Jz 1° Ul Sinterklaaspuzzel met elf prijzen SINT EN PIETEN WAREN ZEEZIEK EEN WAARDEBON VAN 25,- VIJF WAARDEBONNEN VAN 10,- VIJF WAARDEBONNEN VAN ƒ5,- PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT e i Id e 1 It e J ir al ■w el in dl In je s 1 iG r i e I |m al nb e Ja r Je 1B e Ja Ir Jp Jm r Jo Mi lu 1T °l 1s 1 Ip p 1G iJ| J I 0| 1G T| 1 K °l P Al W| A Bl °r Ja 11 Bl jz IJ ]w 1 9 L Al JU Hier ziet U vijfendertig sinterklazen, die niets dan wartaal staan te dazen... Aan U de taak, ze op een rij te leggen, zodat ze samen een oud lied gaan zeggen'. OGTKO...JEISO...WINHE.... Ja, het is waar, het is wartaal, wat op de 35 sinterklaasjes afzonderlijk te le zen valt. Wie evenwel het voorschrift, hierboven gege ven, volgt en de 35 sinterklazen uitknipt en goed op één rij legt, die zal ontdekken, dat op deze 35 mannetjes één tekst staat in drie regels ondei elkaar! De sinterklaas die de rij opent, is herkenbaar aan de extra duidelijke D. De tekst van het oude liedje begint dus met de letters DA. U moet dus beginnen met ach ter dit DA enkele goed-passende letters te zoeken in de bovenste twee vakjes van een der andere sinterklazen... Let wel: de witte vakjes geven de open ruimten tussen de woorden aan! Begrijpt U dus vooral goed: in het begin moet U alleen letten op de bovenste twee vakjes van elke sinterklaas! Wij herhalen wat hierboven ook al staat; de oplossing staat over alle 35 sinterklazen heen, in drie regels onder elkaar! Vooral in het begin is het zoeken, proberen, schuiven... De eerste loodjes wegen in dit geval het zwaarst! Het is alleen een kwestie van doorzettingsvermogen om tot het goede resultaat te komen daarom kan iedereen, van zes tot zes-en-negentig jaar, deze puzzel oplossen. Het gedichtje dat als oplossing gevonden wordt, is een oud rijmpje gevonden op een 18de-eeuwse oortjes- of kin derprent, voor deze gelegenheid in moderne spelling overgezet. SCHEEPSJOURNAAL VOOR DE JEUGD VRIJDAG 15 NOVEMBER 1963 Editie Zeeuws-Vlaanderen EEN KLAZENRAADSEL a r R 'f I K. Oplossingen van onze sinterklaaspuzzel kunnen gezonden worden naar: Kantoor P.Z.C., Arsenaalstraat 2, Terneuzen. Op de enveloppe s.v.p. Sinterklaaspuzzel" vermelden. Voor de goede oplossingen stellen wij als prijzen beschikbaar: te besteden bij onze adverteerders. Inzendingen moeten voor 3 december a.s. in ons bezit zijn. (Van onze speciale verslaggever) CADIZ (P P) „Alle hens aan dek!", brult de kapitein van de Santa Maria. Dadelijk rennen we allemaal naar boven. Er is een behoorlijke storm komen opzetten en we zitten met ons schip in de Golf van Biscaje, dat is iets wat weinig goeds voor spelt. De Golf van Biscaje, ook wel genaamd „het zeemansgraf", is be rucht om de vele zware stormen die er voorkomen en wij weten dus wat ons te wachten staat. Gelukkig is de Santa Maria een goed schip, wel klein maar solide gebouwd en onze kapi tein en bemanning zijn ervaren zee lieden. We zullen het ongetwijfeld wel klaren. Het enige waarover we ons bezorgd ma ken, zijn onze passagiers en de lading. Wij vervoeren deze keer een voorname gast en wel Sint-Nicolaas. de kindervriend bij uitstek en zijn grote groep zwarte Pieten, alsmede een vrij kostbare lading in het ruim, bestaande uit de presentjes, tie de goedheilig man uit Spanje meeneemt. We zijn op weg naar Nederland, waar de sint in Amsterdam zijn intocht zal houden. Elk jaar weer maakt de sint deze reis, maar aan de stormen went hij nooit, daar voor is hij teveel een echte „landrot", even als trouwens zijn Pieten. Als de kapitein zijn bevel: „Alle hens aan dek" brult, komen tot onze grote verwon dering ook de sint en zijn Pieten uit hun verblijven naar boven. Maar dat is iets dat niet in de bedoeling ligt. Heel beleefd maakt onze kapitein de sint hierop attent, maar deze meent, dat in zo'n geval het bevel ook anders moet klinken. Zachtjes mopperend verdwijnen sint en de Pieten weer naar hun verblijven. Uiteraard hebben wij gedurende de storm onze han den vol en kunnen we ons vrijwel niet met de passagiers bemoeien. Ons schip is maar klein en eigenlijk niet op vervoer van passagiers ingericht. Maar de sint heeft het (zoals dat heet) gechar terd en nu zitten we dan in de zorg. Wat zouden de kindertjes wel zeggen als de stoomboot dit jaar eens niet aankwam? Natuurlijk wil de kapitein zijn gasten zo goed mogelijk verzorgen, dus vraagt hij na enige tijd aan mij eens een kijkje beneden- deks te gaan nemen om te zien hoe onze passagiers het maken. Wanneer ik beneden kom, ontrolt zich voor mijn ogen een verschrikkelijk schouwspel. Onze gasten zijn allen ernstig zeeziek. Zelfs de Pieten zien bleek en de goede sint zucht en steunt, ,,'t Is dat ik het voor de kinderen doe, maar als ik dit van tevoren had geweten, zou ik liever in Ma drid zijn gebleven!" stamelt hij voor zich uit, terwijl hij met de ellebogen op de tafel leunend met zijn handen het hoofd onder steunt. Enkele Pieten zijn er heel ernstig aan toe. In weerwil van zijn eigen minder aange.- name gesteldheid weet de sint zijn knechten nog op te beuren. Bemoedigende woorden komen over zijn bleke lippen en geven zijn knechten nieuwe hoop. Het is niet alleen voor onze passagiers een opluchting wanneer de storm na een halve dag gaat liggen, ook de kapitein en de be manning zijn blij. Dadelijk hebben de Pieten weer veel praat jes. Ze doen hun ochtendgymnastiek, pre cies volgens het lijstje oefeningen dat de sint voor zijn knechten samenstelde om ze in voortreffelijke conditie te krijgen. Ze kauwen weer op hun bubbelgum en de goede sint verdrijft de verveling door aan de verschansing wat te gaan vissen. Wanneer we Amsterdam naderen, wordt de activiteit opgevoerd. De knechten spoeden zich naar de ruimen om de lading alvast naar boven te brengen, opdat er snel kan worden gelost. Een aantal van de Pieten die dit jaar voor het eerst de grote reis naar Nederland meemaken, zijn zo nieuwsgierig naar het koude, vlakke landje aan de zee, dat ze hun ongeduld niet kunnen bedwingen. Ze klimmen als apen in de masten om op die manier zo ver mogelijk te kunnen zien. De uitroepen die we opvangen bevestigen, dat het land dat zij zien volop aan hun ver wachtingen beantwoordt. Fijne hoge daken en veel regenpijpen. De douane komt aan boord en controleert nog even alle papieren, zoals de invoerver gunningen voor de cadeaus en de werkver gunningen voor de Pieten. Alles is tip-top in orde en wanneer het schip aan de kade meert, kan het feest beginnen! De goede sint is weer in het landt Twee knechten namen de taak van de roergange voor een ogen blikje over en wilden wel eens sturen. Maar die malle Pieten trok ken elk een andere kant opl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 21