PAUL GETTY-rijkste man ter wereld-
springt zuinig met zijn geld om
Nacht bij de Bedoeïnen
Superdure Cleopatra probeert Nederlandse markt
Munttelefoon
voorgastenen
personeel
ISO
Babyhandel in
Buenos Aires
Stimulans voor culturele
toenadering tot België
I ||fl I
e
Een melancholieke miljardair
Verbaasd over
eigen succes
ill
nÖïOTII!
■li
Overal, waar
olie vloeit
Man zonder humor
Begin november
in Antwerpen
congres
Mr. Cals
ggpgp v"U
MAANDAG 14 OKTOBER 1963
PROVINCIALE ZEETJWSE COURANT
(Van onze correspondent R. Lucas)
Paul Getty is de enige dollar-
miljardair ter wereld. Zijn rijk
dom onttrekt zich aan het voor
stellingsvermogen van gewone
stervelingen. Hij zou, wanneet
hij dat wilde, een jaar lang elke
dag opnieuw tien miljoen gulden
kunnen weggeven zonder dat de
ze aderlating ook maar de min
ste verandering in zijn levens
wijze teweeg zou brengen.
Hij bezit tachtig procent van hel
aandelenkapitaal van zeventig maat
schappijen, wier geschiedenis hij be
stiert niet de macht van een despoot.
Zijn dagelijks inkomen bedraagt op
het ogenblik ruim een miijoen gulden.
Een dergelijke rijkdom stelt Getty
buiten elkevergelijking. Slechts d'e
Emir van Koeweit en de koning van
Saoedi-Arabië, wier inkomsten even
eens de olie tot grondslag hebben,
zijn enigszins met hem te vergelijken
Deze drie rijkste mannen ter wereld
ontmoetten elkaar onlangs in de
woestijn. Deze bijeenkomst in het te
ken der boortorens verdient te wor
den geboekstaafd in de mythologie
van het kapitalisme. Van de drie
heersers was Getty ongetwijfeld de
machtigste en zekerste. Zijn rijk
strekt zich uit over 82 landen en kan
door geen revolutie of vijandelijke
Invasie ernstig' in gevaar worden ge
bracht. In dit onzichtbare imperium
is zijn woord wet. De zetel van zijn
regering is niet een honderd verdie
pingen hoog kantoorgebouw uit glas
en beton doch een idyllisch landhuis
bij Guildford, vijftig kilometer ten
zuiden van Londen. Zijn regerings
apparaat bestaat uit twee secreta
ressen en twee telefoonlijnen.
Getty kocht het landgoed Sutton
Place vier jaar geleden. Hij vierde de
inwijding van zijn residentie met
een schitterend bal voor 1500 gasten,
die konden dansen op de muziek van
drie orkesten. Tussen de feestelijke
menigte liep de gastheer, een schrale
zeventiger met een scherpgesneden
gezicht. Het was een van de weinige
gelegenheden, dat men zijn smalle
lippen in een glimlach geplooid heeft
gezien.
Hoe wordt men miljardair? Getty
is niet In staat, deze vraag te beant
woorden. Zijn gigantische succes
lijkt hem zelf te verbazen. „Ik heb
daar natuurlijk wel eens over nage
dacht", zegt hij met zachte bezorgde
stem, „ik ben mij werkelijk niet be
wust, dat ik eigenschappen bezit, die
niet vele anderen ook hebben. Ik
tK'-wSïf&SS:
.11
§§§y mms.;.-; zjmmmwmssMM
nam de zaken van mijn vader over.
Al het andere kwam als het ware
vanzelf".
George F. Getty, als wiens enige
zoon Paul Getty in Minneapolis werd
geboren, ging in 1903 als advocaat in
opdracht van een cliënt naar Okla
homa en pachtte daar, een plotselin
ge ingeving volgend, voor 500 dollar
een stuk braakliggend land van 450
hectare. Na enkele jaren vond men
er aardolie. Toen hij in 1930 stierf,
liet hij een vermogen na van 15 mil
joen dollar, waarvan zijn zoon ove
rigens slechts een half miljoen erfde.
Deze erfenis speelde intussen voor
Paul geen grote rol, want hij had, in
de voetstappen van zijn vader tre
dend, reeds 13 jaar eerder, als jonge
man van 24 jaar, op eigen kracht
zijn eerste miljoen dollar verdiend.
Paul Getty is de olie, waar zijn vader
mee begon, trouw gebleven. In de
y.S., in het Nabij Oosten, in Canada,
óveral waar olie vloeit, stromen ook
de miljoenen op hem toe. Zijn tan-
kervloten brengen de ruwe olie naar
zijn eigen raffinaderijen in de V.S.,
Italië en Japan. In zijn bescheiden
werkkamer in Sutton Place dicteert
hij de politiek van deze ondernemin
gen, controleert hij de hotels en kan
toorgebouwen, die hij in New York,
Los Angeles, Oklahoma en Mexico,
bezit, zijn luchtvaartmaatschappij,
zijn verzekerings- en financierings-
banken. Zijn imperium wordt op af
stand bestuurd, want Getty houdt
niet van reizen. Hij is gauw zeeziek
en sinds zijn vliegtuig twintig jaar
geleden eens in een tornado raakte,
heeft hij nooit meer gevlogen.
Geen wonder is het dus, dat soms
zijn telefoongesprekken oplopen tot
tweeduizend gulden per dag. Hij
heeft intussen voorzorgen genomen,
dat deze rekeningen niet nog hoger
worden en hiertoe in zijn Tudor-
kasteel een telefooncel met muntau-
tomaat laten plaatsen. Personeel en
gasten worden er opmerkzaam op
gemaakt, dat zij hun prtvégesprek-
ken uitsluitend van deze cel uit moe
ten voeren.
Men kan zich niet aan de indruk
onttrekken, dat Paul Getty met zijn
shillingen wat behoedzamer om
springt, dan voor een man in zijn
omstandigheden nodig is. Hij heeft
voor zijn huispersoneel de vijfdaagse
werkweek ingevoerd, zodat zijn kok
twee dagen per week niet ter be
schikking is. „Ik heb boven mijn
eigen keukentje", vertelt hij niet
zonder trots, „daar kook ik dan zelf
mijn eten, een ommelet of cornedbeef
hach. Ik kook op znike dagen ook
voor mijn gasten, behalve wanneer
zij liever zelf aan het fornuis staan".
Wil men onvriendelijk zijn, dan zou
men uit dergelijke voorvallen de con
clusie kunnen trekken, dat gierig
heid tot de karakteristieke eigen
schappen van deze miljardair be
hoort. Bekijkt men hem echter met
wat meer mildheid, dan is zijn hou
ding wellicht ook hieruit te verkla
ren, dat hij een mens zonder humor
is. In deze opvatting wordt men
versterkt door de verzuurde, bezorg
de uitdrukking van zijn gezicht. Hier
bij moet dan vermeldt worden, dat
vader Getty het erfdeel van zijn zoon
tot een dertigste van zijn vermogen
beperkte uit ergernis over diens echt
scheiding. Ook de vier volgende hu
welijken, die Paul Getty na dit eer
ste sloot, eindigden met een schei
ding.
Getty heeft vier zoons, die alle vier
in zijn ondernemingen werkzaam
zijn. Het lijkt, of zijn betrekkingen
tot hen en zijn zeven kleinkinderen
uitsluitend van zakelijke aard zijn.
Maar ook al is Paul Getty het leven
de bewijs voor de stelling, dat geld
alleen niet gelukkig maakt, er zijn in
zijn leven toch lichtpuntjes en mo
menten van grote bevrediging. De
wanden van Sutton Place worden ge
sierd met kostbare schilderijen en het
bereidt de eenzame bewoner zicht
bare vreugde, deze kunstschatten
aan zijn bezoekers te tonen.
Maar de kostelijkste uren zijn wel
die, waarin de melancholieke miljar
dair de last van zijn rijkdom ont
vlucht en zijn gecompliceerde finan
ciële operaties even vergeten kan.
Naast zijn schrijftafel en naast zijn
bed liggen jongensboeken. Het zijn
de avonturenromans, die hij in zijn
kinderjaren las. In deze eenvoudige
wereld van Indianen en piraten
vlucht hij, zo vaak hij zich een kleine
adempauze gunt en hier is hij ge
lukkig.
De Nederlandse meisjes, die deel
nemen aan de pre-olympische
zwemwedstrijden in Tokio hebben
zich wel geheel aan de Japanse
sfeer aangepast.
Op de foto zien we als zwem-
geisha's v.l.n.r. Adrie Lasterie,
Corrie Winkel.. Erika Terpstra,
Ada Kok en Klenie Bimolt.
Reeds enkele minuten na de
geboorte moeten volgens een
nieuwe wet de Argentijnse
baby's nauwkeurig worden
geregistreerd, waarbij naast
het vermelden van bijzondere
kenmerken zelfs een voetaf
druk wordt genomen. Dë re
den van deze maatregel moet
gezocht worden in de nog
steeds zich uitbreidende
zwarte handel in baby's, die
de autoriteiten nu eindelijk
met alle macht willen uit
roeien. Jaarlijks veranderen
2500 tot 3000 jonggeborenen
van ouders. Daarbij brengen
de, meestal niet-legitieme
kinderen voor een deel heel
hoge prijzen op, waardoor
deze vorm van sluikhandel
voor de handelaren een be
langrijke bron van inkoms
ten vormt.
Voor een donkerharige baby moe
ten de pleegouders ongeveer 60
dollar op tafel leggen, een blond
kind met blauwe ogen, vaak af-
sta,mmeling van Noord-Europese
(voor)ouders kost tot 3000 dol
lar. Door een verouderde adop
tiewetgeving en door het feit, dat
in de laatste tijd steeds meer al
leenstaande meisjes van het land
in de steden werk zoeken en daar
in moeilijkheden geraken, wordt
deze babyhandel natuurlijk bevor
derd. Ook de enorme woningnood
en de daardoor bemoeilijkte hu
welijksmogelijkheden dragen bij
tot deze misstand.
Geheime kraamklinieken nemen
de pasgeboren kinderen zonder
veel formaliteiten van de moeders
af en verkopen de kinderen dan
aan oudere echtparen, die de hoop
op nakomelingschap moesten op
geven. Ook wordt aan de moeders
dikwijls wijsgemaakt, dat haar
baby gestorven is terwijl het
kindje dan in werkelijkheid door
gegeven werd aan de kinderhan
delaren. Aan dit soort praktijken
wil de overheid thans een einde
maken. Gemakkelijk zal dit niet
zijn, want de ongehuwde moeder
tjes lopen nu eenmaal niet te koop
met hun ellende.
T~\oor de zon gebleekte spanten van een verval
len scheepsromp lagen half verzonken in het
zand als de beenderen van een dinosaurus. Ver
derop veranderde de kleur van de zee, naarmate
de middag vorderde, van diep blauw tot gerim
peld kwikzilver en er stak een koude wind op.
Achter Sammy lagen, schots en scheef door
elkaar, de resten van verlaten huizen, bedekt
met puin en gebroken zuilen: alles wat er was
overgebleven van een Romeinse stad. In de
verte, bij een put met brak water waren een
paar zwarte tenten opgezet in de schaduw van
de dadelpalmen; kinderen brachten voor het
vallen van de avond kudden magere schapen en
geiten vanuit de heuvels aan de voet van de
bergen naar het kamp.
Een halve kilometer uit de kust veranderde een vissers
boot van koers en Sammy hoorde duidelijk het klappen
van de ra tegen de mast en vervolgens het zingen van
de bemanning, die de schoot aanhaalde:
„Hena! Helik! zaoeli naim.
Igri sa'a kamsa..."
Sammy vroeg zich af hoe laat het was. Vijf uur kon het
niet zijn, anders zouden de vissers in hun lied bij het
werk niet wensen, dat het maar gauw vijf uur mocht
worden. Hij zuchtte. Het kwam er niet op aan. Hij greep
zijn Coca Colafles, die hem op de een of andere manier
aan zijn moeder herinnerde en hij griende een beetje.
Boven hem lieten wulpen hun droevige roep horen en
hun dunne kreten klonken als het gehuil van een baby.
Een visarend streek neer over het water in een lange,
zachte vlucht tot hij precies binnen het bereik van de
oppervlakte was, en pakte toen een vis met een plotse
linge greep, waarbij het water opspatte. Bijna onfat
soenlijk na het elegante gemak van zijn duik. Sammy
was blij, dat hij die vis niet was.
Door het toneeltje, waarvan hij getuige was geweest,
werd hij eraan herinnerd: ik ben een wees! Het
idee intrigeerde hem. Hij zei hardop: „Ik ben een wees!"
en hij proefde als het ware hoe die woorden klonken.
Toen zei hij, om het te proberen: „Mijn mammie en
pappie zijn dood", en hij wilde, dat hij het niet had ge
zegd, want hij werd er verdrietig van. Als je zei „ik ben
een wees" klonk het niet zo droevig, maar nou ja, ge
wichtig. Hij herhaalde de woorden nog eens.
Hij kwam ovc ":nd en liep tot aan de vloedlijn, een
kleine, eenzame gestalte. Toen snelde hij terug om een
voorraad stenen te halen en was spoedig geheel in zijn
bezigheid verdiept. Voor het eerst sinds zijn spelletje bij
de pont van Port Foead speelde Sammy weer. Hij was
een bommenwerper en de krabben, die het strand bij
het water onveilig maakte, waren mensen. Hij bombar
deerde ze met stenen en bezaaide het strand met ver
pletterde schilden, waaruit een gele lichaamssubstantie
tevoorschijn kwam tussen doelloos bewegende poten en
scharen. Hij maakte brullende motorgeluiden, rende zo
nu en dan rond met uitgestrekte armen, ging schuin
door bochten, draaide, en al die tijd gleed zijn lange
schaduw over liet kleine slagveld aan de rand van de
zee.
Het spelletje duurde een minuut of twintig, tot het
Sammy ging vervelen, en tot hij het verdriet over zijn
grote verlies voorlopig uit zijn gedachten had wegge
speeld.
In de lange zonnestralen was de zee bijna wit geworden.
Sammy liep naar het palmbosje bij de put en klom on
bedreven in een boom, waarbij hij zijn benen aan de bin
nenkant schaafde. Maar hij smulde van de vlezige, zoete
dadels. Hij vond, dat hij er voldoende had geplukt om
ook voor de volgende morgen nog te hebben, maar al
gauw had hij die ook opgegeten. Nu is er niets voed
zamer dan verse dadels en Sammy was dan ook hele
maal verzadigd.
De avondvuren van de Bedoeïnen begonnen te knap
peren en te flakkeren; de accaciatakken en stukken
doornige struiken brandden fel. De getande bergen wa
ren zwart en vijandig temidden van een vlammende
zonsondergang. Sammy wilde met Iemand praten en
dus kwam hij, wat rondscharrelend, in de buurt en bleef
bij een van de tenten staan. Een jonge vrouw sprak
tegen hem.
Ze sprak een vreemd soort Arabisch en Sammy kon
haar niet verstaan. Ze vroeg hem nog eens wat hij wilde
en hij zei heel beleefd: „Nee, moeder", want hij dacht,
dat ze wilde weten of hij honger had. Ze lachte schreeu
wend en riep over haar schouder iets naar een paar
mannen, die naderbij kwamen schrale, korte mannen
met bijna zwarte haviksgezichten onder vuile, Iompige
kafiyehs. De mannen grijnsden, toen zij de grap ver
telde. Toen ze was uitgepraat keken ze woest naar
Sammy.
„Haiyeh bikatloh", zei de ene, met een hand aan een
kromme dolk in zijn gordel. „Laten we hem vermoor
den".
„Tayyib", stemde de andere in en Sammy holde met
bonzend hart zo snel hij kon weg van de tenten, terwijl
de Bedoeïnen schudden van pret en elkaar op de rug
sloegen. Ze zouden Sammy, zonder grondige reden, geen
kwaad hebben gedaan, maar iedere vreemdeling was,
tenzij hij gastvrijheid vroeg, mogelijk een dief, speciaal
ieder vreemd kind. Ze wilden Sammy zover mogelijk
van hun bezit wegjagen. Het zand van het strand was
nog warm van de hitte van de dag en Sammy groef
een ondiepe kuil, waarin hij zich vol genot nestelde. Een
grote, witte maan begon langs de hemel te klimmen.
Ergens hoestte en bromde een kameel met het geluid
van een hongerige leeuw; een hond of een jakhals
huilde vibrerend in de verte.
Eerst sliep Sammy rustig, later, toen het zand af
koelde, onrustiger. Het maal van dadels lag hem
zwaar op de maag. Tegen het aanbreken van de dag
kon hij niet meer stilliggen en droomde hij, waarbij hij
zo nu en dan in zijn slaap mompelde.
Hij droomde, dat een reusachtige vogel boven hem
zweefde, klaar om zich op hem neer te storten. Het
dier had een wrede snavel van vuur en aan de uiteinden
van zijn vleugels zaten scharen als van een krab. Zijn
klauwen hadden stalen punten en hij riep: „Laten we
Hij keek recht in de ogen van de Syriër.
hem doodmaken! Haiyeh bikatloh!" Hij kwam dichter
bij. Sammy kreunde en woelde in zijn nachtmerrie, ter
wijl de eerste vliegen op zijn trillende oogleden kropen.
Toen schoot de vogel op hem neer. Zijn vleugels maak
ten een ruisend geluid, de grote snavel opende zich, de
klauwen grepen hem. De jongen ontwaakte met een ge
smoorde kreet.
Hij keek recht in de ogen van de Syriër, die zijn schou
ders had gegrepen en hem ruw door elkaar schudde.
„Wordt wakker!" zei de Syriër.
(Wordt vervolgd)
<WI#VWVVV»A<VVWVVWWWMWIIVWAA»IIVWW%IVWVWVWlWll»A»VWVVWWVW%AIWVVI>VI<WIAA#IA<WW%W<WWWIWIII#IIIIWW%IVIIWWlAAAAWIVtlVVWVWliVWI#VWI»VWWVWVWI#WVyVWWIIWlIAiyiA
De culturele toenadering tussen
Nederland en België, die de laat
ste jaren door activiteiten op
regeringsniveau merkbaar is
voortgeschreden, zal op 1, 2 en
3 november a.s. een nieuwe sti
mulans krijgen, doordat op deze
data in Antwerpen het 36-ste
Nederlands congres gehouden
wordt, dat georganiseerd is
door een commissie van verte
genwoordigers van representa
tieve verenigingen in noord en
zuid.
Het drie jaar geleden in Vlaanderen
gehouden 35-ste congres was nog in
hoofdzaak een individuele aangele
genheid. Op het aanstaande congres
zullen nu ook verscheidene vereni
gingen uit de beide landen vertegen
woordigd zijn. Dit congres in nieuwe
stjji zal een demonstratie zijn van de
eenheid van de Nederlandse cultuur
die niet alleen in Nederland maar ook
in België leeft.
Een aantal prominente sprekers zal op
het congres, dat onder voorzitterschap
staat van de heer Julien Kuypers,
het woord voeren. Zo zal oud-minister
Cals na een lezing van dr. M. De-
vroede over de historische achter
gronden in de verhouding noord-zuid
een toespraak houden over de
Nederlandse cultuur en het buiten
land.
Er zal aandacht worden gewijd aan de
letteren, de muziek, de beeldende
kunsten in de Nederlanden, aan de
gemeenschappelijke kenmerken en de
wederzijdse beïnvloeding. Er zuilen
sectievergaderingen worden gehou
den over deze onderwerpen en over
de culturele samenwerking tussen
Nederlandse en Vlaamse provincies.
Over de sociaal-culturele en toeris
tische aspecten van de regionaal-
economische samenwerking, over de
volksontwikkeling, over de problemen
bij de integratiepoging van het on
derwijs, over de uitwisseling van
amateurtoneel, over de bevordering
van jongerencontacten en over het
studentenvakverbond.
Ter gelegenheid van het congres zul
len tevens een boekenbeurs en een
tentoonstelling over het wetenschap
pelijke boek in noord en zuid, alsmede
een tentoonstelling van landschap
pen van zeventien gewesten, gezien
door schilders van nu, de aandacht
vragen.
Voorts zal de Nederlandse Comedie
het stuk „De dans van de reiger"
van de Vlaamse auteur Hugo Claus
opvoeren. Voor het eerst in Vlaande
ren wordt de film „Als twee druppels
water" van Fons Rademakers ver
toond en ten slotte geeft het Resi
dentie Orkest onder leiding van Wil
lem van Otterloo een concert met
werken van Mozart en Beethoven en
van de Vlamase componist V. Legley.
Als nieuwste attractie bezit de Rijnmetropool Düsseldorf thans een
stijlechte rommelmarkt, die ontstaan zou kunnen zijn naar het
voorbeeld van de vlooienmarkt van Parijs of de rommelmarkten van
Amsterdam of Brussel. Tussen de waardeloze prulleboel, antiquiteiten en
hele wagonladingen schroot en rommel kan iedere belangstellende iets naar
zijn gading vinden. De cheffin van dit bijzondere bedrijf aan de Südring in
Düsseldorf drijft al sinds jaren een handel in schroot, zij koopt hele
nalatenschappen op en haalt overal, waar zij ontboden wordt, rommel
weg. Tussen al deze rommel vond men steeds weer voorwerpen, die lief
hebbers van oude zaken in vervoering brachten. Zo kwam mevrouw
Dorothea Müller op het idee, volgens het Parijse voorbeeld ook in Düssel-
dobf een kleine rommelmarkt in te richten. Materiaal was er genoeg
tussen de grote bergen schroot en in de opslagruimten. Alles werd een
beetje gesorteerd, zodat een ieder datgene wat hij zocht kan vinden. En
hoeveel „gelegenheidskoopjes" men bij het doorzoeken van deze rommel-
boel ontdekt, is bij benadering niet te zeggen. Broederlijk naast elkaar
liggen daar: oude boeken, sierlijke spiegels, versleten meubels, oude for
nuizen, afgedankte auto's, gereedschappen, lampen en kristallen luchters
en verder voorwerpen zoals oude telefoons, badkuipen, geisers, fietsen,
machines, violen, trompetten en andere muziekinstrumenten, afgedankte
koffiemolens en kleine rommel zoals schroeven, spijkers en nog veel
meer. Onze foto toont een gedeelte van het rijke sortiment en verlok
door de geheimzinnige atmosfeer.
20TH CENTURY-FOX annon
ceert met trots ELISABETH
TAYLOR in JOSEPH L. MAN-
KIEWICZ' „CLEOPATRA" met
RICHARD BURTON als „MAR
CUS ANTONIUS" en REX
HARRISON als „JULIUS CAE
SAR" in TODD-AO.
Het staat met handhoge letters in de
CLEOPATRA-KRANT, welke den
lande wordt ingestuurd omdat de
kleurenrolprent, die meer heeft ge
kost dan welke film ooit (140 mil
joen gulden) volgende week ook in
Nederland te zien zal zijn: in biosco
pen in Amsterdam, Rotterdam er
Den Haag.
Een kolossale krantekop voor eer.
kolossale film. Nog nooit vertoond
in de aan turbulenties wel allermins1
ontwende, wereld van de cinemato
grafie. Normaal kost een spektakel
film vijf miljoen dollar. Cleopatra
heeft 40 miljoen gekost. Daar kom',
nog eens 22 miljoen dollar bij voor
het uitbrengen van de film en voo>
de reclame. Fox moet honderd mil
joen dollar, dus bijna 400 miljoen gul
den, binnenkrijgen om uit de kosten
te komen en enige winst te kunnen
noteren. Dat mag dan ook wel want
Op de foto: Cleopatra
tje.
met dochter-
Fox had een verlies van 130 miljoen
dollar over de twee jaar vóór Cleo
patra.
RUSTIG BEGIN
De totstandkoming van de film biedt
een verhaal buiten alle proporties.
In 1959 was het nog de bedoeling
voor 2 miljoen dollar een bescheiden,
rustige kostuumfilm te maken over
de historisch niet aan te vechten in
tieme relaties tussen Cleopatra, ko
ningin van Egypte, en Marcus An-
tonius, Romeins veldheer, Joan Col
lins zou Cleopatra zijn en Stephen
Boyd Antonius.
Oudgediende Rouben Mamoulian zou
de film draaien. De toenmalige pre
sident van 20th Century-Fox, Spyros
Skouras, die worstelde met steeds
grotere tekorten en in samenhang
daarmee, steeds bozer wordende aan
deelhouders, besloot dat het niet kon
met Joan Collins. Er moest een ster
in de film komen. Elisabeth Taylor.
Elisabeth Taylor vroeg weliswaar een
gage van een miljoen dollar, maar
dat vond Spyros Skouras geen be
zwaar. Elisabeth is een kasmagneet.
Vooral in Amerika en van elke film
moet Amerika de helft van de winst
opleveren.
De ander-e helft komt uit de rest van
de wereld.
In de studio's en op de terreinen
van de Londense filmindustrie wer
den Egyptische paleizen gebouwd,
tempels en tuinen. Maar gefilmd
werd er nauwelijks. De dure Elisa
beth werd ziek. Twee keer. Eerst
aan hoofd, daarna aan longen. Met
dat al schoot de film geen meter op.
PALEISREVOLUTIE
Regisseur Mamoulian gaf er de brui
aan. Foxpresident Skouras werd aan
de djjk gezet. Darryl Zanuck, film
producent van allure, werd zijn op
volger en kreeg tot taak de ratseh
naar het miljoenenfaillisement te
stoppen.
Joseph L. Mankiewicz, maker van
films als ,,A letter tot three wives",
„All about Eve", „The barefoot eon-
tessa", „Suddenly last summer"
(eveneens met Elisabeth, ofwel Liz)
werd naar Londen gestuurd om Cleo
patra af te maken. Een scenario van
niks, vond hij.
Lawrence Durell schreet een nieuw,
250 pagina's dik. Mankiewicz keurde
het af en schreef een nieuw, resul
terend in een draaiboek van 330 pagi
na's, „en ik wil Rex Harrison hebben
voor de Caesarrol en Richard Burton
als Marcus Antonius". Het mocht van
Hollywood. Richard Burton speelde
weliswaar in een musical op Broad
way, maar werd uitgekocht. Extra
begrotingspost van 50.000 dollar,
200.000 gulden om en nabij. „En ik
wil om de echtheid in Egypte filmen"
„Nee", zei Darryl Zanuck. „Rome
moet het zijn. Dat is goedkoop". In
derdaad. Maar niet als de filmstaf
er op staat met een luchtvloot van
chartervliegtuigen de oversteek Ame-
rika-Europa te maken en alleen ge
destilleerd water wenst te drinken.
Het water alleen heeft al 80.000 dol
lar gekost, 300.000 gulden ongeveer.
UITSTEL
En het regende in zonnig Italië. Uit
stel. Eind 1961 zat er nog steeds geen
schot in de film. Daarna hield de
regen op, maar kwam de kou. De
driehonderd Egyptische slaven die on-
der een bloedhete zon de sfinx moes-
ten trekken, waarop Cleopatra ge
wend was zich te laten rondrijden,
ademden wolkjes mist, dat kon niet.
Weer uitstel dus.
Op 12 juni ging in New York toch de
wereldpremière en sindsdien stroomt
er geld in de kassen van Fox. Nu is
Europa aan de beurt. Een nieuwe
stroom van dollars. Want nog vóór
er in de oude wereld een meter film
was gedraaid, had de Twentieth Cen
tury Fox al twintig miljoen dollar
in contanten binnen.