ONZI RODE KRUIS ARTS Toernooi, trots van ONA Animo voor de Bogaers-woning zaterdagnummer O Zaterdag 1 februari 1964 Vandaag is onze gast dokter J. Stumphius, bedrijfarts van de Koninklijke Maatschappij „De Schelde" te Vlissingen. Deze laatste kwaliteit echter speelt geen rol in zijn bijdrage: we hebben deze arts gevraagd een stuk te schrijven als Rode-Kruisman. Dokter Stumphius is namelijk sinds enige jaren gewestelijk com mandant (in de rang van luitenant-kolonel bij het Rode Kruis) van de Rode-Kruiscolonnes in Zeeland. De heer Stumphius werd ge boren in Utrecht, in 1935 en studeerde medicijnen aan de rijksuni versiteit te Utrecht. Enige tijd was hij officier van gezondheid bij de Koninklijke Marine, waarbij hij onder meer in Vlissingen was gestationeerd. In 1955 trad hij in dienst van de Koninklijke Maat schappij „De Schelde". Hij is reeds jarenlang bij het Rode-Kruis werk in Zeeland betrokken. Wanneer men iemand ontmoet, die zich op de een of andere wijze ver bonden heeft aan een organisatie, die een duidelijk charitatief doel nastreeft wordt wel de vraag op geroepen, wat de man bezield heeft dit te doen, en te blijven doen. Vaak worden daar allerlei fraaie en minder fraaie motieven voor ge zocht. variërend van ..voortdurend besef van naastenliefde en sociale bewogenheid" tot „behoefte aan de eer en het (eventueel) mooie pak je". Het vreemde is, dat de man of vrouw in kwestie zélf het antwoord op deze vraag nauwelijks kan ge ven. Zoals gewoonlijk ligt ook hier bij meestal de waarheid in het mid den. Of komen er motieven voor de dag, die met het eigenlijk doel van die organisatie niets te maken heb ben. Zó verwonderlijk is dat ook weer niet: we kunnen rustig aannemen, dat wij onszelf in vele gevallen het slechtst kennen van alle personen, die we plegen te ontmoeten. Wordt mij gevraagd: waarom doe je dit werk. dan zullen er ongetwijfeld brokstukken van de veel en vaak ge noemde motieven bij zijn, met daarbij het besef: het moet gedaan worden en als je er aan begint kun je het niet zomaar laten zitten. En daarna komt als grote persoonlijke kant van de zaak: de ervaring, wat het Rode Kruis in nood kan betekenen. Dat was in het jaar 1944, Schrijver dezes werd Ln verband met werkschuwheid en andere zaken door de Duitsers opge pakt en opgeborgen in het bekende kamp Amersfoort, euphemistisch gehe ten „Polizeiliches Durcngangslager'r; een opgeschoten 18-jarige. mm of meer de jongste, en waarschijnlijk één van de best. Dat had tot gevolg, dat het Rode Kruis praktisch als enige toegang had tot het kamp en dcszelfs opperhoofden. Daarom kwam er vrijwel elke vrijdag een vrachtauto compleet met hout gasgenerator en Rode-K rulsemblemen beladen met dé Rode-Kruispaketten. Voor ieder een zak met wat voedsel, een enkele maal wat sigaretten, die op zich weer voedsel betekenden na uitgebreid gemarcheer. Die vrijdagen waren feest dagen! Na mijn vrijlating heb ik begrepen, hoeveel werk, hoeveel organisatie en hoeveel geschipper (voedsel wés schaars in die dagen) aan deze paket- ten vastzat. We hebben er niemand voor kunnen be danken alleen een onpersoonlijk hoofdbestuur in Den Haag. Maar het eigenlijke werk werd gedaan door onbe kenden in Amersfoort en omgeving. En na zo'n ervaring weet je, dat een organisatie als deze bijzonder goed werk kan doen. En vaak werk. dat niet door anderen kon worden gedaan, omdat zij in zulke slechte tijden het internationale Rode-Kruisteken als bescherming mis sen. Daarom is het goed, dat het Rode Kruis bestaat. En nu is niets fnuikender voor het goed werken van een organisatie als deze, dan dat er pas iets op poten wordt gezet, als de nood aan de rnan is. Dan zijn er hulpkrachten nodig dat is bij ons Nederlanders al te zeer be kend! Maar dan is het te laat: in prin cipe moet de organisatie klaar zijn met een aantal mensen, dat daarin thuis is. Moeten die enthousiastelingen dan be schouwd worden als lieden, die zich ver heugen op het moment, dat de noodklok wordt geluld? Uiteraard niet! Maar zij weten, dat het ooit nodig kan zijn en dat dén de behoefte is aan mensen, die althans iets weten op het gebied van hulpverlening. Het Rode Kruis heeft vele werkzaamhe den U kent ze Vaak gebeurt dit on gezien of ongemerkt hebt U bijvoor beeld enig idee. hoe de Internationale Informatiedienst werkt. Indien er doden, vermisten of alleen maar in paniek ge- vluchten zijn? Naar bulten treden U ziet ze nu en dan en U leest ervan ln de krant - de leden van de Rode-Kruiscolonnes Vrijwilligers, die geheel belangeloos een opleiding volgen voor hulpverlening aan zieken en gewonden, of anderszins hij Rode-Kruiswerk in het algemeen. Is het niet een onschatbaar voordeel in tij den van nood te weten, dat er een groot aantal mensen zjjn. die thuis zijn op het gebied van ziekenhuisverpleging Men sen, die weten hoe vervoer van zieken, gewonden en gebrekkigen moet plaats vinden! En die zich, geheel vrijwillig, geschaard hebben in organisatorisch verband, waardoor zij zo efficiënt als door de omstandigheden mogelijk Is, kunnen werken? Bovendien: door déze vrijwilligers enkel door hen is het ook mogelijk, dat de Rode-Kruisboot jaarlijks kan va ren. En zo zijn er meer ..taken in vredes tijd". Wij Nederlanders plegen kopschuw te zijn voor uniformen. Terecht een te grote liefde daarvoor heeft zeer kwalijke gevolgen te zien gegeven. Dat wil ech- "er niet zeggen, dat het daarom over- zal moeten kunnen werken. Hoewel het er veel op lijkt is het niet de militaire uniform. Het is er wel van af geleid de hoge kosten maken het onmogelijk iets totaal anders te ont werpen. Men zij zich wel bewust, dat het Rode Kruis een organisatie is, die op geen enkele wijze door de overheid worm gesubsidieerd. Het is vreemd in deze tijd. waarin van alles en nog wat goed of zelfs beter van overheidswegen wordt ver zorgd, zó afhankelijk te zijn van vrij willigheid op elk gebied: actief werk, passieve belangstelling, financiële steun. Niet meer van deze tijd Ik weet het niet. Het wonderlijke is. dat er toch altijd weer mensen worden ge vonden. die vrijwillig en belangeloos soms zware taken in Rode-Kruisver band op hun schouders nemen. JA.... dat toernooi van ONA, ze zijn er daar in Oostburg met recht enigszins trots op. Want elk jaar trekt het de matadoren van de Zeeuwse tafeltennissport naar de West-Zeeuws-Vlaamse centrum plaats toe Terwijl in dit deel van Zeeuwsch- Vlaanderen de een na de andere ta feltennisclub (o.a. Advendo uit IJzendijke, Branding uit Cadzand, Groede) van het sporttoneel ver dwijnt, blijft de Oostburgse vereni ging O(ntspanning) N(a) A(r- beid) springlevend en bijzonder ac tief. Dat is voor een niet onbelang rijk deel te danken aan het bestuur dat geen gelegenheid onbenut laat om de tafeltennissport in het mid delpunt van de belangstelling te plaatsen. Het jaarlijks toernooi is één van de belangrijkste initiatie- Het valt niet te ontkennen, dat een enkele club in Zeeland zo wel eens een toernooïtje op stapel zet maar wan neer we het sterrentoernooi (de beste lien van Zeeland) van Will van Zoelen uit iddelburg niet meerekenen, dan is ONA eigenlijk de enige club in Zeeland, die een dergelijk grootscheeps opgezet evenement organiseert.. En met succes, want de top van de Zeeuwse en ook tal rijke Belgische tafelt.ennisspelers geeft hier steevast acte de présence. Het. actieve QNA-bestuur is thans al weer een fiks eind gevorderd met. de voorbereidingen voor het toernooi-1964, dat in het derde weekeinde van februa ri gehouden wordt. In de grote zaal van de katholieke kring. Evenals voorgaande jaren zal het ongetwijfeld weer een spannend toernooi worden, waarin de Vlissinger Piet Marlijn zijn wisselbeker moet verdedigen legen de aanvallen van vele Zeeuwse cracks. Gedurende de af gelopen vier jaar, waarin ONA pas goed is gaan meespreken in het Zeeuwse ta- feltenniswereldje, zijn de Zeeuwse top- spelers en uiteraard ook de mindere go den in fors aantal naar Oostburg gelo gen. De meeste clubs zijn om organisatori sche en financiële redenen weinig happig op een jaarlijks toernooi. „Maar wij zijn er nog steeds net uitgekomen", ver telden Jan en Guust Carpentier, die bei den respectievelijk als secretaris en com petitieleider deel uitmaken van het be stuur. „Als we de honderd inschrijvin gen halen, verdienen we net de uitgaven terug. En dat is met die honderd dan tot nu toe nog gelukt". Voor de eerste maal verzorgen de ONA- organisatoren thans ook een scholieren- toernooi. Nu een dergelijk evenement dit jaar niet tijdens de Zeeuwse kampioen schappen wordt gehouden, willen de Oostburgers het wel eens proberen. Er wordt niet lang over gepraat of het wel zal lukken, neen. ONA doet het! De Oostburgse vereniging is in 1952 opgericht. Daarvóór werd èr de West Zeeuws-Vlaamse centrumgemeente wel eens aan tafeltennis gedaan, maar een club was er niet. Daar moet verande ring in komen, zei o.a. sportleraar A. van Terheyden van de r.-k. h.b.s. St.-Eloy en met nog enkele andere enthousiaste lingen richtte hij toen ONA op. Onge veer drie jaar ging het goed ONA speelde in de Zeeuws-Vlaamse competi tie maar van 1954 tot 1959 was er door gebrek aan belangstelling weinig van de club te merken. Totdat in 1959 de huidige voorzitter Jo- han Aers en secretaris Jan Carpentier te zamen met kapelaan M. Adriaansen de schouders eens duchtig rechtten en ONA uit zijn sluimering schudden. En toen Ontspanning na Arbeid in 1961 zich bij de-Nederlandse tafeltennisbond aansloot, merkten de andere clubs in Zeeland spoedig, dat ze daar in Oostburg wel wat van tafeltennis afweten. Het eerste seizoen werd ONA nog vierde en eindigden de andere twee teams in de middenmoot. Maar vorig seizoen hesen zowel het eerste (in de le klas) als het tweede team (in de 2e klas) de kam- pioensvlag. Het succes van het eerste team werd met name bereikt dank zij het meespelen van Pim Rensen, oud-hoofdklasser, die een werkkring in Zeeuwsch-Vlaanderen had gevonden. Samen met Rensen zorgden Han Poppe en Johan Aers voor het. suc ces van het eerste team; Cees Schijve, Jan Fijnaut en Guust Carpentier maak ten met het kampioenschap voor het tweede team (met promotie naar de le klas) het succes compleet. Dit seizoen kunnen de „eerstelingen" hun titel niet prolongeren, omdat Rensen na een korte afwezigheid pas in de tweede helft van de competitie weer zijn intrede deed in het team. Dat daarna overigens geen wedstrijd meer verloor. Zeer waarschijnlijk als enige club in Zeeland neemt ONA ook met een vol ledig damesteam aan de competitie deel. Frida Carpentier-de Pauw, Corrie Pop- pe-Kouwer, Lenie Koster-Kogel en Yvonne de Does maken dit seizoen be paald geen slecht debuut in de 4e klas. De Oostburgers onderhouden voorts een geregeld contact met Belgische club in Brugge, Knokke en Oostende; spelen sinds 2 jaar een wedstrijd tegen de „rest van Zeeland" met als inzet de Van Noor denbokaal, die beide malen gewonnen werd; en leverden tevens enkele Zeeuw se individuele kampioenen: o.a. Pim Rensen (le klas), Jan Fijnaut (2e klas) en Bert de Schot (3e klas). Evenals vele andere sportclubs vormen de financiën (met name de post reis kosten) ook voor ONA een bijzonder moeilijk probleem, waarbij nog gevoegd moeten worden de ongunstige reismo gelijkheden, veroorzaakt door de barriè re, die Schelde heet. Voor alle teams is er weliswaar een auto beschikbaar gereden door clubleden maar elke kilometer kost de clubkas een dubbeltje. En dat is nog niet eens veel betaald Bovendien moet ONA het zonder de steun van overheid, supporters of zelfs donateurs doen. Er heeft zich zegge en schrijve één steunpilaar gemeld (die ach ter de schermen wenst te blijven) die er voor gezorgd heeft, dat ONA een nieuwe tafel kon aanschaffen. Geef het geld maar eens terug als je er wat be ter inzit dan nu, zei hij. DaL zeggen er helaas te weini ONA heeft in de katholieke uitstekende training en zaal. Aan de voorste ta, Bart de Schot en Guust Carpentier, rechts Cees Schijve en Jan Fijnaut, in het midden teller Karei Man gnus; aan de achterste tafel twee ran de ON A-taf eltennisecht paren: links Cor rie en Han Poppe, rechts Frida en Jan Carpentier, met in hun midden voorzitter Johan Aers. ft In hel Noordbrabantse Dinther doop ten de bewoners van de eerste Bo- gaerswoning hun huis ,,'t Bogerdje". Den Haag blijft ietwat gereserveerd spreken van de 14.000-woning en verder varieert de titel van „Het Won der van Deurne" tot het eenvoudiger «Bogaerswoning". Het interessante van deze qualificaties is, dat eigenlijk niet één van deze benamingen de toets van de kritiek kan doorstaan. Minister Bogacrs bij alk- bemoeiingen die h(j niet deze goedkope woningen heeft gehad heeft part noch deel aan ontwerp of uitvoering. Wat hij wel deed was meer comfort eisen dan de naakt afgeleverde 10.000 woning hood. Evenmin moet men denken dat men nu voor 14.000, alle kosten inbegrepen, een prachtige bungalow kan krijgen. Het geheel komt wel wat duurder uit, Een „wonder" is die woning in het ge heel niet: de woningnood aan er nog niet voor één procent mee worden ver licht. En toch heeft in ons land nog nooit een type woning zozeer in de belangstelling gestaan. Vanwaar deze bijzondere in teresse9 F.n vanwaar de lichte sensa tie die werd verwekt? In klingen van aannemers was men enigszins verrast door de lage bouw kosten (even beneden de lO.UuO) waarbij do aannemer juist onder de noodzakelijkheid van een rijksgoedkcu- ring doordook. Bij nader onderzoek door de minister bleek', dal dit bedrag kunst matig laag was gehouden Er was niét sprake van een bewoonbare woning, maar van een uitgekleed huis, zonder enige voorziening. uiteraard zonder enig comfort, zonder ook de grondprijs. De minister stelde als minimumbedrag 14 000 en omgaf deze concessie met zoveel beperkende bepalingen, dat voor de particuliere bouwondernemer maar heel weinig ruimte wordt geschapen. m maar enkele van de meest door slaggevende voorwaarden te noe- ae toekomstige bewoner moet eigenaar zijn van de grond. Bjj een plaatselijke aannemer moet onbenutte bouwcapaciteit aanwezig zijn. Er mogen geen blokken van woningen worden ge bouwd, maar hoogstens enkele wonin gen en wat men algemeen ook thans nog over het hoofd ziet: ook voor de Bogaerswoning is rijksgoedkeuring vereist, vuur wal hel type van een der gelijke woning aangaat. Voor grote sle den is deze Bogaerswoning dus noch aantrekkelijk, nocli nuttig. Daar komt nog hij, dat hoe men de zaken ook draait of keert voor die 14.000 vermeerderd met de grond prijs en de bijkomende kosten maar een uiterst sobere woning is te verkrijgen. Men bedenke ten slotte dat er een rui me voorraad na-oorlogse woningwetwo ningen is voor een beduidend lagere prijs dan deze „Bogaers"-woningen. Niettemin moet dc grote attractie van de Bogaerswoning verklaard worden. Voor de aannemer is die te vangen door een vergelijking tc maken met een nog al ingewikkeld schaakprobleem, waar op men zolang heeft zitten puzzelen dat een oplossing ervan voor onmoge lijk moest worden gehouden. De ver rassing is dan, dat de oplossing van het probleem in wezen feitelijk heel een voudig is. Tevens blijkt dan echter dat voor de afloop van de partij als ge heel de oplossing van het ene probleem nauwelijks waarde blijkt te bezitten. Voor de (kleine) principaal-met-toch-wel -wat-geld was het idee een eigen woning te kunnen kopen zonder al te veel romp slomp fascinerend. En ten slotte kwa men de feitelijke gegevens van deze goedkope woningen maar heel traag en moeilijk los, hetgeen de nieuwsgierig heid prikkelde. Hoewel de Bogaerswoningen ook nu nog maar heel langzaam van de grond komen (dat slaat dan op de realisering van een dergelijke woning als bouw- object) bleek de belangstelling ervoor uit de aanvragen van vele honderden kopers vooral buiten de sector van de grote steden. Bij aannemer Mandors in Neerkant, de man van de 10-000 woningen in Deur ne. stonde de telefoon dagenlang niet meer stil. Ook elders waar maar het gerucht van de mogelijkheid lot bou wen op deze wijze opdook, was dit het Een veel gehoorde dwaling is, dat er na het optrekken van de bouw som van 10.000 tot 14.000 er in die Bogaerswoningen voor 4000 aan com fort zou zijn aangebracht. Niets is min der waar. in de oorspronkelijke 10.000- woningen ontbrak de meest elementaire voorziening en afwerking. Voor die 4000 méér eiste de minister geen zaken zoals aanleg centrale ver warming of siertegels in de keuken, afwerking van de dakbedekking, een bel aan de voordeur en een brievenbus, miniinumwooneisen die ontbraken. Als comfort kan gelden wat men boven deze wooneiscn bieden kan. Wie com fort wil zal dit ook bij de Bogaerswo ning zelf moeten kopen, evenals de grond, waarop het huis moet verrijzen. Wie bijvoorbeeld een centrale verwar mingsinstallatie wenst moet daarvoor minstens 3000 neertellen. Omdat de Bogaerswoning naar aard en bepaling overwegend in kleinere ge meenten zal worden gebouwd, is over de kosten van de grondprijs geen door slaggevende of bepalende berekening te verstrekken. Woeste duingrond (waarop doorgaans niet gebouwd mag worden) kost 5 per vierkante meter Tn een gemeente als Hclvoirt is voor 6 ï.og wel grond te krijgen in het allergunstigste ge val. tn Roosendaal kan men de grondprijs gemiddeld op 24 per vierkante meter stellen, in Amsterdam op 100 en in Wassenaar op 120 per m2. Stellen wij nu dat voor een Bogaerswoning toch al gauw 100 m2 nodig moet worden ge acht, dan kan men zelf ongeveer wel de bijkomende gTondkosten berekenen. Opmerkelijk is in dit verband de uit spraak van met name burgemeester W. J. M. van Bemmel van de gemeente Borne, die er feitelijk als eerste in den lande op wees. dat de goedkope Bo gaerswoning duurder was dan men in het eerste algemene enthousiasme wel wilde accepteren. In de raad van z'n gemeente kreeg hij min of meer „de wind van voren", maar de burgemees ter persisteerde bij het resultaat van zijn berekening. Hij bleef volhouden dat met de grond mee dc minimumprijs op 25.000 moest worden gesteld, aangezien men nog steeds geen zwevende huizen bouwt en een Bogaerswoning zeker op vaste grond moet worden opgetrokken. „Een illusoir bedrag, die 14.000, maar men heeft een dak boven het hoofd en uit sociale bewogenheid zullen wij de bouw van deze Bogaorshuizen niet be lemmeren", was zijn commentaar. elke (ook nog net aanvaardbare) po ging tot leniging van de woningnood moet worden aangegrepen; maar men vergete niet dat ook voor de minister „niet tegenhouden" nog iets anders be tekent dan „positief bevorderen". Een ander niet te verwaarlozen aspect is de stijging van de bouwprijzen, zeker nu vele aannemers de hogere kosten van de verhoogde lonen (men leze: zwarte lonen plus 10 procent) zullen doorcalculeren in de bouwsom. Dit ele ment, gevoegd bij de prijsstijging van de materialen, zal in de nabije toekomst op geduchte wijze tegen de minimum 14.000-prijs gaan duwen. In Fijnaart staat nu al een „Bogaerswoning" mét centrale verwarming (maar zonder dc grondkosten) voor Wat hebben de hm Dintherse bungalow nu gekregen voor hun 13.850 De inhoud bedraagt 20a 16 m2, slaapkamer (kan worden getrokken) 9% m2, slaapkamer van 7.5 m2 en nog een slaapkamer van 4.5 m2 keukentje van 4 m2 en vier kas ten (ingebouwd). Bij seriebouw kan volgens aannemer Ploegmakers in min der dan 27 dagen zo'n woning verrij zen met op elk huis voor de aannemer nog een winst van 800. Het idee voor het bouwen van deze goedkope woningen is van de Fijnaart- se directeur van gemeentewerken, de heer J. Snaterse, dfe nu binnenkort het type ..Fijnaart II S.M." (gebouwd met geprefabriceerde elementen) gaat lan ceren. Van de wandelementen zullen isolatieplaten en hardboard de voor naamste bestanddelen vormen. Het huis in Dinther heeft binnen muren van porablokken en buiten muren van baksteen, halmplank dakbedekking en plafonds van board. Het 10.000-huis in Deurne, ge bouwd door aannemer Manders. heeft een betonnen fundering, steens buitenmuren van hardgrauw, een spouw van 5 cm en een binnen- spouwmuur van 9 cm drijfsteen. De schuine kap onder 30 graden is bedekt met rode beton-dakpannen. Woonkamer 19 m2, bergruimte 5.5 m2, keuken 6,1 m2. en boven drie slaapkamers met douche en over loop. Het grote voordeel van de Bogaerswoning en zeker ook een attractie ervan is het feit, dat na goedkeuring van het type woning (type Bogaerswoningen kunnen na melijk verschillen i verder geen tijd verloren gaai mei langdurig wachten op allerlei vergunningen. Rest nog de zaak der hypotheek verstrekking. Daarover zijn - evenals trouwens over de stand van zaken voor wat betreft de aanvra gen op het ministerie bij gebrek aan ervaring met de Bogaerswonin gen nog maar weinig exacte gege vens te verstrekken. Een eerste en uiteraard wat vage peiling wijst echter in de richting van welwil lendheid voor hypotheekverstrek king ook voor deze goedkope bun galows- Opmerkelijk hierbij is een initiatief van burgemeester Krol van de ge meente Mierlo om voor 90 procent garant te blijven in de bouwkosten voor Bogaerswoningen. Hij is namelijk van mening, dat de minister vergeten is voorschriften uit te vaardigen voor een garantie van financiële steun in de stich- tingskosten bij Bogaerswoningen. De animo van de zijde van de ad- spirantkopers (al dan niet volledig op de hoogte met de stringente be palingen) is groot. In het bijzonder in die streken, waar realisering via een plaatselijke aannemer en vol gens de plaatselijke aanwezige mo gelijkheden kan geschieden- Ook uit Duitsland is het eerste blijk van be langstelling ontvangen. Dit is één voorbeeld ua»i een 10.001.i woning. Er kwamen moeilijkheden over omdat er twee onder één kap waren gebouwd, hetgeen in strijd met de voor schriften zou zijn geweest. 'Dit huis staat in Deurne.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 15