SOMERSET MAUGHAM NEGENTIG JAAR
BRUILOFT IN BRAZILIË
18b
Op tijd:
ongepast
Dezelfde woorden
- beter gebruikt
mM
In de villa Mauresque op St.
Jean du Cap Ferrat, een van de
allermooiste plekjes van de
Franse Rivièra, woont de nestor
der Engelse letteren, W. Somer
jet Maugham. En daar viert hij
ook op 25 januari zijn negentig
ste verjaardag. Maugham is on
voorstelbaar rijk men zegt,
dat hij gierig is. Hij schrijft over
mensen hij zegt zelf, dat hij
niet van mensen houdt. Hij is
ijdel en hij ontkent het niet.
De Amerikaanse journalist Leo
nard Lyons bezocht Maugham in
zijn villa en had, ter gelegenheid
van zijn 90ste verjaardag, een
gesprek met hem. Of eigenlijk,
tijdens een bezoek bouwde hij
uit brokken van gesprekken uit
anekdotes en opmerkingen van
Maugham zelf, een beeld op
van de mens Maugham, veel
meer dan van de schrijver Maug
ham. Hij noemde het „Maugham
aan zee" en daarbij dacht hij
ongetwijfeld aan een der Marx
Brothers, Harpo Marx, die eens
zei Somerset Maugham geen
naam te vinden voor een mens,
eerder voor een streek of dorp.
Leonard Lyons is in de V.S. zeer
bekend. Hij interviewde Bernard
Shaw ter gelegenheid van diens
90sfe verjaardag en met Harry
S. Truman had hij een gesprek
op de avond van diens laatste
dag in hef Witte Huis. Zijn visie
op de villa Mauresque en zijn
bewoner drukken wij hierbij af.
Foto's: rechtsboven een portret
van de negentigjarige schrij
ver, daaronder een familie
kiekje met van links naar
rechts W Somerset Maugham,
mevrouw Lyons, Noel Coward
en Alan Searle; rechts onder
Somerset Maugham op zijn
terras aan zee en linksboven
ten slotte met de schrijver van
dit artikel, Leonard Lyons
(links).
HET VREEMDE vignet, dat op al zijn
boekbanden prijkt, stond ook op de wit-
gecementeerde muur nabij de ingang van
het landgoed. Het vignet lijkt op een t.v.-
antenne met daar bovenop een verlengde
neuskegel, maar het heeft niets te maken
met de dubbele bedreiging van onze eeuw,
televisie en raketten. Het is een oud teken
om het Boze Oog buiten de deur te houden.
Het symbool, dat ook op lucifersdozen, bo
ven de open haarden, op asbakjes en in
hekwerken voorkwam liet er geen twijfel
aan. dat dit Villa Mauresque op St.-Jean
du Cap Ferrat was, het 5'4 hectare grote
goed van de schrijver wiens naam Harpo
Marx in de oren klonk als een plaats
niet als een persoon. „Een plaats", zei Har
po eens, „net als Bowling Green, Epsom
Downs, Somerset Maugham. Voel je het?"
Somerset Maugham, de nestor der Engelse
v letteren, die door zijn vrienden Willie wordt
genoemd, stond naast de brede marmeren trap in
zijn huis. „Welkom", zei hij. „Kom binnen, kom
binnen en bekijk het stulpje waarin de arme
schrijver werkt". De armbeweging omvatte de Re
noir, Pisarro, Roualt, Matisse, Ulrillo en een vroe
ge Picasso met een tweede voorstelling op de ach
terzijde van het doek, die Picasso tevergeefs ge
tracht heeft van hem terug te kopen.
In zijn slaapkamer boven bevindt zich een tapijt
van Picasso en een portret van hemzelf, geschil
derd door Marie Laurencin, die bij voorkeur vrou
wen schilderde en maar zelden een mannelijk mo
del had. Maugham waarschuwde de kunstenares,
dat hij weinig leek op haar gebruikelijke onder
werpen: „Je zult me geen schoonheidje vinden met
zwarte reeënogen en een mond als een rozen
knop".
In zijn werkkamer op de bovenste verdieping be
vindt zich nog een kunstschat, die hij op een
koopje kreeg, een glazen deur, door Gauguin op
Tahiti geschilderd. Hij vormde eens de helft van
een dubbele deur.
Na Gauguins dood werd de ene helft verwaar
loosd, het werk van de kunstenaar werd er door
de zwijnen afgelikt. De eigenaar van het huis had
Maughams belangstelling voor de beschilderde
deur opgemerkt en bood hem die aan voor een
„civiel prijsje". Hij zei: „Zorg dat ik een splinter
nieuwe deur krijg, dan mag U deze hebben".
TV' werkkamer in de Villa Mauresque had oor-
aJ spronkelijk een groot venster met uitzicht op
de Middellandse Zee, maar Maugham liet het ge
deeltelijk dichtmetselen omdat het uitzicht hem te
veel afleidde. En zelfs toen, zei hij, was de kamer
nog zo prettig, dat hij het moeilijk vond er in te
werken. „Wanneer de maan vol staat boven de
Cote d'Azur", zuchtte hij met halfgesloten ogen,
alsof hij peinsde over de schoonheid van dit decor.
De uitdrukking van zijn gelaat logenstrafte de me
ning van Youssuf Karsh, de bekende fotograaf, die
zei: „Maugham is de soort man. die alles heeft ge-
zipn en nergens veel aan vindt"
Maugham kocht het landgoed in 1927. Toen ge
durende de tweede wereldoorlog de nazi's Frank
rijk onder de voet liepen, week hij uit naar Ame
rika. Zijn buren zorgden er voor. dat zijn kost
bare kunstcollectie op een geheime plaats werd
verborgen tot het einde van de oorlog en zijn de
finitieve terugkeer. De villa werd bezet door de
troepen van II Duce en daarna door die van Hit-
Ier en liep daarbij geen schade op.
„Toen kwam er een Brits oorlogsschip en dat
vuurde een aantal granaten af op een emafoor,
die boven het huis stond", zei hij. „En, om in ma
rinetermen te spreken, zij scoorden bijna raak".
Toen Maugham terugkwam en de verwoeste villa
zag, besloot hij het goed te verkopen. Om kopers
aan te trekken moest h het echter eerst weer
opbouwen. „En toen het herbouwd was. ging ik er
weer van houden en bleef
Hij woont er nog steeds in eenzelfde stijl als de
figuren uit zijn romans met in zijn dienst
een rentmeester, een chef ae cuisine, valets en an
dere bedienden, allen in livrei en met witte hand
schoenen aan. En natuurlijk ook een butler.
„Amerikaanse vrouwen", heeft hij eens gezegd,
„verwachten van hun echtgenoten de perfectie, die
Engelse vrouwen alleen bij hun butlers hopen aan
te treffen".
Een butler, die 26 jaar bij hem in dienst was ge
weest. sprak hem over een aanbod dat hij uit
Brazilië had gehad „Ik adviseerde hem het aan
te nemen", zei Maugham, „ik mocht hem eigenlijk
nooit erg". En dat paste volkomen bij zijn verkla
ring: „Ik heb altijd belangstelling voor mensen
gehad, maar ik houd niet van ze"
Voor hij vertrok naar zijn nieuwe baan in Bra
zilië nam de man de „Butlers Perfecte Wraak":
hij vernietigde Maughams privé-adressen en tele
foonlijst.
Toc-n Maugham 87 jaar was hielp een nieuwe but
ler hem, de meeste boeken van zijn werkkamer
boven weg te halen en stond de veilingmensen van
Sotheby bij, die uit Londen waren gekomen om
Maughams bezittingen te inventariseren.
De inventarislijst vermeldde geen piano. „Ik had
eens een kleine vleugel", zei Maugham, „maar ik
deed hem weg, omdat mijn vrienden er op speel
den".
Hij bouwde een zwembad op het terras boven de
tuinen, nabij de loden Louis Seize beelden, waar
van eens vandalen de oren en neuzen afsneden.
In de tuinen bloeien elk jaar zijn alligatorperen
het eerst van de hele Rivièra. Het is verboden ze
te importeren, maar Maugham nam de jonge
boompjes mee naar Frankrijk in zijn golftas, die
niet gevisiteerd werd.
Hij werkt 's morgens, schijft met de hand en cor
rigeert met rode inkt. Een cineast die hem eens
kwam filmen voor een filmaankondiging legde een
hele stapel paperassen en handboeken op zijn
schrijftafel en zei: „Het moet er net zo uitzien
als wanneer U schrijft" Maugham zwaaide de he
le zaak van de tafel op de vloer, behalve potloden
en gewoon gelinieerd papier en zei. „Zó schrijf
ik".
Hij werd schrijver, zegt hij, „omdat Ik altijd ach
teraf Het Goede Antwoord wist en dat schreef
ik op". Hij gaf me advies over hoe ik kon nagaan
of een zoon van me schrijver moest worden.
„Geef hem 500 dollar en zeg dat hij naar de
bliksem kan lopen. Dat meen ik oprecht. Laat
hem reizen en arm worden en alle mogelijke men
sen ontmoeten. Als hij iets van de schrijver in
zich heeft, komt het er dan wel uit"
Op een keer in Marokko, zegt hij, vroeg een
man hem of hij schrijver was. „Schuchter be
aamde ik dat". De vreemdeling vroeg of Maugham
alsjeblieft een brief voor hem zou willen schrij
ven. Hij zei: „Het wordt tijd dat ik ga trouwen.
Schrijf een aanzoek voor me'
Maugham vond het een leuk idee en begon de
brief met „Mijn teerbeminde" De man onderbrak
hem om Maugham er aan te herinneren, dat hij
de bewuste dame niet zó goed kende. De schrijver,
die plezier begon te krijgen in de opdracht, schreef
een brief, die lyrische en hartstochtelijke zinsne
den bevatte en verzekerde de man. „Als ze je na
deze brief niet accepteert, dan is ze het niet
waard". De hoopvolle bruidegom in spé luisterde
aandachtig toen Maugham hem zijn proza voor
las en zei toen klagelijk: „Kunt U haar niet zo
iets schrijven als: Hoeveel geld is je moeder be
reid me als bruidschat te geven?"
In de Villa Mauresque houdt Maugham rond het
middaguur op met schrijven en gaat dan de tuin
in om een cocktail voor de lunch te drinken. Sin
clair Lewis, vertelt hij, dronk hier eens een cock
tail. „Toen ging hij naar huis terug en schreef
dat Engelse schrijvers verschrikkelijk zijn en hun
cocktails lauw. Sindsdien zorg ik er voor, dat de
dranken ijskoud zijn".
Hij vermaakt zich vaak met het lezen van goed
kope detective- en mysterieromans die niet méér
kosten dan een paar kwartjes. „Niemand leest de-
tectivestories tweemaal'*, zei hij Hij is er een
voorstander van dat boeken goedkoop verkocht
worden. „Wat willen schrijvers ten slotte het
liefst? Door zoveel mogelijk mensen gelezen wor
den. Goedkope herdrukken zijn prachtig. Tien gul
den voor een boek is belachelijk" Soms gebruikt
hij het begin van de middag vooi het schrijven
van brieven: „Ik beantwoord altijd de eerste brief,
maar niet de volgende. De eerste brief, lijkt me,
kan oprecht bedoeld zijn en het zou onbeleefd
zijn deze te negeren. Maar daarna heb ik, op mijn
leeftijd, werkelijk niet meer de tijd om een brief
wisseling te beginnen".
Meestal slaapt hij een uurtje des middags, op dok-
tersbeveL De dokter, grijnsde hij bitter, had zijn
kwaal bloedarmoede genoemd. „Maar", zei
Maugham. „ik zeg, dat het ouderdom is",
voor die veelbesproken verjongingsinjecties en la-
Enkele jaren geleden ging hij naar Zwitserland
ter beval hij deze behandeling aan een aantal van
zijn bejaarde vrienden aan. Maar eerst drong hij
aan dat zijn secretaris-huisgenoot Alan Searle de
injecties zou krijgen. „En daar zaten we dan",
zei Searle over hun gemeenschappelijk verblijf in
het sanatorium, „hij in het rood en ik in het
blauw".
Maugham adviseerde de behandeling aan een be
jaarde buurman, die dacht dat hij dood ging. De
man volgde Maughams advies op en herstelde vol
ledig. „En sinds die dag", zei Maugham, „sprak
zijn vrouw geen woord meer tegen me".
Bernard Baruch schreef Maugham om naar die
injecties te informeren en liet zich overtuigen.
Winston Churchill verloor echter alle belangstel
ling, toen hij vernam dat de behandeling geen ef
fect heeft tenzij de patiënt roken en drinken op
geeft gedurende minstens drie maanden volgende
op de injecties. Dit was voor Sir Winston te veel
opoffering.
de middag is een partij bridge. „Nee, nooit
canasta", zei hij, „Canasta is een gril, het kan niet
blijven omdat de regels niet gestandaardiseerd
zijn en nog steeds verwarrend".
Aan de Rivièra heeft hij bridge gespeeld met
Dwight D. Eisenhower en met de vorige Aga
Khan die champagne placht te drinken ondanks
de waarschuwing dat een dergelijke drank in
strijd was met zijn religieuze voorschriften. De
Aga Khan merkte dan op, dat hij slechts een van
zijn goddelijke prerogatieven in de praktijk
bracht: „Op het ogenblik dat de champagne mijn
lippen bereikt zorg ik voor een wonder en ver
andert zij in water".
Maugham herinnert zich met plezier een partij
bridge met de ex-koningin van Spanje, die hem
vertelde over haar laatste nacht in het koninklijke
paleis, toen het volk niet wist, dat de poort open
was. Maugham herinnerde zich tijdens het spel
plotseling, dat zij geen inzet hadden afgesproken.
Zijn zorg nam toe, toen zijn verlies groter werd
en Hare Majesteit de score bijhield. Aan het
einde van het spel maakte de ex-koningin de
stand op en vertelde hem, hoeveel hij aan haar
verloren had de tegenwaarde van 75 dollar
cent.
Tijdens deze partij bridge had Maugham zich
steeds laten afleiden door het peervorige paarlen
collier, dat de onttroonde koningin droeg. Het
kwam hem bekend voor en Hare Majesteit zei:
„O, U hebt het waarschijnlijk gezien op Velas
quez' portret van Philips II".
Natuurlijk heeft hij ook zijn eigen koningin, Eli
sabeth, ontmoet tijdens de plechtigheid, waarbij
hij benoemd werd tot „Companion of Honour"
(een Britse eretitel). Bij dat bezoek aan Bucking
ham Palace droeg hij het formele begrafeniskos
tuum dat hij ook bij zijn dochters huwelijk had
gedragen. Zijn hoge hoed was tijdens de oorlog
verloren gegaan. „En aangezien het onwaarschijn
lijk was, dat mijn dochter weer zou trouwen", zei
hij, „huurde ik een hoge hoed om naar Bucking
ham Palace te dragen".
Bij zijn eigen huwelijk in New Jersey, zei hij,
droeg hij geen officieel kostuum. „Ik herinner
mij", zegt hij over deze gebeurtenis, „dat ik
met mijn bruid voor een vrederechter stond. Eerst
veroordeelde hij een dronkaard voor ons, toen
trouwde hij ons en daarna veroordeelde hij een
dronkelap achter ons".
Op de toekenning van de „Companion of Honour"
volgde een eredoctoraat in Oxford. Bij deze gele
genheid was hem gevraagd een rede te houden ter
opening van een nieuw gebouw. „Hoe", zuchtte
hij, „open je een gebouw anders dan door te zeg
gen: „Hierbij verklaar ik dit gebouw voor ge
opend"?"
peen schrijver, zei hij, heeft meer dan een be-
>-*paald aantal boeken in zich. „Ik sluit mijn
zaak binnenkort zeer beslist en zal dan de rest
van mijn leven wijden aan Wein, Weib und Ge-
sang". En natuurlijk aan reizen, per schip na
zich er eerst van verzekerd te hebben, dat niet
zozeer de accommodatie goed is maar vooral, dat
de scheepsdokter tot de bekwaamsten behoort.
Nee, zei hij tegen Noel Coward, hij zou niet naar
Jamaica willen. Maugham zei: „Jamaica is een
plaats voor mensen, die nergens anders gevraagd
worden". Ja, zei hij, hij zou wel naar Griekenland
gaan, „ofschoon het wel vervelend is, geen woord
van dc taal kennen". In Griekenland zag hij ech
ter kans een Griek te vinden, die perfect Engels
sprak de koning.
In Maughams werkkamer in de Villa Mauresque
zag mijn oudste zoon George een onverkorte dic-
tionnaire en zei: „Dezelfde, die jij gebruikt, paps".
Ik knikte en slaakte een zucht. Óp de een of an
dere manier zag Maugham kans andere woorden
uit dat boek te halen.
„Niet andere. De zelfde woorden", zei mijn zoon
met kritische nadruk. „Alleen, meneer Maugham
gebruikt ze beter".
Wij waren de eersten. Mijn vrouw,
dochter, schoonzoon en ik. En toch
was het twintig over elf. Om elf uur
zou de Churrasco beginnen. Het ruime
erf rond de Braziliaanse boerderij lag
nog geheel verlaten. Hadden we door
zo vroeg te komen gezondigd tegen
de moeilijk althans voor een vreem
deling te doorgronden omgangs. en
beleefdheidsvormen?
De gastheer, een korte, dikke en goed
lachse Braziliaan ontving ons. Muito
prazer (veel genoegen) was de groet.
Wij antwoordden met „muito prazer"
en „muito felicidade". Hij bracht ons
naar een overdekte ruimte waar enke
le mannen bezig waren het vlees te
roosteren.
Door de schuur, (zonder wanden, alleen
maar een dak) liep een brede goot
van losse stenen gebouwd en uit de
goot sloeg een verschrikkelijke hitte ons
tegen. Dwars over de goot lagen stok
ken waaraan grote lappen vlees ge
regen waren. Dè stokken werden om en
orri gedraaid en zo werd het vlees aan
alle zijden blootgesteld aan de hitte.
Het vet drupte er af in de gloed. Twee
mannen prikten de lappen vlees aan de
stokken en twee hurkten bij de goot en
keerden de stokken. De stokken waren
van zeer hard. vers hout, dat blijkbaar
onbrandbaar was. Wij kregen ieder zo'n
vleesstok in de hand geduwd en op
de punt van de stok werd nog een
broodje geprikt. Wij voelden ons niet
op ons gemak. Wij hadden weer de fout
gemaakt onze Europese maatstaven en
Foto boven: zo rijdt men, met
de kinderen, naar de bruiloft
links: men steekt brokken vlees
aan harde stokken om daarna
het vlees te roosteren boven een
vuur.
begrippen mee te nemen naar een Bra
ziliaans milieu. Wy moesten immers
eerst Marlé en Fernando, bruid en
bruidegom gaan feliciteren? Waar was
het bruidspaar? Het was er niet! Waar
was een gemakkelijk zitje? Er waren
geen zitplaatsen in een andere ruime
schuur, waar de gastheer aan een pri
mitieve bar een glas bier voor ons tapte.
Naar onze begrippen was alles ongeor
ganiseerd, zonder programma. Het had
helemaal niets van een feest. Wij dren
telden wat rond op het erf en plukten
stukjes van het erg warme vlees en
staken ze in onze mond. Ten slotte ko
zen we zitplaatsen in de schuur op
zakken mais.
Er kwamen meer gasten, hele open
vrachtwagens vol ook in charettes
(tweewielige wagentjes getrokken door
slanke paardjes). Een bont gezelschap.
De meeste gasten waren Brazilianen,
mannen met breedgerande vilten hoe
den en imponerende gele of bruine laar
zen. Ik had gelukkig een sporthemd
zonder das omgedaan, maar zelfs mijn
zwarte schoenen vielen uit de toon.
Niemand droeg een gelegenheidskos
tuum. En al die mensen drentelden door
elkaar, doelloos naar het scheen, zonder
leiding van een ceremoniemeester.
Harteiyke begroetingen van mannen
met vervaarlijke klappen op eikaars
schouders of ruggen onderwyi zij elkaar
op een bepaalde wqze omhelzen: de
abrago. En bqna ieder liep met een
stok waaraan het g roosterde vlees
geurde. Velen hadden een speciaal
churrascomes. waarmee men de grote
lappen vlees te lijf ging. Had men het
mes niet meer nodig dan stak men het
in een leren schede aan de gordelriem.
Groepen vormden zich en hurkten in
kringen by elkaar op de kale vloer
van de schuur en voerden eindeloze ge
sprekken. Er werd veel bier gedronken,
maar ook pinga, de sterke inlandse
jenever. By de Europeanen, die meest
een zitplaats gekozen hadden op de
zakken met mais. waren de groepen
gemengd, dus zowel vrouwen als man
nen; by de Brazilianen een scherpe
scheiding, mannen en vrouwen apart.
Er waren wat jonge meisjes uit Avaré.
gekleed als tieners uit Holanda met
erg strakke spijker- en andere broeken.
Tussen de mensen in de schuur en op
het erf scharrelden een paar magere
honden voor wie het echt feest was.
want ieder gooide de taaiste stukken
van het vlees voor de honden. Over het
erf snuffelden zwarte biggetjes en ook
deze deden zich te goed aan het weg
geworpen vlees. Kippen en kuikens
pikten eveneens hun deel. Het was een
vleesorgie voor mens en dier. Nooit in
myn leven heb ik op een dag zoveel
vlees verorberd, want daar er niets,
maar dan ook niets anders te doen of
te eten was, ging men uit verveling
haast ook maar weer pulken en snijden
(ik deed het met mijn zakmes) aan de
lappen vlees en at de malste stukjes
op. Overal langs de wanden stonden
tenslotte de stokken met of zonder lap
pen vlees. Men kreeg er schoon genoeg
van. Zelfs de magere honden staken er
ten slotte geen bek meer aan.
Er waren natuurlijk veel kinderen. Bra
zilianen slepen bij elke gelegenheid al
hun kinderen tot de zuigelingen toe met
zich mee. En zonder uitzondering liepen
de grotere kinderen met een glas bier.
Als het leeg was gingen zq naar de hoek
waar het oier getapt werd en lieten
zich nog eens vol schenken. Niemand die
daar aanstoot aannam. Kom nou, zo'n
beetje bier doet een kind toch geen
kwaad! En wat mij ook hier opviel:
niemand had last van de kinderen; zij
waren niet baldadig, maar gedroegen
zich als zelfstandigen die weten wat
hoort en wat niet.
Ik vroeg mij af of zoiets mogeiyk zou
zijn in Holland zonder dat ouders met
standjes en terechtwqzingen hun sprui
ten in toom hielden. Hier niets van dit
alles. Ik kreeg de indruk dat de ouders
in het geheel niet naar hun kinderen
omkeken. Men had ze meegenomen naar
het feest en straks bq het vertrek wer
den ze weer in- en opgeladen, maar wat
de kinderen tussen aankomst en vertrek
uitvoerden, geen ouder die daarop lette.
De volwassenen vierden hun feest, voila.
de kinderen moesten maar zien hoe zij
zich vermaakten.
Ik hoorde eens een Braziliaan, die een
Hollandse baby van 1 jaar in een
box zag met verachting het woord
„cadeia" (gevangenis) gebruiken. Hij
meende het. En het resultaat van zulk
een bijna onbeperkte vrijheid bq de
opvoeding'' Het valt elke vreemdeling
op hoe de Braziliaanse kinderen zo
zelfstandig en natuurlijk zich een hou
ding weten te geven zonder hun om
geving (inclusief hun ouders) tot een
Tast te zqn. Als ik daarop Iet dan vraag
ik mij af of wq in Europa by de op
voeding niet te veel gebruik maken
zowel in letterlijke als figuurlijke zin
van leibanden en boxen?
Het was duidelqk dat men hier zyn
eigen feest moest maken. De gastheer
zorgde voor een overdadigheid van ge
roosterd vlees en voor stromen bier en
pinga. Was dat niet genoeg? De ge
zelligheid, de feestelijke sfeer? Wel
daar moesten de gasten zelf voor zor
gen. Zo was een Hollandse fazendeiro
(boer) enige tqd weg en kwam terug
met een arbeider van zijn bedrijf met
een accordeon. De muziek werd het
middelpunt waar het feest om draaide,
want ae Braziliaan houdt van muziek.
Er vormden zich paren, welke een dans
je waagden in de schuur, maar het
was
ten.
Het einde van het feest kwam onver
wacht en versterkte de indruk van
ongeorganiseerdheid. Plotseling klom
men gasten in een vrachtwagen tot ze
barstend vol was. De motor werd ge
start en in wolken rood stof verdween
ze. Niemand, die afscheid nam van de
dikke bedryvige gastheer. Men had er
genoeg van en vertrok. Dat was toch
doodeenvoudig. En toen duurde het
maar even of overal werden motoren
aangeslagen en de slanke paardjes voor
de sierlijke charettes gespannen. Na
een kwartier lag het erf geheel verlaten,
alleen lagen her en der verspreid de
stokken, die als braadspitten dienst had
den gedaan, en stomme getuigen waren
van de churrasco bonito (het mooie
feest van geroosterd vlees), welke ter
ere van het bruidspaar was gehouden.
Met een onvoldaan gevoel vertrokken
wij ook zonder afscheid. Waar was de
gastheer? We zagen hem niet meer.
En het bruidspaar? Waren bruid en
bruidegom daar in de woing met de
half gesloten blinden? We wisten het
niet. Niemand van de gasten hadden we
de woning zien binnengaan. De gast
heer had niemand daartoe uitgenodigd
en ongenood een Braziliaans huis bin
nen gaan staat ongeveer geiqk aan hei
ligschennis.
J.