Land van Hulst en de rest
PUZZEL- rubriek
m
W
zaterdagnummer
Met veel genoegen stellen wij vandaag
onze kolommen open voor onze gast:
drs. Louis Lockefeer uit Hulst. Hij
schrijft over het land van Hulst en „de
rest". Een onderwerpdat de moeite
Van het overdenken duhhel en dwars
Waard is, want in Hulst neemt men nog
wel eens afstand van „de restvan Zee
land en in die „rest" wordt tegelijkertijd
het hoofd geschud over Hulst. Wie zou
er echter heter een visie over dit onder
werp kunnen geven dan juist Louis
Lockefeer? Want Lockefeer is Zeeuws-
Vlaming met het accent op de heide
delen van het woord. Hij is hij wijze van
spreken even goed thuis
in de sfeer van Middel
burg als in die van Hulst.
Lid van de Zeeuwse
Culturele Raad, waarin
hij in een heeldenrijke taal het woord
voert, groot man in de Zeeuwse toneel
wereld, in de Nederlandse zelfs: de
successen van zijn vereniging in het
Nationale Landjuweel zijn voor een
groot deel zijn successen. Hij is hoven-
dien leraar. Dat wil zeggen, dat hij
dagelijks optrekt met de jeugdeen
contact dat hem fris houdt. Nog één
functie, waarmee zijn Zeeuws-zijn
nadrukkelijk wordt aangegeven: redac
teur van het Zeeuws Tijdschrift. Ter
inleiding en karakterisering van zijn
opvatting over „Hulst en de resteen
citaat uit zijn bijdrage van vandaag:
„Ons volk zingt naast het Wilhelmus
graag het retorische Zeeuws-Vlaams
volkslied, maar kent ook het Zeeuwse".
M
EN
hmhesese» «samat <n
Zaterdag 26 oktober 1963
ONZE GAST:
drs. Louis Lockefeer
Tk vind het een heerlijk, gastvrij land
met leuke mensen Dat zei de heer
Van Langeraad, leider van de sympathieke
N.C.R.V.-ploeg, die een documentaire over
Zeeuwsch-Vlaanderen creëren kwam. Hij
zei dit op een moment, dat mijn vrouw hem
op het gebruikelijke Hollandse theeuurtje
een heerlijke kop koffie aanbood, terwijl
we in een enthousiaste discussie en geurige
tabaksrook gewikkeld waren.
Ik ben er zonder chauvinistisch te worden
van overtuigd, dat iedere niet-Zeeuws-Vla-
ming, die er na verschillende pogingen in slaagt
de Schelde over te komen (we hebben drie veer
boten te Perkpolder, om er zeker twee in de vaart
te hebben) na kortere of langere tijd de mening
van Van Langeraad over het land van Hulst de-
men ondergedompeld wordt in vaten bier, dat de
cafés uitstroomt, voor Reinaert en Ulenspiegel-
allures, voor wapperende vaandels van Rederij
kerskamers en oude gilden.
Ik meen dat men ons volk onrecht aandoet door
het zó te zien, want zo is het niet. Stierf niet de
Reinaertoptocht te Hulst door een gebrék aan
zin en lust voor optochten, staat niet het volk
sceptisch tegenover een renaissance van Rede
rijkerskamers en sterven de dorpskermissen geen
langzame dood? Is een Zuidbevelander minder
.Reinaert' dan een Zeeuws-Vlaming en waren er
in Vlissingen en Middelburg geen Ulenspiegels
rond?
Ik wil dit Vlaams-zijn van ons volk realistischer
zien! In zijn karaktereigenschappen, die ik bo
ven schetste, in zijn emotionele religiositeit, in
zijn taal, in zijn mentaliteit. Want Reinaert en
Ulenspiegel blijven de geniale scheppingen van
een paar hyper-individualisten, die zelf in deze
huid gekropen zijn! Tegenóver hen staat het volk!
len zal. Maar ik weet ook, dat hij na langer ver
blijf, ook minder aangename zijden van ons volks
karakter zal ontdekken. Naast eerlijkheid en
gastvrijheid, zal hij ondervinden dat ons volk
soms ja zegt als het nee bedoelt en je veel be
looft, waar uiteindelijk weinig van terecht komt.
Hij heeft dus iets van de oosterse gastvrijheid,
die zegt: „Neem mijn vrouw en de dochter", wat
inhoudt dat je de hond wel eens strelen mag.
Hij zal bovendien merken, dat ons volk zich met
moeite ontworstelt aan een zekere slaafsheid,
een zekere onderdanigheid die behoort tot voor
bije tijden: „zeker meneer", „juist meneer", „ik
zal het zeker doen meneer". Maar hij zal ook de
tegenpool ontdekken: de recalcitrante houding,
stug, tegen de draad in.
's Zondags ziet nij de kerken overbevolkt; ons
volk is van nature religieus. Ten noordoosten van
Hulst spreekt men zelfs van het Heilig Land,
waar veertig jaar geleden mannen en vrouwen,
gescheiden, naar een toneelvoorstelling kwamen!
Ons volk houdt van bededvaarten, al is de tijd
voorbij dat men in de meimaand al biddend te
voet ging naar Oostacker bij Gent (70 km lopen)
of naar Gaverland bij Beveren (40 km).
Ons volk houdt van bedevaarten, al is de tijd
naai. toont zich emotioneel-geladen t.o.v. werke
lijke of vermeende achteruitstelling in vergelijking
tot de rest van Zeeland of Nederland, maar is
moeilijk op gang te brengen om werkelijk te pro
testeren of „wat-te-doen".
Gebeurt er dan werkelijk wat dan houden
bepaalde groepen zich afzijdig en ontstaat
er zo iets als een tragische, zuiver emotionele
verentocht naar Den Haag.
Zoekt men naar een verklaring van al deze
eigenaardigheden van ons volkskarakter, dan zal
men deze voor een belangrijk gedeelte vinden in
de historie.
Vele facetten doen direct Vlaams aan; de autoch
tone bevolking van ons gewest is Vlaams in hart
en nieren. En dan bedoel ik niet, de valse roman
tiek van het Vlaamse volk, zoals die wel gedes
tilleerd is uit de folkloristische romans van een
uitstervend geslacht van Zuidnederlandse roman
ciers. En nog veel minder wil ik schermen met
de zin voor zwierige optochten, voor Breugheli-
aanse en Pallieterkleurige volksfeesten, waarbij
Ons volk bestaat veel meer uit nobels, bruuns,
tibeerts, ijsengrims enz. dan uit Reinaerts! Rei
naert is de superieure individualist, de eenzame
enkeling, die domineert boven de massa, bóven
het Vlaamse volk
Maar naast dit typisch Vlaamse, toont het karak
ter van ons volk andere eigenschappen, die slechts
historisch gezien, te begrijpen zijn.
Dit land bedijkt, verloren, gewonnen, ge-
inundeerd, strijdtoneel dit land van de
Utrechtse Vlamingen, Noordnederlands op gees
telijk, Zuidnederlands op profaan gebied, was
reeds in de Middeleeuwen door deze gespletenheid
aangetast.
Voortdurend op zijn hoede voor Gentse plunde
raars, was het steeds op verdediging uit, trok
het een pantser van weerbaarheid aan, zette het
de stekels op tegen immer dreigende onderdruk
king.
Hulst, speelbal tussen de Staatse en Spaans-Oos
tenrijkse troepen, beurtelings in handen der strij
dende partijen in de 80-jarige oorlog, een strijd
waaraan heel het land geofferd werd!
Op de valreep in 1645 vervoverd door Frederik
Hendrik, werd het katholiek gedeelte bij de vrede
van Munster, als generaliteitsland gevoegd bij de
Republiek. Vreemde overheersers uit Holland
kwamen dit landje besturen. Hulst kreeg een pro
testants gouvernement, burgemeester en baljuw!
De katholieke godsdienst werd officieel verboden.
Het Land van Hulst kroop in zijn schulp, en groei
de tot een volk der illegaliteit; schuurkerken, stie
keme diensten, nachtelijke tochten over de staats
grens, om bepaalde sacramenten te ontvangen.
De rijke bezittingen van de abdijen Ter Doest
en Ter Duinen werden geconfisceerd en kwamen
onder het regime van de Raad van Vlaanderen
te Middelburg, later kroondomein, men leerde
zich hullen in de bruine pij der slaafsheid en on
derdanigheid.
„Ja, meneer. Zeker meneer!"
Men stond huiverig tegenover iedereen die „Hol
lands" sprak! Men zette zijn stekels op. „Wees
op je hoede, en denk er aan: Als de vos de pas
sie preekt!"
Later kwamen de Belgische heren die con
cessies verwierven voor nieuwe bedijkingen! Bel
gisch kapitaal kocht uitgestrekte landerijen.
Ontvanger-griffiers beheerden de goederen, vaak
met veel willekeur. Nieuwe afhankelijkheid, nieu
we verplichtingen tot onderdanigheid.
Tot dit front doorbroken werd door „de volks
wil", van een der merkwaardigste figuren uit
de geschiedenis van ons gewest: notaris Van Dal-
sum, die op een bepaald moment weigerde belas
ting te betalen, omdat hij dit alleen aan God ver
schuldigd was, die brieven richtte aan de koning
van Engeland, waarin hij de ondergang van het
Britse Imperium voorspelde, zich baserend op
Daniël VII en Jesaja 27 1.
Van Dalsum werd door duizenden in ons gewest
afgodisch vereerd, niet om zijn geschriften, die
men niet begreep hetgeen overigens ook erg
moeilijk was maar omdat hij „een eerlijk mens
wou zijn in woord en daad" en omdat hij vocht
voor ontknechting en ontvoogding.
Dit proces heeft zich deze eeuw verder voltrok
ken, maar de littekens van deze geschondenen uit
de historie, zijn gebleven als typische donkere fa
cetten in ons volkskarakter.
Na de tweede wereldoorlog is er een streven ont
staan naar een zekere Zeeuwse integratie, een
pogen tot sterkere bindingen tussen de delen van
onze merkwaardig geconstrueerde provincie! De
Schelde tussen Perkpolder en Kruiningen bleek
moeilijk overbrugbaar, de zeearm bleek dieper en
wilder dan men aanvankelijk gedacht had.
Si conden bijeen niet comen. Het water was veel
te diep. Was dit een kwestie van onwil, van
koppige, emotioneel geladen ideeën van achter-
uitstelling, een kwestie van compensatie van een
minderwaardigheidsgevoel
Ik geloof het niet!
Het land van Hulst, was jaren lang als genera
liteitsland, achteruitgesteld bij de boven-Schelde,
vormde slechts een appendix van de provincie.
Middelburg was door de gebrekkige ver
voersmiddelen werd dit nog geaccentueerd een
verre, vreemde stad, waar het slecht toeven was.
Er was een rechtbank en een gevangenis! „Hij
is naar over op vakantie", was een eufemis
tische uitdrukking voor: „hij zit in de Middel
burgse gevangenis".
Ons land was veel meer georiënteerd op Noord-
Brabant, door de sterke kerkelijke band met het
bisdom Breda. Brabantse geestelijkheid versterk
te deze gerichtheid, Middelburg was een stad
„uit het land der Geuzen". Wees op je hoede!
Ik geloof dat hier de verklaring ligt, van wat we
hierboven constateerden. Was er een „bisdom
Middelburg" geweest, ik ben er van overtuigd
dat de integratie natuurlijk gegroeid was.
Zodoende is het te begrijpen, dat door de ver
houding tussen dit land en Zeeland boven
de Schelde lange tenen gegroeid zijn, waarop
gemakkelijk getrapt wordt. Zo voelde ons ge
west zich in de steek gelaten door Middelburg,
bij de vrije—veren-kwestie, en zelfs in vele ge
vallen, waarin er objectief gezien geen vuiltje
aan de lucht is, zal er toch onraad geblazen
worden. Men zet de stekels op. Wees voorzichtig!
Ik zie het zo, dat niettegenstaande alles, voor
uitgang geboekt is. Slechts geleidelijk zal hierin
verdere verbetering intreden, indien er met veel
beleid te werk gegaan wordt. In het onderbe
wuste blijft het verleden nog sterk meespreken,
en tegenstellingen zijn er, die in bepaalde „burch
ten van macht", misschien te sterk geaccentu
eerd worden. En deze burchten liggen vooral in
deze streek waar procentsgewijs de meeste ka
tholieken wonen van Zeeland. Zo voelt Hulst
zich (nog) het katholieke culturele centrum
van Zeeland; het gaat op deze positie prat, maar
het mag deze uitlating niet emotioneel over
trekken! Dit maakt de overbrugging maar moei
lijker. We kennen hier N.C.B. naast Z.L.M.,
K.A.B. tegenover de rest, een bloeiende katho
lieke vrouwenbeweging, hetgeen van bepaalde
zijde alweer verkeerd geïnterpreteerd werd als
opzet. Dit is slechts een klein voorbeeldje van
wat ik bedoel met lange tenen.
Hulst werd géén kerngemeente, en men had er
op gerekend; dus minder huizen, minder kans
op industrieën met alles wat er aan annex is.
Een gevoel van onbehagen! Cultureel is ons
gewest voor een belangrijk deel aangewezen op
Vlaanderen-Antwerpen, straks bereikbaar met
de auto in minder dan een half uur, biedt op
allerlei gebied een overvloed. Een avond in Mid
delburg is niet te bezoeken zonder overnachting!
Een tunnel of brug zou uitkomst kunnen bren
gen. Het gaan over de Schelde geeft een vieze
smaak in de mond, in verband met de moeilijke
overtocht! Vaak staan er kilometers lange rijen
auto's! En maar wachten!
's Zaterdags en 's zondags zijn de laatste boten
om 10.20 uur!
Gerechtvaardigde grieven, die het klimaat
vertroebelen en nog verdiept worden door
de emotionele interpretaties!
Ongetwijfeld zijn de allerscherpste kanten afge
slepen en de eerste pijlers van de brug zijn ge
legd.
Onze mensen voelen zich nog steeds geen Zeeuw!
En dat is ze niet kwalijk te nemen! Ze zijn het
niét geweest, toen ze de status generaliteitsland
hadden, want toen werden ze rechtstreeks be
stuurd door de Staten-Generaal. Ze werden Bra
bants door de kerkelijke indeling, maar en dat
is onloochenbaar ze voelen zich zeker vol
waardig Nederlander. Wij zijn er van overtuigd
dat er bij een volksstemming, het overgrote deel
„Nederland" zou stemmen, wanneer het er om
ging: Zeeuwsch-Vlaanderen Nederlands of Bel
gisch grondgebied! Daarom vind ik het jammer
dat in de overigens' knappe documentaire van de
N.C.R.V. over Zeeuwsch-Vlaanderen, over deze
kwestie slechts één agrariër gehoord werd, die
de grenspalen naar de Schelde wou verplaatst
zien en beweerde dat er zo veel meer waren.
Jammer, omdat men toch al zo weinig van ons
gewest af weet, en er zo licht verkeerde con
clusies uit getrokken kunnen worden. Ons volk
zingt naast het Wilhelmus, graag het retorische
Zeeuws-Vlaams volkslied: Waar eens 't gekrijs
der meeuwen, maar ként ook het Zeeuwse!
Ik geloof in de mogelijkheid van intensievere
banden; maar dan zullen burchten ontmanteld
en vooroordelen opgeruimd moeten worden.
Vanuit Middelburg zal men moeten trachten de
mensen uit ons gewest nog meer te betrekken in
provinciale activiteiten al is de representatie iets
kostbaarder dan die van de Walchersen zelf.
Het ziet er naar uit dat het land van Hulst het
langst afzijdig blijven zal, omdat dit gebied bjj
de huidige ontwikkeling het meest zijn eigen
karakter bewaren zal. De kanaalzone gaat een
eigen ontwikkeling tegemoet. De gemengde be
volking, waarvan de autochtone nog steeds een
belangrijke kern vormt; zal bij toenemende in
dustrialisatie en bij sterke groei van Terneuzen,
zich nog meer „internationaliseren", maar het
agrarische land van Hulst met zijn kleine ver
zorgende bedrijven, zal een oase blijven, waar het
volkskarakter het logisch eigen cachet vrijwel
ongeschonden bewaren zal.
Een merkwaardig volk, maar gastvrij, waar
men koffie schenkt, als Holland thee drinkt,
en waar het sappige Vlaamse dialect smeuig is,
als de vlaaien, die op kermissen de tafel sieren!
Met dit kleine vleugje romantiek, neem ik af
scheid van U, want zonder dat zou ik geen waar
lijk vertegenwoordiger zijn van het „Soete land
van Hulst".
Hulst. Drs. Louis Lockefeer.
Een vreemde zaak met die voorlaatste puzzel! Bij het bekijken van de oplos
singen bleek, dat veel inzenders de opgave 9 horizontaal (licht verminderen)
niet begrepen hadden. Uit de oplossingen kwam naar voren, dat zij dit gelezen
hadden als „een weinig inhouden", waardoor de oplossing in de puzzel dus „rem
men" werd.
Nu moeten wij toegeven dat de om
schrijving niet erg duidelijk was,
maar aan de andere kant was uit het
kruisende verticale woord (cider in
de puzzel) toch duidelijk op te maken
dat de eerste e van remmen hier niet
paste. Cider werd dan ceder, en ieder
een weet toch dat een ceder een boom
is en geen appelwijn.
De prijzen gaan deze week naar de
volgende goede inzenders. Eerste
prijs voor mevrouw De Oude, Ring 1,
5,ontvangt. De 2e tot en met de
4de prijs zijn voor respectievelijk de
heer J. T. Matthijsse, Bergstraat 3,
Meliskerke, mejuffrouw C. Leijs,
Oostelijke kanaalweg 6, Wemeldinge
en de heer A. Klompe, Markt 23, Aar
denburg. die ieder een waardebon van
2,50 ontvangen.
Ouwerkerk, die een waardebon van
Links de nieuwe puzzel, geheel rechts
de oplossing van de puzzel vorige
week. Inzendingen weer volgens het
bekende recept: Redactie P.Z.C., Wal-
straat 5860, Vlissingen, met in de
linkerbovenhoek van brief of brief
kaart „Puzzelrubriek".
HORIZONTAAL
1. hevig, vurig;
4. getemd;
6. bloedverwant;
9. dankbetuiging voor applaus;
12. halmoverblijfsel;
16. behoeftig;
17. daar;
18. onder meer, afk.;
19. Engels bier;
20. lengtemaat, afk.
21. vloeibaar varkensvoer;
23. zoutachtig;
25. verbrandingsresten;
26. bloeiwijze;
27. houten raamwerk;
29. grafvaas;
30. A'dams Peil, afk.;
32. waterblaasje;
33. Heilige Schrift, afk.;
34. enz.;
36. maanstand, afk.;
38. riviertje in Drente;
39. alvorens;
41. pendant;
42. bij!
44. kippeprodukt;
45. bloedverwant;
46. plakmiddel;
48. laatstleden, afk.;
49. bergweide;
51. deel v. e. mast;
53. tijdperk;
54. lengtemaat;
56. huisdier;
57. zie 48;
58. plat vlak stuk v. iets;
60. lichaamsdeel;
62. muzieknoot;
64. verbeelding;
66. en anderen, afk.;
67. groente;
68. hert;
69. beproeving en onderzoek;
72. prikkend;
74. deel v. h. skelet;
75. totdat;
76. gehakt varkensvlees.
VERTICAAL
1. grootte, vorm;
2. riviertje in prov. Utrecht;
3. laatstgenoemde, afk.;'
4. bekende motorrace te Assen, afk.;
5. motorschip, afk.;
6. uitgeput;
7. bloedverwant;
8. mengsel;
9. afdeling, onderdeel;
10. Europeaan;
11. Iangpandige herenjas;
13. losgerafelde naad;
14. bloedverwante;
15. onderricht;
21. weldra;
22. free on board, afk.;
23. hakwerktuig;
24. bewijs van liefde of vriendschap;
28. M. A. de Ruyter was er een!
31. langwerpig stukje ijs!
33. (bij) vrouw van Abraham;
34. gelofte;
35. centenaar, afk.;
37. steen;
38. Alg. Nederl. Persbureau, afk.;
39. in hoge mate;
40. sterke drank;
43. werklokaal;
47. ongeveer;
48. stuk textiel;
49. rivierboot;
50. klap;
52. soort bijl;
54. vaandel, vlag;
55. ontkiemde, weer gedroogde gerst;
57. verf;
59. delfstof in dunne lagen;
61. -baard: leeuw;
63. gelofte;
65. wisseling van veren;
68. zie 68 horizontaal;
70. rijksbomen, afk.;
71. Greenwichtijd, afk.;
72. heilige, afk.;
73. lengtemaat, afk.
iaf
M
BIT
l-J s
ÏIRIL
RiE IE IK |S|X E R G1XIL IJAIAIN1
|E !E RlXiTUMN A G RlAjXiGIA l I
II E PIVIERT 1 E IRMA .SA|
|A P RÏlL-OdG E SÜEAlR G C|S|
SMDSHiaMGaMHEHÊiMil
UI
lD
INfXiRl
NlXlH
X
"z
A K KJE R
M[