FRANKRIJK EN ENGELAND WERKEN HARD AAN SUPERSONISCH VERKEERSVLIEGTUIG DUITSE PERS IN „OORLOG MET RADIO EN TELEVISIE Axel Springer ten strijde WMsmm. Toestel met Mach 2,2 of Mach 3? Onaangetaste heerschappij van Amerika aan het wankelen Gelijke kansen? Waarom „oorlog?" Dreiging reclame Vreemd V erliezers Fasen Keuze Van 1300 kranten veel tot verdwijnen gedoemd „U bent gelukkig" piNSDAG 24 December 1963 editie .Zeeuws-Vleanderen PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 21 ISMK60 TECH. v. DIJK hulp elektrode schakelaar gelijkrichter accu De elektronenflitser is een gas ontladingslamp voor de fotografie waarin gedurende zeer korte tijd een zeer lichtsterke ontlading (flits) plaats vindt. Het apparaat bestaat uit: ten eerste de reflector met de flitslamp,en ten tweede het accu-1 gedeelte. Het eerste is aan de ca- 1 mera bevestigd. De gasontladingsbuis (flitslamp) bestaat uit een spiraalvormig gewonden buis gevuld met edel gas (b.v. xenon). Door een hulp- elektrode wordt bij Zeer hoge spanning het gas in dé buis ge leidend gemaakt, zodat de grote condensator zich door de buis kan ontladen. Dit duurt ca 1/750 lot 1/1000 seconde. Voor wetenschap pelijk werk zijn opnamen van een miljoenste seconde mogelijk. j controle- lampje j sluitercontact j flitsbuis ontstekings- bobine ontstekingscondensator De grote condensator zamelt de energie op voor één ont lading (flits). De capaciteit,d.i. de hoeveelheid energie voor een ontlading, wordt vermeld in Wfatt seconden.(b.v.30-120). Het tweede gedeelte bevat ineen plastic kastje de batterijtjes of de accu. De stroom daarvan wordt door een vibrator of transistor omgezet in wisselstroom. Deze wordt in een transformator om gezet in een hoge spanning b.v 500 tot 2500 Volt. Een gelijkrichter maakt er weer gelijkstroom van waarmee de grote condensator telkens gela den wordt. grote transformator condensator voor opladen 10 sec. opladen (kleine stroom). 1/I000sec. ont laden (stroom 10000x zo groot). Een groot voordeel van de elektronenflits is dat de gas ontladingsbuis meerdere ke ren gebruikt kan worden, dit In tegenstelling tot de gewone (chemische) flitslamp, die na één keer onbruikbaar is. Lang hebben de Europese vlieg tuigfabrieken langs de lijn moeten staan en genoegen moeten nemen met de vrijwel onaangetaste heer schappij van hun Amerikaanse concurrenten. Maar nu de lucht vaart op de drempel van weer een nieuw tijdperk staat, blijkt plotseling dat de Amerikanen ja ren achter zijn. Over drie jaar zal de „Concorde", het verkeersvlieg tuig waarvoor Engeland de mo toren en Frankrijk romp en vleu gels levert, zijn eerste proefvlucht maken. Het ziet eruit als 'n speer, met 'n naalddunne „punt" en 'n driehoekig kielvlak. Het is de „Concorde" een vliegtuig, waar al twee jaar aan gewerkt is door Franse en Engelse ingenieurs, en dat al besteld is door vier grote luchtvaartmaatschappijen. In september 1961 besloten de Franse „Sud Aviation" en de Engelse „British Aircraft Corporation" dit vliegtuig te bouwen. In 1966 moet het prototype zijn eerste proefvlucht maken en vier jaar later kunnen de eerste passagiers instap- bladen van Axel Springer uit te ge ven voor een veel te lage verkoops prijs. Dat aanvaarden we, omdat de schrijvende pers in Duitsland vol komen afhankelijk is in tegenstel ling tot radio en televisie, die zon der meer staatsbedrijven zijn. De enorme schade, die de reclame-te levisie onze landelijke uitgave be rokkent, is ernstig, maar waarom voert de Duitse pers zo'n felle oor log? Omdat het derde televisienet, dat binnenkort zal beginnen, regio naal gericht zal zijn. Wanneer ook op dit derde net reclame komt, is het leed voor de kranten niet te overzien. Dan komen er tonelen als in Engeland, waar bladen met een miljoenenoplage van de ene dag op de andere verdwijnen. Goed, er is gezegd: geen vrees, het derde net blijft vrij van reclame. De intendant van de Keulse tele visie, de heer Von Bismarck heeft dat verklaard. Maar Von Bismarck gaat over twee jaren met pensioen en wie geeft ons de zekerheid, dat het dan blijft zoals hij gezegd heeft? Trouwens, de andere regionale net ten kunnen een volkomen afwijken de beslissing nemen. De gevaren, die de vrije Duitse pers bedreigen zijn zo groot, dat wij niet anders dan op voet van oorlog met de re clame-televisie kunnen staan. In de speciale krant van de Duitse krantenuitgevers, die wij reeds noemden, wordt op nog een ander belangrijk aspect gewezen, dat de strijd tegen de reclame-televisie be paalt. De televisie behoeft geen om zetbelasting te betalen zoals de kranten. Daarvan is ze vrijgesteld. Wellicht dat deze bevoorrechting van de televisie de Duitse kranten uitgevers nog het meeste steekt. Daartegen gaat in eerste instantie de strijd: gelijke kansen voor alle publiciteitsmedia vragen de kran ten-uitgevers. De journalisten voeren de strijd op een ander front. Wij, zo zeggen de Duitse krantenjournalisten, zijn de enige onafhankelijke journalisten. Dat is met de televisie niet het ge val. Daar zijn journalisten werk zaam die leven van het compromis. Mensen, die niet anders kunnen doen dan een politieke lijn uitstip pelen, welke het midden houdt tus sen alle belangengroepen, die in de radio- en televisieraad vertegen woordigd zijn. Dr. Guenter Graf, perschef van de bisschop van Muenster en verbon den aan het katholieke persbureau voor Duitsland zegt het zo: er be staat geen duidelijkheid. Nooit weet men, waaraan men toe is als er een tele visie-journalist aan het woord is. Zijn politieke overtuiging, zijn levensbeschouwing zijn niet door slaggevend, maar het compromis, in alle onduidelijkheid, is de koers die het publiek wordt voorgezet. Het Nederlandse systeem, meende hij, is in alle opzichten te prefere ren. Het „vrije spel van maatschap pelijke krachten in georganiseerde vorm" is het wezen van de Duitse radio en televisie. Het spreekt vanzelf, dat de heren Botter en Rohlinger van de Keulse radio en televisie er wat anders over denken. Axel Springer geeft uit: Bildzeitung met een dagelijkse oplage van 4 miljoen exemplaren en het Ham burger Abendblatt met een dage lijkse oplage van ongeveer 400.000 exemplaren. Voorts rolt het radio- en televisieblad Hör Zu in een op lage van 4,1 miljoen van de persen. Een veertiendaags tijdschrift van behoorlijk niveau, Kristall, heeft een oplage van 500.000 exemplaren. Daarnaast verschijnen nog enkele kranten van hem in Berlijn. En toch in oorlog met de Duitse radio en de televisie. Waarom? Omdat de reclame-televi sie en de reclame in de radio zijn enorme krantenrijk bedreigen. Om dat vooral de reclame-televisie het dagblad bedreigt. En niet alleen zijn dagbladen. In de fabriek van de British Air craft Corporation in Bristol wordt hier een geheel wit triplex en an der hout bestaand model op ware grootte gebouivd van het Engels- Franse supersonische toestel „Con corde". pen. De lange speer met de naaldpunt baart de Amerikaanse vliegtuigbouwers meer zorgen dan zij durven erkennen. Hoe komt het dat Europa ineens zo ver vooruit is op een terrein dat eigenlijk bezig was een Amerikaans monopolie te worden? Twee feiten springen in het oog. Ten eerste de beslissing om een vliegtuig te bouwen, dat „mach 2,2" kon vliegen, dat wil zeggen met een snelheid 2,2 maal zo groot als die van het geluid. Doordat de eisen niet hoger dan mach 2,2 werden opgeschroefd kon men gebruik maken van reeds bestaande motoren de Bristol „Olympus" en van een uit conventionele grondstoffen, aluminium in verscheidene legeringen, gebruik maken. Het tweede belangrijke punt is dat de „Concorde" gefinancieerd wordt door twee regeringen. Dit komt, zeggen de Amerikaanse bouwers, erop neer dat men voor het ontwikkelingswerk een blanco cheque gekregen heeft. Daarbij komt nog, dat de Amerikanen sneller willen vliegen. Dat eist veel groter financiële offers, omdat er voorbij mach 2,2 nieuwe technieken ontwikkeld, nieuwe motoren geconstrueerd en nieuwe grond stoffen gevonden en beproefd moeten worden. De grote vraag, die de constructeurs al bezighield toen de „geluidsbarrière" nog maar net doorbroken was, is altijd ge weest hoe snel het supersonisch ver keersvliegtuig mocht vliegen. Men weet thans en de Concorde-bouwers wis ten het toen zij hun beginselbesluit na men dat de tot dusver ontwikkelde aluminiumsoorten zonder gevaar de drukken en temperaturen kunnen ver werken die optreden als een vliegtuig 2,2 maal zo snel als het geluid voort beweegt. Men heeft uitgerekend dat een vliegtuig met mach 3 geen meerdere voordelen biedt. De „Concorde" zal bestuurd worden met „elevons", vlakken die de functie van kielvlak en aileron combineren. Het toestel zal een delta (driehoek) vleugel hebben en reeds geruime tijd worden ver schillende onderdelen van het nieuwe vliegtuig beproefd op bestaande vlieg tuigen. In de B.A.C.-fabriek te Bristol, hebben de constructeurs al een houten model op ware grootte gebouwd waarin zij met stoelen, keukens, en allerlei com fort biedende middelen experimenteren. De cabine doet inwendig vreemd aan, omdat de rompdoorsnede betrekkelijk gering is. Als men in de eerste klas ca bine staat waant men zich in een Dako ta: een gangpad, met aan de ene kant één, en aan de andere kant twee stoelen. In de toeristencabine komen de passa giers twee aan twee op een rij te zitten. De „Concorde" zal toch 104 passagiers kunnen vervoeren. Te weinig, zeggen sceptici. Genoeg, zeggen de ontwerpers. De giganten van het transatlantische verkeer mogen dan ruim 100 passagiers per vlucht kunnen bergen, meer dan ge middeld 65 hebben ze nooit aan boord en de ruimte, die indertijd gemaakt werd om zoveel mogelijk passagiers in deze dure vliegtuigen te bergen, is dus voor een derde onbenut. De sceptici vinden dat die ruimte er altijd zijn moet omdat men ze anders niet heeft als er geld mee verdiend kan worden. De construc teurs wijzen op de achteruitgang in het transatlantische verkeer en de slechte beladingspercentages, en merken dan ook op, dat hun „Concorde" twee over- steekjes kan maken in de tijd die een viermotorig straalvliegtuig nodig heeft voor twee reizen. Tegenover de enorme fabrieksruimte waar het model van de „Concorde" staat, en de koortsachtige ijver waar mee aan dit vliegtuig gewerkt wordt, kunnen de Amerikanen slechts enkele kamers in een gebouw aan Consti tution Avenue te Washington stellen. Bij de eerste oogopslag lijkt het alsof de Amerikanen deze wedstrijd moe ten verliezen wegens de sfeer van armoedigheid die om hun project voor een supersonisch verkeersvliegtuig hangt. Maar als men Gordon Bain, de 54-jarige „plaatsvervangend di recteur voor de. ontwikkeling van supersonisch luchttransport" ontmoet heeft, gaat men anders denken. Bain, die bij een grote luchtvaartmaat schappij in de directie gezeten heeft, is door wijlen president Kennedy aan dit werk gezet. Zijn opdracht is niet alleen een supersnel verkeersvliegtuig te bou wen om Amerika aan wat prestige te helpen. „Er zit geen enkele prestige winst in een vliegtuig dat voor de lucht vaartmaatschappijen niet economisch is, om nog maar te zwijgen van een toestel dat niet helemaal veilig is", zegt Bain. „Ik geloof niet, dat iemand al kan zeg gen welk vliegtuig het beste zal zijn". Hij geeft grif toe dat Engeland en Frankrijk met hun „Concorde" ver voor liggen op zijn land, de bakermat van de vliegtuigindustrie. Maar hij probeert het voor te stellen alsof de Concorde een soort haastkarwei is, waarvan men nog maar moet zien hoe het allemaal afloopt. Bovendien „niemand mag het project Concorde in twijfel trekken. De Fransen en Engelsen zijn uitstekende vliegtuig constructeurs. En wij zijn ons ervan be wust, dat wij geen goed vliegtuig kun nen maken als we er een soort noodkar- wei van maken. Bovendien geloven wij, Is dit toestel het antwoord op de Engels-Franse „Concorde"? Vol gens de Amerikaanse Lockheed- fabrieken zou het dit kunnen zijn. Het is een afbeelding van de Lockheed SST", een machine, gebouwd van titanium en specia le staalsoorten, welke weerstand bicden aan de geweldige hitte bij een snelheid, welke gelijk ligt aan die van driemaal het geluid. 120 tot 125 passagiers zouden met deze machine in 2</2 uur van New York naar Londen vervoerd kun nen worden. WWtfWWWWWWWWWWWVWWVWWVWWW dat de Concorde niet „het einde" is en dat wij tegen 1970 een beter model kun nen gaan invloegen". De Amerikaanse plannen liggen in han den van een totaal negentien leden tel lende staf, waarvan tien ervaren tech nici. Op den duur wordt deze staf tot 75 of 100 man uitgebreid. Het is niet hun taak een supersonisch verkeers vliegtuig van de grond af te ontwerpen, maar om uit hetgeen de Amerikaanse industrie aanbiedt het allerbeste te kie- Op 15 januari moeten de toegelichte ont werpen binnen zijn en dan is fase 1 van het Amerikaanse plan ten einde. Fase 2 is de studie welke de federale lucht vaartdienst van alle ingediende plannen maakt. Tegen mei 1965 begint fase 3. De regering heeft dan gekozen en de industrie kan het prototype gaan bou wen. De vraag welke snelheid het vlieg tuig zal gaan vliegen maximaal mach 2,2 of mach 3 en meer? zal dan be antwoord zijn. Wie beslist de snelheids- vraag?, niet de regering, die sléchts de allerbeste eigenschappen vraagt, doch de industrie die de plannen opzet. Daar mee houden tal van andere problemen verband. Voor mach 3 bijvoorbeeld de keuze van het huidmetaal: titanium, nieuwe aluminiumlegeringen, of een combinatie van beide. De deltavleugel, of een geheel nieuw ontwerp voor draag vlakken. Een geheel nieuwe krachtbron, of bestaande en beproefde motoren. De Amerikanen zeggen dat zij al veel ervaring bij supersone snelheden hebben opgedaan met de superbommenwerpers B-58 en B-70. De laatste, die mach 3 kan bereiken, heeft nog niet eens ge vlogen, maar wel zijn er uitgebreide windtunnelproeven gedaan bij de uitwer king van het oorspronkelijke concept voor dit vliegtuig. Sceptici verwijten Bain, dat hij veel beter vooruit had kun nen komen als hij maar een keuze had gemaakt tussen de beide snelheidsgren- zen, mach 2,2 en mach 3. Er zijn, menen de sceptici, teveel vingers in de pap, te veel regeringsdiensten die elkaar tegen werken. Ten slotte vinden de sceptici, dat de Amerikaanse vliegtuigindustrie het met allerlei lucratieve opdrachten van het Pentagon te druk heeft om nog iets voor de burgerluchtvaart te willen ondernemen zolang de regering niet vrij geviger is dan tot dusver. Maar Bain heeft zijn antwoord klaar. „Wij gaan de Concorde niet namaken, al zouden we het kunnen. Wij willen dat de industrie kiest tussen de twee snel heidsklassen. De regeringsdiensten wer ken nauw en graag samen bij de uit werken van dit project. En wij hebben op ons eerste verzoek om gegadigden 43 antwoorden ontvangen, zodat wij ten minste twintig uitgewerkte ontwerpen tegemoet zien". En ten slotte: „de fa brieken hebben inderdaad gemeend dat ons vliegtuig een complete regerings aangelegenheid zou moeten worden zoals de Concorde, maar wij huldigen de op vatting dat een fabriek die er zelf geld in steekt zijn project strenger zal be oordelen en dus beter zal maken dan wanneer de regering klakkeloos geld fourneert". En dus wacht Amerika, ter wijl in Bristol het vliegtuig van de toe komst groeit. Prinses Sophie van Griekenland, de echtgenote van de Spaanse prins Juan Carlos, heeft in Madrid het leven geschonken aan een dochter. Verwacht wordt, dat het kind naar koningin Frederika van Grieken land zal worden genoemd. Op de fo to de gelukkige prinses Sophie en prins Juan Carlo met de baby. De Duitse pers is in oorlog met de radio en de televisie. Mis schien is het ook nog zo te zeg gen: de Duitse pers voert onder leiding van Axel Springer, de gro te Duitse krantenmagnaat, oorlog tegen alles wat met radio en tele visie te maken heeft. Axel Springer is de man, die na 1945 in een tochtige kelder en met een geleende schrijfmachine het Duitse perswezen weer overeind hielp. Thans, achttien jaar na de oorlog, beheerst hij 34 pet. van de gehele Duitse pers. Hij is in staat nog veel meer van de 1300 in Duits land verschijnende kranten te ko pen, maar, zo zegt men in zijn krin gen, hij doet het niet. Waarom niet, is niet helemaal duidelijk. In die achttien jaren bouwde hij een kran tenpaleis in Hamburg aan de Kai ser Wilhelmstrasze 6, terwijl bouw lieden, vlak aan de muur te Berlijn, een tweede imposante persburcht neerzetten, met een enorme licht krant die tot vijf kilometer in de oostelijke zone van Berlijn zichtbaar is. Dat bewijst wel de bijzondere uit gave van het Bundesverband Deut- scher Zeitungs verleger (een organi satie als de Ned. Dagblad Pers). Een blad, 24 pagina's vol met aanvallen op de monopoliepositie van de Duit se televisie, die in enkele jaren tijds miljoenen aan advertentiegelden inde ten nadele van de dagbladen en de tijdschriften. Nog kunnen de kranten zich staan de houden, maar een inkomstencij- fer, waarbij 70 pet. afhankelijk is van de advertentie-inkomsten en 30 pet. van abonnementsgelden en straatverkoop, is een wankele basis. De helft van alle advertenties komt voor in de weekendbijlage van de dagbladen en daarvan is weer 25 pet. alleen afkomstig uit de zoge naamde kleine advertenties. De reclame-televisie ontving in 1956 0,2 miljoen DM aan advertenties, in 1959 56,8 miljoen en dat is in 1962 gestegen tot 285 miljoen DM. Het aandeel, Hat de dagbladen ont vingen uit de totale som, bestemd voor réclame, liep eveneens op, maar lang niet zo snel als bij de televisie. De hoofdredacteur van het Hambur ger Abendblatt, Oskar Siemer, zegt er dit van: nog is het mogelijk de Wat is Axel Springer van plan, vra gen zij zich af? Wat wil hij met z'n „oorlog"? Heeft hij plannen voor een particulier televisie-station? Waarom zijn de aanvallen van zijn bladen zo fel, zo onbarmhartig, dat men overal en altijd er iets achter zoekt? Als een uitzending niet door gaat, om welke reden dan ook, staan zijn bladen vol met veronderstel lingen: is het SPD-invloed of heeft de CDU de hand er in? Heeft de regering iets verboden of zit er een minister achter? Zij weten het niet, maar verdedigen als oud-dagblad journalisten fel hun onafhankelijk heid. „Niets wordt ons voorgezegd, niets wijst op een ongeoorloofde in vloed van welke groep ook", zeggen zij. Zij geven toe, dat zij in een mono poliepositie verkeren, maar menen tegelijkertijd, dat het niet anders kan. En wat de reclame betreft: zij wijzen op de uitstekende manier waarop de winsten worden besteed. Talrijke culturele instellingen wor den er mee gesteund, terwijl een groot deel van het geld zelfs be steed wordt aan hulp voor ontwik kelingslanden. In Keulen is een soort opleidings school voor Soedanezen en andere jonge mensen uit ontwikkelingslan den. Ze worden opgeleid voor aller lei vormen van journalistiek. De gehele gemeenschap profiteert er van, menen zij en daarom is het onjuist dat oorlog wordt gevoerd tegen radio en televisie. Dr. Six, de man die voor Konrad Adenauer indertijd moest proberen een tweede televisienet te realise ren voor de Bondsstaat, welk plan mislukte, omdat radio en televisie werden voorbehouden aan de af zonderlijke staten, verklaarde ons: U kunt gelukkig zijn met Uw om roepsysteem, waarop wij jaloers zijn. Wij hebben er nogal wat moei te mee, omdat er rijke en arme om roepen zijn. Keulen bijvoorbeeld is zeer rijk. Andere omroepen zijn veelal stukken armer. Het zijn al lemaal staatsomroepen met een mo nopoliepositie. De Duitse pers voert oorlog tegen wat zij noemt de bevoorrechte posi tie van radio en televisie. Ze moet dat wel doen, zo hebben wij de in druk, op straffe van ondergang.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 27