MARDIGRAS met de GILLES „Dode lente": onthullingen over de insecienbestrijding Binche in België eens per jaar „dikke viert dinsdag" BijdefH® O's het goed sparen! 33 0/ rente bij 4 o lange termijn DE MENS KAN NIET BUITEN EEN BEETJE LAWAAI ZATERDAG 1 FEBRUARI 19M PROVINCIALS I B R W B R C O R A N T Afgekapte hand weer aangehecht Een team chirurgen van het ziekenhuis in Hartford. Connecticut, heeft de af gekapte hand van een man weer aan zjjn lichaam gehecht. De 42-jarige Wil fred Chabotte kwam het hospitaal bin nen met de losse hand in een papieren zakje. Chabotte een werknemer van de New England Icc and Coal Co.. werkte by een machine die blokken ijs kapt. toen hij uitgleed. Zijn linkerhand kwam toen onder de messen van de machine en j werd afgesneden. De man werd onmid- dellijk door een andere arbeider naar het ziekenhui» vervoerd en daar werd zo I spoedig mogelijk met de operatie begon nen. Volgens een zegsman van het "zie kenhuis Is de operatie geslaagd en maakt de patiënt het wel. maar het zal nog wel enige weeken duren, voor men kan vaststellen of de aanhechting gelukt NEDERLANDSCHE MIDDENSTANDSBANK De bank waar u zich thuis voelt! Vijand én vriend worden gedood Al heel jong begint de jeugd van Binch het carnaval van de Gilles mee te vieren. Een Gille van Binche, klaar om een sinaasappel te gooien. Kostbaar en imponerend is de struisveren hoofd tooi. tribune. Op de ertegenover verrezen podia maken persfotografen en man nen van film en TV hun apparatuur voor het gebruik gereed. Achter de ramen der bovenverdiepingen en vooral op de balkons hebben honder den bevoorrechte burgers zich genes teld. Op straat en langs de trottoirs bevindt zich het voetvolk van stad en land. waaronder ook wij ons beschei- denlijk schaarden. Wanneer ge zo om U heen ziet, be merkt ge tal van buitenissige perso nages. Hun uitmonstering staat veel al in het teken van vastenavond. De voorraden van op z'n minst tien magazijnen in feestartikelen zijn over deze brave lieden uitgestort. Dan eensklaps rekt men de hal zen: aan weerszijden der straat dringt men zo ver mogelijk naar voren. Er nadert daverend en dreu nend. schallend en schetterend mu ziek, bijwijlen overstemd door mas saal geroep en gejoel. Wij horen hoefgetrappel en op een gegeven ogenblik worden wij geconfronteerd met het hoofd van de stoet, be staande uit twee dozijn bereden gendarmen. Het zijl- kerels met wie niet tc spotten valt en met hun vu rige paarden evenmin. Sympathie ker lijkt ons de plaatselijke com missaris van politic, die met z'n ruim 200 pond verpakt in groot pon tificaal. opgewekt komt aangestapt. Hij vormt een plezierige overgang tot de nu volgende groep: een om vangrijke schare snoezige kinderen die met hun carnavalspakjes in tere pastelkleuren hart\eroverend zijn. Hierachter vertoont zich een boe- renkapel, die melodieën laat horen welke ons ten enenmale vreemd zijn. Ha, dit zijn de speciale deuntjes van de Gilles en zie, daar komen zij! Nu geen zes of acht, maar zeker hónderd, voorafgegaan door de junio ren die hetzelfde sjieke kostuum dragen, doch bij wie de geweldige pluimen afwezig zijn. Allen verplaat sen zich op het straffe ritme van de muziek, ondersteund door dof trom geroffel. Somtijds komen ze bijna niet vooruit, doch stampen ze slechts op het plaveisel, zich nu en dan om hun as draaiend. Sinaasappelen Allen dragen tenen korfjes met si naasappelen en bij haast elke Gille houdt zich een burger op, die volgens het document dat hem op de borst is geprikt, door de stad Binche officieel is aangesteld als „porteur d'oran- ges", de vruchten meesjouwend in karbiezen, manden of eenvoudig een jutezak. Waartoe al die sinaasappe len? Ge zult het dra weten. Daar sui zen de eerste „oranges" al door de lucht! Zodra de Gille een bekende waar neemt en in Binche kennen de meeste mensen elkander wel dan mag hij hem of haar met een sinaas appel vereren. Er zijn er die bedaard in het zich nabij bevindend publiek werpen, maar men heeft er ook die op de tweede of derde etage mikken, en dat gaat met kracht gepaard. Nu snappen we waarom voorzienin gen zijn getroffen met betrekking tot al wat glas is. De vruchten slaan bij honderden te pletter tegen rolluiken, muren en rasterwerken om dan als moes op de straat te kletsen, of op ons schedeldak, als het tegenzit. De sinaasappelen die door de Gilles in alle richtingen worden gesmeten zijn zo vele dat; u er ook gaaf in han den krijgt. Het terug- of verdergooien van de sappige projectielen vindt weinig plaats. De Gille mag men in geen geval bekogelen vanwege zijn fraaie en kostbare kledij. De muziek speelt onafgebroken en ge durende het gehele offensief, „dan sen" de Gilles én „dansen" wij Want niets werkt zó aanstekelijk. Schuifelen doen wij weliswaar niet. aangezien wij zo mogelijk onze post willen behouden, doch automatisch steun ge dan op uw linker-, dan op uw rechterbeen, linker-, rechter- Nu denkt U, als die groep ten slotte is gepasseerd, dat dit het besluit van het bombardement betekent. Doch zo is hel niet. Er volgen nog minstens vier boerenkapellen met evenveel stampende, rinkelende, appelsienen i smijtende honderd man sterke regi-, menten gevederde vrienden. Indien wij uitgaan van 500 Gilles en deze is Binche rijk die gemiddeld elki IS DE MENS BEZIG AAN ZELFVERNIETIGING? (Van een onzer redacteuren) \A7anneer we onze groenten schoonmaken of een appel of een peer schillen, dan geven we ons er doorglans geen reken schap van dat de oppervlakte misschien bedekt is met een uiterst dun laagje van een of an der insektenbestrijdingsmiddel, een insecticide, dat giftige stof fen bevat en schadelijk voor de gezondheid kan zijn, vooral als we regelmatig deze stoffen in ons lichaam opnemen. Het gebruik van insecticiden en van allerlei chemische stoffen, waarmee de mens de natuur naar zijn band probeert te zetten, heeft, vooral na de tweede wereldoorlog, een enor me omvang aangenomen. Daarmee zijn ook de gevaren, die de mens- beid en de dieren bedreigen, waar tegen deze chemische middelen niet gericht zijn, sterk toegenomen. De Amerikaanse schrijfster Rachel Carson heeft daarvan een boekje open gedaan in het geruchtmakende werk „Silent Spring", dat in het Ne derlands vertaald is onder de titel „Dode Lente" en dat kort geleden is verschenen. In een voorwoord bij dit boek vertelt prof dr. J. Kuenen, hoogleraar aan de rijksuniversiteit in Leiden, waarom het eigenlijk gaat. Door zijn landbouwmethoden het kweken van vaste gewassen op gro te oppervlakten schiep de mens bij uitstek geschikte ontwikkelingsmo gelijkheden voor vele insektensoorten. Die soorten noemen we, als zij zich met de nuttige planten voeden, scha delijke insekten. Als de schade van economisch belang is spreken we van een insektenplaag. Chemische bestrijding Natuurlijk is men tot bestrijding van de schadelijke insekten overge gaan. Een van de methoden die men daarvoor gevonden heeft is de chemi sche bestrijding, waarbij men een stof, die vergiftig is voor het insekt, op of in de plant brengt, waardoor het insekt dat van deze plant eet sterft en de plant gespaard blijft. Het kan een voortreffelijke me thode zijn, maar tegelijkertijd is een aantal bezwaren tegen overvloedig gebruik duidelijk op de voorgrond ge treden. Als we een plant met een vergiftige stof bespuiten, worden ook andere dieren gedood dan die, tegen welke de bestrijding is gericht. Het insecticide kan bovendien op ve le plaatsen terecht komen, vaar het geen goed doet en alleen maar kwaad. De vijanden van de schadelijke in sekten die overal te vinden zijn, wor den door het insecticide eveneens op geruimd. zodat bij de chemische be strijding vriend cn vijand worden ge dood. Het blijkt verder dat geleidelijk steeds meer imektcn resistent dat is ongevoelig, onvatbaar worden voor insecticiden, zodat ze van de gebruikelijke dosis niet meer dood gaan. Er moet dus met steeds hogere concentraties worden gespoten Als de mens doorgaat met de eenzijdige be nadering van het probleem van de schadelijke insekten, kan dat tot ca tastrofale gevolgen leiden. Het Is van groot belang, vindt prof. Kuenen, dat iederc-en, waar ook ter wereld, be grijpt dat we op de verkeerde weg zijn en dat alleen een grondige her ziening van de bestrijdingsmethoden ons op de goede weg kan brengen De schrijfster van hot fascmerer.de en waarschuwende boek Rachel Car son heeft eerst letteren en daarna biologie gestudeerd aan de John Hop kins Universiteit in de Verenigde S;a- ten. Nadat zij afgestudeerd was do ceerde zij verscheidene jaren biolo gie en vervolgens ging zij een ver bintenis aan met de Amerikaanse Fish and Wildlife Service, welke in stelling haar tot lid van de staf be noemde. Vier en een half jaar heeft zij het boek „Dode Lente" op een intensieve wijze voorbereid. Rachel Carson con stateert met de diepe bezorgdheid van een sociaal sterk bewogen vrouw na nauwkeurige wetenschappelijke studie dat de mens meent dat hij de natuur aan zich kan onderwerpen. Hij bestrijdt schadelijke insekten met chemische middelen. Sinds de tweede wereldoorlog zijn de schei kundigen in opmars met synthetisch- organische verdelgers, die steeds krachtiger en giftiger zijn geworden. Zijn de chemici zich echter wel be wust van de gevaren die deze insec ticiden ook voor de mens vormen? vraagt zij zich af. Beseffen zij, dat deze verdelgingsmiddelen elk insekt vrier.d en vijand doden en me nen zij ongestraft het biologisch even wicht te kunnen verstoren? Dodelijke vergiften Er zijn dodelijke vergiften in en om ons, zo houdt zij ons voor. Zij verpesten de lucht, het land en het water, zetten zich als een dun vlies- je af op vruchten en groenten, wor den aangetroffen in allerlei voedings middelen. verschijnen in de moeder melk en wellicht in de weefsels van het nog ongeboren kind. De schade lijke stoffen dringen het menselijk lichaam binnen door dc mond. via de slijmvliezen en door dc huid: zij hopen zich op in dc vctwccfscls. Kortom, zo is haar conclusie, de mens is bezig aan zelfvernietiging. Dat klinkt allemaal erg somber en verontrustend. Men beeft Rachel Carson verweten, dat zij een eenzij dige voorstelling van zaken gegeven heeft. Zij zal het waarschijnlijk niet ontkennen. Het was haar bedoeling om de volle nadruk te leggen op wat zij zelf aan schadelijke gevolgen van het gebruik van insecticiden heeft ge zien en ervaren en op wat zij daar over uit rapporten en wetenschappe lijke geschriften heeft opgediept. Zij vertelt oa. van het bespuiten van een gebied in Detroit uit een vliegtuig met het insecticide aldrin. Hoewel deze bespuiting als onschul dig %vas voorgesteld, schrijft Rachel Carson over de bevindingen van een Hij zei. dat er in de gehele omgeving geen vliegende vo gels meer waren, dat zij er min stens twaalf dood in haar tuin had aangetroffen en d3t dc buren dode eekhoorntjes hadden gevonden. Alle andere telefoontjes die mevrouw Boyes die dag ontving gewaagden van een groot aantal dode vogels en geen enkele levende Mensen die voedcrplaatsen hadden zeiden dat er geen vogels meer op het voedsel afkwamen. Vogels di ester- vendc werden opgepikt toonden de typische verschijnselen die insectici de-vergiftiging met zich meebrengt trillingen, bet verlies van het vliegvermogen, verlamming en stuiptrekkingen. De vogels waren niet de enige le vende wezens die werden aangetast. Een plaatselijke veearts deelde mee, dat zijn wachtkamer vol was met klanten wier honden en katten plot seling waren ziek geworden. De kat ten, die zo precies zijn in hun ver zorging en die hun vacht en hun po ten schoon Ukken, 'henen het 't ergst te pakken te hebben". Zieke mensen „Een vooraanstaande internist in Detroit werd al binnen het nar bij vier van zijn patiënten geroepen, die naar de vliegtuigen hadden staan kij ken. Zij toonden alle vier dezelfde verschijnselen: misselijkheid, over geven, trillingen, koorts, overver moeidheid en hoesten". Het boek van Rachel Carson staat vol met zulke voorbeelden. Zij be schrijft hoe de vogels in bepaalde streken zijn uitgestorven door het eten van wormen die uit besmette grond waren gekropen; hoe alle vis sen dood gingen in riviertjes die in een streek liggen, waarboven vlieg tuigen hun lading insecticiden hadden losgelaten. Zij vertelt ten slotte van ziekten die zich hebben geopenbaard bij hen, die geregeld met insectici den omgaan. Indien U de Belgische hotelgids 1 raadpleegt zult U er het stad je Binche vergeefs in zoeken, hetgeen niet wegneemt dat het reeds dagtekent uit het einde der Xle eeuw en op meer dan tienduizend zielen kan bogen. Toeristisch telt dit tussen Char leroi en Bergen gelegen plaatsje niet mee, hoewel het toch de moeite kan lonen er een bezoek aan te brengen. Hiervoor komt bij uitstek in aanmerking de z.g. Dikke Dinsdag of wel „Mar- di Gras", de dag waarop het jaarlijks carnaval besloten wordt en z'n hoogtepunt vindt in de verschijning der vermaar de Gilles. Al op kilometers afstand van dit Henegouwse stedeke bespeurt men dat er iets bijzonders aan de hand is. Op alle kruispunten staat de rijks wacht. Overal ligt het werk stil. En hoe meer u het doel van uw reis na dert, des te groter is het aantal men sen dat zich rijdend of te voet be geeft naar de plaats waar in het jaar 1540 ter gelegenheid van de komst van het Spaanse gezag in Peru, Ka- rel V en zijn zoon, de latere Filips II, begroet werden in kostuums zoals he denmiddag zullen worden getoond. Daar passeren de eerste Gilles, wier machtige hoofdtooi ver boven de mensenmassa uitsteekt en wier kostuum een nabootsing moet zijn van de feestdracht der Inca's. Hot is vervaardigd van lichtbruine stof waarop rode en zwarte gekroonde leeuwen, afgewisseld door sterren. Zowel de kraag als de manchetten van mouwen en pantalon zijn afgezet met kant. Aan de leren gordel tinke len een ronde bel en verscheidene kegelvormige koperen klokjes. Borst en rug zijn opgevuld, waarmee de klassieke polichinelle-figuur wordt op geroepen. Als schoeisel dienen met rozetten versierde klompen. De Gille z'n trots is het hoofddek sel waarvan de aangehechte witte lange en brede linten joyeus over de schouders vallen en de tien rechtop staande een meier hoge struisveren het geheel op waardige wij2e com pleteren. Deze zijn doorgaans even eens smetteloos wit, doch men ziet ze ook wel met halverwege een streekje zachtgroen, rose of licht blauw, hetgeen volstrekt niet mis staat. In kleine groepjes en zeer lang zaam schuifelen de feestelijk uitge doste mannen voorbij, op de voet ge volgd door een tamboer en soms nog iemand dite op de Turkse ketel beukt. De minimale pasjes maken een won derlijke indruk. De strakke gezichten weerspiegelen het besef van de grote verantwoordelijkheid voor de eeuwen oude traditie welke in ere wordt ge houden. De luiken neer Men merkt spoedig op dat van het merendeel der huizen cn vooral win kels de rolluiken zijn neergelaten en zowel lichtreclames als vele vensters zijn afgeschermd met ijzergaas. Ge voelt dat er iets gaat gebeuren, maar wat? Het is duidelijk dat wat we nu zien en horen slechts de proloog vormt. Er wordt een serpentine ge gooid; we worden van tijd lot tijd verrast met een handvol confetti; we horen de knal van een afgestoken voetzoeker; een paar studenten gaan elkander te lijf met opgepompte var kensblazen. Al met al is er nog weinig opwin dends te beleven. Op de Grand'Place nemen de autoriteiten geleidelijk hun plaatsen in op de voor hen gebouwde (Advertentie) VOOR RUST EN EVENWICHT De veertienjarige Gordon Hill uit Woodbridge ia het Engelse graaf schap Suffolk heeft een wel zeer bijzondere vriendschap gesloten met een patrijs, ia de natuur een bijzonder schuwe vogel. Gordon vond ..Bertie", zoals hij zijn vriendje heeft genoemdtoen het nog heel jong was verlaten in een bos. Sindsdien heeft hij het dier tje opgekweekt in een schoenen doos, waarbij hij een elektrische lamp als warmtebron gebruikte. Als Gordon naar school is zit Ber tie op een speciaal plankje in een hoek van de kamer te wachten totdat zijn baasje naar huis komt. 100 sinaasappelen op deze wijze dis tribueren. dan komen wij op een vijf tigduizend van deze gezonde versna peringen, waarvan zeker de helft tij dens de circa drie kwartier durende slag sneuvelt. aux lumières" op het program en Dit is Binche op Dikke Dinsdag en dat wil zeggen: Er is feest! AI heb ben de inwoners ogenblikkelijk door. dat ge vreemdeling zijt zodra ge maar even meeneuriet met pierement of accordeon en het zij door blik of gebaar deelneemt aan de feestvreug de en de blijheid die van deze sim pele en vrij arme mensen bezit geno men heeft, zijt ge één van de hun nen. Eén dag in het jaar gevoelen zij zich rijk en volmaakt gelukkig. Proeven in Moskou VTan alle inwerkingen op de ge voelens van de mens hebben geluiden wel de sterkste in vloed. Schrille, „onaangename" tonen werken neerdrukkend, prikkelen het zenuwstelsel en veroorzaken snel vermoeidheid. Eentonig, niet veranderend ge luid wekt slaap op. Er zijn ech ter ook geluiden, die een posi tieve uitwerking hebben op het gestel van de mens. Het Is bijvoorbeeld aangenaam, het door de wind veroorzaakte ruisen van bladeren te horen of het geruis van water op de rotsen. Voor vele mensen klinkt het kletteren van re gen als muziek in de oren. De mens heeft de geluiden van de natuur evenzeer nodig als het groen van de bomen cn het blauw van de hemel. De eerste stap in het onderzoek naar dit verschijnsel was het vaststellen van de frekwentie en van de intensi teit der verschillende geluidstrillin gen, die samen de natuurgeluiden vormen, of, zoals de wetenschap zegt, het vaststellen van hun spec trale samenstelling. In de afgelopen jaren heeft onder andere de univer siteit van Moskou zich hiermee be ziggehouden. Geluidsband Op geluidsband werd het geruis van populieren en lindeloof vastgelegd, alsmede dat van een berkenwoud, van een waterval in een kleine rivier, van een op de bodem neerkletterende zware regenbui en van de branding van de zee. Nu was al lang bekend, dat het menselijk por het gevoeligst is voor frekwenties rond de 1000 trillingen per seconde (1000 Hertz). Maar nu bleek, dat in alle onderzochten geluiden van na tuurlijke oorsprong één trilling, door slaggevend is en wel die van 1000 Hertz. Dit is dus juist de zone van de opti male spectrale gevoeligheid van het oor. Mogelijkerwijze was liet juist de aanpassing aan dergelijke natuurlij ke geluiden, die het menselijk ge hoororgaan in dit gebied z(jn groot ste gevoeligheid gaven. Anderzijds is uit deze aanpassing mogelijk ook het aangename gevoel van rust en evenwicht te verklaren, dat veel mensen in de natuur ondervinden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 9