vertelt Joke: „Toen we op
Oostvoorne woonden heb ik daar ge
werkt in een sky-terrier-kennel. Ik
maakte daar honden klaar voor de ten
toonstelling en ik wou toen zelf ook wel
zoiets gaan doen. Mijn moeder heeft al
tijd honden gehad, dus ben ik er in opge
groeid. Nou, voor mijn verjaardag wou
ik een herder hebben, hfl is hier ook,
maar alleen maar voor de gezelligheid,
hij waakt een beetje. De rest is ras, met
stamboom. Mijn moeder had, na lang
sparen, want ze zijn duur, een dwerg
poedel gekocht en toen ben ik begonnen
met een zwart-bruine cockerspaniel", en
uit het eerste nestje heb ik er eentje ge
houden". De grote hond, een bruine krul-
harige Ierse waterspaniel zucht gelaten
als Joke onder het verhaal zijn lichaam
plukt en kamt. De lobbes kan er nog
steeds het nut niet van inzien.
Trots vervolgt Joke: Ik heb nu vier
vrouwtjes spaniels, en twee mannetjes,
plus twee goud-kleurige pups, dat zijn
de kleintjes van moeder Sandyrex en pa
Arko. Ik had er vier, maar er zijn er al
twee verkocht. Ze gaan alleen naar goe
de tehuizen, trouwens, ze zijn vrij duur
ze hebben een stamboomen iemand die
niet goed voor dieren is geeft niet zo
gauw veel geld uit. Dit is het derde nest
je, en ze zijn kleindochters van Olga, ons
„Dreesje". Daarmee heeft men ons in
dertijd, bij de aankoop wel een beetje te
pakken gehad, want ze werd langzamer
hand blind. We mochten haar wel rui
len, maar ze was hier toen al zo gehecht
en toen hebben we haar gehouden na
tuurlijk".
Haar „patiënt" legt een logge grote poot
op tafel en laat zijn kop melancholiek
hangen, 't Is kennelijk een schat van
een hond: groot en alleen maar goed.
En terwijl de klitten zorgzaam uit z|jn
haar worden gehaald komt me
vrouw Stein binnen met haar
dwergpoedels: Wanda bedelt om
grinnikend: „Aarnoudje is moedig
hoor, hij jaagt een bouvier weg. K|jk, hij
heeft een sikje, dat mag eigenlijk niet
volgens de voorschriften, maar ik vind
het leuk. Het is toch een man zeker. Poe
dels zijn. als je ze knipt, net poppen, ze
blqven doodstil zitten".
Het geluid van het hondenzangkoortje
buiten is wat afgenomen en mevrouw
Stein diept uit haar herinnering op: „Ik
heb vroeger eens in Den Briel, naast de
huiseigenaar gewoond en toen moesten
we de honden wel verwennen, dan ble
ven ze tenminste stil. Dan legde ik, als
die man eens kwam, een vinger op m'n
lippen en dan zei ik: „Stil wezen hoor
jongens". Dan gaven ze geen kik.
's Nachts zijn ze hier ook wel stil, ze
gaan om négen uur slapen. Voor de ge
zelligheid hebben we nu drie poesjes
erbij, 't Kan makkelijk hier. we wonen
fijn afgelegen. En om al die dure hon
den te kunnen bekostigen zijn we met
knippen en scheren begonnen, 't Is fijn
werk; de poten scheren is het ergste. We
hebben hier eens een spaniël gehad, dat
beest was zenuwachtig zeg. Hij beet,
zelfs zijn eigen vrouwtje was er bang
voor. Nou, hij moest met één geschoren
poot weer terug, er was geen beginnen
aan. Er zijn honden die een band over de
snuit moeten hebben, maar dat komt
toch niet veel voor. We kregen eens een
aanvraag. Of we een poedel wilden sche
ren. Toen hij kwam bleek het een bouvier
te zijn. Mijn dochter is niet bang, en ze
wil er dus aan beginnen maar dat beest
was zo wild, we hebben hem moeten wei-
geren. Nog een lastig klantje was een
need klein hondje, dat in pension was op
genomen. Dat beest moest een hele dag
op schoot gehouden worden, anders at
hij het hout, gaas, en de gordijnen op.
't Was net een haas, af en toe liep het
beestje weg en dan moesten we maar
weer zien dat we hem vingen. Toch, toen
hij wegging vond m'n dochter hem wel
een liefje".
De zwarte poedelpootje3 rikketikken op
het zeil van de knlpsalon en de Inmiddels
binnengebrachte cockerkleintjes (Con-
chita en Countrycharme), wat geïmpo
neerd door de grote bullebak maar daar
om niet minder ondernemend, spelen met
de plukken haar die onder de tafel zijn
terechtgekomen. Boontje komt om zijn
loontje: ze krijgen het er benauwd van
en proberen met ijle kuchtjes de haren
weer uit hun bekjes te krijgen. Joke en
haar moeder bekijken de fraaie honden
verzameling glimlachend. Als het leeu
wehoofd even op adem mag komen en
prompt om een koekje gaat bedelen
knort mevrouw Stein goedmoedig: „Stil
zitten hoor, anders ga ik je weer kam
men", Dan kijkt ze, plots gealarmeerd
door de stilte buitenshuis naar de overi
ge honden, die braaf in hun hokken zit
ten. „Ja, zegt ze verklarend „Castor, on
ze herder maakt wel eens alle sloten los
weer een nest, van een zwarte cocker-
spaniël.é We moeten ze maar tijdig kwijt
zien te raken, want anders hechten ze
zich teveel aan dit huis. En dan, anders
om is het ook wel zo hoor. we huilen wel
eens als er eentje weggaat".
Joke en haar moeder hebben hun woning
in het stadje Den Briel verruild voor de
eenzaamheid van dit huis in de wijde Be-
velanden om rust en ruimte te vinden
voor hun dieren. Hun honden betalen in
liefde terug: eens hadden zij een pension
gast, die gewoon losliep en nooit aan
weglopen dacht. Sterker, hij wilde alleen
maar door Joke én haar moeder worden
uitgelaten, anders had-ie er geen zin in.
In de anderhalf jaar, dat zij in Baarland
woont, heeft mevrouw Stein voldoende
van Zeeland gezien om te kunnen vast
stellen, dat er hier veel hondeliefheb
bers wonen, die hun dieren goed verzor
gen en minder belangrijk die op
tentoonstellingen met hun hond geen
slecht figuur zouden slaan.
Er vlamt humor in haar ogen als ze ten
slotte ophaalt: „Er was eens iemand die
een hond bracht die van een echte wolf
afstamde, ergens in Utrecht kweken ze
die. En toen een klant met een wat
schichtig hondje me vroeg: als ik volgen
de week kom. is dan die bouvier er niet,
kon ik naar eer en geweten zeggen: nee
hoor, dan hebben we alleen maar een
wolf
Fortuinlijke figuren die ter winter
sport kunnen gaan, vinden in die
sportieve bezigheid een prachtige
overbrugging van de „laatste win-
terloodjes die zo zwaar wegen".
Vitaal en bruinverbrand keren ze
terug, voorjaarsmoeheid heeft op
hen geen vat en mocht de lente
zich abnormaal vroeg aandienen
dan verschijnen ze zegevierend met
een nog gebronsd uiterlijk op terras
en boulevard.
Het gebronsde uiterlijk is gelukkig
tegenwoordig ook door de niet-
wintersportster aan te kweken. Er
zijn immers hoogtezonnen vervan
gers van de natuurlijke zonneschijn,
privé-zonnnetjes in huis tijdens de
langzaam vc
altngsafst
vordt ver
in zo'n hoogtezon kunstmatig worden
opgewekt brengen de zo begeerde
chemische reacties in de huid tot
stand.
Nu is een hoogtezon geen apparaat
dat men even gemakkelijk koopt als
om op hetzelfde terrein te blijven
een gloeilampje. Maar wel koopt
men het. in deze tijd waarin allerlei
elektrische apparatuur in de huishou
ding gemeengoed geworden is, ge
makkelijker dan vroeger.
Bij het kopen van voornoemd gloei
lampje vraagt men hoeveel watt het
ding produceert. Bij de hoogtezon is
de vraag: „Hoeveel ultra-violet geeft
de lamp?" Want niet alleen de soort
van de ultra-violette stralen is van be
lang (slechts bij een
intensiteit BBPP!"
een woordje mee. De koj«r "wordt
dikwijls niet zoveel wijzer van cijfers
die „het totaal opgenomen vermogen"
van het apparaat vermelden. Daarin
telt nameiyV. ook liet opgenomen ver
mogen aan infrarood mee, en aange
zien dit geen chemiache rcactlea te
weegbrengt (en dus voor een hoogte-
zon niet essentieel is) zeggen derge
lijke cijfers eigenlijk weinig over dat
gene waar het om gaat: „het nuttig
ultraviolet"
Nog meer factoren die meespelen zijn
de besti
groter H
teit van de straling), de reflector
(met een breeds tralende reflector
kan een groter veld worden bestre
ken). de gelijkmatigheid van het be-
stralingsvlak. Wie èen hoogtezon wil
kopen doet er goed aan, al die facto
ren tegen elkaar af te wegen en
samen met een ter zake kundig ver
koper eens een rekensommetje
omtrent het nuttig effect te maken
Waarbij nog diverse andere vragen
kunnen opduiken: is het apparaat
bedoeld voor bestraling van het hele
lichaam of voor plaatselijke bestra
ling, is het bijvoorbeeld dé bedoeling
dat meer kinderen tegelijk er een
„zonnebad" onder nemen?
Wat dat betreft is het met een hoog
tezon eigenlijk precies als met de
aankoop van bijvoorbeeld een was
machine: de behoeften van het ge
zin, het doel waarvoor het apparaat
gekocht wordt spreken b|j de aan
schaf mee! En natuurlijk is vooral b()
een hoogtezon het kiezen van een
betrouwbaar merk een verstandige
Dat men eigenlijk niet op eigen hout-
hoogtezonnen moet gaan
tar beter eerst overleg kan
i met de huisarts weet iedereen
merhand wel. Het zij hier dea-
eens vermeld er gc-
I nog „huiseT"
jes" met hoogtezonnen
er te lang onder blijft liggen of on-
hoogtezon is even onaangenaam pijn
lijk en gevaarlijk als verbranden ln
de echte zon!
de kleintjes, tussen vier muren en in hartje v
Niet op alle Nederlandse scholen krij
gen de leerlingen schoolmelk. Kinde
ren die op deze manier buiten de
melkvoorziening tijdens de schooluren
vallen hebben die melk echter toch
nodig: geeft ze daarom melk of cho
colademelk mee naar school.
Dit advies komt van het voorlichtings
bureau voor de voeding dat nog
eens wil wijzen op het grote belang van
melk-in-derloop-van-de-ochtend. Inplaats
van melk of chocolademelk kan men
het schoolkind ook een hompje kaas of
een boterham met kaas meegeven.
Het ontbreken van schoolmelk ls een re
den te meer om de kinderen in ieder ge
val een goed en volledig ontbijt te geven.
Nog altijd wordt in de helft van de Ne
derlandse gezinnen onvoldoende ontbe
ten en het begrip „onvoldoende" heeft
dan niet zozeer op de omvang van het
ontbijt betrekking, maar veel meer op
de samensteling. Melk, karnemelk (als
drank of als pap), yoghurt en kaas zijn
onmisbare bouwstenen van het goede
ontbijt, met alleen zoet beleg en thee is
het beslist onvolwaardig niet alleen
voor de kinderen, ook voor de volwasse
nen in het gezin!
Doordat aan het begin van dit jaar de
rijkssubsidie voor de schoolmelkvoorzie-
ning vervallen is zal schoolmelk wat
duurder worden. Misschien en deze
suggestie is weer van het voorlichtings
bureau voor de voeding ligt hier een
aanleiding om het méér-geld van de
schoolmelk eens in mindering te bren
gen van de post „snoep en ander lek
kers". Misschien kan ook nog een ge
deelte van die post worden overgeheveld
naar de aankoop van fruit; hard fruit
waarop flink moet worden gekauwd zo
dat heb gebit van de schoolgaande jeugd
meteen wordt getraind.
collecties
voorjaars- en
zomerstoffen
Stcffettpafe&y
GOES. LANG: KERKSTRAAT <4
ÏERMEUZEN. NaWSTRAAT6.8
zijn
heel nieuw
heel apart en
zéér 1964 1
Zomermode kiezen is tegenwoordig in belangrijke mate een kwestie van stoffen
kiezen. Keus maken tussen een katoentje en een linnen weefsel is niet meer vol
doende, er zijn talloze structuren die elk weefsel z'n specifiek karakter geven, er
zijn materialen die honderd procent synthetisch zijn maar ook stoffen waarin het
synthetische verenigd werd met een natuurprodukt.
Als voorbeeld een staalkaartje waarop de volgende namen voorkomen: katoen.
fibrenka, acetate, terienka-katoen, tricel. nylon, scaldyl, diolenHet is de
staalkaart voor lente-zomer 1964 van Menko N.V., een naam die al seizoenen lang
een bekende klank heeft in de Nederlandse zomerstoffenmode.
Uit bovenstaand staalkaartje wordt wel duidelijk dat de Menko-stoffen dit jaar
niet alleen katoenen maar ook verschillende synthetische weefsels omvatten. In
terienka-katoen bijvoorbeeld is 65 pet. terlenka met 35 pet. katoen gemengd. Acetate
is een lichte zijdeachtige stof, tricel een luchtig en uiterst gemakkelijk wasbaar
crêpeachtig weefseltje, fibrenka en scaldyl hebben een linnen-effect, diolen is een
elastisch weefsel dat aan helanca doet denken.
Met een kil voorjaar en een niet al te warme zomer heeft Menko blijkbaar ook
rekening gehouden, want de staalkaart voor lente en zomer omvat ditmaal ook
zuiver wollen jersey stotten. Ze zijn er in originele combinaties van uni met streep-
dessins en er kunnen opvallende resultaten mee bereikt worden: warme en toch
uitgesproken zomerse kleding die sportief en tegelijkertijd onmiskenbaar elegant is.
Couturier Dick Holthaus heeft voor Menko een collectie modellen gemaakt waarin
de stoffen voor komend seizoen verwerkt zijn. Van die modellen wordt een deel
geconfectioneerd: de „Dick Holthaus Sport Modellen" die te zijner tijd in goede
modezaken (ook in de provincies) te koop zullen zijn. Het is een grappige jeugdige
collectie, met pantalons en jakjes, met blazerachlige jasjes, gewatteerde nylonjakjes
sportieve jurken en blouses. Een collectie bovendien die financieel ook bereikbaar
zal zijn voor de jonge vrouw die zich geen „echt haut couture'1 kan veroorloven: de
prijzen van de diverse onderdelen beginnen bij een kleine dertig gulden.
Op de foto een greep uit de „Dick Holthaus Sport Modellen": de materialen zijn
(van links naar rechts) uni en bedrukt fibrenka linnen, uni tirafil (een elastisch
linnen), fibrenka linnen en gewatteerde nylon, uni en bedrukt fibrenka linnen,
uni helanca.