PUZZEL- rubriek
zaterdagnummer
Zaterdag 2 november 1963
Drijvend op een
zijtje spek
Oij zal er wel niets achter gezocht heb
ben, die Terneuzense slager. Te
recht, want het was een bestelling, zoals
hij er dagelijks tientallen kreeg: een
flinke zij spek en een maaltje oren en po
ten. De oren en poten waren bestemd
voor de snert, dat had de slager wel
kunnen raden, maar hij zou nooit kun
nen bevroeden, welke bestemming de
kopers aan zijn malse zij spek zouden
geven. „Wij hebben er de scheur mee ge
dicht, die was ontstaan, toen de boeg
van het schip bij het binnenvaren van de
haven even de strekdam raakte
Glimlachend haalt de oud-kapitein van
de Provinciale Stoombootdiensten in
Zeeland, de thans 66-jarige J. de Vuijst
te Vlissingen deze herinnering op. „En
't werkte nog prima ook. Geen spatje
water drong er daarna nog naar binnen.
Ik moet zeggen: het spek hield zich
prachtig. We zijn zonder verdere repa
ratie teruggevaren naar Vlissingen,
waar het schip natuurlijk in het dok
moest".
Dekknecht is De Vuyst geweest op de rader
boot „Zuid-Beveland" en nog enkele an
dere veerponten, die op de Westerscheldeve-
ren voeren. Het voorvalletje met de zij spek
heeft hij meegemaakt op de lijn Vlissingen-
Borssele-Terneuzen-Hoedekenskerke-Hans-
weert. Het staat hem nog duidelijk voor de
geest: er hing die dag een dichte mist over
de Westerschelde. Met veel geluk was de veer
boot al de nauwe doorgang van het Stoom-
botengat tussen Borssele er Terneuzen gepas
seerd en toen men Terneuzen naderde, stond
daar onzichtbaar voor de mannen op de
veerboot op de strekdam een van de ponton
knechten met een handtoeter. Het geluid, dat
de man voortbracht bereikte weliswaar de
veerboot, maar bij het binnenvaren van de
haven raakte men toch even de strekdam.
Enfin. Zó erg was dat nu ook weer niet, want
in Terneuzen woonden slagers, die spek ver
kochten
Oud-kapitein De Vuijst spreekt graag over
de tijd, dat de vloot van de Provinciale
Stoombootdiensten in Zeeland uit raderstoom
schepen bestond, die werden voortbewogen
dank zij de schoepen midscheeps aan bak
boord- en stuurboordzijde. „Interessant was
het, dat wel". De heer De Vuijst spreekt deze
woorden met beslistheid uit. „Maar toch, in
vele opzichten was het behelpen", gaat hij
peinzend verder. „Het waren prachtschepen,
daar niet van. Maar neem nu bijvoorbeeld de
„Zuid-Beveland": „daar heb ik het meest
op gevaren als raderschip" eigenlijk een
luie slof. Veertig minuten duurde de tocht van
ponton naar ponton tussen Vlissingen en
Breskens. Nu doen ze het in de helft van de
tijd".
Voor de passagiers was zo'n overtocht met
een raderschip een hele belevenis. Ergens moe
ten de gedachten bij zo'n vaartochtje zijn ge
gaan naar de romantische raderboten van de
Mississippi, ware pronkstukken, zoals velen
ze van de film zullen kennen, luxueus en pom
peus. De Zeeuwse raderboten waren vergele
ken bij hun flonkerende zusterschepen van
de Mississippi slechts armoedige veeschuiten...
Overigens hebben de raderboten hun sporen
wel verdiend als veeschepen. Want niet altijd
was de overtocht voor de pasasgiers een pret
je. Zeker niet als de veekooplieden weer eens
naar West-Zeeuwsch-Vlaanderen waren ge
weest. Dan kon je je als passagier wel bergen.
Veertig, vijftig koeien, stieren, vaarzen, paar
den en veulens werden dan op het dek bijeen
gedreven, nadat eerst de passagiers zorgvul
dig waren opgesloten in de salons. Een wande
lingetje in de frisse zeewind was er bij deze
overtocht bepaald niet bij. „Een geweldige
smeerlapperij was het, meneer. Het was soms
bar en boos. Als we in Vlissingen waren, moes
ten we het dek schoonvegen door er een water
straal op te zetten. Zó maakten we een smal
pad voor de passagiers, 'k Heb er wel eens
eentje onderuit zien gaan. Nou meneer, alsof-ie
in een beerput was gedompeld. En de geur!
Nou, 't was niet zo best hoor. Nee, het viel
niet altijd mee
Enthousiast kan de oud-kapitein vertellen
over zijn eerste veerboot, die hij als jong
maatje bevoer: de „Zuid-Beveland". „Toch wel
een schip met kwaliteiten Een stevig schip
ook, 't lag lekker vast in de hand en het liet
je niet gauw in de steek". Een nadeel was,
dat deze raderboot wat smalletjes was ge
bouwd. Als er weer eens zo'n vrachtje vee
uit Zeeuwsch-Vlaanderen moest worden over
gezet en de koeien en paarden aan één zijde
samendrongen, maakte de raderstoomboot
prompt zoveel graden slagzij. Niet zo'n klein
beetje. „Aan de kant waar geen vee stond,
maalden de schoepen gewoon door de lucht.
Griezelig was het soms. Niet voor ons, wij wa
ren daar wel aan gewend, maar voor de pas
sagiers". De dekknechten moesten er in zulke
gevallen weer aan te pas komen om het vee
uiteen te drijven en gelijkmatig over het
dek te verspreiden. „Je moest van alle mark
ten thuis zijn. Zeeman en veedrijver". Zonder
enige rancune herhaalt de oud-kapitein: „Zee
man en veedrijver
Legio zijn de herinneringen van de heer De
Vuijst aan zijn raderbootperiode. Bij mist bij
voorbeeld voer je vrijwel blind. De moderne
hulpmiddelen van nu, zoals radar en echolood,
waren onbekende begrippen. „Je zette de
koers uit, berekende hoevee' minuten je nodig
had om een bepaald punt te bereiken een
boei bijvoorbeeld en varen maar in de mist.
Als je je punt miste, dan zat het fout". Op
mistige dagen heeft de heer De Vuijst wel eens
twee dagen gedaan over de tocht Vlissingen -
Borssele - Terneuzen - Hoedekenskerke - Hans-
weert. De in dergelijke gevallen meestal
weinige passagiers brachten hun tijd door
met kaarten. Of er grof gepokerd werd, zoals
op de Mississippi-raderschepen, is ons niet be
kend. Maar gekaart werd er op mistige dagen.
Dat is zeker. Ook toen al waren koffie en
erwtensoep favoriet op de Zeeuwse veer
boot. Veel is er in veertig jaar tijd veranderd,
maar wat betreft het versterken van de in
wendige wens, zoals men dat pleegt te noemen,
is er niets nieuws onder de zon: de veerboten
hebben nog altijd een naam op te houden van
leveranciers van goede koffie en snert.
In de tijd, dat de raderboten de verbinding
over de Westerschelde onderhielden, was
het verkeer nog slechts een fractie van thans.
„De capaciteit van ons schip was vijf auto's.
Later werd de pont vergroot: toen konden er
zeven auto's worden overgezet. Kom daar nu
eens mee aan. Nu lees je in de krant, dat de
veerboot „Koningin Juliana" zodanig zal wor
den vergroot, dat er veertig auto's méér op
kunnen. Wel een verschil hé?" Het meren
aan de ponton was voor auto's een hoogst on
plezierige zaak. Vaak achteruit de boot af op
de smalle ponton. Eenmaal heeft de heer De
Vuijst voor zijn ogen een auto het water zien
inrijden. Dat zijn zo van die dingen, die je
niet zo gauw vergeet. Zoals bijvoorbeeld ook
het ongeval met een machinist, die in een der
raderkasten werd getrokken en daarbij het
leven verloor.
Dan zijn er ook de „zotte" voorvallen, die
een glimlach op het gelaat van de ex-kapi
tein tekenen. Wat te zeggen van de toilet in
de kajuit tweede klas. Dat was zo'n ding, dat
recht-toe-recht-aan in verbinding stond met de
Westerschelde. Het was vooral zaak bij ruw
weer geen gebruik van deze toilet te maken.
Deed je het toch, dan liep je kans besprenkeld
te worden met het zilte Scheldewater
Weliswaar was er een klep, waarmee
het toilet van de zee kon worden afgeslo
ten, maar niet ieder was daarvan op de hoog
te!
Het aan boord rijden van een veerboot vereist
tegenwoordig een behoorlijke dosis rijvaardig
heid, maar vroeger moest je wel zoiets als een
Ben Pon of een Carel Godin de Beaufort zijn
om heelhuids aan boord te komen. Het ging
van de wal over de brug via de ponton op
het schip. En maar draaien, wenden en keren,
om tureluurs van te worden. Als je niet dan
na veel moeite je auto aan dek had gemanoeu
vreerd, was je er nog niet. Dan kwamen de
dekknechten pas goed in actie. Héél voorzich
tig schoven zij de beide achterwielen van de
auto op een nauwelijks een decimeter hoge,
van wielen voorziene, plank. Zó werd de be
treffende auto in de positie geschoven, zoals
de dekknechten het wilden hebben. Bepaald
een zenuwslopend karwei, vooral voor de
chauffeur.
Tegen 't eind van de dertiger jaren zijn de ra
derstoomboten uit de vaart verdwenen. Toen
deden grotere en sterkere veerboten hun in
trede. Nu varen daar paleizen als de „Prinses
Beatrix" en de „Prinses Irene", luxueuze fer-
ryboten. Modern en zakelijk. Even zakelijk als
de overtocht van nu: nauwelijks 20 minuten
voor Vlissingen-Breskens. Van de romantiek
van de raderboten, met hur opvallende kasten
midscheeps aan stuurboord en aan bakboord
is weinig meer gebleven. Zelfs niet de loslopen
de koeien; die worden nu keurig „verpakt" in
een veeauto, vervoerd. En we betwijfelen het
of er nog kapiteins zijn te vinden, die een gat
in de boeg dichten met een zij spek.
Boven: de raderboot „Zuid-Beveland",
die veertig jaar geleden de verbindin
gen over de Westerschelde onderhield
en, als contrast, een van de nieuwste
veerboten
Onder de vele goede inzenders van de puzzel van 26 oktober jl. zijn de prijzen als
volgt toegekend: De eerste prijs, een waardebon van 5,is voor mej. A. Stevense,
Kerkplein 19, Schore, de tweede tot en met de vierde prijs gaat naar resp. mevrouw
J. Jansens-Vermeulen, Mariastraat 22, Cadzand, de heer J. Melis, Timmermanstraat 20,
Zoutelande en naar mejuffrouw E. Post, Hoogstraat 42, Tholen. Zij ontvangen een
waardebon van 2,50.
Oplossingen van de nieuwe opgave voor
donderdag aan redactie P.Z.C., Wol
straat 5860, Vlissingen. In de linker
bovenhoek van brief of briefkaart ver
melden: Puzzelrubriek. Links de nieuwe
puzzel,' rechts de oplossing van de puzzel
van vorige week.
HORIZONTAAL:
1. insekt;
4. Japanner;
6. arrondissement, afk.;
9. klein klompje (boter);
12. krijgsman;
16. lokspijs;
17. onder anderen, afk.;
18. muzieknoot;
19. nat. Indon. leger, afk.;
20. lengtemaat, afk.;
21. rijstbrandewijn;
23. rekening;
25. inhoudsmaat, afk.;
26. Europeaan;
27. Frans componist;
29. varken;
30. kippeprodukt;
32. zwarte kleverige stof;
33. motorschip, afk.;
34. bij geen gehoor, afk.;
36. de dato, afk.;
38. muzieknoot;
39. draaibare kap v. schoorsteen;
41. blauwachtig grijs;
42. Nederlandse omroepvereniging, afk.;
44. deel van de bijbel, afk.;
45. stoomschip, afk.
46. ligplaats voor schepen;
48. laatstleden, afk.
49. hert;
51. landbouwwerktuig;
53. huisdier;
54. groot aantal;
56. zie 26;
57. elem. Beryllium, afk.;
58. lengtemaat; lichaamsdeel;
60. —op: trots op;
62. do;
64. 100 gram;
66. in;
67. elektrotechnisch, afk.;
68. aanw. voornaamwoord;
69. citroenkruid;
72. slordig werken, morsen;
74. heel vochtig;
75. Ned. Aardolie Mij., afk.
76. naaldboom.
VERTICAAL:
1. Belg;
2. oogvormig strikje;
3. naar onze mening, afk.;
4. persoonlijk voornaamwoord;
5. naschrift;
6. ten bedrage van;
7. knaagdier;
8. wrok;
9. toiletartikel;
10. schildvl. insekt;
11. 12 maanden;
13. welriekend mondwater;
14. bestemming;
15. op op komst;
21. vlaktemaat;
22. hoofdbedeksel;
23. deel van het lichaam;
24. bijl;
28. nadeel, schade;
31. afgodsbeeld;
33. uitvinder v. h. in de telegrafie gebruik
te alfabet;
34. mannelijk dier;
35. vorm van onderwijs, afk.;
37. insektendodend middel, afk.;
38. derhalve;
39. Gem. Geneesk. Dienst, afk.;
40. keukenprins;
43. leervak op school;
47. ophitsen;
48. Limited, afk.;
49. mannel. schaap;
50. ratelpopulier;
52. zwarte agaat;
54. meisjesnaam;
55. halmen;
57. oorlogstuig;
59. vorm v. techn. onderw., afk.:
61. Alg. Transp. Ondern., afk.;
63. voorzetsel;
65. groente;
68. aanw. voornaamwoord;
70. evenzo, afk.;
71. voegwoord;
72. lengtemaat, afk.
73. en dergelijke, afk.