NOOT BIJ NOOTJES VIER
De zilveren
vogeltjes
„W" veren vogeltjes die aan dun-
ne draden heen en weei wiegden
boven de tajei van de glasblazer die
ze tevoorschijn had getoverd uit zijn
blaaspijp.
O
m
73
A
73
Handschoen
en tas
Kaarten
Moe is moe
Afknippen
Speciale STOFFENVERKOOP
in het STOFFENPALEIS,
Vest wint
weer veld
ONVERWACHTE
VISITE OP MAANDAG
Vrijdag 3 januari 1964
„Vogeltjes", tsjirpte een boerenzwa
luw die nog hoger dan zij tussen de
ballcen van de werkplaats woonde.
„Bn wat ben jijt'- vroegen de vogel
tjes die vol bewondering keken hoe
sierlijk de zwaluw heen en weer hip
te over de balken omet wijd ge
spreide vleugeltjes van de werkbank
naar het dak scheerde.
,Jk ben ook een vogel" lachte de
zwaluw.
De zwaluw streek dicht bi] ze neer
en schudde haar kopje. „Nee",
zei ze, jullie zijn anders. Jullie zijn
zilveren vogeltjes: siervogeltjes. De
flasblazer heeft jullie geblazen om
e wereld in te gaan".
„Wat is de wereld?" vroeg een heel
klem vogeltje.
Daar moest de zwaluw even over na
denken. „Dit hier", zei ze, „maar ook
alles er buiten Alles wat je door het
raam daar zien kunt en dan nog ver
der. Dat is de wereld".
„Ooooooofluisterden de vogel
tjes, „is zó de wereld? Wat moet het
héérlijk zijn om daarheen te gaan".
„Ja maar", zei de zwaluw vlug, „je
ziet er nu maar een stukje van. Over
dag is de wereld anders, dan is er la
waai en mensen
.Mensen", lachten de vogeltjes, „die
kennen we al De glasblazer die ons
geblazen heett is toch ook een mens.
En hij was blij met ons. Nee, we zijn
niet bang voor de wereld en de men
sen".
„Niet alle mensen zijn als de glasbla
zer". fluisterde de zwaluw weer, „je
zult het zelf gauw genoeg ontdekken.
Niet iedereen is blij met zilveren vo
geltjes"
„Ik kan het niet geloven" zei het
kleinste vogeltje, ik kan niet gelo
ven dat de mensen niet hllj zouden
zijn met vogeltjes als wij"
„Je kunt nooit weten' zei een ander
weer en het schommelde nadenkend
heen en weer.
„Maar als ze niet blij zijn", zei een
derde, „wil ik ook niet naar ze toe.
Dan blijf ik liever hier tussen de bal
ken. Hier is de wereld mooi De glas
blazer glimlacht als hij ons ziet; bui
ten is de maan, zijn de witte wolkjes
de bomen en de sterren".
„Weet je wat?", stelde een ander
voor. „Laten we eerst eens proberen
hoe het is bij de mensen. En als ze
niet blij zijn, keren we om en blflven
hier waar de wereld goed ls".
„Maar we zijn maar glazen vogel
tjes", riepen er een paar, we kunnen
onze vleugeltjes niet uitslaan en niet
gaan waar we willen zoals de zwa
luw". Zwijgend keken ze elkaar aan
en schudden zacht met hun zilveren
kopjes. Ze tuurden omhoog naar het
nestje tussen de balken, maar de boe
renzwaluw was ingeslapen en ze wis
ten ook wel dat die hen niet zou kun
nen helpen. Wat zou de zwaluw meer
over de wereld kunnen vertellen dan
ze al gedaan had?
Op dat ogenblik gleed er een zilve
ren schijnsel door de werkplaats.
Eerst dachten ze dat de glasblazer
met zijn lantaarn de ronde kwam
doen om te zien of alles in orde was
voor de nacht. Maar het licht kwam
van buiten; uit de donkerblauwe he
mel vandaan schoof een blinkende
ster op het raam toe; dichter, nog
dichter bij het raam tot alleen het glas
tussen haar en de vogeltjes was.
„Misschien dat ik jullie helpen kan",
zong de ster voor de ruit, „voor één
nacht zal de wind jullie vleugels ge
ven, de maan zal jullie de weg naar
de mensen wijzen en ik geef je licht.
Kies zelf drie van jullie uit om de we
reld te verkennen. Maar haast je
want de wereld is groot".
Alle vogeltjes draaiden hun kopjes
naar de twee die de glasblazer het
eerst geblazen had. „Jullie", knikten
„En de derde?", vroegen ze elkaar.
„Hj)", wees de grootste vogel en zijn
snavel wees het allerkleinste vogeltje
aan, dat niet had willen geloven dat
mensen niet blij zijn als ze een zilve
ren vogeltje zien.
De ster knikte hen toe. „Ga nu" zei
ze. Op hetzelfde ogenblik voelden de
drie vogeltjes hoe de wind ze vleugels
gaf en hoe ze vol zilveren licht
stroomden. Buiten schoven de witte
wolkjes voor de maan weg, zodat de
wereld wit blinkend voor hen open
lag.
„Een goede reis", fluisterden de an
deren, ,en vertel ons alles over de we
reld". En go gingen de drie zilveren
vogeltjes op reis. Het eerste dat
het grootste was koos de grote
stad. waar het ook 's nachts nooit he
lemaal stil werd. Het tweede dat
het snelste was vloog over de
zich drijven waar de wind het blies.
Blinkend alsof het zelf een sterretje
was nam het afscheid toen de twee
anderen wegsuisden naar de grote
stad en de oceaan.
In de donkere werkplaats wiegelden
de andere vogels zachtjes heen en
weer aan hun dunne draden.
Ongeduldig wachtten ze af; soms
schoot een vroege vogel voorbij het
raam en dan schrokken ze allemaal
op. Maar het waren alleen vogels uit
de buurt, die hun morgenvlucht be
gonnen.
Opeens, net toen de zon tevoorschijn
kwam uit het bed van rode wolken,
strekte de zwaluw haar hals. „DóAr",
wees ze met haar vlerk. Maar toen de
zilveren vogeltjes zagen wat zij zag
komen, schudden ze hun kopje „Wel
nee. dat is er toch niet één van ons.
Dat is een grijze doodmoede vogel die
het liefst weer terug zou gaan naar
zijn nest om er voor altijd te blijven
De grijze vogel liet zich op de richel
naast de zwaluw vallen, hijgde
daar even uit en fladderde toen naar
de dunne draad waaraan de grootste
zilveren vogel had gehangen. En toen
pas herkenden ze hem. Het was de
grote zilveren vogel, maar op zyn
reis moest hij al zijn glans verloren
zijn en er was niets meer over van de
blijheid waarmee hij was weggevlo
gen in de nacht Niemand durfde hem
iets te vragen, maar toen hij een
poosje aan zijn draad geschommeld
had, begon hij zelf: „Ik was in de
stad", zei hij, de stad is ook de we
reld, weet je. Nergens wonen zoveel
mensen by elkaar als daar". Hij
„Was het er donker?", vroeg de vo
gel die naast hem hing.
„O, nee", schudde hij met zijn kopje,
„in de stad blijft het altijd licht. Het
lijkt wel of je op de sterren afgaat
als je de stad nadert. Maar als je er
dichterbij komt is dat licht koud en
het doet pijn aan je ogen. Nee, ster
ren zijn het niet" Weer zweeg hij.
„En de mensen?", vroeg een ander
vogeltje voorzichtig.
„Verschrikkelijk", zei de vogel zacht.
„Ik heb zo lang naar ze gekeken dat
ik al mijn glans verloren heb".
„Zijn ze dan blij als ze een zilveren
vogel zien?"
De vogel schudde langzaam van nee.
„Met niets zijn ze big Niet met een
zilveren vogel, niet mei wat ze heb
ben en niet met elkaar".
„Waarom niet?", vroegen de anderen
verlegen.
„Omdat ze er geen tijd voor hebben.
Geen tijd voor zilveren vogels, geen
tijd voor sterren en geen tijd om blij
te zijn".
Ze waren allemaal zo vol van de ver
halen die ze pas gehoord hadden dat
ze het kleinste vogeltje bijna verge
ten waren. En toen hfj binnenkwam
keken ze nauwelijks op, want ook
van hem verwachtten ze hetzelfde.
Blinkend als een stukje sterregruis
suisde het naar binnen.
„Zeg maar niets, zeg maar niets!",
riepen ze toen het zijn plaatsje had
ingenomen.
„Waarom niet?', vroeg het kleine vo
geltje verwonderd.
„Omdat we niet gaan. We willen die
wereld niet, waar de mensen niet
eens tijd voor elkaar hebben waar ze
denken dat de een meer is dan de an
der en met niets tevreden zijn".
Het kleine vogeltje knikte ernstig.
„Het is waar wat jullie zeggen. De
wereld is erg donker en het licht dat
de mensen hebben is koud en doet
pijn aan je ogen. Het is ook waar dat
ze geen tijd hebben en ontevreden
„Maar wat wil Je dan nog?" riepen
de anderen hem toe „Onze wereld
hier is veel mooier: sterren voor het
raam, bomen die wuiven en een glas
blazer die tegen ons glimlacht".
„Precies", zei het kleine vogeltje,
„maar vertel me nu eens waarom die
glasblazer ons geblazen heeft. Niet
om hier te blijven. Hier is de wereld
al mooi genoeg. Als we dat alleen
maar voor onszelf houden zijn we net
als de mensen. Het gaat er juist om
dat wij ze wakker schudden. Als ze
ons zien moeten ze die harde koude
wereld waar ze In leven vergeten.
We moeten ze herinneren aan de stil
te van de nacht, de wolken die voor
bijschuiven en de sterren die schitte
ren".
Het was heel stil geworden; ook de
vogels die hun glans verloren hadden,
luisterden naar wat het kleine vogel
tje te zeggen had.
„Het gaat er dus om", zei het nog
eens, „dat wjj naar de donkerste
plekjes gaan, de mensen die het min
ste tjjd voor zichzelf en anderen heb
ben, opzoeken en mensen bij elkaar
brengen die dachten dat ze helemaal
niet bij elkaar konden horen".
,.Ik geloof dat hjj gelijk heeft", knik
te de grootste vogel Diep in hun hart
willen de mensen licht en warmte,
anders zijn tegen zichzelf en elkaar.
Dat heb ik heel goed begrepen toen
ik ze zo zag voortjagen".
„Ik ook", zei de tweede vogel.
„Ik ook", zei de kleinste vogel die
zich had laten drijven waar de wind
hem bracht.
„Waar wachten we nog op?", riepen
de rijen zilveren vogeltjes in koor.
.Waar wachten we nog op?", riep de
glasblazer, die zijn werkplaats vrolijk
binnenkwam. Eén voor één nam hij
de vogeltjes van hun draad, legde ze
bij elkaar in dozen en stuurde ze de
wereld in.
En daar gingen ze. Van verwachting
glanzend als sterren gingen ze naar
de mensen om ze te herinneren aan
stilte, aan licht in de nacht en warm
te in hun hart.
KOU en kolenman, ze horen bij
elkaar als brood en boter. Ondanks
allerlei nieuwe verwarmingsme
thoden elektriciteit, olie en voor
de toekomst wellicht het aardgas
stoken de meeste mensen nog
altijd kolen. Helaas hoort men zo
nu en dan dat er aan de gezellig
heid van het kolenvuur wel eens
een aantal ergernissen kleeft die
voor de nieuwere verwarmings-
vormen grotere kansen kunnen
scheppen. Een door meerdere vrou
wen geuite klacht geldt de achter
uitgang in kwaliteit van de kleine
antracietsoort, de „nootjes vier",
waarnaar de laatste jaren, nu de
„ouderwetse" haard meer en meer
wordt verdrongen door convectors
en half-convectors, een groeiende
vraag bestaat. Men kan zich niet
aan de indruk onttrekken dat deze
grotere vraag het gebeurt al,
dat deze kleinere antracietsoorten
helemaal niet te krijgen zijn
van ongunstige invloed is op de
kwaliteit. En als men zich door
mist en sneeuw naar huis spoedt is
niets zo teleurstellend als een dode
kachel, die een mistroostige buik
met as en halfverbrande kolen
vertoont.
Het is een feit dat de kolen die In
één jaar een prijsstijging van 5 tot
10% ondergingen in vele gevallen
van slechter kwaliteit zjjn dan voor
gaande jaren. En dus juist de zeer veel
gevraagde nootjes vier blijken soms
naast warmtebron een bron van erger
nis te zijn. Vele huismoeders denken
dat de kofenhandelaren hen een kool sto
ven en het gemopper is niet van de lucht
Wij hebben dit probleem aan een des
kundige. een Zeeuwse handelaar voorge
legd- zijn commentaar was verrassend.
Het bleek In dit gesprek namelijk dat
veelal de oorzaak van deze toestand bij
de afnemers zelf ligt.
Natuurlijk kan de klant geen schuld
hebben aan de mindere kwaliteit; wel
echter is hij mede verantwoordelijk voor
de te grote vraag naar de betere kwa
liteiten waaraan niet of meestal niet kan
worden voldaan.
Het is wel grappig de historie van het
nootje vier eens na te gaan. Eertijds een
bijprodukt, slechts in industrieën ge
bruikt, verving het geleidelijk de oude
vet- en eierkolen. Voor de oorlog was an
traciet een typisch produkt voor de be
ter gesitueerden; toen de kolen op „de
bon" gingen werd de vraag hiernaar
^ls de winter begonnen is valt er
niet meer aan te ontkomen: men
móet handschoenen dragen om niet
met halfbevroren vingers thuis te ko
men. Overigens is het tegenwoordig
helemaal geen straf om een paar nieu
we handschoenen te moeten kopen I
Materialen, kleuren en modellen zijn
zo veelzijdig en veelsoortig dat het
kopen van een jaar handschoenen onge
merkt een even boeiende onderneming
is geworden als het uitzoeken van een
nieuwe japon of mantel...
Zwart en allerlei nuances van bruin zijn
natuurlijk in het winterseizoen veelge
vraagde kleuren ln de handschoenenmo
de. Maar daartussen glanzen fantasie-
kleuren als donkerrood, indigo en taupe
die aan een effen donkergetinte winter
jas de welkome warme noot kunnen ge
ven.
Er is een soort handschoenen dat deze
winter bijzonder in de belangstelling
staat. Dat zijn de zogenaamde „Texel-
lammies" waarin de huidjes verwerkt
zijn van Texelse en Friese lammetjes die
de eerste nachtvorst niet hebben ge
haald. De „vleeskant" van deze soepele
huidjes krijgt een speciale bewerking en
wordt als buitenzijde van de handschoen
gebruikt zodat de wollige huid aan de
binnenkant komt en de hand behaaglijk
warm houdt. Wel iets voor mensen die
bij het eerste koude zuchtje met ver
kleumde vingers tobben! Ze zfln er voor
dames en voor heren.
Zijden voeringen worden ook vaak toe
gepast in leren handschoenen, maar 'n
wollen gebreide voering en een vacht-
voering worden eveneens veel gevraagd.
Een verschijnsel dat (zoals veel mode
details van deze winter!) voor een groot
deel te verklaren valt uit de barre tem
peraturen waarop het vorige wintersei
zoen ons trakteerde...
Uit Amerika schijnt de tendens te stam
men om bij het kopen van accessoires
niet langer tas en schoenen te combine
ren, maar in de eerste plaats te letten
op een harmonisch samengaan van tas
en handschoenen. Volgens modedeskun
digen ziet men deze tendens ook in de
Europese modewereld wortel schieten:
men kiest de schoen in combinatie met
mantel of japon en zoekt dan hand
schoen en tas uit in een tint, die con
trasteert met de rest van de kleding.
De tassenmode bewijst deze winter weer
eens dat bepaalde modeverschijnselen
zich na verloop van tijd altijd wel een
keer herhalen. Een jaar of wat geleden
was de grote tas plotseling grote mode
dit jaar hebben de tassenontwerpers
hun modellen opnieuw royaal gemaakt.
Naar men zegt om „aansluiting" te vin
den bij de stoffenmode die deze winter
tamelijk veel robuuste weefsels brengt.
Grotere tassen dus in vorm variërend
tussen vierkant en langwerpig, qua mo
del vaak glad en daardoor altijd tame
lijk „gekleed". Maar voor de sportieve
vrouw is er ook 'u sportieve tas. dik
wijls gemaakt uit nappaleer, vaak uit
gevoerd in het zogenaamde buidelmo
del. Koperen beugels worden veel toe
gepast, ze worden echter vaak „in het
verborgene" aangebracht of met leer
overtrokken.
Bij de leren tassen zijn het vooral kalfs-
veel groter. Men wilde nu eenmaai op
deze bonnen het beste krijgen.
Toen ln de jaren na de oorlog vele ka
chels moesten worden vernieuwd, von
den de haardenfabrikanten een moge
lijkheid een haard te fabriceren, ge
schikt voor het toen nog goedkope noot
je vier. Later kwam de zogenaamde
convectorhaard, me» een vergrote capa
citeit, die een succes werd, vooral in de
nieuwe woningen met grote woonka
mers Deze kachels werden tevens een
soort welvaartssymbool: oude noch nau
welijks versleten kachels werden ver
bannen voor een „statushaard".
worden, maar een bijprodukt zijn.
aan. De kwaliteit daalt, de prijs stijgt.
Het ls wel aardig te weten, dat voor de
oorlog zich hetzelfde verschijnsel voor
deed bij de overgang van twee op drie.
En is daar nu niets aan te doen? Het
antwoord ligt voor een groot deel bij de
verbruikers zelf. Men kan eenvoudig ge
noegen nemen met wat de handelaar le
vert, hetgeen in het ongunstigste geval
bestaat uit een mengsel van goede en
De tas is groter geworden en
vaak glad van model; versierin
gen ontbreken vrijwel geheel.
Daardoor doet zelfs een „stads-
tas" als deze (van „skaidur")
gekleed aan.
leer en rundleer die ln het oog springen
met varkensleer (dat komt helemaal
uit Joegoslavië), krokodil en andere
reptielhuiden. Men zal deze winter ook
de naam „yaki" tegenkomen en daar
mee wordt dan schapen- en lamsleer be
doeld dat licht-gekrompen is en door de
ze behandeling minder vatbaar voor be
schadigingen zou zijn.
De kleuren zijn „Eurokleuren", vastge
steld door de Euromoderaad voor de le
derindustrie en variërend van zwart en
allerlei tinten bruin (umbra, topaas en
whisky) tot blauw (komeet), donker
rood (dahlia) en donkergroen (foresta).
Ook de binnenkant van de tas mag dit
seizoen gezien worden; de meeste tas
sen hebben een paar binnenvakken
waarvan eentje met een ritssluiting
en de waarlijk-klassieke tas is van bin
nen met leer gevoerd: kostbaar en ele
gant bezit voor een vrouw!
Elke goede kolenhandelaar zal U graag
van advies dienen als U met stook-
problemen zit. In vele gevallen is het
namelijk mogelijk over te schakelen op
nootjes drie. Onze bereidwillige zegsman
rekende ons dit aan de hand van een
eenvoudig voorbeeld voor. Een bepaalde
haard bleek, gestookt met nootjes drie
en vier resp. 15 000 en 12.500 calorieën
warmte te produceren, hetgeen neer
komt op een grotere capaciteit van 20
bij de nootjes drie.
Bij een prijsverschil tussen afmeting
drie en dezelfde kwaliteit afmeting vier
van circa tien tot vijftien procent, is
aan te tonen, dat tegenover de meer
uitgave voor afmeting drie een grotere
warmte-opbrengsl van vijftien tot twin
tig procent staat. Door het thans ver
minderde prijsverschil tussen nootjes
vier nog voordeliger Maar zelfs als de
financiële kant niet zo voordelig zou
zijn, kan ln voorkomende gevallen een
hoop ergernis worden bespaard. Vele
haarden zijn zodanig geconstrueerd, dat
zij zowel voor antraciet vier als voor an-
Ook ln Nederlandse hulsgezinnen deco
reert men tegenwoordig de schoorsteen
mantel met de gelukwens kaart en die
rondom de jaarwisseling de brievenbus
kwamen binnenrollen Het zijn er zeven
per jaar per Nederlander zo heeft een
enquête uitgewezen Ook de Italianen
ontvangen per ..oofd per jaar zeven
exemplaren, de Belgen krijgen er zes, de
Zxcitsers elf en de Engelsen zestien: de
„top" voor Europal
traciet drie geschikt zijn. Andere mer
ken kunnen soms door een kleine in
greep geschikt worden gemaakt.
Aanmerkelijk voordeliger stoken met
deze „goedkope nootjes vier" is. zoals
ons door deze specialist werd meege
deeld, niet meer mogelijk. Er is een te
kort aan goede kwaliteiten een achter
stand met sommige Importprodukten.
maar vreemd genoeg, geen tekort bij
het publiek. Er is ir geheel Nederland
een hamstermentaliteit opgei r -len, die
gedeeltelijk valt te verklaren uit de
strenge winter van verleden Jaar, maar
toch voortkomt uit een onnodige angst,
en ook wel door de steeds stijgende prij
zen.
Deze mentaliteit heeft zich gemanifes
teerd door grote zomeraankopen en het
angstvallig bijhouden van de voorraden
door het publiek.
In dit verband mag er ook wel op gewe
zen worden dat de prijs niet alttfd paral
lel loopt met de kwaliteit.
Als u brandstofmoellijkheden had, dan
hebben we nu misschien enkele vragen
voor U beantwoord Hebt U geen reden
tot klagen gehad mevrouw, bedenkt dan,
we hebben U echt niet willen opstoken...
Het is natuurlijk voor velen een verras
sing, maar inderdaad, moeder kan wel
eens moedeloos en afgemat zijn, al was
het alleen maar doordat man en kinde
ren tijdens de feestdagen vrij zijn....
Maakt U dan, alvorens U zich uitstrekt
op de divan fals U daar tenminste de
kans voor krijgtdeze gymnastiekoefe
ningen. U zult zichademloos maar ont
spannen, een ander mens voelen. U mag
het ook doen voordat U naar bed gaat:
U rust dubbel en wordt frisser wakker.
Als U tot die vrouwen behoort die zich
geen nieuwe mantel kunnen aanschaffen
en met een droef hart blijven rondlopen
in datzelfde „ouwe ding" is het mis
schien een troost voor U dat knappe
koppen een nieuiee modegril hebben ge
lanceerd: de mantel met bontmouwen.
Zet dtis dapper ie schaar in uxo trouwe
jasje en vervang de mouxcen door exem
plaren van bont gevlekte, van ocelot en
panter zijn zeer „tn") die het geheel een
chic en xcarm effect zullen geven. Voor
een verouderde tailleur of iets dergelijks
is zo'n variatie troxixvens ook hélemaal
niet gek. En maakt U het liever niet zo
bont dan kunt U door middel van een
grof breiseltje ook tot verrassende resul
taten komen.
met vele speciale, dus
extra voordelige, aanbiedingen
wollen mantelstoffen 150 br. 5,90
wollen japonstoffen 140 br. 4,90
wollen ruiten 140 br. 4,50
wollen rokstoffen 150 br. 5,50
Mousseline 90 br. 1,98
Pied de Poule wit/zwart 135 br. 4,90
Alpacca japonstof 140 br. 7.50
Flannel japonstof 140 br. 5,90
pVe Nederlandse mannen tonen
op het ogenblik vee! belang
stelling voor het driedelige
kostuum; ze hebben het vest
„herondekf", aldus „Textilia-
journaal". Die belangstelling is
volgens de vakmensen uit de he
renmodewereld geen praktische
maar wel degelijk een modieuze
kwestie: men koopt het vest niet
als extra afweermiddel tegen de
koude maar vanwege het modi
euze aspect.
Voorts vraagt de Nederlandse
man ln herenmodezaken naar
colbertjasjes van harris-tweed (bij
voorkeur in de tint roestbruin
waarbij dan vaak een vest in de
zelfde tint wordt verlangd), en
naar grijze flannel pakken, com
pleet met een vest.
De gedachte „afweermiddel tegen
de kou" speelt ongetwijfeld wél
een rol bij de door Nederlandse
herenmodespeclailsten gesigna
leerde vraag naar wollen onder
goed en wollen sokken. Vooral de
onderpantalon van driekwart
lengte wordt gretig gekocht door
mannen die wat koukleumerig
zijn uitgevallen. Vaak kiezen deze
kopers ook wollen kniekousen, een
artikel dat (mét het wollen on
dergoed) overigens niet voor de
oudere garde gereserveerd blijft!
Ook „jongelui met sportieve in
slag" blijken in deze sector te ko
pen.
Sommige herenmodedetaillisten
menen ook te bespeuren dat de
klanten zich een weinig distan-
ciëren van uitgesproken warme
nachtkleding. Een reden hiervoor
zou kunnen zijn dat het systeem
der centrale verwarming in de
huizen meer gemeengoed wordt.
Wel blijken vele heren der schep
ping gesteld op een kleurrijke of
gestreepte pyama.
het StcffeHpatets
Daar stond ze dan
uw vriendin.
Maar U was aan
de was. Commen
taar vriendin:
.DE ZON" doet de
was voor mij.
't Kost me, als ik
alles meereken,
een paar dubbel
tjes per week.
Belt U ook eens om inlichtingen.
GOES
I Wijngaardstr. 17
:,J>E ZüN^ tel. 01100-7310
Ook voor chemisch reinigen.