In 1889 werkte meer dan de helft van de Zeeuwse be roepsbevolking in de landbouw. Het is omstreeks 1952 dat de industrie de eerste plaats van de landbouw over neemt en in 1960 moet de landbouw zelfs de tweede plaats afstaan aan de sector handel en verkeer. In 1963 passeert ten slotte ook de groep sociale beroepen waaronder werk in overheidsdienst, onderwijs, genees kunde, enz. en staat de landbouw op de 4e plaats, met ongeveer de helft van het aantal werkers dat er op het hoogtepunt 1900-1930) in werkte. BEROEPSBEVOI KING IN ZEFLAND TAAL VAN DE CIJFERS F\at is wel de notedop waarin de- ze historie kan worden onder gebracht. In 1980 zou het cijfer wel eens dicht bij de 12.000 kun nen liggen, dat is een kwart van het record en de helft van het cijfer van thans. Er werkt dan 9,3 in landbouw en visserij te gen 10,7 voor heel Nederland in 1960, dus twintig jaar eerder. Er zit heel wat geschiedenis aan deze cijfers vast. Na 1889 ging het de landbouw na 25 jaren depressie eindelijk weer eens goed en werd in Zeeland nogal wat land gewon- „Een eeuw economische ontwik keling Zeeland 1890-1963- 1980" is het motto dat drs. M. C. Verburg, de directeur van het Economisch Technologisch In stituut voor Zeeland koos voor zijn op deze pagina afgedrukte beschouwing over de structuur van de Zeeuwse beroepsbevol king. nen, zoals in het Kreekrak. In de dertiger jaren hield de landbouw zijn mensen nog vrij goed vast, ook omdat zij in die crisisjaren nergens terecht konden. Na de oorlog is, in de jacht op produk- tiviteit, de uittocht begonnen. Tus sen 1909 en 1930 vestigden zich de meeste grote industrieën in de ka naalzone en groeide De Schelde sterk. Wij zien dat in een sterk stijgende bezetting, met 5600, van de nijverheid. Ook van 1947 tot 1960 was er zo'n groei, van 5500, maar dit wordt vooral veroorzaakt door de lange afstandspendel, die voordien geen betekenis had. De eigen industrie speelt hierin geen grote rol. Handel, verkeer en bank wezen hadden hun sterkste groei ook tussen 1909 en 1930. Zij heb ben de eerste industrialisatie in ons gewest begeleid. De sociale be roepen groeien pas na de oorlog sterk, waarbij wij aan de „wel vaartsstaat" denken, ook aan de persoonlijke verzorging die veel meer mensen kunnen betalen, zo als onderwijs, geneeskunde enz. \7oor het beeld van 1980 gaan wij uit van de toeneming van Zee land tot 360.000 inwoners die wij elders in dit nummer aannemelijk hebben gemaakt. Dat houdt waar schijnlijk een totale beroepsbevol king in van 129.000 personen. Van de toeneming mogen wij overeen komstig de ervaring veronderstel len dat de helft bij de industrie terechtkomt en de helft dat wil zeggen tweemaal een kwart bij de overige economisch en sociaal verzorgende sectoren. De industrie groeit in deze veronderstelling met bijna 20.000 mannen en vrouwen in twintig jaar of 1000 per jaar. Het groeitempo van de laatste drie jaren, waarin de industrie-ontwik keling pas goed is begonnen, is alleen al 1000 mannen per jaar. Hiermee is weer eens een „bewijs" het zoveelste, dat wij lijken te gaan twijfelen aan ons geloof in de ontwikkeling van de haal baarheid van onze taakstelling ge leverd. Trouwens ook van de nood zaak mensen van buiten Zeeland aan te trekken. Wij zullen niet trachten deze aan tallen over de provincie te verde len. Daarvoor blijft het leven te veel competitie, gelukkig voor wie clichés haat. Toch zal die ver deling van groot belang zijn voor de woningbouw, wegenaanleg, gas-, elektriciteits. en watervoor ziening, aanleg van industrieterrei nen, detailhandelsbedrijven, onder wijs en andere sociale en culturele voorzieningen, woonklimaat, uit breidingsplannen, om de meeste te noemen. Voor al die zaken be schikt Zeeland over specialisten, waarvan de bestuurderen nog meer gebruik zouden kunnen maken. Econ. activiteit 1889 1899 1909 1930 1947 1960 1980 Nijverheid 14.807 16.459 18.913 24.513 27.222 32.749 52.200 Landbouw, visserij 38.039 42.653 42.720 42.009 38.161 23.461 12.000 Handel, verkeer etc. 11.094 12.779 13.737 20.098 21.645 23.396 33.100 Sociale beroepen e.o. 10.348 13.444 12.981 13.023 15.095 21.951 31.700 Totaal 74.288 85.335 88.351 99.649 102.123 101.557 129.000 Bij een eeuw ontwikkeling in Zeeland spreken niet alleen de cijfers een duidelijke taal. Contrastrijk zijn deze twee boven Goes gemaakte foto's: onder een opname van een deel van de oude, schilderachtige binnenstad, boven het spoorwegemplacement bij de veilinggebouwen (voorgrond rechts) met op de achtergrond flats en eengezinswoningen, die tot de jongste uitbreiding van de stad behoren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 63