KERSTPUZZEL VOOR HELE GEZIN
SLUIPERS VAN
WINTERNACHT
SCHRIJVEN
HUN VERHAAL
e
1"
Advies: begin
op een kladje
E
0
D
0
z
D
E
D
L
0
E
<-
L
E
S
Sporen in
de sneeuw
Soms, op een koude ochtend, is het
allemaal zilver. De rijprafels hangen
aan alle takken. Zelfs een doodgewo
ne pol gras wordt een kostelijk win-
terschilderijtje. De rijp ontneemt aan
het winterse landschap zijn grimmig
karakter. En des avonds lijkt het zelfs,
alsof het niet donker wil worden door
die zilveren glanzing om al het hout.
Dat die grauwe mist zo'n schoonheid
kan scheppen! Myriaden ijskristallen
zijn het, waar nevel en vorst samen
verantwoordelijk voor zijn.
Soms is de winter een kleine wereld
met modder en mist. Daar hebben de
eenden dan hun plezier aan. Al dat
water! En juist in hun hoogtij. Of eigenlijk,
hun verlovingstijd. Het overgrote deel van
de wilde woerden is gepaard, voor het
nieuwe jaar zijn intrede doet.
In zo'n natte, milde winter, hebben de vogels
het goed. De watersnippen behoeven niet
verder zuidwaarts te gaan, omdat ook hier
de bodem niet bevriest, integendeel: ze is
weker dan ooit, zodat de lange snavel naar
hartelust kan zoeken naar wormen en lar
ven. Zelfs trekkieviten wachten ten onzent
het nieuwe voorjaar af. En in januari bloeien
de hazelaars al, de eerste lentetooi in het
kale hout, spoedig gevolgd door de glorie
decoratie van de witte elzen.
Maar het is wel wat voorbarig nu al aan het
voorjaar te denken, zelfs te vroeg om op
een milde winter te rekenen. Het barre jaar
getijde begon nog maar net, al gaf de late
herfst reeds een voorproefje van Thialfs bru
te regime. Met de sneeuwmassa's van vorig
winterseizoen nog voor ogen, hoopt eigen
lijk niemand op weer zo'n witte wade.
Maar wandelt niettemin ook dit seizoen de
witte speurhond weer met u mee door veld
en bos, peur dan wat interessants uit de
prenten, die hij u aanwijst. Want in de
sneeuw schrijven de geheimzinnige sluipers
van de winternacht de geschiedenis van hun
jachtavonturen. In het duister zijn bunzing,
hermelijn en wezel op pad en indien er geen
sneeuw ligt, heeft men weinig weet van hun
presentie. Op een beetje van die witte win
terregen hoopt iedere wandelaar wel; zeker
de jachtschut. Want de groenrok kan nu de
bunzing opsporen, ontdekt het prentensnoer
van de vos, wiens aanwezigheid hij tot dan
slechts vermoedde en vergenoegd kijkt de
wildhoeder naar de hazensporen: er bleef
toch nog wat over na de jacht.
Doet de wandelaar de moeite zo'n ha
zenspoor na te lopen en dan moet
het bij voorkeur pas in de nanacht
opgehouden hebben met sneeuwen, zodat
de prenten die hij ziet (twee vooraan naast
elkaar van de achterpoten (I), twee daar
achter, in één lijn, van de voorlopers) naar
het leger voeren dan ontdekt hij hoe
listig de langoor is, hoe grondig hij een on
gestoorde dagslaap voorbereidt.
De haas gaat niet rechtstreeks naar zijn pot.
Vijanden zouden hem te gemakkelijk ont
dekken door slechts zijn prenten te volgen.
Daar huppelde de langoor langs een akker-
wal en nu lijkt het, alsof een tweede haas
dezelfde route volgde. Onverwacht houdt de
prentengeul in de sneeuw op, alsof langoor
vleugels had, waarmee hij zich boven de
witte wereld verhief. Men staaf even ver
bijsterd te kijken, tot het doordringt, dat de
grote knager op zijn eigen spoor teruggelo
pen is. Wel dertig meter. En waar dat dub
belspoor van klauwafdrukken begonnen is,
staat men weer voor een raadsel. Geen
sporenrij, die hier naar links of rechts af
buigt!
Wel, op een pas of vier afstand, een kuiltje
in de sneeuw. Kijk maar eens goed, daar
drukte Langoor alle vier klauwen bijna op
dezelfde plaats in het weke winterkleed en
vervolgens maakte hij nog een drietal van
die merkwaardige sprongen, voor zijn ge
wone sporenbeeld weer staat afgedrukt. Men
gaat verder en opnieuw is er een dubbel
spoor en weer die minieme pootafdrukken
en staat men ten slotte voor langoors leger,
dan is de pot leeg. De spoorlezer scharrelde
zo lang in de prentenpuzzel rond, dat de
haas alle tijd kreeg ongezien te verdwijnen.
Diezelfde hazen zorgen ook voor een
vleugje lente in de nawinter. Bij pret
tige weersomstandigheden, achter in
december, laten de moerhaasjes in hun pren
ten een geur achter, die voor de rammelaars
plezierige perspectieven opent. Met de neus
op de grond, voigen ze haar en tegen oude
jaar ziet de jager vaak twee of drie lang
oren rijzen binnen een straal van nauwelijks
tien meter. En één is er dan immer een moer
tje! Dat geeft soms in januari al, meestal in
sprokkelmaand, gezinsuitbreiding. Een twee-
tallig kroost, dat het heel onplezierig krijgt,
wanneer in hun prille bestaan het dooiwater
wat onstuimig op komt zetten.
Wat deze winter ook brengt, de wandelaar
kan zijn vreugde beleven aan het buiten-
ONZE Kerstpuzzel 1963 is bestemd om hele
huisgezinnen dagenlang in onderlinge wedijver
bezig te houden. Hun vindingrijkheid en geduld
bepalen de kans op een prijs. En niet alleen de
kans op een prijs!
In elk van de elf vierhoeken in de Kerstboom
moeten vijf woorden van vijf letters worden in
gevuld, zodat in horizontale richting dezelfde
woorden komen te staan als in verticale rich
ting. Welke woorden? Dat mag, nee dat moet
U zelf kiezen. Mits ze maar voldoen aan de
eisen die wij straks zullen noemen.
Wij geven hieronder een voorbeeld, maar dan
met een vierkantje van vier hokjes. Per vier
hoek komen dezelfde woorden dus tweemaal
voor. Wij moeten echter de regel stellen dat
hetzelfde woord in de hele puzzel dan verder
niet meer voorkomt.
Slechts de volgende woorden mogen worden ge
bruikt:
1. Alle goede Nederlandse woorden, eventueel
terug te vinden in een van de grote Neder
landse woordenboeken: Van Dale, Koenen-
Endepols en de voorkeurspelling van de Woor
denlijst van de Nederlandse taal.
Daartoe behoren uiteraard ook woorden, die in
geburgerd zijn, zoals „nylon", „annex" etc.
Geen eigennamen.
2. Werkwoordsvormen. Dus: „gaan", maar ook:
„Ga", „gaat", „gaand" etc.
3. Nederlandse plaatsnamen en buitenlandse
plaats- of landsnamen maar dan in de ge
bruikelijke Nederlandse schrijfwijze. Dus niet
„Wien", maar wel „Wenen", niet „Paris", maar
wel „Parijs" etc.
4. Bijvoegelijke naamwoorden met geslachts- of
meervoudsuitgangen. Zo is „brede" toegestaan
naast „Breed".
...voorbeeld...
5. Naast enkelvouds- ook meervoudsvormen van
zelfstandige naamwoorden, „benen", „peren"
etc.
6. Verbuigingen van voornaamwoorden: „onzer",
„dezer", „mijner" etc.
Bij het invullen van de hokjes mag om het
niet al te moeilijk te maken de „y" ge
schreven worden als „ij". De y in nylon
mag dan gebruikt worden als de ij in Parijs. Maar
„ij" wordt gerekend als één letter. Wanneer men
b,v. in twee naastliggende hokjes een i en een j zou
neerschrijven, worden deze niet als ij of y ge
accepteerd. „Parijs" is dus goed, maar „drijf" niet,
omdat het volgens onze regels geen vijf, maar
vier letters heeft.
Het grote succes van dergelijke puzzels heeft ge
leerd, dat hoe moeilijk het ook moge lijken, er een
schat van vijfletterige goede Nederlandse woorden
is, waaruit de vindingrijke puzzelaars kunnen put
ten.
De grootste moeilijkheid waarvoor wij de oplossers
stellen ligt dan ook niet in de kunst om de blokjes
in de Kerstboom vol te krijgen met deugdelijke
woorden. Het moeilijke komt nog. De oplossers
hebben namelijk wel de keuze uit alle letters van
het alfabet, maar niet alle letters hebben voor ons
doel dezelfde waarde. We hebben elke letter een
puntenwaarde gegeven, en hoe „duurder" de let
ters zijn die U in de oplossing gebruikt, hoe groter
de kans op een prijs.
Onze puntenwaardering is dit jaar als volgt:
c, q, x, z 7 punten
j, v, w, y (ij) 6 punten
b, g, o, p 5 punten
h, k, r, u 4 punten
f, i, m, s 3 punten
d, e, 1 2 punten
a, n. t 1 punt
Van iedere deelnemer moeten wij vragen, dat hij
achter iedere horizontale rij het totaal van de
waarde van de ingevulde letters van die rij invult
in de verticale kolom naast de Kerstboom. Hij
komt dan tot een totaal van 21 onder elkaar ge
schreven getallen. Die getallen moet hij ten slotte
optellen en het totaal moet in de daarvoor be
stemde ruimte aan de voet van de optelling wor
den ingevuld. Om dat totaal gaat het. Wie name
lijk het hoogste totaal van alle inzenders heeft is
de winnaar van de eerste prijs. Zouden er meer
inzendingen zijn met hetzelfde totaal, dan is be
slissend voor de toekenning van de eerste prijs
het hoogste totaal op de 13de rij van de Kerst
boom. Als ook dat nog geen beslissing zou bren
gen, dan beslist het hoogste totaal op de 17de rij.
Winnaars van de tweede en derde prijs zijn
degenen, die het maximum van de eerste
prijswinnaar halen, maar die op de 13de
of anders op de 17de rij tot lagere totalen komen.
Is er maar één deelnemer met een maximum dan
gaat de tweede prijs naar degene die op één na
het hoogste totaal heeft bereikt. Zijn er diverse
inzenders met ditzelfde totaal, dan wordt op de
zelfde wijze beslist als hierboven aangegeven. En
volgens dezelfde procedure wordt ook de vierde
prijs toegekend.
EERSTE PRIJS: 25 GULDEN
TWEEDE PRIJS: 15 GULDEN
DERDE PRIJS: 5 GULDEN
VIERDE PRIJS: 5 GULDEN
Op iedere naam mag slechts één oplossing wor
den ingezonden. Komen twee identieke oplossingen
van verschillende oplossers voor een prijs in aan
merking, dan delen zij de prijs.
Oplossingen moeten uiterlijk maandag 6 januari
1964 bij onze redactie, Walstraat 58-60, Vlissingen,
binnen zijn. De uitslag wordt zo spoedig mogelijk
in ons blad bekend gemaakt. Correspondentie over
opgave en uitslag kan niet worden gevoerd. De
uitspraak van de jury is bindend.
Wat men moet inzenden is de volledig ingevulde,
uit deze krant geknipte Kerstboom, mét de vol
ledig ingevulde optelsom en het totaal van die
som. Naam en adres van de inzender moet met
blokletters op de inzending zelf vermeld worden.
In de linkerbovenhoek van de met twaalf cent ge
frankeerde enveloppe moet worden vermeld:
KERSTPRIJSVRAAG.
Wij mogen U ten slotte nog een goede raad
geven: Begin op kladjes te werken en blijf
dat doen tot U aan inzending toe bent. Het
kan best zijn, dat U, als U meent al helemaal klaar
te zijn, plotseling weer op nieuwe mogelijkheden
komt, die hogere totalen geven.
En dan rest ons slechts U bijzonder veel plezier
toe te wensen. En succes!