PAUL GETTY-rijkste man ter wereld- springt zuinig met zijn geld om Nacht bij de Bedoeïnen Superdure Cleopatra probeert Nederlandse markt Munttelefoon voorgastenen personeel ISO Babyhandel in Buenos Aires Stimulans voor culturele toenadering tot België I ||fl I e Een melancholieke miljardair Verbaasd over eigen succes ill nÖïOTII! ■li Overal, waar olie vloeit Man zonder humor Begin november in Antwerpen congres Mr. Cals ggpgp v"U MAANDAG 14 OKTOBER 1963 PROVINCIALE ZEETJWSE COURANT (Van onze correspondent R. Lucas) Paul Getty is de enige dollar- miljardair ter wereld. Zijn rijk dom onttrekt zich aan het voor stellingsvermogen van gewone stervelingen. Hij zou, wanneet hij dat wilde, een jaar lang elke dag opnieuw tien miljoen gulden kunnen weggeven zonder dat de ze aderlating ook maar de min ste verandering in zijn levens wijze teweeg zou brengen. Hij bezit tachtig procent van hel aandelenkapitaal van zeventig maat schappijen, wier geschiedenis hij be stiert niet de macht van een despoot. Zijn dagelijks inkomen bedraagt op het ogenblik ruim een miijoen gulden. Een dergelijke rijkdom stelt Getty buiten elkevergelijking. Slechts d'e Emir van Koeweit en de koning van Saoedi-Arabië, wier inkomsten even eens de olie tot grondslag hebben, zijn enigszins met hem te vergelijken Deze drie rijkste mannen ter wereld ontmoetten elkaar onlangs in de woestijn. Deze bijeenkomst in het te ken der boortorens verdient te wor den geboekstaafd in de mythologie van het kapitalisme. Van de drie heersers was Getty ongetwijfeld de machtigste en zekerste. Zijn rijk strekt zich uit over 82 landen en kan door geen revolutie of vijandelijke Invasie ernstig' in gevaar worden ge bracht. In dit onzichtbare imperium is zijn woord wet. De zetel van zijn regering is niet een honderd verdie pingen hoog kantoorgebouw uit glas en beton doch een idyllisch landhuis bij Guildford, vijftig kilometer ten zuiden van Londen. Zijn regerings apparaat bestaat uit twee secreta ressen en twee telefoonlijnen. Getty kocht het landgoed Sutton Place vier jaar geleden. Hij vierde de inwijding van zijn residentie met een schitterend bal voor 1500 gasten, die konden dansen op de muziek van drie orkesten. Tussen de feestelijke menigte liep de gastheer, een schrale zeventiger met een scherpgesneden gezicht. Het was een van de weinige gelegenheden, dat men zijn smalle lippen in een glimlach geplooid heeft gezien. Hoe wordt men miljardair? Getty is niet In staat, deze vraag te beant woorden. Zijn gigantische succes lijkt hem zelf te verbazen. „Ik heb daar natuurlijk wel eens over nage dacht", zegt hij met zachte bezorgde stem, „ik ben mij werkelijk niet be wust, dat ik eigenschappen bezit, die niet vele anderen ook hebben. Ik tK'-wSïf&SS: .11 §§§y mms.;.-; zjmmmwmssMM nam de zaken van mijn vader over. Al het andere kwam als het ware vanzelf". George F. Getty, als wiens enige zoon Paul Getty in Minneapolis werd geboren, ging in 1903 als advocaat in opdracht van een cliënt naar Okla homa en pachtte daar, een plotselin ge ingeving volgend, voor 500 dollar een stuk braakliggend land van 450 hectare. Na enkele jaren vond men er aardolie. Toen hij in 1930 stierf, liet hij een vermogen na van 15 mil joen dollar, waarvan zijn zoon ove rigens slechts een half miljoen erfde. Deze erfenis speelde intussen voor Paul geen grote rol, want hij had, in de voetstappen van zijn vader tre dend, reeds 13 jaar eerder, als jonge man van 24 jaar, op eigen kracht zijn eerste miljoen dollar verdiend. Paul Getty is de olie, waar zijn vader mee begon, trouw gebleven. In de y.S., in het Nabij Oosten, in Canada, óveral waar olie vloeit, stromen ook de miljoenen op hem toe. Zijn tan- kervloten brengen de ruwe olie naar zijn eigen raffinaderijen in de V.S., Italië en Japan. In zijn bescheiden werkkamer in Sutton Place dicteert hij de politiek van deze ondernemin gen, controleert hij de hotels en kan toorgebouwen, die hij in New York, Los Angeles, Oklahoma en Mexico, bezit, zijn luchtvaartmaatschappij, zijn verzekerings- en financierings- banken. Zijn imperium wordt op af stand bestuurd, want Getty houdt niet van reizen. Hij is gauw zeeziek en sinds zijn vliegtuig twintig jaar geleden eens in een tornado raakte, heeft hij nooit meer gevlogen. Geen wonder is het dus, dat soms zijn telefoongesprekken oplopen tot tweeduizend gulden per dag. Hij heeft intussen voorzorgen genomen, dat deze rekeningen niet nog hoger worden en hiertoe in zijn Tudor- kasteel een telefooncel met muntau- tomaat laten plaatsen. Personeel en gasten worden er opmerkzaam op gemaakt, dat zij hun prtvégesprek- ken uitsluitend van deze cel uit moe ten voeren. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat Paul Getty met zijn shillingen wat behoedzamer om springt, dan voor een man in zijn omstandigheden nodig is. Hij heeft voor zijn huispersoneel de vijfdaagse werkweek ingevoerd, zodat zijn kok twee dagen per week niet ter be schikking is. „Ik heb boven mijn eigen keukentje", vertelt hij niet zonder trots, „daar kook ik dan zelf mijn eten, een ommelet of cornedbeef hach. Ik kook op znike dagen ook voor mijn gasten, behalve wanneer zij liever zelf aan het fornuis staan". Wil men onvriendelijk zijn, dan zou men uit dergelijke voorvallen de con clusie kunnen trekken, dat gierig heid tot de karakteristieke eigen schappen van deze miljardair be hoort. Bekijkt men hem echter met wat meer mildheid, dan is zijn hou ding wellicht ook hieruit te verkla ren, dat hij een mens zonder humor is. In deze opvatting wordt men versterkt door de verzuurde, bezorg de uitdrukking van zijn gezicht. Hier bij moet dan vermeldt worden, dat vader Getty het erfdeel van zijn zoon tot een dertigste van zijn vermogen beperkte uit ergernis over diens echt scheiding. Ook de vier volgende hu welijken, die Paul Getty na dit eer ste sloot, eindigden met een schei ding. Getty heeft vier zoons, die alle vier in zijn ondernemingen werkzaam zijn. Het lijkt, of zijn betrekkingen tot hen en zijn zeven kleinkinderen uitsluitend van zakelijke aard zijn. Maar ook al is Paul Getty het leven de bewijs voor de stelling, dat geld alleen niet gelukkig maakt, er zijn in zijn leven toch lichtpuntjes en mo menten van grote bevrediging. De wanden van Sutton Place worden ge sierd met kostbare schilderijen en het bereidt de eenzame bewoner zicht bare vreugde, deze kunstschatten aan zijn bezoekers te tonen. Maar de kostelijkste uren zijn wel die, waarin de melancholieke miljar dair de last van zijn rijkdom ont vlucht en zijn gecompliceerde finan ciële operaties even vergeten kan. Naast zijn schrijftafel en naast zijn bed liggen jongensboeken. Het zijn de avonturenromans, die hij in zijn kinderjaren las. In deze eenvoudige wereld van Indianen en piraten vlucht hij, zo vaak hij zich een kleine adempauze gunt en hier is hij ge lukkig. De Nederlandse meisjes, die deel nemen aan de pre-olympische zwemwedstrijden in Tokio hebben zich wel geheel aan de Japanse sfeer aangepast. Op de foto zien we als zwem- geisha's v.l.n.r. Adrie Lasterie, Corrie Winkel.. Erika Terpstra, Ada Kok en Klenie Bimolt. Reeds enkele minuten na de geboorte moeten volgens een nieuwe wet de Argentijnse baby's nauwkeurig worden geregistreerd, waarbij naast het vermelden van bijzondere kenmerken zelfs een voetaf druk wordt genomen. Dë re den van deze maatregel moet gezocht worden in de nog steeds zich uitbreidende zwarte handel in baby's, die de autoriteiten nu eindelijk met alle macht willen uit roeien. Jaarlijks veranderen 2500 tot 3000 jonggeborenen van ouders. Daarbij brengen de, meestal niet-legitieme kinderen voor een deel heel hoge prijzen op, waardoor deze vorm van sluikhandel voor de handelaren een be langrijke bron van inkoms ten vormt. Voor een donkerharige baby moe ten de pleegouders ongeveer 60 dollar op tafel leggen, een blond kind met blauwe ogen, vaak af- sta,mmeling van Noord-Europese (voor)ouders kost tot 3000 dol lar. Door een verouderde adop tiewetgeving en door het feit, dat in de laatste tijd steeds meer al leenstaande meisjes van het land in de steden werk zoeken en daar in moeilijkheden geraken, wordt deze babyhandel natuurlijk bevor derd. Ook de enorme woningnood en de daardoor bemoeilijkte hu welijksmogelijkheden dragen bij tot deze misstand. Geheime kraamklinieken nemen de pasgeboren kinderen zonder veel formaliteiten van de moeders af en verkopen de kinderen dan aan oudere echtparen, die de hoop op nakomelingschap moesten op geven. Ook wordt aan de moeders dikwijls wijsgemaakt, dat haar baby gestorven is terwijl het kindje dan in werkelijkheid door gegeven werd aan de kinderhan delaren. Aan dit soort praktijken wil de overheid thans een einde maken. Gemakkelijk zal dit niet zijn, want de ongehuwde moeder tjes lopen nu eenmaal niet te koop met hun ellende. T~\oor de zon gebleekte spanten van een verval len scheepsromp lagen half verzonken in het zand als de beenderen van een dinosaurus. Ver derop veranderde de kleur van de zee, naarmate de middag vorderde, van diep blauw tot gerim peld kwikzilver en er stak een koude wind op. Achter Sammy lagen, schots en scheef door elkaar, de resten van verlaten huizen, bedekt met puin en gebroken zuilen: alles wat er was overgebleven van een Romeinse stad. In de verte, bij een put met brak water waren een paar zwarte tenten opgezet in de schaduw van de dadelpalmen; kinderen brachten voor het vallen van de avond kudden magere schapen en geiten vanuit de heuvels aan de voet van de bergen naar het kamp. Een halve kilometer uit de kust veranderde een vissers boot van koers en Sammy hoorde duidelijk het klappen van de ra tegen de mast en vervolgens het zingen van de bemanning, die de schoot aanhaalde: „Hena! Helik! zaoeli naim. Igri sa'a kamsa..." Sammy vroeg zich af hoe laat het was. Vijf uur kon het niet zijn, anders zouden de vissers in hun lied bij het werk niet wensen, dat het maar gauw vijf uur mocht worden. Hij zuchtte. Het kwam er niet op aan. Hij greep zijn Coca Colafles, die hem op de een of andere manier aan zijn moeder herinnerde en hij griende een beetje. Boven hem lieten wulpen hun droevige roep horen en hun dunne kreten klonken als het gehuil van een baby. Een visarend streek neer over het water in een lange, zachte vlucht tot hij precies binnen het bereik van de oppervlakte was, en pakte toen een vis met een plotse linge greep, waarbij het water opspatte. Bijna onfat soenlijk na het elegante gemak van zijn duik. Sammy was blij, dat hij die vis niet was. Door het toneeltje, waarvan hij getuige was geweest, werd hij eraan herinnerd: ik ben een wees! Het idee intrigeerde hem. Hij zei hardop: „Ik ben een wees!" en hij proefde als het ware hoe die woorden klonken. Toen zei hij, om het te proberen: „Mijn mammie en pappie zijn dood", en hij wilde, dat hij het niet had ge zegd, want hij werd er verdrietig van. Als je zei „ik ben een wees" klonk het niet zo droevig, maar nou ja, ge wichtig. Hij herhaalde de woorden nog eens. Hij kwam ovc ":nd en liep tot aan de vloedlijn, een kleine, eenzame gestalte. Toen snelde hij terug om een voorraad stenen te halen en was spoedig geheel in zijn bezigheid verdiept. Voor het eerst sinds zijn spelletje bij de pont van Port Foead speelde Sammy weer. Hij was een bommenwerper en de krabben, die het strand bij het water onveilig maakte, waren mensen. Hij bombar deerde ze met stenen en bezaaide het strand met ver pletterde schilden, waaruit een gele lichaamssubstantie tevoorschijn kwam tussen doelloos bewegende poten en scharen. Hij maakte brullende motorgeluiden, rende zo nu en dan rond met uitgestrekte armen, ging schuin door bochten, draaide, en al die tijd gleed zijn lange schaduw over liet kleine slagveld aan de rand van de zee. Het spelletje duurde een minuut of twintig, tot het Sammy ging vervelen, en tot hij het verdriet over zijn grote verlies voorlopig uit zijn gedachten had wegge speeld. In de lange zonnestralen was de zee bijna wit geworden. Sammy liep naar het palmbosje bij de put en klom on bedreven in een boom, waarbij hij zijn benen aan de bin nenkant schaafde. Maar hij smulde van de vlezige, zoete dadels. Hij vond, dat hij er voldoende had geplukt om ook voor de volgende morgen nog te hebben, maar al gauw had hij die ook opgegeten. Nu is er niets voed zamer dan verse dadels en Sammy was dan ook hele maal verzadigd. De avondvuren van de Bedoeïnen begonnen te knap peren en te flakkeren; de accaciatakken en stukken doornige struiken brandden fel. De getande bergen wa ren zwart en vijandig temidden van een vlammende zonsondergang. Sammy wilde met Iemand praten en dus kwam hij, wat rondscharrelend, in de buurt en bleef bij een van de tenten staan. Een jonge vrouw sprak tegen hem. Ze sprak een vreemd soort Arabisch en Sammy kon haar niet verstaan. Ze vroeg hem nog eens wat hij wilde en hij zei heel beleefd: „Nee, moeder", want hij dacht, dat ze wilde weten of hij honger had. Ze lachte schreeu wend en riep over haar schouder iets naar een paar mannen, die naderbij kwamen schrale, korte mannen met bijna zwarte haviksgezichten onder vuile, Iompige kafiyehs. De mannen grijnsden, toen zij de grap ver telde. Toen ze was uitgepraat keken ze woest naar Sammy. „Haiyeh bikatloh", zei de ene, met een hand aan een kromme dolk in zijn gordel. „Laten we hem vermoor den". „Tayyib", stemde de andere in en Sammy holde met bonzend hart zo snel hij kon weg van de tenten, terwijl de Bedoeïnen schudden van pret en elkaar op de rug sloegen. Ze zouden Sammy, zonder grondige reden, geen kwaad hebben gedaan, maar iedere vreemdeling was, tenzij hij gastvrijheid vroeg, mogelijk een dief, speciaal ieder vreemd kind. Ze wilden Sammy zover mogelijk van hun bezit wegjagen. Het zand van het strand was nog warm van de hitte van de dag en Sammy groef een ondiepe kuil, waarin hij zich vol genot nestelde. Een grote, witte maan begon langs de hemel te klimmen. Ergens hoestte en bromde een kameel met het geluid van een hongerige leeuw; een hond of een jakhals huilde vibrerend in de verte. Eerst sliep Sammy rustig, later, toen het zand af koelde, onrustiger. Het maal van dadels lag hem zwaar op de maag. Tegen het aanbreken van de dag kon hij niet meer stilliggen en droomde hij, waarbij hij zo nu en dan in zijn slaap mompelde. Hij droomde, dat een reusachtige vogel boven hem zweefde, klaar om zich op hem neer te storten. Het dier had een wrede snavel van vuur en aan de uiteinden van zijn vleugels zaten scharen als van een krab. Zijn klauwen hadden stalen punten en hij riep: „Laten we Hij keek recht in de ogen van de Syriër. hem doodmaken! Haiyeh bikatloh!" Hij kwam dichter bij. Sammy kreunde en woelde in zijn nachtmerrie, ter wijl de eerste vliegen op zijn trillende oogleden kropen. Toen schoot de vogel op hem neer. Zijn vleugels maak ten een ruisend geluid, de grote snavel opende zich, de klauwen grepen hem. De jongen ontwaakte met een ge smoorde kreet. Hij keek recht in de ogen van de Syriër, die zijn schou ders had gegrepen en hem ruw door elkaar schudde. „Wordt wakker!" zei de Syriër. (Wordt vervolgd) <WI#VWVVV»A<VVWVVWWWMWIIVWAA»IIVWW%IVWVWVWlWll»A»VWVVWWVW%AIWVVI>VI<WIAA#IA<WW%W<WWWIWIII#IIIIWW%IVIIWWlAAAAWIVtlVVWVWliVWI#VWI»VWWVWVWI#WVyVWWIIWlIAiyiA De culturele toenadering tussen Nederland en België, die de laat ste jaren door activiteiten op regeringsniveau merkbaar is voortgeschreden, zal op 1, 2 en 3 november a.s. een nieuwe sti mulans krijgen, doordat op deze data in Antwerpen het 36-ste Nederlands congres gehouden wordt, dat georganiseerd is door een commissie van verte genwoordigers van representa tieve verenigingen in noord en zuid. Het drie jaar geleden in Vlaanderen gehouden 35-ste congres was nog in hoofdzaak een individuele aangele genheid. Op het aanstaande congres zullen nu ook verscheidene vereni gingen uit de beide landen vertegen woordigd zijn. Dit congres in nieuwe stjji zal een demonstratie zijn van de eenheid van de Nederlandse cultuur die niet alleen in Nederland maar ook in België leeft. Een aantal prominente sprekers zal op het congres, dat onder voorzitterschap staat van de heer Julien Kuypers, het woord voeren. Zo zal oud-minister Cals na een lezing van dr. M. De- vroede over de historische achter gronden in de verhouding noord-zuid een toespraak houden over de Nederlandse cultuur en het buiten land. Er zal aandacht worden gewijd aan de letteren, de muziek, de beeldende kunsten in de Nederlanden, aan de gemeenschappelijke kenmerken en de wederzijdse beïnvloeding. Er zuilen sectievergaderingen worden gehou den over deze onderwerpen en over de culturele samenwerking tussen Nederlandse en Vlaamse provincies. Over de sociaal-culturele en toeris tische aspecten van de regionaal- economische samenwerking, over de volksontwikkeling, over de problemen bij de integratiepoging van het on derwijs, over de uitwisseling van amateurtoneel, over de bevordering van jongerencontacten en over het studentenvakverbond. Ter gelegenheid van het congres zul len tevens een boekenbeurs en een tentoonstelling over het wetenschap pelijke boek in noord en zuid, alsmede een tentoonstelling van landschap pen van zeventien gewesten, gezien door schilders van nu, de aandacht vragen. Voorts zal de Nederlandse Comedie het stuk „De dans van de reiger" van de Vlaamse auteur Hugo Claus opvoeren. Voor het eerst in Vlaande ren wordt de film „Als twee druppels water" van Fons Rademakers ver toond en ten slotte geeft het Resi dentie Orkest onder leiding van Wil lem van Otterloo een concert met werken van Mozart en Beethoven en van de Vlamase componist V. Legley. Als nieuwste attractie bezit de Rijnmetropool Düsseldorf thans een stijlechte rommelmarkt, die ontstaan zou kunnen zijn naar het voorbeeld van de vlooienmarkt van Parijs of de rommelmarkten van Amsterdam of Brussel. Tussen de waardeloze prulleboel, antiquiteiten en hele wagonladingen schroot en rommel kan iedere belangstellende iets naar zijn gading vinden. De cheffin van dit bijzondere bedrijf aan de Südring in Düsseldorf drijft al sinds jaren een handel in schroot, zij koopt hele nalatenschappen op en haalt overal, waar zij ontboden wordt, rommel weg. Tussen al deze rommel vond men steeds weer voorwerpen, die lief hebbers van oude zaken in vervoering brachten. Zo kwam mevrouw Dorothea Müller op het idee, volgens het Parijse voorbeeld ook in Düssel- dobf een kleine rommelmarkt in te richten. Materiaal was er genoeg tussen de grote bergen schroot en in de opslagruimten. Alles werd een beetje gesorteerd, zodat een ieder datgene wat hij zocht kan vinden. En hoeveel „gelegenheidskoopjes" men bij het doorzoeken van deze rommel- boel ontdekt, is bij benadering niet te zeggen. Broederlijk naast elkaar liggen daar: oude boeken, sierlijke spiegels, versleten meubels, oude for nuizen, afgedankte auto's, gereedschappen, lampen en kristallen luchters en verder voorwerpen zoals oude telefoons, badkuipen, geisers, fietsen, machines, violen, trompetten en andere muziekinstrumenten, afgedankte koffiemolens en kleine rommel zoals schroeven, spijkers en nog veel meer. Onze foto toont een gedeelte van het rijke sortiment en verlok door de geheimzinnige atmosfeer. 20TH CENTURY-FOX annon ceert met trots ELISABETH TAYLOR in JOSEPH L. MAN- KIEWICZ' „CLEOPATRA" met RICHARD BURTON als „MAR CUS ANTONIUS" en REX HARRISON als „JULIUS CAE SAR" in TODD-AO. Het staat met handhoge letters in de CLEOPATRA-KRANT, welke den lande wordt ingestuurd omdat de kleurenrolprent, die meer heeft ge kost dan welke film ooit (140 mil joen gulden) volgende week ook in Nederland te zien zal zijn: in biosco pen in Amsterdam, Rotterdam er Den Haag. Een kolossale krantekop voor eer. kolossale film. Nog nooit vertoond in de aan turbulenties wel allermins1 ontwende, wereld van de cinemato grafie. Normaal kost een spektakel film vijf miljoen dollar. Cleopatra heeft 40 miljoen gekost. Daar kom', nog eens 22 miljoen dollar bij voor het uitbrengen van de film en voo> de reclame. Fox moet honderd mil joen dollar, dus bijna 400 miljoen gul den, binnenkrijgen om uit de kosten te komen en enige winst te kunnen noteren. Dat mag dan ook wel want Op de foto: Cleopatra tje. met dochter- Fox had een verlies van 130 miljoen dollar over de twee jaar vóór Cleo patra. RUSTIG BEGIN De totstandkoming van de film biedt een verhaal buiten alle proporties. In 1959 was het nog de bedoeling voor 2 miljoen dollar een bescheiden, rustige kostuumfilm te maken over de historisch niet aan te vechten in tieme relaties tussen Cleopatra, ko ningin van Egypte, en Marcus An- tonius, Romeins veldheer, Joan Col lins zou Cleopatra zijn en Stephen Boyd Antonius. Oudgediende Rouben Mamoulian zou de film draaien. De toenmalige pre sident van 20th Century-Fox, Spyros Skouras, die worstelde met steeds grotere tekorten en in samenhang daarmee, steeds bozer wordende aan deelhouders, besloot dat het niet kon met Joan Collins. Er moest een ster in de film komen. Elisabeth Taylor. Elisabeth Taylor vroeg weliswaar een gage van een miljoen dollar, maar dat vond Spyros Skouras geen be zwaar. Elisabeth is een kasmagneet. Vooral in Amerika en van elke film moet Amerika de helft van de winst opleveren. De ander-e helft komt uit de rest van de wereld. In de studio's en op de terreinen van de Londense filmindustrie wer den Egyptische paleizen gebouwd, tempels en tuinen. Maar gefilmd werd er nauwelijks. De dure Elisa beth werd ziek. Twee keer. Eerst aan hoofd, daarna aan longen. Met dat al schoot de film geen meter op. PALEISREVOLUTIE Regisseur Mamoulian gaf er de brui aan. Foxpresident Skouras werd aan de djjk gezet. Darryl Zanuck, film producent van allure, werd zijn op volger en kreeg tot taak de ratseh naar het miljoenenfaillisement te stoppen. Joseph L. Mankiewicz, maker van films als ,,A letter tot three wives", „All about Eve", „The barefoot eon- tessa", „Suddenly last summer" (eveneens met Elisabeth, ofwel Liz) werd naar Londen gestuurd om Cleo patra af te maken. Een scenario van niks, vond hij. Lawrence Durell schreet een nieuw, 250 pagina's dik. Mankiewicz keurde het af en schreef een nieuw, resul terend in een draaiboek van 330 pagi na's, „en ik wil Rex Harrison hebben voor de Caesarrol en Richard Burton als Marcus Antonius". Het mocht van Hollywood. Richard Burton speelde weliswaar in een musical op Broad way, maar werd uitgekocht. Extra begrotingspost van 50.000 dollar, 200.000 gulden om en nabij. „En ik wil om de echtheid in Egypte filmen" „Nee", zei Darryl Zanuck. „Rome moet het zijn. Dat is goedkoop". In derdaad. Maar niet als de filmstaf er op staat met een luchtvloot van chartervliegtuigen de oversteek Ame- rika-Europa te maken en alleen ge destilleerd water wenst te drinken. Het water alleen heeft al 80.000 dol lar gekost, 300.000 gulden ongeveer. UITSTEL En het regende in zonnig Italië. Uit stel. Eind 1961 zat er nog steeds geen schot in de film. Daarna hield de regen op, maar kwam de kou. De driehonderd Egyptische slaven die on- der een bloedhete zon de sfinx moes- ten trekken, waarop Cleopatra ge wend was zich te laten rondrijden, ademden wolkjes mist, dat kon niet. Weer uitstel dus. Op 12 juni ging in New York toch de wereldpremière en sindsdien stroomt er geld in de kassen van Fox. Nu is Europa aan de beurt. Een nieuwe stroom van dollars. Want nog vóór er in de oude wereld een meter film was gedraaid, had de Twentieth Cen tury Fox al twintig miljoen dollar in contanten binnen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9