IEDER EEN KANT UIT Je kunt Hem er niet buiten laten w r „Ik heb nog nooit over Kerstmis nagedacht", zegt een 20-jarig winkelmeisje. Een 18-jarige metaalar beider vindt: „Kerstmis? Wel een aardig feest met kerstbomen en zo. Naar de kerk? Nee". Een 21- jarige scholier antwoordt: „met Kerstmis wil ik nog wel eens naar een kerk gaan, de sfeer doet je toch wel iets, maar die is gauw verdwenen, zo na nieuw jaar en dan slaap ik weer liever zondagsmorgens uit. - lis wê z r. w-\-. tmggm *mm$ i 4 c/v~ 'v' IEDER EEN KANT UIT MET KERSTMIS. VOOR DEZE PAGINA SPRA KEN WIJ MET JONGE MENSEN UIT VERSCHIL LENDE KERKEN EN LE VENSBESCHOUWELIJKE RICHTINGEN OVER KERSTMIS IN DEZE TIJD LINKSBOVEN ONDER WIJZER J. VERBEEK. HIERBOVEN VAN LINKS NAAR RECHTS BRAM POPPE, MAGDA STURM EN AAD VAN DEN BOS. DAARONDER LINKS CORRIE VAN DE WOES- TIJNE EN RECHTS RIA WEEMAES. Hef sneeuwt in de straten van de stad. De dansende vlokken komen tot rust op een stapel kerstbomen op een pleintje, het wegdek en de trottoirs krijgen een dun laagje wit. Geen poedersuiker of iets dergelijks maar gewoon natte sneeuw, waarvan kin deren uitgelaten proberen sneeuwballen te maken. „Misschien wordt het nog een witte kerst", zegt een jongeman tegen zijn meisje. Het paartje loopt verstrengeld met vlugge stap tussen de warreling van wit door, sneeuwvlokken op jas en mantel, in de haren. Misschien nog wel een witte kerst in Nederl and. Het hoort er misschien bij. Het maakt de zaak wat romantisch, net zoals de kerstbomen en de kerstkransen, de kerstklokken en kerstliedjes. In Australië vieren de geëmigreerde Nederlanders Kerstmis in de zomer, met open serredeuren: „omdat het zo verschrikkelijk warm binnen is" (uit een brief). „Maar een kerstboom hebben we wel, want die hoort er echt bij" (uit dezelfde brief). ZEVENTIENJARIGE Ria Wee- maes uit Nieuw-Namen zegt het spontaan: „ik geloof niet dat er zoveel over Kerstmis wordt nage dacht. Je hebt de kerststal voor de kleintjes, je gaat naar de nacht mis, het orgel speelt kerstliedjes. Kerstmis is echt zo'n menselijk feest geworden. Maar je kunt Hem er toch eigenlijk niet buiten laten. Je moet Hem op je laten inwer ken, dan valt vanzelf de show weg. Je moet je openstellen en naden ken. Katholieken zouden een uit straling moeten zijn van Christus, het kerstfeest zou je daarbij kun nen helpen, maar het is erg moei lijk". Het zijn zaken, die Ria bezig houden. Ze leest nog wel eens kerkelijke boeken, het interesseert haar, als r.-k. gymnasiaste (hoogste klas) op het Jan- seniuslyceum in Hulst. Kerstmis is zo'n algemeen feest ge worden, iedereen viert het. Maar we doen het allemaal weer anders, de één gaat naar de kerk, de ander niet. Ieder een profiteert ervan, maar het eigenlijke kerstgebeuren, dat is moeilijk te begrij pen en te beleven. Het zou eigenlijk veel meer moeten worden beleefd". Eigen lijk zou alles moeten veranderen, maar daarvan merk je zo weinig. Wat het wil zeggen zou je ook moeten kunnen vie- dag uit elkaar gaan, naar onze eigen kerk. Samen doen zou dichter bij de op dracht liggen, die we hebben, dan apart. Er zijn hier in Grijpskerke wel eens van die diensten samen geweest, maar nu niet meer. Erg jammer". „Het hoort er toch bij in deze tijd, je hoort en leest over niets anders meer: samenwerken en samen doen, als het kan. Ik geloof dat het juist met Kerst mis zo goed zou zijn". Drie dagen telt Kerstmis. Drie dagen waarvan de eerste vooral bestemd is voor de kerk. „Het moeten niet alleen maar drie vakantiedagen zijn", zegt Brams vader opeens. Zijn zoon is het er roerend mee eens: „nee niet alleen va kantie. En het is bovendien een feest dag, dus daarom kerstkrans of iets an ders. Ja, dat hoort er toch wel bij. Het heeft met de sfeer te maken, maar dat moet het niet alleen zijn". Kerstmis kunnen we als humanist net zo goed vieren als de kerkelijke mensen, maar het zegt ons alleen niets. We kunnen er het accent van samen zijn aan geven: praten, onderling con tact, liefde geven aan elkaar, in het bij zonder in het gezin. Vooral als we met Kerstmis bij elkaar zijn, allemaal vrij zijn". Aad van den Bos (20) komt uit Rijswijk (Z.-H.), maar is tot eind dit jaar prak tisch werkzaam als h.t.s.'er bij de slui zenbouw in Terneuzen. In Terneuzen had hij nogal wat vrije tijd, hij was al de richting van het humanisme toege daan, maar in Terneuzen is hij officieel toegetreden tot het Humanistisch Ver bond, via het gewest Zeeland. „Ik ben min of meer naar het humanisme toe gegroeid. Ik ging wel op zondagsschool. Een kerstboom hoort er echt bij: „de den van mijn immer groene verwachting staat versierd met restanten van illusies haast zinnenloos in de kale kamer van mijn eenzaamheid" schrijft de dichter Frans Babylon. En Ben van Eijsselstein: „O Kerstnacht, die straalt door de eeuwen, neem weer van ons hart bezit; laat het sneeuwen, Heer, laat het sneeuwen, maak een donkere wereld wit." En weer Frans Babyion: „in bethlehem waken arabische soldaten en schieten israëlische schapen dood om ze te roosteren in 't houtvuur van hun felle haat." „Met Kerstmis samen één voelen: samen naar de kerk gaan". „Hef is toch wel vreemd: met Kerstmis gaan de mensen verschillende kanten uit, ieder naar een andere kerk en ze gaan toch uiteindelijk met hetzelfde doel". „Kerstmis: je- kunt proberen méér voor een ander te zijn dan in je gewone doen, de hele sfeer eromheen werkt eraan mee". Dit zijn opmerkingen van jonge mensen uit verschillende kerken en met een gevarieerde levensbeschouwing, van verschillende leeftijd. „Wat betekent Kerstmis voor jou?" was onze vraag. „Horen al die romantische zaken eromheen ook bij Kerstmis of gaaf het om hef kerkelijk feest, kan het samen gaan?" Een paar vragen en een reeks, gevarieerde antwoorden. „Kerstmis is er voor alle mensen", „waarom kunnen de kerken dit kerke lijke feest dan niet meer samen vieren?" een vraag die wij verschillende malen hoorden. Een vraag in een antwoord. Een vraag, die past in deze tijd, waarin de kerken in be weging zijn. Of zoals één der jonge mensen het noemde „samen kerstfeest vieren zou dichter bij de opdracht zijn dan apart". ren. Ik zou zelf ook willen, dat het me meer zei en dat het een meer godsdien stig feest wordt voor iedereen". De kerkdienst wil ze niet zien als iets wat er zomaar aanhangt, maar werke lijk als een belangrijk deel van het kerstfeest, de kerkdienst in de eerste plaats, daarna het feest thuis, met de kerststal, die toch voor de kleintjes het kerstgebeuren wat duidelijker maakt. Maar de kerkdienst: „er zouden meer uiterlijke dingen moeten veranderen. Dat is bijv. het latijn. De gebeden daar zou je veel meer mee kunnen doen, als ze in het Nederlands waren, dan kun je ze veel meer beleven. Misschien zou den ook de echte dingen meer naar vo ren moeten komen: dat Hij is gekomen. Je zou ervoor moeten zorgen, dat gods dienst iets groots wordt. We doen van alles aan alle mogelijke wetenschappen, maar de godsdienst blijft achter". „De beleving van de godsdienst zou meer in een gewone vorm moeten wor den gegoten, meer in gewone taal. De gedachte blijft natuurlijk hetzelfde, maar we zijn zo ver van een vurige godsdienstbeleving komen af te staan. Ik geef toe dat het een kritische hou ding is. Wat ik er zelf aan zou kunnen doen? Misschien als ik het mysterie van de menswording beter kende, als ik er meer tijd aan besteedde om er over na te denken. Maar je moet zoiets ook sa men doen: samen met parochieleden, niet alleen maar naar de mis gaan, niet alleen maar zingen van het Kerstkindje, maar meer samen bidden en erover pra ten Er zou meer moeite voor moeten worden gedaan, voor het bijbellezen bij voorbeeld. Het moeilijke is, dat je als jongeren er met elkaar soms zo moeilijk over kunt praten. Toch zou het nodig zijn. Dan krijgt het kerstfeest ook meer inhoud." Een zondagavond in een landbouwers gezin op Walcheren: het theewater pruttelt op de kachel. De vrouw des huizes leest, de man leest, de kinderen lezen. Iedereen is, rond de tafel gezeten, bezig met boek, krant of tijdschrift. Maar toch luisteren ze allemaal wel met een half oor mee, als Bram Poppe, 22- jarige hervormde landbouwerszoon in Grijpskerke zegt: „het is misschien een tekortkoming van de kerken en van de mensen, dal we wel allemaal in hetzelf de geloven, maar toch precies op kerst ben uit een protestants gezin afkomstig. Omdat ik niet gelovig ben ga ik niet naar een kerk. Ik wil de richtlijnen vol gen. waarin ik echt geloof en ik geloof, dat dat de ideeën van het Humanistisch Verbond zijn. Dat komt vooral door le zen over de evolutietheorie. Het buiten kerkelijke trekt mij aan in het Verbond en de richtlijn: het gericht menselijk- zijn, het bewust-menselijk zijn". Het gericht menselijk zijn wil Aad v. d. Bos zien als „mensen, die niet kerkelijk zijn en zich eenzaam voelen betrekken in gespreksgroepen, hun zelfrespect te geven. Dus: goed zijn voor anderen, in net dagelijks leven anderen ophalen, die in de put zitten. Ze brengen ergens tussen hoog moed en minderwaardigheidscomplex. De mensen kunnen in het algemeen wel menselijk zijn, maar ze zullen het niet bwust zijn. Christenen niet? Ja, ook wel, maar het komt zo dikwijls niet tot uit voering. Neem bijvoorbeeld de strijd tussen de christenen van verschillende kerken: dan leef je toch niet menselijk. De richtlijnen van het christendom zijn toch liefde geven. Wat het geloof be treft kunnen de mensen soms zo ontzet tend egoïstisch zijn". „Ik heb veel gepraat, met gereformeer den bijvoorbeeld en met rooms-katholie- ken. Ik kwam dikwijls tegen, dat men sen, die gelovig zijn er zo moeilijk over kunnen praten. Dat begrijp ik niet. Hu manisten kunnen er, geloof ik, toch echt wel gewoon over praten. De humanisten willen proberen het geloof positief en objectief te bekijken, maar naast het geloof voortgaan, dat hoeft niet anti kerkelijk te zijn. We willen ruim van opvatting zijn. En zeker niet verstarren in onze opvatting". Een elektronisch orgel in de ene hoek van de kamer, een omvangrijke boe kenkast in een andere (jaargangen van het r.-k. maandblad Dux, Freud en de andere psychologen, veel werken van Luther, prof. Berkhouwer). Daartussen: bij de haard, met de anderhalfjarige Hil da op zijn schoot, zit onderwijzer J. Ver beek, 28 jaar, geboren in Alphen aan de Rijn, sinds oktober 1959 verbonden aan de school van de gereformeerde ge meente in de stad Tholen. De heer Verbeek (m.o.-akte, pedagogiek en psychologie, nu bezig voor kandi daatsexamen aan de Vrije Universiteit) buigt zich voorover (Hilda is van zijn lcnie gekropen en gaat er met het pakje sigaretten van zijn ondervrager van door. Mevrouw Verbeek zet koffie in de keuken). „Dat elektronische orgel? Gis termiddag hebben we hier met een stuk of vijftien meisjes zitten zingen. Met Kerstmis doe ik dat thuis ook: liederen, die met het feest te maken hebben: de Lofzang van Zacharias, van Maria, Si meon, uit de psalmenbundel. Die liede ren staan volgens mij in het nauwste verband met de Bijbel. Stille Nacht en al die versjes zijn secundair. Ik speel en zing ze wel, maar dat wil niet zeggen, dat ik het met alles eens ben. Op scnool zingen we ook bepaalde kerstversjes, maar allereerst natuurlijk de psalmen. We kennen bijvoorbeeld de liederen van Revius en Jan Luyken" „Hoe we het kerstfeest uitdragen aan de kinderen op school? In elke bijbelse geschiedenisles staat Christus centraal, of het nu Genesis is, of dat we vertellen van Jozef, van David of van Jericho, altijd komt het weer op Christus neer. Luther zei: Ik zou nooit anders willen preken, dan van Jezus Christus en Zijne gerechtigheid". „Die gerechtigheid, daar gaat het om, de gerechtigheid van Christus. Dit is het wezenlijke van het kerstgebeuren: het onmogelijke is mo gelijk gemaakt: God uit God geboren, wie kan dat verstaan Dus het kerst feest wil zeggen door de komst van Christus is er de rechtvaardiging van de zondaars. De kerstboodschap wil ook zeggen: dat is de mens alleen in Chris tus voor God rechtvaardig is en buiten Hem verloren is. Of om met Luther te spreken: wil men ooit de volle realiteit van het behouden-zijn in Christus be leven, dan zal men ook beleven, dat het buiten Christus en Zijne gerechtigheid voor de mens totaal verloren is. En om te kunnen zeggen „Gij zijt het Licht", moet men beleven, dat het buiten Hem ontzaglijk duister is en om te zeggen „Gij zijl het Leven" moet men beleven, dat buiten Hem de dood is. Het is voor de natuurlijke mens niet zo moeilijk en ónmogelijk van zijn kant om in eigen duisternis, dwaasheid en verlorenheid te geloven als dat in Christus het behoud ligt" „De kerstboodschap is vreselijk heerlijk, maar ook heerlijk vreselijk. Daarmee wordt dit bedoeld: Voor allen, wie de boodschap van Christus niet aan vaarden, zal deze boodschap heerlijk vreselijk zijn. „Aan het einde van al Zijn werken zal alles Zijn gerechtigheid roe men", dus zowel in positieve als in ne gatieve zin: de zaligen in de hemel, de verdoemden in de hel, positief en nega tief geladen, maar alles draagt tot zijn glorie toe. Dus God blijft zelf even heer lijk, dat is een deugd van Hemzelf, zo als rechtvaardigheid, liefde, barmhartig heid, goedheid deugden zijn". Met Kerstmis naar de kerk: natuur lijk, dat is het belangrijkste. Wat is 'n kerstboom, wat andere versieringen het zijn bijkomstigheden. De kerstboom is in sommige gezinnen zeker een ge zelligheidsfactor, maar het woord „bij komstigheden" is toch eigenlijk niet goed gebruikt, het is toch een 'verwor ding: de kerstboom wijst niet heen naar het kerstgebeuren. Een kerststal is he lemaal een zwaar romantische overdre venheid, die kan wegvoeren van het kerstgebeuren". Op Kerstmis heeft de Gereformeerde Gemeente van Tholen drie diensten: om 10 uur. half drie en om half zeven. Nee geen speciale dingen. Iedere dienst is toch speciaal? Er is een „gewone" kerstpreek, geen wijdings- of zang- dienst. De vraag, waarom hij met Kerst mis naar de kerk gaat, brengt onder wijzer Verbeek diep aan het nadenken. Dan komt een zorgvuldige formulering: allereerst omdat God het gepredikte woord wil gebruiken om de mensen te benaderen, dan: de mens daarentegen moet het diepste verantwoordelijkheids besef bezitten om dit woord te horen en ten derde: vooral bij dit hele belangrijke heilsfeest zou ik mij dieper verantwoor delijken maken, ik zou de stem van mijn geweten (God) horen als ik mij er aan onttrek. Het is een zich niet dürven ont trekken aan de prediking des Woords. Daarom zéker met Kerstmis naar de kerk gaan. Hoewel ik de kerstprediking geen andere graad mag geven dan de predikingen op andere zondagen, zou ik toch de kerstprediking in graad van het diepste hoger willen zien staan. De Bijbel moet je overigens als één harmo nisch geheel zien". „De andere kerken en Kerstmis? Ik zou gerust eens naar de hervormde kerk kunnen gaan om te luisteren. Maar dan komt er het onvermijdelijke: het kiezen van welke prediking staat voor mij het dichtst bij het Woord. Of ook andere kerken de beleving van het kerstgebeu ren benaderen, dat hangt ervan af hoe zij het Licht beleven, dus dan komt weer Luther: in een volledige duisternis kun je pas het licht zien en je kunt pas zeg gen: Gij zijt het Leven, als je daarbij kunt zeggen: dan ben ik de dood". Daar heb je nou wat ik zo fijn vind: Kerstmis met iedereen in de vei linghallen. Bij dit feest komen de kerken heel dicht bij elkaar. Het idee, dat een kapelaan en een dominee iets zeggen over dat kerstfeest. Het had toch wel echt de idee van Kerstmis vieren, lag misschien ook aan de stemming van het moment, maar toch was het iets geweldigs". „Maar die veilingsamen komst is toch niet het hoofdgedeelte. Als ze werkelijk de puntjes op de i zet ten. dan zouden ze niet bij elkaar kun nen komen". „Als je allemaal precies in je eigen hokje was, dan hoorde je nooit iets anders". Magda en Rinus zijn het niet helemaal eens. Magda Sturm (25, hervormd, lerares naaien op de Goese vakschool voor meisjes) en Rinus Zandee, 26-jarige landbouwer uit Bieze- linge, gereformeerd. Overigens voor de goede verstaander: ze vormen een paar, ondanks dat vermeende geschilletje. Magda: „een heleboel mensen, die nooit iets met de kerk te maken hebben ge had, hebben nu gezien, dat de verschil len toch niet zo erg zijn". Rinus: „de hoofdpunten niet, maar als we van het geloof uitgaan: Christus is het middel punt". Rinus en Magda zijn het er wel over eens, dat die veilingbijeenkomsten je toch „ergens" wel iets doen, zoals ook (voor Magda) de kerstvieringen op de padvinderij en op school. „Je kunt in gezin of groep het kerstfeest beslist nog verder meebeleven, dat je al in de kerk doet, door samen nóg eens het kerst evangelie te lezen en erover te praten en dat is ook zo op de zondagsschool", vindt Magda. „Het brengt iets bepaalds bij je, iets om over na te denken, noem het sfeer. Ik kan me voorstellen, dat ook een kerstboom en kaarsen daarbij kun nen helpen, als de mensen maar niet in die sfeer blijven hangen. Rinus: „aan die sfeer wordt wel ontzettend veel ge daan. Dat hoeft niet te zeggen, dat het werkelijke kerstfeest wordt verdrongen, maar als die sfeer er niet was, dan werd het misschien niet zo gevierd bij veel mensen. Ook met andere kerken zou je samen Kerstmis kunnen vieren, maar dan krijgt je toch meer iets als een kerstzangdienst. Als het werkelijk met een preek gaat, komt toch in de preek de overtuiging tot uiting. We kunnen wel als méns samen, maar niet als Kérk!" Eten, drinken en vrolijk zijn. Jam mer dat dat voor veel mensen Kerstmis is. Door het wereldlijke feesl is dat voor velen de enige kerst. Maar om een echt kerstfeest te vieren, dat is moeilijk. Je zou het meer in je zelf moeten kunnen doen. Ik probeer meer over Kerstmis heen te kijken naar de wederkomst. Daarnaar verlang ik, het is zo lang geleden. Het feit van Kerstmis is er natuurlijk wel, maar dat zou je dan ook zelf moeten beleven. Als je een preek gehoord heb, heb je er wel meer aan. Het komt misschien ook door dat je ouder wordt. Om echt Kerstmis te vieren moet je toch wel in een kerk zijn, maar dan niet alleen een preek, het gaat om het samen éénvoelen, om de gemeenschap". Dat zegt Corrie v. d. Woestijne (19). gezinsverzorgster in Zierikzee. Corrie is gereformeerd. Ze vindt haar mening niet zo belangrijk. ,„De Bijbel is belangrijker". Rond die bijbel zouden de mensen meer moeten samenkomen met Kerstmis, is haar mening. „Samen kerken zou meer moeten gebeuren. Als er geen gereformeerde kerk was hier op Schouwen? Dan kun je toch altijd ook in een andere kerk terecht. Christus is gekomen voor alle mensen, van alle ran gen en standen en rassen. Waarom da.i niet Kerstmis samen vieren?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 19