DE BEVELANDEN, SPINNEWEB VAN MOGELIJKHEDEN Strategisc positie (Van een onzer redacteuren) U"en spinneweb van mogelijkhe- den dat is in de afgelopen halve eeuw rondom GOES gewe ven. Naar alle richtingen waaier den de draden uit, en dat gebeurt nog. Naar de dorpen in de directe omgeving, naar het bestuurlijke centrum van Zeeland, naar West- Brabant, naar Noord-Beveland en zijn recreatie. En straks naar de randstad-Holland over Ooster- scheldebrug en Grevelingendam. Goes heeft een strategische positie in het hartje van de provincie. Het ligt in een welvarende landbouw streek en heeft daarvan door de jaren heen veel profijt kunnen trekken. De stad is vergroeid met het leven van de boer, de tuinder, de fruitteler. Zij hebben er de le vendigheid gebracht. Daarom is het zo grappig symbolisch dat het hoogste gebouwencomplex van Goes een Landbouwcentrum is. Het staat er alsof het de nu opko mende industrie wil laten merken, dat de boer en de fabrikant elkaar hier niet zullen verdringen. Zelfs wie de historie van de stad maar uit oppervlakkige gegevens kent zal het dadelijk beamen: in Goes hebben landbouw en industrie op elkaar ingehaakt. De stad kan niet zonder het achterland, het is met haar vergroeid. Zelfs een kunstma tige impuls als de aanwijzing vier jaar geleden tot ontwikke lingskern zal aan die karaktertrek weinig kunnen veranderen. Goes heeft een centrumfunctie heet het officieel. Voor de Bevelanden en vaak ook voor geheel Zeeland. Zet de punt van een passer op de kaart van de provincie in de zwarte stip bij haar naam en men vangt heel Zeeland bin nen de cirkel, die men daarop trekt. Topogra fisch een uitgemaakte zaak dus. Daar valt niet aan te tornen. Evenmin aan de haast vanzelf sprekende manier, waar op deze pretentie aan de stad is gevoegd. De klin kerwegen, de mulle zandpaden en de diepe karresporen over de Be velanden hebben door de eeuwen heen de geschie denis van Goes en van zich zelf geschreven. De welgedane landbou wer liet er zijn tilbury over kletteren, wanneer hij op dinsdag naar de markt ging. Onderweg passeerde hij de vrachtrijder, wiens min der enthousiaste paard met een wagen vol pakjes naar het plein onder de Grote Kerk in Goes sjokte. Uit Ovezande of Oudelande, uit Baarland of Borssele, uit Wemeldinge of Wolphaartsdijk. Beiden kwamen de marskramer tegen. De man met het kastje op zijn rug: garen en band, stopnaalden en schrijfpapier ver kocht hij. Zo gingen de zaken op en neer. In Goes moest je zijn om de han delaren te vinden, om de bank binnen te stappen en bij de notaris een bunder grond op je naam te laten zetten. In Goes woonden de wagenmakers en de assuradeuren, in Goes was het station en het ziekenhuis. Het platteland kwam naar de stad en „de stad" liet zich in de wijde polders met de beboomde dij ken zien. De ontwikkeling van Goes is die van zijn veiling en zijn markt. Zet men die als twee axioma's in een verhandeling over de economische structuur van deze Bevelandse centrumstad, dan ziet men er successievelijk handel, verkeer, be drijfsleven en dienstensector als cirkels omheen verschijnen. Als gooide iemand een steen in het water van de oude ves ten. De landbouw en de fruitteelt in een later stadium presenteerden zich in Goes en de stad klampte er zich met al zijn bedrijvigheid aan vast. Als op het ogenblik een derde van de bevolking Twee tekeningen, symbolisch voor de industriële ontwikkeling op de Bevelanden: van het hoef beslag in de oude smidse naar moderne landbouwwerktuigen, in hoofdzaak ontwikkeld voor gebruik achter de trekker. van de Bsvelanden in de landbouw, de tuinbouw en de fruitteelt werkt, dan kan men rustig stellen: een volgend der de gedeelte is er van afhankelijk of erop ingesteld. De ambachtsman uit de vorige eeuw verdiende zijn boterham aan de boe ren. Het grote voordeel van Goes is altijd geweest, dat het een unieke posi tie had binnen een wijde omtrek. En zo kon de smid zijn zaak uitbreiden. Kon hij personeel aantrekken. Zo groeide het bedrijf van de molenaar uit tot een graanhandel. Zo stapte de wagenmaker in de autobranche. Zo kwamen er de ty pische centrqipvfêstigingeq,. Een glas fabriek en een wa$sqrij, een drukkerij en een groothandel iri landbouwwerk tuigen, een melkfabriek en een grossier in levensmiddelen. Er kwamen trans portbedrijven en scholen, zalen voor grote vergaderingen en kantoren van landbouworganisaties en voorlichtings diensten. Het woord industrie stond tot na de laatste oorlog eigenlijk niet in het stempel van de gemeente. En wilde men het toch gebruiken, dan moest men het echt met een trait-d'union aan de woor den „verzorging" en „landbouw" kop pelen. Met kunstmatige middelen, een regio naal industriebeleid, is er aan het eco nomisch karakter van Goes gedokterd. De s.tad kreeg in 1959 het predikaat ont wikkelingskern opgedrukt. En meteen schoot de wind in de zeilen. Er kwam een ondernemende geest in de centrum plaats van de Bevelanden. Het gemeen tebestuur legde uitbreidingsplannen op tafel en maakte industrieterreinen bouwrijp. De vestiging van de Haagse Apparaten- en Ketelfabriek (A.K.F.), thans 300 werknemers, was een inspire rende injectie. Kleinere bedrijven sloten zich erbij aan. Gevestigde middenstands zaken groeiden uit tot fabriekjes. Het inwonertal schoot met enkele honder den per jaar omhoog. Een betonfabriek, een korsettenfabriek, een machinefa briek de directies kwamen op de aantrekkelijke faciliteiten van de in dustriekern Goes af. Uit de stad, maar ook uit de omliggende dorpen trokken ze met succes personeel aan. Het is een bekend verschijnsel: de landbouw stoot werknemers af als gevolg van de me chanisatie. Georiënteerd op Goes als zij al waren, wilden deze mensen nu ook wel in de fabrieken daar gaan werken. Ze gingen omscholingscursussen volgen. Op de rijkswerkplaatsen of binnen het bedrijf van hun nieuwe werkgever. Goes had arbeidspotentieel aan te bieden voor de nieuwe fabrikanten. In anderhalf jaar tijds vestigden zich zes nieuwe be drijven in deze Zeeuwse kerngemeente. Aanvankelijk was zij een van de snelst „lopende" industriekernen van het land. Half 1961 kwam daar verandering in. De moeilijkheden op bestuurlijk niveau waren daaraan zeker debet. Op het ogenblik echter komen er weer nieuwe mogelijkheden voor Goes. De ha venaccommodatie verbetert met de uit voering van een plan van insteekhavens. De gemeenteraad is serieus aan het werk met een plan tot aanleg van een spoorlijn en een ontsluitingsweg naar het industrieterrein aan die haven. Bo vendien ligt Goes vlak bij de Ooster- scheldebrug, de belangrijke schakel in de nieuwe noord-zuidverbinding van de Randstad Holland naar Zeeland. Elders in dit nummer is de bouw van deze lang ste brug van Europa tot in details be schreven. De afstand Goes-Rotterdam zal van 120 kilometer tot 70 kilometer worden bekort. Goes, agrarisch centrum van Zeeland, komt in het hart van een zich industrialiserend Zeeland te liggen. Ook de „leefbaarheid" een dood geschreven term, maar als begrip voor het scheppen van een gunstig ar beidsklimaat toch nog altijd erg be langrijk van Goes wordt steeds beter. Een plan voor de aanleg van een open luchtzwembad is aanbesteed. Het onder- wijspalet, men vindt er elders in deze krant meer over is royaal ge schakeerd. In de nabijheid biedt het nieuwe recreatiegebied Veerse Meer de nodige attracties. De woningbouw maakt er goede vorderingen. Goes heeft dus veel mee. In het centrum van het Deltagebied liggen er kansen voor een redelijke industriële ontwik keling. Maar met deze schets van het indus triële landschap rondom Goes zijn de Bevelanden in hun totaliteit nog niet ge tekend. In oostelijke richting, naar Ber gen op Zoom, hoogstens tot aan het Kanaal door Zuid-Beveland. Het drukst bevaren kanaal van West-Europa, de vitale poort in de huidige binnen- scheepvaartweg van Rotterdam naar Antwerpen, van Schelde naar Rijn. Aan dit kanaal ligt nog een „slurf" Beve land, die sinds een tiental jaren ook industriële neigingen heeft gekregen. Het zijn de landbouw, de tuinbouw en de fruitteelt, die daarvoor wonderlijk genoeg de voedingsbodem zijn. Want is er in Kapelle en in Krabbendijke tussen de boomgaarden niet een aantal conservenf abrieken verrezen? Leven dige veilingen in de buurt hebben als magneten gewerkt. In de toekomst zul len er ongetwijfeld nog andere komen profiteren van deze intensieve, winst gevende agrarische bedrijfstakken. Ertussenin zijn industrietjes van een geheel andere structuur omhooggeko- men. Ze wortelen in de oude ambachten op de dorpen. Motorenrevisiebedrijf, be- tonfabricage, spuitmachines. En in de omgeving van het Kanaal door Zuid- Beveland kwam een scheepsbouwbedrijf tot ontplooiing. Toch ziet de toekomst er voor dit stuk van de Bevelanden niet overal even rooskleurig uit. In de ko mende vijftien jaar zullen drastische veranderingen het gebied gevoelig kun nen treffen. De dreigende verdwijning van de oester- en mosselcultuur. Het visserijbedrijf dat met name Yerseke heeft groot gemaakt, zal na eeuwen een stempel van een wel heel bijzondere sig natuur vervagen. In Yerseke en omge ving komt arbeid vrij. De oesterkwekers zien hun oeroude bedrijf in elkaar val len Ze kijken uit naar schadevergoeding en piekeren over de toekomst. Enkele ohderneménde jongelui uit deze tak van bedrijf hebben zich zoals dat heet omgeschakeld. Ze zoeken het in de champignonteelt. De eerste champignon huizen zijn al in aanbouw. De toekomstige „arbeidsreserve" in Yerseke trekt industrieën aan. Ver schillende hebben het gemeentebestuur al gepolst. Met het provinciaal bestuur is de gemeente Yerseke druk doende om mogelijkheden te scheppen indus trieterrein op aantrekkelijke voorwaar den aan te bieden. Er is nog een plaats aan de noordkant van Zuid-Beveland, die het moeilijk zal krijgen in de komende vijftien jaar: We meldinge. Immers, het Kanaal door Zuid-Beveland zal zijn functie verliezen, wanneer de nieuwe Schelde-Rijnverbin- ding klaar komt. De route van Antwer pen langs Bergen op Zoom, langs Tho- len en dwars door de Sint-Philipslandse Slaakdam naar het Volkerak. De scheep vaart door het Kanaal door Zuid-Beve land zal dan, zo heeft men ruw bere kend, tot een derde worden geredu ceerd. Voor Wemeldinge en Hansweert, plaatsen met een levendige rivier- handel, een zware slag. Maar opent datzelfde kanaal dan niet moge lijkheden voor het bou wen van loswallen? Iets wat op het ogenblik al leen nog maar clan destien het kanaal is tenslotte een internatio nale vaarweg moge lijk is gebleken. En ach ter die loswallen kun nen dan weer fabriekjes zich vestigen. Opzienba rende dingen mag men op industriegebied in de ze slurf van Zuid-Beve land niet verwachten. Het feit echter', dat de bevolking de laatste jaren regelmatig met één pro cent is toegenomen, mag hier nog be scheiden worden genoteerd. In het industriële landschap van de Be velanden past ook een nu nog rustige landbouwstreek aan de westkant van Goes. Een kleine kring van dorpen in de zogenaamde „Zak van Zuid-Beve land". Met 's-Heerenhoek als streek- middelpunt. Deze pretentieloze dorpen, stippen in het groene patroon van akkers, boom gaarden, weilanden en boomdijken, zul len straks op een tiental kilometers af stand van het nieuwe Sloehaven-indus- triegebied liggen. Ze krijgen dan onge twijfeld een functie als „achterland" en woonkern. De fabrieken, die zich in het Sloehavenproject zullen vestigen, zullen vast en zeker met hun personeelswer- ving deze Bevelandse dorpen binnen stappen. Zeer bewust stemmen de di recties hun beleid op dit punt vaak af op de werknemers uit het agrarische milieu. Dorpen als Borssele, 's-Heeren hoek en Nieuw- en St.-Joosland (het laatste op Walcheren gelegen) krijgen kansen wanneer de gemeentebesturen voor een aantrekkelijke „leefbaarheid" zorgen. Het ziet er naar uit, dat de ring van Goes in de toekomst een raakpunt krijgt met de ring van het Sloe. En deze streng dwars door het vlakke land schap zou naar weerskanten wel eens sterke slagschaduwen kunnen werpen. Totaal buiten deze sfeer tenslotte val len Noord-Beveland en het stuk Zuid- Beveland boven Goes. Met plaatsen als Wolphaartsdijk en Kattendijke. Niets wijst hier op enige vorm van industrie. Met het Veerse en in de toekomst het Zeeuwse Meer in de buurt zal de landbouw, de tuinbouw zich hier kunnen vermengen met de recreatie. In de zo mermaanden zal er een „vakantiebevol king" toeven. Maar voor het overige blijven deze dorpen een levende herinne ring aan het Zeeland van vroeger. En ook zoiets heeft de industrie nodig...

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 33