NOOT BIJ NOOTJES VIER De zilveren vogeltjes „W" veren vogeltjes die aan dun- ne draden heen en weei wiegden boven de tajei van de glasblazer die ze tevoorschijn had getoverd uit zijn blaaspijp. O m 73 A 73 Handschoen en tas Kaarten Moe is moe Afknippen Speciale STOFFENVERKOOP in het STOFFENPALEIS, Vest wint weer veld ONVERWACHTE VISITE OP MAANDAG Vrijdag 3 januari 1964 „Vogeltjes", tsjirpte een boerenzwa luw die nog hoger dan zij tussen de ballcen van de werkplaats woonde. „Bn wat ben jijt'- vroegen de vogel tjes die vol bewondering keken hoe sierlijk de zwaluw heen en weer hip te over de balken omet wijd ge spreide vleugeltjes van de werkbank naar het dak scheerde. ,Jk ben ook een vogel" lachte de zwaluw. De zwaluw streek dicht bi] ze neer en schudde haar kopje. „Nee", zei ze, jullie zijn anders. Jullie zijn zilveren vogeltjes: siervogeltjes. De flasblazer heeft jullie geblazen om e wereld in te gaan". „Wat is de wereld?" vroeg een heel klem vogeltje. Daar moest de zwaluw even over na denken. „Dit hier", zei ze, „maar ook alles er buiten Alles wat je door het raam daar zien kunt en dan nog ver der. Dat is de wereld". „Ooooooofluisterden de vogel tjes, „is zó de wereld? Wat moet het héérlijk zijn om daarheen te gaan". „Ja maar", zei de zwaluw vlug, „je ziet er nu maar een stukje van. Over dag is de wereld anders, dan is er la waai en mensen .Mensen", lachten de vogeltjes, „die kennen we al De glasblazer die ons geblazen heett is toch ook een mens. En hij was blij met ons. Nee, we zijn niet bang voor de wereld en de men sen". „Niet alle mensen zijn als de glasbla zer". fluisterde de zwaluw weer, „je zult het zelf gauw genoeg ontdekken. Niet iedereen is blij met zilveren vo geltjes" „Ik kan het niet geloven" zei het kleinste vogeltje, ik kan niet gelo ven dat de mensen niet hllj zouden zijn met vogeltjes als wij" „Je kunt nooit weten' zei een ander weer en het schommelde nadenkend heen en weer. „Maar als ze niet blij zijn", zei een derde, „wil ik ook niet naar ze toe. Dan blijf ik liever hier tussen de bal ken. Hier is de wereld mooi De glas blazer glimlacht als hij ons ziet; bui ten is de maan, zijn de witte wolkjes de bomen en de sterren". „Weet je wat?", stelde een ander voor. „Laten we eerst eens proberen hoe het is bij de mensen. En als ze niet blij zijn, keren we om en blflven hier waar de wereld goed ls". „Maar we zijn maar glazen vogel tjes", riepen er een paar, we kunnen onze vleugeltjes niet uitslaan en niet gaan waar we willen zoals de zwa luw". Zwijgend keken ze elkaar aan en schudden zacht met hun zilveren kopjes. Ze tuurden omhoog naar het nestje tussen de balken, maar de boe renzwaluw was ingeslapen en ze wis ten ook wel dat die hen niet zou kun nen helpen. Wat zou de zwaluw meer over de wereld kunnen vertellen dan ze al gedaan had? Op dat ogenblik gleed er een zilve ren schijnsel door de werkplaats. Eerst dachten ze dat de glasblazer met zijn lantaarn de ronde kwam doen om te zien of alles in orde was voor de nacht. Maar het licht kwam van buiten; uit de donkerblauwe he mel vandaan schoof een blinkende ster op het raam toe; dichter, nog dichter bij het raam tot alleen het glas tussen haar en de vogeltjes was. „Misschien dat ik jullie helpen kan", zong de ster voor de ruit, „voor één nacht zal de wind jullie vleugels ge ven, de maan zal jullie de weg naar de mensen wijzen en ik geef je licht. Kies zelf drie van jullie uit om de we reld te verkennen. Maar haast je want de wereld is groot". Alle vogeltjes draaiden hun kopjes naar de twee die de glasblazer het eerst geblazen had. „Jullie", knikten „En de derde?", vroegen ze elkaar. „Hj)", wees de grootste vogel en zijn snavel wees het allerkleinste vogeltje aan, dat niet had willen geloven dat mensen niet blij zijn als ze een zilve ren vogeltje zien. De ster knikte hen toe. „Ga nu" zei ze. Op hetzelfde ogenblik voelden de drie vogeltjes hoe de wind ze vleugels gaf en hoe ze vol zilveren licht stroomden. Buiten schoven de witte wolkjes voor de maan weg, zodat de wereld wit blinkend voor hen open lag. „Een goede reis", fluisterden de an deren, ,en vertel ons alles over de we reld". En go gingen de drie zilveren vogeltjes op reis. Het eerste dat het grootste was koos de grote stad. waar het ook 's nachts nooit he lemaal stil werd. Het tweede dat het snelste was vloog over de zich drijven waar de wind het blies. Blinkend alsof het zelf een sterretje was nam het afscheid toen de twee anderen wegsuisden naar de grote stad en de oceaan. In de donkere werkplaats wiegelden de andere vogels zachtjes heen en weer aan hun dunne draden. Ongeduldig wachtten ze af; soms schoot een vroege vogel voorbij het raam en dan schrokken ze allemaal op. Maar het waren alleen vogels uit de buurt, die hun morgenvlucht be gonnen. Opeens, net toen de zon tevoorschijn kwam uit het bed van rode wolken, strekte de zwaluw haar hals. „DóAr", wees ze met haar vlerk. Maar toen de zilveren vogeltjes zagen wat zij zag komen, schudden ze hun kopje „Wel nee. dat is er toch niet één van ons. Dat is een grijze doodmoede vogel die het liefst weer terug zou gaan naar zijn nest om er voor altijd te blijven De grijze vogel liet zich op de richel naast de zwaluw vallen, hijgde daar even uit en fladderde toen naar de dunne draad waaraan de grootste zilveren vogel had gehangen. En toen pas herkenden ze hem. Het was de grote zilveren vogel, maar op zyn reis moest hij al zijn glans verloren zijn en er was niets meer over van de blijheid waarmee hij was weggevlo gen in de nacht Niemand durfde hem iets te vragen, maar toen hij een poosje aan zijn draad geschommeld had, begon hij zelf: „Ik was in de stad", zei hij, de stad is ook de we reld, weet je. Nergens wonen zoveel mensen by elkaar als daar". Hij „Was het er donker?", vroeg de vo gel die naast hem hing. „O, nee", schudde hij met zijn kopje, „in de stad blijft het altijd licht. Het lijkt wel of je op de sterren afgaat als je de stad nadert. Maar als je er dichterbij komt is dat licht koud en het doet pijn aan je ogen. Nee, ster ren zijn het niet" Weer zweeg hij. „En de mensen?", vroeg een ander vogeltje voorzichtig. „Verschrikkelijk", zei de vogel zacht. „Ik heb zo lang naar ze gekeken dat ik al mijn glans verloren heb". „Zijn ze dan blij als ze een zilveren vogel zien?" De vogel schudde langzaam van nee. „Met niets zijn ze big Niet met een zilveren vogel, niet mei wat ze heb ben en niet met elkaar". „Waarom niet?", vroegen de anderen verlegen. „Omdat ze er geen tijd voor hebben. Geen tijd voor zilveren vogels, geen tijd voor sterren en geen tijd om blij te zijn". Ze waren allemaal zo vol van de ver halen die ze pas gehoord hadden dat ze het kleinste vogeltje bijna verge ten waren. En toen hfj binnenkwam keken ze nauwelijks op, want ook van hem verwachtten ze hetzelfde. Blinkend als een stukje sterregruis suisde het naar binnen. „Zeg maar niets, zeg maar niets!", riepen ze toen het zijn plaatsje had ingenomen. „Waarom niet?', vroeg het kleine vo geltje verwonderd. „Omdat we niet gaan. We willen die wereld niet, waar de mensen niet eens tijd voor elkaar hebben waar ze denken dat de een meer is dan de an der en met niets tevreden zijn". Het kleine vogeltje knikte ernstig. „Het is waar wat jullie zeggen. De wereld is erg donker en het licht dat de mensen hebben is koud en doet pijn aan je ogen. Het is ook waar dat ze geen tijd hebben en ontevreden „Maar wat wil Je dan nog?" riepen de anderen hem toe „Onze wereld hier is veel mooier: sterren voor het raam, bomen die wuiven en een glas blazer die tegen ons glimlacht". „Precies", zei het kleine vogeltje, „maar vertel me nu eens waarom die glasblazer ons geblazen heeft. Niet om hier te blijven. Hier is de wereld al mooi genoeg. Als we dat alleen maar voor onszelf houden zijn we net als de mensen. Het gaat er juist om dat wij ze wakker schudden. Als ze ons zien moeten ze die harde koude wereld waar ze In leven vergeten. We moeten ze herinneren aan de stil te van de nacht, de wolken die voor bijschuiven en de sterren die schitte ren". Het was heel stil geworden; ook de vogels die hun glans verloren hadden, luisterden naar wat het kleine vogel tje te zeggen had. „Het gaat er dus om", zei het nog eens, „dat wjj naar de donkerste plekjes gaan, de mensen die het min ste tjjd voor zichzelf en anderen heb ben, opzoeken en mensen bij elkaar brengen die dachten dat ze helemaal niet bij elkaar konden horen". ,.Ik geloof dat hjj gelijk heeft", knik te de grootste vogel Diep in hun hart willen de mensen licht en warmte, anders zijn tegen zichzelf en elkaar. Dat heb ik heel goed begrepen toen ik ze zo zag voortjagen". „Ik ook", zei de tweede vogel. „Ik ook", zei de kleinste vogel die zich had laten drijven waar de wind hem bracht. „Waar wachten we nog op?", riepen de rijen zilveren vogeltjes in koor. .Waar wachten we nog op?", riep de glasblazer, die zijn werkplaats vrolijk binnenkwam. Eén voor één nam hij de vogeltjes van hun draad, legde ze bij elkaar in dozen en stuurde ze de wereld in. En daar gingen ze. Van verwachting glanzend als sterren gingen ze naar de mensen om ze te herinneren aan stilte, aan licht in de nacht en warm te in hun hart. KOU en kolenman, ze horen bij elkaar als brood en boter. Ondanks allerlei nieuwe verwarmingsme thoden elektriciteit, olie en voor de toekomst wellicht het aardgas stoken de meeste mensen nog altijd kolen. Helaas hoort men zo nu en dan dat er aan de gezellig heid van het kolenvuur wel eens een aantal ergernissen kleeft die voor de nieuwere verwarmings- vormen grotere kansen kunnen scheppen. Een door meerdere vrou wen geuite klacht geldt de achter uitgang in kwaliteit van de kleine antracietsoort, de „nootjes vier", waarnaar de laatste jaren, nu de „ouderwetse" haard meer en meer wordt verdrongen door convectors en half-convectors, een groeiende vraag bestaat. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat deze grotere vraag het gebeurt al, dat deze kleinere antracietsoorten helemaal niet te krijgen zijn van ongunstige invloed is op de kwaliteit. En als men zich door mist en sneeuw naar huis spoedt is niets zo teleurstellend als een dode kachel, die een mistroostige buik met as en halfverbrande kolen vertoont. Het is een feit dat de kolen die In één jaar een prijsstijging van 5 tot 10% ondergingen in vele gevallen van slechter kwaliteit zjjn dan voor gaande jaren. En dus juist de zeer veel gevraagde nootjes vier blijken soms naast warmtebron een bron van erger nis te zijn. Vele huismoeders denken dat de kofenhandelaren hen een kool sto ven en het gemopper is niet van de lucht Wij hebben dit probleem aan een des kundige. een Zeeuwse handelaar voorge legd- zijn commentaar was verrassend. Het bleek In dit gesprek namelijk dat veelal de oorzaak van deze toestand bij de afnemers zelf ligt. Natuurlijk kan de klant geen schuld hebben aan de mindere kwaliteit; wel echter is hij mede verantwoordelijk voor de te grote vraag naar de betere kwa liteiten waaraan niet of meestal niet kan worden voldaan. Het is wel grappig de historie van het nootje vier eens na te gaan. Eertijds een bijprodukt, slechts in industrieën ge bruikt, verving het geleidelijk de oude vet- en eierkolen. Voor de oorlog was an traciet een typisch produkt voor de be ter gesitueerden; toen de kolen op „de bon" gingen werd de vraag hiernaar ^ls de winter begonnen is valt er niet meer aan te ontkomen: men móet handschoenen dragen om niet met halfbevroren vingers thuis te ko men. Overigens is het tegenwoordig helemaal geen straf om een paar nieu we handschoenen te moeten kopen I Materialen, kleuren en modellen zijn zo veelzijdig en veelsoortig dat het kopen van een jaar handschoenen onge merkt een even boeiende onderneming is geworden als het uitzoeken van een nieuwe japon of mantel... Zwart en allerlei nuances van bruin zijn natuurlijk in het winterseizoen veelge vraagde kleuren ln de handschoenenmo de. Maar daartussen glanzen fantasie- kleuren als donkerrood, indigo en taupe die aan een effen donkergetinte winter jas de welkome warme noot kunnen ge ven. Er is een soort handschoenen dat deze winter bijzonder in de belangstelling staat. Dat zijn de zogenaamde „Texel- lammies" waarin de huidjes verwerkt zijn van Texelse en Friese lammetjes die de eerste nachtvorst niet hebben ge haald. De „vleeskant" van deze soepele huidjes krijgt een speciale bewerking en wordt als buitenzijde van de handschoen gebruikt zodat de wollige huid aan de binnenkant komt en de hand behaaglijk warm houdt. Wel iets voor mensen die bij het eerste koude zuchtje met ver kleumde vingers tobben! Ze zfln er voor dames en voor heren. Zijden voeringen worden ook vaak toe gepast in leren handschoenen, maar 'n wollen gebreide voering en een vacht- voering worden eveneens veel gevraagd. Een verschijnsel dat (zoals veel mode details van deze winter!) voor een groot deel te verklaren valt uit de barre tem peraturen waarop het vorige wintersei zoen ons trakteerde... Uit Amerika schijnt de tendens te stam men om bij het kopen van accessoires niet langer tas en schoenen te combine ren, maar in de eerste plaats te letten op een harmonisch samengaan van tas en handschoenen. Volgens modedeskun digen ziet men deze tendens ook in de Europese modewereld wortel schieten: men kiest de schoen in combinatie met mantel of japon en zoekt dan hand schoen en tas uit in een tint, die con trasteert met de rest van de kleding. De tassenmode bewijst deze winter weer eens dat bepaalde modeverschijnselen zich na verloop van tijd altijd wel een keer herhalen. Een jaar of wat geleden was de grote tas plotseling grote mode dit jaar hebben de tassenontwerpers hun modellen opnieuw royaal gemaakt. Naar men zegt om „aansluiting" te vin den bij de stoffenmode die deze winter tamelijk veel robuuste weefsels brengt. Grotere tassen dus in vorm variërend tussen vierkant en langwerpig, qua mo del vaak glad en daardoor altijd tame lijk „gekleed". Maar voor de sportieve vrouw is er ook 'u sportieve tas. dik wijls gemaakt uit nappaleer, vaak uit gevoerd in het zogenaamde buidelmo del. Koperen beugels worden veel toe gepast, ze worden echter vaak „in het verborgene" aangebracht of met leer overtrokken. Bij de leren tassen zijn het vooral kalfs- veel groter. Men wilde nu eenmaai op deze bonnen het beste krijgen. Toen ln de jaren na de oorlog vele ka chels moesten worden vernieuwd, von den de haardenfabrikanten een moge lijkheid een haard te fabriceren, ge schikt voor het toen nog goedkope noot je vier. Later kwam de zogenaamde convectorhaard, me» een vergrote capa citeit, die een succes werd, vooral in de nieuwe woningen met grote woonka mers Deze kachels werden tevens een soort welvaartssymbool: oude noch nau welijks versleten kachels werden ver bannen voor een „statushaard". worden, maar een bijprodukt zijn. aan. De kwaliteit daalt, de prijs stijgt. Het ls wel aardig te weten, dat voor de oorlog zich hetzelfde verschijnsel voor deed bij de overgang van twee op drie. En is daar nu niets aan te doen? Het antwoord ligt voor een groot deel bij de verbruikers zelf. Men kan eenvoudig ge noegen nemen met wat de handelaar le vert, hetgeen in het ongunstigste geval bestaat uit een mengsel van goede en De tas is groter geworden en vaak glad van model; versierin gen ontbreken vrijwel geheel. Daardoor doet zelfs een „stads- tas" als deze (van „skaidur") gekleed aan. leer en rundleer die ln het oog springen met varkensleer (dat komt helemaal uit Joegoslavië), krokodil en andere reptielhuiden. Men zal deze winter ook de naam „yaki" tegenkomen en daar mee wordt dan schapen- en lamsleer be doeld dat licht-gekrompen is en door de ze behandeling minder vatbaar voor be schadigingen zou zijn. De kleuren zijn „Eurokleuren", vastge steld door de Euromoderaad voor de le derindustrie en variërend van zwart en allerlei tinten bruin (umbra, topaas en whisky) tot blauw (komeet), donker rood (dahlia) en donkergroen (foresta). Ook de binnenkant van de tas mag dit seizoen gezien worden; de meeste tas sen hebben een paar binnenvakken waarvan eentje met een ritssluiting en de waarlijk-klassieke tas is van bin nen met leer gevoerd: kostbaar en ele gant bezit voor een vrouw! Elke goede kolenhandelaar zal U graag van advies dienen als U met stook- problemen zit. In vele gevallen is het namelijk mogelijk over te schakelen op nootjes drie. Onze bereidwillige zegsman rekende ons dit aan de hand van een eenvoudig voorbeeld voor. Een bepaalde haard bleek, gestookt met nootjes drie en vier resp. 15 000 en 12.500 calorieën warmte te produceren, hetgeen neer komt op een grotere capaciteit van 20 bij de nootjes drie. Bij een prijsverschil tussen afmeting drie en dezelfde kwaliteit afmeting vier van circa tien tot vijftien procent, is aan te tonen, dat tegenover de meer uitgave voor afmeting drie een grotere warmte-opbrengsl van vijftien tot twin tig procent staat. Door het thans ver minderde prijsverschil tussen nootjes vier nog voordeliger Maar zelfs als de financiële kant niet zo voordelig zou zijn, kan ln voorkomende gevallen een hoop ergernis worden bespaard. Vele haarden zijn zodanig geconstrueerd, dat zij zowel voor antraciet vier als voor an- Ook ln Nederlandse hulsgezinnen deco reert men tegenwoordig de schoorsteen mantel met de gelukwens kaart en die rondom de jaarwisseling de brievenbus kwamen binnenrollen Het zijn er zeven per jaar per Nederlander zo heeft een enquête uitgewezen Ook de Italianen ontvangen per ..oofd per jaar zeven exemplaren, de Belgen krijgen er zes, de Zxcitsers elf en de Engelsen zestien: de „top" voor Europal traciet drie geschikt zijn. Andere mer ken kunnen soms door een kleine in greep geschikt worden gemaakt. Aanmerkelijk voordeliger stoken met deze „goedkope nootjes vier" is. zoals ons door deze specialist werd meege deeld, niet meer mogelijk. Er is een te kort aan goede kwaliteiten een achter stand met sommige Importprodukten. maar vreemd genoeg, geen tekort bij het publiek. Er is ir geheel Nederland een hamstermentaliteit opgei r -len, die gedeeltelijk valt te verklaren uit de strenge winter van verleden Jaar, maar toch voortkomt uit een onnodige angst, en ook wel door de steeds stijgende prij zen. Deze mentaliteit heeft zich gemanifes teerd door grote zomeraankopen en het angstvallig bijhouden van de voorraden door het publiek. In dit verband mag er ook wel op gewe zen worden dat de prijs niet alttfd paral lel loopt met de kwaliteit. Als u brandstofmoellijkheden had, dan hebben we nu misschien enkele vragen voor U beantwoord Hebt U geen reden tot klagen gehad mevrouw, bedenkt dan, we hebben U echt niet willen opstoken... Het is natuurlijk voor velen een verras sing, maar inderdaad, moeder kan wel eens moedeloos en afgemat zijn, al was het alleen maar doordat man en kinde ren tijdens de feestdagen vrij zijn.... Maakt U dan, alvorens U zich uitstrekt op de divan fals U daar tenminste de kans voor krijgtdeze gymnastiekoefe ningen. U zult zichademloos maar ont spannen, een ander mens voelen. U mag het ook doen voordat U naar bed gaat: U rust dubbel en wordt frisser wakker. Als U tot die vrouwen behoort die zich geen nieuwe mantel kunnen aanschaffen en met een droef hart blijven rondlopen in datzelfde „ouwe ding" is het mis schien een troost voor U dat knappe koppen een nieuiee modegril hebben ge lanceerd: de mantel met bontmouwen. Zet dtis dapper ie schaar in uxo trouwe jasje en vervang de mouxcen door exem plaren van bont gevlekte, van ocelot en panter zijn zeer „tn") die het geheel een chic en xcarm effect zullen geven. Voor een verouderde tailleur of iets dergelijks is zo'n variatie troxixvens ook hélemaal niet gek. En maakt U het liever niet zo bont dan kunt U door middel van een grof breiseltje ook tot verrassende resul taten komen. met vele speciale, dus extra voordelige, aanbiedingen wollen mantelstoffen 150 br. 5,90 wollen japonstoffen 140 br. 4,90 wollen ruiten 140 br. 4,50 wollen rokstoffen 150 br. 5,50 Mousseline 90 br. 1,98 Pied de Poule wit/zwart 135 br. 4,90 Alpacca japonstof 140 br. 7.50 Flannel japonstof 140 br. 5,90 pVe Nederlandse mannen tonen op het ogenblik vee! belang stelling voor het driedelige kostuum; ze hebben het vest „herondekf", aldus „Textilia- journaal". Die belangstelling is volgens de vakmensen uit de he renmodewereld geen praktische maar wel degelijk een modieuze kwestie: men koopt het vest niet als extra afweermiddel tegen de koude maar vanwege het modi euze aspect. Voorts vraagt de Nederlandse man ln herenmodezaken naar colbertjasjes van harris-tweed (bij voorkeur in de tint roestbruin waarbij dan vaak een vest in de zelfde tint wordt verlangd), en naar grijze flannel pakken, com pleet met een vest. De gedachte „afweermiddel tegen de kou" speelt ongetwijfeld wél een rol bij de door Nederlandse herenmodespeclailsten gesigna leerde vraag naar wollen onder goed en wollen sokken. Vooral de onderpantalon van driekwart lengte wordt gretig gekocht door mannen die wat koukleumerig zijn uitgevallen. Vaak kiezen deze kopers ook wollen kniekousen, een artikel dat (mét het wollen on dergoed) overigens niet voor de oudere garde gereserveerd blijft! Ook „jongelui met sportieve in slag" blijken in deze sector te ko pen. Sommige herenmodedetaillisten menen ook te bespeuren dat de klanten zich een weinig distan- ciëren van uitgesproken warme nachtkleding. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat het systeem der centrale verwarming in de huizen meer gemeengoed wordt. Wel blijken vele heren der schep ping gesteld op een kleurrijke of gestreepte pyama. het StcffeHpatets Daar stond ze dan uw vriendin. Maar U was aan de was. Commen taar vriendin: .DE ZON" doet de was voor mij. 't Kost me, als ik alles meereken, een paar dubbel tjes per week. Belt U ook eens om inlichtingen. GOES I Wijngaardstr. 17 :,J>E ZüN^ tel. 01100-7310 Ook voor chemisch reinigen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1964 | | pagina 7