ONZI
RODE KRUIS
ARTS
Toernooi, trots van ONA
Animo voor de Bogaers-woning
zaterdagnummer
O
Zaterdag 1 februari 1964
Vandaag is onze gast dokter J. Stumphius, bedrijfarts van de
Koninklijke Maatschappij „De Schelde" te Vlissingen. Deze laatste
kwaliteit echter speelt geen rol in zijn bijdrage: we hebben deze
arts gevraagd een stuk te schrijven als Rode-Kruisman.
Dokter Stumphius is namelijk sinds enige jaren gewestelijk com
mandant (in de rang van luitenant-kolonel bij het Rode Kruis) van
de Rode-Kruiscolonnes in Zeeland. De heer Stumphius werd ge
boren in Utrecht, in 1935 en studeerde medicijnen aan de rijksuni
versiteit te Utrecht. Enige tijd was hij officier van gezondheid bij
de Koninklijke Marine, waarbij hij onder meer in Vlissingen was
gestationeerd. In 1955 trad hij in dienst van de Koninklijke Maat
schappij „De Schelde". Hij is reeds jarenlang bij het Rode-Kruis
werk in Zeeland betrokken.
Wanneer men iemand ontmoet, die
zich op de een of andere wijze ver
bonden heeft aan een organisatie,
die een duidelijk charitatief doel
nastreeft wordt wel de vraag op
geroepen, wat de man bezield heeft
dit te doen, en te blijven doen.
Vaak worden daar allerlei fraaie
en minder fraaie motieven voor ge
zocht. variërend van ..voortdurend
besef van naastenliefde en sociale
bewogenheid" tot „behoefte aan de
eer en het (eventueel) mooie pak
je".
Het vreemde is, dat de man of
vrouw in kwestie zélf het antwoord
op deze vraag nauwelijks kan ge
ven. Zoals gewoonlijk ligt ook hier
bij meestal de waarheid in het mid
den. Of komen er motieven voor de
dag, die met het eigenlijk doel van
die organisatie niets te maken heb
ben.
Zó verwonderlijk is dat ook weer niet:
we kunnen rustig aannemen, dat
wij onszelf in vele gevallen het slechtst
kennen van alle personen, die we plegen
te ontmoeten.
Wordt mij gevraagd: waarom doe je
dit werk. dan zullen er ongetwijfeld
brokstukken van de veel en vaak ge
noemde motieven bij zijn, met daarbij
het besef: het moet gedaan worden en
als je er aan begint kun je het niet
zomaar laten zitten. En daarna komt
als grote persoonlijke kant van de
zaak: de ervaring, wat het Rode Kruis
in nood kan betekenen.
Dat was in het jaar 1944, Schrijver dezes
werd Ln verband met werkschuwheid
en andere zaken door de Duitsers opge
pakt en opgeborgen in het bekende
kamp Amersfoort, euphemistisch gehe
ten „Polizeiliches Durcngangslager'r; een
opgeschoten 18-jarige. mm of meer de
jongste, en waarschijnlijk één van de
best. Dat had tot gevolg, dat het Rode
Kruis praktisch als enige toegang had
tot het kamp en dcszelfs opperhoofden.
Daarom kwam er vrijwel elke vrijdag
een vrachtauto compleet met hout
gasgenerator en Rode-K rulsemblemen
beladen met dé Rode-Kruispaketten.
Voor ieder een zak met wat voedsel, een
enkele maal wat sigaretten, die op zich
weer voedsel betekenden na uitgebreid
gemarcheer. Die vrijdagen waren feest
dagen!
Na mijn vrijlating heb ik begrepen,
hoeveel werk, hoeveel organisatie
en hoeveel geschipper (voedsel wés
schaars in die dagen) aan deze paket-
ten vastzat.
We hebben er niemand voor kunnen be
danken alleen een onpersoonlijk
hoofdbestuur in Den Haag. Maar het
eigenlijke werk werd gedaan door onbe
kenden in Amersfoort en omgeving.
En na zo'n ervaring weet je, dat een
organisatie als deze bijzonder goed werk
kan doen. En vaak werk. dat niet door
anderen kon worden gedaan, omdat zij
in zulke slechte tijden het internationale
Rode-Kruisteken als bescherming mis
sen.
Daarom is het goed, dat het Rode Kruis
bestaat. En nu is niets fnuikender voor
het goed werken van een organisatie
als deze, dan dat er pas iets op poten
wordt gezet, als de nood aan de rnan is.
Dan zijn er hulpkrachten nodig dat
is bij ons Nederlanders al te zeer be
kend! Maar dan is het te laat: in prin
cipe moet de organisatie klaar zijn
met een aantal mensen, dat daarin thuis
is.
Moeten die enthousiastelingen dan be
schouwd worden als lieden, die zich ver
heugen op het moment, dat de noodklok
wordt geluld? Uiteraard niet! Maar zij
weten, dat het ooit nodig kan zijn en
dat dén de behoefte is aan mensen, die
althans iets weten op het gebied van
hulpverlening.
Het Rode Kruis heeft vele werkzaamhe
den U kent ze Vaak gebeurt dit on
gezien of ongemerkt hebt U bijvoor
beeld enig idee. hoe de Internationale
Informatiedienst werkt. Indien er doden,
vermisten of alleen maar in paniek ge-
vluchten zijn?
Naar bulten treden U ziet ze nu en
dan en U leest ervan ln de krant -
de leden van de Rode-Kruiscolonnes
Vrijwilligers, die geheel belangeloos een
opleiding volgen voor hulpverlening aan
zieken en gewonden, of anderszins hij
Rode-Kruiswerk in het algemeen. Is
het niet een onschatbaar voordeel in tij
den van nood te weten, dat er een groot
aantal mensen zjjn. die thuis zijn op het
gebied van ziekenhuisverpleging Men
sen, die weten hoe vervoer van zieken,
gewonden en gebrekkigen moet plaats
vinden! En die zich, geheel vrijwillig,
geschaard hebben in organisatorisch
verband, waardoor zij zo efficiënt als
door de omstandigheden mogelijk Is,
kunnen werken?
Bovendien: door déze vrijwilligers
enkel door hen is het ook mogelijk,
dat de Rode-Kruisboot jaarlijks kan va
ren. En zo zijn er meer ..taken in vredes
tijd".
Wij Nederlanders plegen kopschuw te
zijn voor uniformen. Terecht een te
grote liefde daarvoor heeft zeer kwalijke
gevolgen te zien gegeven. Dat wil ech-
"er niet zeggen, dat het daarom over-
zal moeten kunnen werken.
Hoewel het er veel op lijkt is het niet de
militaire uniform. Het is er wel van af
geleid de hoge kosten maken het
onmogelijk iets totaal anders te ont
werpen. Men zij zich wel bewust, dat het
Rode Kruis een organisatie is, die op
geen enkele wijze door de overheid worm
gesubsidieerd.
Het is vreemd in deze tijd. waarin van
alles en nog wat goed of zelfs
beter van overheidswegen wordt ver
zorgd, zó afhankelijk te zijn van vrij
willigheid op elk gebied: actief werk,
passieve belangstelling, financiële steun.
Niet meer van deze tijd
Ik weet het niet. Het wonderlijke is. dat
er toch altijd weer mensen worden ge
vonden. die vrijwillig en belangeloos
soms zware taken in Rode-Kruisver
band op hun schouders nemen.
JA.... dat toernooi van ONA, ze
zijn er daar in Oostburg met recht
enigszins trots op. Want elk jaar
trekt het de matadoren van de
Zeeuwse tafeltennissport naar de
West-Zeeuws-Vlaamse centrum
plaats toe
Terwijl in dit deel van Zeeuwsch-
Vlaanderen de een na de andere ta
feltennisclub (o.a. Advendo uit
IJzendijke, Branding uit Cadzand,
Groede) van het sporttoneel ver
dwijnt, blijft de Oostburgse vereni
ging O(ntspanning) N(a) A(r-
beid) springlevend en bijzonder ac
tief. Dat is voor een niet onbelang
rijk deel te danken aan het bestuur
dat geen gelegenheid onbenut laat
om de tafeltennissport in het mid
delpunt van de belangstelling te
plaatsen. Het jaarlijks toernooi is
één van de belangrijkste initiatie-
Het valt niet te ontkennen, dat een
enkele club in Zeeland zo wel eens
een toernooïtje op stapel zet maar wan
neer we het sterrentoernooi (de beste
lien van Zeeland) van Will van Zoelen
uit iddelburg niet meerekenen, dan is
ONA eigenlijk de enige club in Zeeland,
die een dergelijk grootscheeps opgezet
evenement organiseert.. En met succes,
want de top van de Zeeuwse en ook tal
rijke Belgische tafelt.ennisspelers geeft
hier steevast acte de présence.
Het. actieve QNA-bestuur is thans al
weer een fiks eind gevorderd met. de
voorbereidingen voor het toernooi-1964,
dat in het derde weekeinde van februa
ri gehouden wordt. In de grote zaal van
de katholieke kring. Evenals voorgaande
jaren zal het ongetwijfeld weer een
spannend toernooi worden, waarin de
Vlissinger Piet Marlijn zijn wisselbeker
moet verdedigen legen de aanvallen van
vele Zeeuwse cracks. Gedurende de af
gelopen vier jaar, waarin ONA pas goed
is gaan meespreken in het Zeeuwse ta-
feltenniswereldje, zijn de Zeeuwse top-
spelers en uiteraard ook de mindere go
den in fors aantal naar Oostburg gelo
gen.
De meeste clubs zijn om organisatori
sche en financiële redenen weinig happig
op een jaarlijks toernooi. „Maar wij
zijn er nog steeds net uitgekomen", ver
telden Jan en Guust Carpentier, die bei
den respectievelijk als secretaris en com
petitieleider deel uitmaken van het be
stuur. „Als we de honderd inschrijvin
gen halen, verdienen we net de uitgaven
terug. En dat is met die honderd dan
tot nu toe nog gelukt".
Voor de eerste maal verzorgen de ONA-
organisatoren thans ook een scholieren-
toernooi. Nu een dergelijk evenement dit
jaar niet tijdens de Zeeuwse kampioen
schappen wordt gehouden, willen de
Oostburgers het wel eens proberen. Er
wordt niet lang over gepraat of het
wel zal lukken, neen. ONA doet het!
De Oostburgse vereniging is in 1952
opgericht. Daarvóór werd èr de West
Zeeuws-Vlaamse centrumgemeente wel
eens aan tafeltennis gedaan, maar een
club was er niet. Daar moet verande
ring in komen, zei o.a. sportleraar A. van
Terheyden van de r.-k. h.b.s. St.-Eloy
en met nog enkele andere enthousiaste
lingen richtte hij toen ONA op. Onge
veer drie jaar ging het goed ONA
speelde in de Zeeuws-Vlaamse competi
tie maar van 1954 tot 1959 was er
door gebrek aan belangstelling weinig
van de club te merken.
Totdat in 1959 de huidige voorzitter Jo-
han Aers en secretaris Jan Carpentier
te zamen met kapelaan M. Adriaansen
de schouders eens duchtig rechtten en
ONA uit zijn sluimering schudden.
En toen Ontspanning na Arbeid in 1961
zich bij de-Nederlandse tafeltennisbond
aansloot, merkten de andere clubs in
Zeeland spoedig, dat ze daar in Oostburg
wel wat van tafeltennis afweten. Het
eerste seizoen werd ONA nog vierde en
eindigden de andere twee teams in de
middenmoot. Maar vorig seizoen hesen
zowel het eerste (in de le klas) als het
tweede team (in de 2e klas) de kam-
pioensvlag.
Het succes van het eerste team werd met
name bereikt dank zij het meespelen van
Pim Rensen, oud-hoofdklasser, die een
werkkring in Zeeuwsch-Vlaanderen had
gevonden. Samen met Rensen zorgden
Han Poppe en Johan Aers voor het. suc
ces van het eerste team; Cees Schijve,
Jan Fijnaut en Guust Carpentier maak
ten met het kampioenschap voor het
tweede team (met promotie naar de le
klas) het succes compleet. Dit seizoen
kunnen de „eerstelingen" hun titel niet
prolongeren, omdat Rensen na een korte
afwezigheid pas in de tweede helft van
de competitie weer zijn intrede deed
in het team. Dat daarna overigens geen
wedstrijd meer verloor.
Zeer waarschijnlijk als enige club in
Zeeland neemt ONA ook met een vol
ledig damesteam aan de competitie deel.
Frida Carpentier-de Pauw, Corrie Pop-
pe-Kouwer, Lenie Koster-Kogel en
Yvonne de Does maken dit seizoen be
paald geen slecht debuut in de 4e klas.
De Oostburgers onderhouden voorts een
geregeld contact met Belgische club in
Brugge, Knokke en Oostende; spelen
sinds 2 jaar een wedstrijd tegen de „rest
van Zeeland" met als inzet de Van Noor
denbokaal, die beide malen gewonnen
werd; en leverden tevens enkele Zeeuw
se individuele kampioenen: o.a. Pim
Rensen (le klas), Jan Fijnaut (2e klas)
en Bert de Schot (3e klas).
Evenals vele andere sportclubs vormen
de financiën (met name de post reis
kosten) ook voor ONA een bijzonder
moeilijk probleem, waarbij nog gevoegd
moeten worden de ongunstige reismo
gelijkheden, veroorzaakt door de barriè
re, die Schelde heet. Voor alle teams
is er weliswaar een auto beschikbaar
gereden door clubleden maar elke
kilometer kost de clubkas een dubbeltje.
En dat is nog niet eens veel betaald
Bovendien moet ONA het zonder de
steun van overheid, supporters of zelfs
donateurs doen. Er heeft zich zegge en
schrijve één steunpilaar gemeld (die ach
ter de schermen wenst te blijven) die
er voor gezorgd heeft, dat ONA een
nieuwe tafel kon aanschaffen. Geef het
geld maar eens terug als je er wat be
ter inzit dan nu, zei hij.
DaL zeggen er helaas te weini
ONA heeft in de katholieke
uitstekende training en
zaal. Aan de voorste ta,
Bart de Schot en Guust Carpentier,
rechts Cees Schijve en Jan Fijnaut,
in het midden teller Karei Man gnus;
aan de achterste tafel twee ran de
ON A-taf eltennisecht paren: links Cor
rie en Han Poppe, rechts Frida en
Jan Carpentier, met in hun midden
voorzitter Johan Aers.
ft
In hel Noordbrabantse Dinther doop
ten de bewoners van de eerste Bo-
gaerswoning hun huis ,,'t Bogerdje".
Den Haag blijft ietwat gereserveerd
spreken van de 14.000-woning en
verder varieert de titel van „Het Won
der van Deurne" tot het eenvoudiger
«Bogaerswoning".
Het interessante van deze qualificaties
is, dat eigenlijk niet één van deze
benamingen de toets van de kritiek kan
doorstaan. Minister Bogacrs bij alk-
bemoeiingen die h(j niet deze goedkope
woningen heeft gehad heeft part
noch deel aan ontwerp of uitvoering.
Wat hij wel deed was meer comfort
eisen dan de naakt afgeleverde 10.000
woning hood.
Evenmin moet men denken dat men nu
voor 14.000, alle kosten inbegrepen,
een prachtige bungalow kan krijgen.
Het geheel komt wel wat duurder uit,
Een „wonder" is die woning in het ge
heel niet: de woningnood aan er nog
niet voor één procent mee worden ver
licht.
En toch heeft in ons land nog nooit een
type woning zozeer in de belangstelling
gestaan. Vanwaar deze bijzondere in
teresse9 F.n vanwaar de lichte sensa
tie die werd verwekt?
In klingen van aannemers was men
enigszins verrast door de lage bouw
kosten (even beneden de lO.UuO)
waarbij do aannemer juist onder de
noodzakelijkheid van een rijksgoedkcu-
ring doordook. Bij nader onderzoek door
de minister bleek', dal dit bedrag kunst
matig laag was gehouden Er was niét
sprake van een bewoonbare woning,
maar van een uitgekleed huis, zonder
enige voorziening. uiteraard zonder
enig comfort, zonder ook de grondprijs.
De minister stelde als minimumbedrag
14 000 en omgaf deze concessie met
zoveel beperkende bepalingen, dat voor
de particuliere bouwondernemer maar
heel weinig ruimte wordt geschapen.
m maar enkele van de meest door
slaggevende voorwaarden te noe-
ae toekomstige bewoner moet
eigenaar zijn van de grond. Bjj een
plaatselijke aannemer moet onbenutte
bouwcapaciteit aanwezig zijn. Er mogen
geen blokken van woningen worden ge
bouwd, maar hoogstens enkele wonin
gen en wat men algemeen ook thans
nog over het hoofd ziet: ook voor
de Bogaerswoning is rijksgoedkeuring
vereist, vuur wal hel type van een der
gelijke woning aangaat. Voor grote sle
den is deze Bogaerswoning dus noch
aantrekkelijk, nocli nuttig.
Daar komt nog hij, dat hoe men
de zaken ook draait of keert voor
die 14.000 vermeerderd met de grond
prijs en de bijkomende kosten maar een
uiterst sobere woning is te verkrijgen.
Men bedenke ten slotte dat er een rui
me voorraad na-oorlogse woningwetwo
ningen is voor een beduidend lagere
prijs dan deze „Bogaers"-woningen.
Niettemin moet dc grote attractie van
de Bogaerswoning verklaard worden.
Voor de aannemer is die te vangen door
een vergelijking tc maken met een nog
al ingewikkeld schaakprobleem, waar
op men zolang heeft zitten puzzelen
dat een oplossing ervan voor onmoge
lijk moest worden gehouden. De ver
rassing is dan, dat de oplossing van
het probleem in wezen feitelijk heel een
voudig is. Tevens blijkt dan echter dat
voor de afloop van de partij als ge
heel de oplossing van het ene probleem
nauwelijks waarde blijkt te bezitten.
Voor de (kleine) principaal-met-toch-wel
-wat-geld was het idee een eigen woning
te kunnen kopen zonder al te veel romp
slomp fascinerend. En ten slotte kwa
men de feitelijke gegevens van deze
goedkope woningen maar heel traag en
moeilijk los, hetgeen de nieuwsgierig
heid prikkelde.
Hoewel de Bogaerswoningen ook nu
nog maar heel langzaam van de grond
komen (dat slaat dan op de realisering
van een dergelijke woning als bouw-
object) bleek de belangstelling ervoor
uit de aanvragen van vele honderden
kopers vooral buiten de sector van de
grote steden.
Bij aannemer Mandors in Neerkant, de
man van de 10-000 woningen in Deur
ne. stonde de telefoon dagenlang niet
meer stil. Ook elders waar maar het
gerucht van de mogelijkheid lot bou
wen op deze wijze opdook, was dit het
Een veel gehoorde dwaling is, dat er
na het optrekken van de bouw
som van 10.000 tot 14.000 er in die
Bogaerswoningen voor 4000 aan com
fort zou zijn aangebracht. Niets is min
der waar. in de oorspronkelijke 10.000-
woningen ontbrak de meest elementaire
voorziening en afwerking.
Voor die 4000 méér eiste de minister
geen zaken zoals aanleg centrale ver
warming of siertegels in de keuken,
afwerking van de dakbedekking, een
bel aan de voordeur en een brievenbus,
miniinumwooneisen die ontbraken.
Als comfort kan gelden wat men boven
deze wooneiscn bieden kan. Wie com
fort wil zal dit ook bij de Bogaerswo
ning zelf moeten kopen, evenals de
grond, waarop het huis moet verrijzen.
Wie bijvoorbeeld een centrale verwar
mingsinstallatie wenst moet daarvoor
minstens 3000 neertellen.
Omdat de Bogaerswoning naar aard en
bepaling overwegend in kleinere ge
meenten zal worden gebouwd, is over
de kosten van de grondprijs geen door
slaggevende of bepalende berekening te
verstrekken.
Woeste duingrond (waarop doorgaans
niet gebouwd mag worden) kost 5 per
vierkante meter Tn een gemeente als
Hclvoirt is voor 6 ï.og wel grond
te krijgen in het allergunstigste ge
val.
tn Roosendaal kan men de grondprijs
gemiddeld op 24 per vierkante meter
stellen, in Amsterdam op 100 en in
Wassenaar op 120 per m2. Stellen wij
nu dat voor een Bogaerswoning toch al
gauw 100 m2 nodig moet worden ge
acht, dan kan men zelf ongeveer wel
de bijkomende gTondkosten berekenen.
Opmerkelijk is in dit verband de uit
spraak van met name burgemeester W.
J. M. van Bemmel van de gemeente
Borne, die er feitelijk als eerste in den
lande op wees. dat de goedkope Bo
gaerswoning duurder was dan men in
het eerste algemene enthousiasme wel
wilde accepteren. In de raad van z'n
gemeente kreeg hij min of meer „de
wind van voren", maar de burgemees
ter persisteerde bij het resultaat van
zijn berekening.
Hij bleef volhouden dat met de grond
mee dc minimumprijs op 25.000 moest
worden gesteld, aangezien men nog
steeds geen zwevende huizen bouwt
en een Bogaerswoning zeker op vaste
grond moet worden opgetrokken.
„Een illusoir bedrag, die 14.000, maar
men heeft een dak boven het hoofd en
uit sociale bewogenheid zullen wij de
bouw van deze Bogaorshuizen niet be
lemmeren", was zijn commentaar.
elke (ook nog net aanvaardbare) po
ging tot leniging van de woningnood
moet worden aangegrepen; maar men
vergete niet dat ook voor de minister
„niet tegenhouden" nog iets anders be
tekent dan „positief bevorderen".
Een ander niet te verwaarlozen aspect
is de stijging van de bouwprijzen, zeker
nu vele aannemers de hogere kosten
van de verhoogde lonen (men leze:
zwarte lonen plus 10 procent) zullen
doorcalculeren in de bouwsom. Dit ele
ment, gevoegd bij de prijsstijging van
de materialen, zal in de nabije toekomst
op geduchte wijze tegen de minimum
14.000-prijs gaan duwen. In Fijnaart
staat nu al een „Bogaerswoning" mét
centrale verwarming (maar zonder dc
grondkosten) voor
Wat hebben de hm
Dintherse bungalow nu gekregen
voor hun 13.850
De inhoud bedraagt 20a
16 m2, slaapkamer (kan
worden getrokken) 9% m2, slaapkamer
van 7.5 m2 en nog een slaapkamer van
4.5 m2 keukentje van 4 m2 en vier kas
ten (ingebouwd). Bij seriebouw kan
volgens aannemer Ploegmakers in min
der dan 27 dagen zo'n woning verrij
zen met op elk huis voor de aannemer
nog een winst van 800.
Het idee voor het bouwen van deze
goedkope woningen is van de Fijnaart-
se directeur van gemeentewerken, de
heer J. Snaterse, dfe nu binnenkort het
type ..Fijnaart II S.M." (gebouwd met
geprefabriceerde elementen) gaat lan
ceren. Van de wandelementen zullen
isolatieplaten en hardboard de voor
naamste bestanddelen vormen.
Het huis in Dinther heeft binnen
muren van porablokken en buiten
muren van baksteen, halmplank
dakbedekking en plafonds van
board.
Het 10.000-huis in Deurne, ge
bouwd door aannemer Manders.
heeft een betonnen fundering,
steens buitenmuren van hardgrauw,
een spouw van 5 cm en een binnen-
spouwmuur van 9 cm drijfsteen.
De schuine kap onder 30 graden is
bedekt met rode beton-dakpannen.
Woonkamer 19 m2, bergruimte 5.5
m2, keuken 6,1 m2. en boven drie
slaapkamers met douche en over
loop. Het grote voordeel van de
Bogaerswoning en zeker ook een
attractie ervan is het feit, dat na
goedkeuring van het type woning
(type Bogaerswoningen kunnen na
melijk verschillen i verder geen
tijd verloren gaai mei langdurig
wachten op allerlei vergunningen.
Rest nog de zaak der hypotheek
verstrekking. Daarover zijn -
evenals trouwens over de stand van
zaken voor wat betreft de aanvra
gen op het ministerie bij gebrek
aan ervaring met de Bogaerswonin
gen nog maar weinig exacte gege
vens te verstrekken. Een eerste
en uiteraard wat vage peiling wijst
echter in de richting van welwil
lendheid voor hypotheekverstrek
king ook voor deze goedkope bun
galows-
Opmerkelijk hierbij is een initiatief
van burgemeester Krol van de ge
meente Mierlo om voor 90 procent
garant te blijven in de bouwkosten
voor Bogaerswoningen.
Hij is namelijk van mening, dat de
minister vergeten is voorschriften
uit te vaardigen voor een garantie
van financiële steun in de stich-
tingskosten bij Bogaerswoningen.
De animo van de zijde van de ad-
spirantkopers (al dan niet volledig
op de hoogte met de stringente be
palingen) is groot. In het bijzonder
in die streken, waar realisering via
een plaatselijke aannemer en vol
gens de plaatselijke aanwezige mo
gelijkheden kan geschieden- Ook uit
Duitsland is het eerste blijk van be
langstelling ontvangen.
Dit is één voorbeeld ua»i een
10.001.i woning. Er kwamen
moeilijkheden over omdat er twee
onder één kap waren gebouwd,
hetgeen in strijd met de voor
schriften zou zijn geweest. 'Dit
huis staat in Deurne.