ONTWIKKELINGSHULP Super Mix voor iedereen onmisbaar Echi leven D. Sloot, predikant NIEUWS VAN OVERAL Proces Subtieler He Kerken aan het werk Zaterdag 12 oktober 1963 VAN KAS NAAR KANSEL „Ik moest deze kant uit", zegt ernstig de 46-jarige voormalige bank employé D. Sloot, die in 1956 ging studeren voor gereformeerd predikant. Zondag zes oktober werd hij bevestigd en deed hij zijn intrede als predikant van de Gereformeerde Kerk te Rilland-Bath. De 46-jarige in Musselkanaal geboren predikant doorliep het gym nasium in Groningen, studeerde in de oorlogsjaren nog een paar jaar Romaanse taal en letterkunde aan de Groningse universiteit en volgde in zijn banktijd twee jaar de studie middelbaar economie. „Dat waren maar persoonlijke liefhebberijen", zegt hij: „nu is mijn j hobby mijn werk: predikant". (Foto P.Z.C.). I fk had van binnenuit sterk het gevoel, een teken of hoe je het noemen wilt, dat ik hier, in Rilland-Bath het meest kon doen. Er is nu een sfeer van vertrouwen, men verwacht iets. Deze gemeente heeft na een vacante periode van twee jaar zowel in het herderlijk werk als op de kansel mijn bijzondere zorg nodig. Ds. Fidder van Krabbendijke heeft als consu lent erg veel goed werk gedaan, maar een eigen predikant is voor een gemeente erg belang rijk." Ds. D. Sloot,-tot voor kort bankemployé in Amsterdam, is nu gereformeerd predikant in Rilland-Bath. Van de bankwe reld in de hoofdstad naar een plattelandsgemeente in Zeeland. Waarom? „In 1949 kreeg ik een vaste werk kring op het hoofdkantoor van de Amsterdamsche Bank, aan de Hee- rengraeht. Ik was heel gewoon bank employé, op het economisch bureau en bij de rekening-courant onder an dere. Zes, zeven jaar geleden heb ik de definitieve beslissing genomen. Ik moest eerst in mijn leven concreet klaar zijn: in de oude omstandighe den had ik te abstract geleefd uit een God, die te weinig concreet leef de. De weg tot de beslissing is lang geweest. Maar de beloning is ook veel dieper". Die beloning is predi kant in een gemeente van 250 zielen, een nieuw, modern kerkgebouw in een bloeiend Zeeuws dorp, met veel bloemen en planten. Om dit te kunnen volbrengen eerst in de avonduren studeren, "later halve dagen heb ik ont zaglijk veel kracht nodig gehad. Mijn vrouw en mijn schoonmoeder hebben geheel achter mij gestaan. Ik begon in 1956 aan de vrije universiteit. Eerst behield ik mijn baan, daarna gaf de bank mij dispensatie: een baan voor halve dagen. Toen heb ik vanuit geloof en gebed de stap ge waagd: ik zei mijn baan op, nu twee en een half jaar geleden. Mijn vrouw is toen lerares geworden in linnen- en kostuumnaaien, eerst in Amsterdam, later in Zaandam. Ze had zestien jaar niet meer voor de klas gestaan. Maar het aantal uren studie mocht niet minder worden. Mijn kinderen werden verzorgd door mijn schoonmoeder: Reinout van der tien, Herman van elf en Ireentje van zeven. Soms was het bovenmenselijk, juist toen mijn vrouw de hele dag de deur uit was". Wat de keuze van mijn gemeente betreft: je moet bij het kiezen van een gemeente niet de maatstaf van de mensen aanleggen, maar de maat staf, die Hij zou aanleggen: de tota liteit en de mensen aankijken en zien wat ze nodig hebben. In Drij- ber in Drente heeft de gemeente met mij gebeden om een teken of ik da&r predikant moest worden of naar Rilland moést gaan. In Nieuwveen- Zevenhoven bij Alphen aan de Rijn kon op andere wijze worden voor zien in de predikantsvacature. Je krijgt van God eigenlijk altijd een teken, maar die tekens komen niet altijd zo, dat de mensen ze diiect kunnen zien. Daarover wil ik ver der liever niet praten". In de gereformeerde jongelingsvere niging heeft ds. Sloot toen hij jong was, wel meegedaan, maar voor het overige was hij niet in kerkelijke functies of in het ambt van ouderling of diaken werkzaam. Zijn vader was onderwijzer en later hoofdonderwij zer bij het christelijk ulo-onderwijs. De zoon had als jongen wel eens idee om predikant te worden, maar na zijn gymnasiumtijd (Alpha) was dit al op de achtergrond geraakt. „Het proces zette pas door, toen ik op de bank werkte. Ik heb de populari teit op de bank nooit gezocht, maar er waren heel veel mensen op de afscheidsbijeenkomst in de Alledag- kerk aan het Ajnsterdamse Begijn hof. „Of er mensen uit de omgeving van mijn werkkring mogelijk invloed heb ben uitgeoefend op mijn besluit? Er zijn wel verschillende mensen op mijn weg gebracht als ik het zelf vaak moeilijk had. Al helpende kwam je zelf zo uit de put. Ik zie er Gods genade in, maar verder is het besluit niet beïnvloed door de mensen op de bank. Neen, ik moest deze kant uit". Ds. Sloot houdt zich veel bezig met de huidige situatie der kerken, met de verhouding onderling van de verschillende kerken van gerefor meerde richting, met de verhouding gereformeerd-hervormd, met de oecumenische beweging. „In alle kerken, waar het Woord Gods wordt verkondigd, is Christus tegenwoor dig. Dit opent voor de toekomst ge weldige perspectieven: het gaat niet vanuit onszelf, maar door ons men selijk handelen heen. De mens moet weer leren leven, méér dan thans het geval is, in de Heer. Die komt en zélf Zijn gemeente leidt. Men moet weer leven vanuit het besef, dat Hij persoonlijk tegenwoordig is in de Heilige Geest". „Vandaag de dag leeft veel sterker dan eeuwen het geval is, het saam horigheidsgevoel onder de christenen. Maar de eenheid zal nooit ten koste mogen gaan van de belijdenis, dat hij Heer is. Ook daarin is in de loop der geschiedenis een ontwikkeling. Christus geeft wat in elke tijd bij zonder nodig is". Ik heb uitstekende contacten met mijn hervormde collega, al blijft nog wel de moeilijkheid, dat de hervorm de kerk tegelijk belijdende en volks kerk wil zijn." Over de vrijzinnige richting in de hervormde kerk zegt ds. Sloot: „men kan geen leem met ijzer vermengen, dat kan niet, om dat het niet mag. Er zit echter on dubbelzinnig een groeiproces in. De toenadering tussen de Ned. Hervorm- E IN DE AFGELOPEN drie jaar zijn in een deel van het westen van de Oekraïne 200 kerken en bedehui zen gesloten, aldus meldde het blad van de Russische communistische partij de Prawda. De sluiting van de kerken was volgens de Prawda een gevolg van een „zeer intensieve opvoedingscampagne van de partij". Aangenomen wordt dat het vooral Russisch Orthodoxe kerken zijn die werden gesloten, om dat 90 procent van de bevolking in dit gebied hiertoe behoort. kunnen gaan." De gereformeerde predikant wijst op de „concrete schuldbelijdenis" van Paus Paulus VI bij de aanvang van de tweede zittingsperiode van het concilie. „Van onze kant moet dan óók ver ootmoediging en schuldbelijdenis zijn, dat wij in dezelfde fout zijn verval len: dat wij de menselijke wapen rusting hebben aangegord. Het gaat tussen de kerken niet primair om een organische eenheid, maar om een eenheid in Christus." „De oecumenische beweging is ook een teken des tijds, maar ook hier zullen wij uitermate op onze hoede moeten zijn, omdat er het gevaar is, dat wij van het menselijk denken uit een eenheid gaan maken door relati vering van de belijdenis. En dat kan en mag onder geen voorwaarde. Het is een zeer gunstige omstandigheid en een zeer bijzondere werking, dat Rome op hetzelfde standpunt staat. De Gereformeerde Kerken moeten hun opdracht met wijsheid en door tastendheid realiseren: doortasten waar een stuk van de weg naar de eenheid is opengebroken en afwach ten, waar de tijd om een stuk van die weg te vervolgen, nog niet rijp is. Ik ben geen lid van de „64" of van de „18", omdat dit het kerk-zijn van Christus naar één of andere zijde breekt. fl IN FARNCOMBE (Engeland), is in het huis van wijlen dr. Reginald Somerset Ward, die tijdens zijn leven bekend was wegens zijn geestelijke arbeid, een oecumenische zusterge- meenschap gesticht, die zich ten doel stelt het voortdurend gebed voor de eenheid der christenen. De leidster is een pionierster uit de Kerk van Zuid-India, dr. Graham, die daar ook reeds een zustergemeenschap sticht te. Samen met haar zijn er drie vrou wen van wie een van methodische afkomst. Naast haar is er een aantal „compagnions", die het dagelijks ge bed voor de eenheid op zich genomen hebben en verder de „Fellowship of Prayer", waartoe reeds een driehon derd leden behoren onder leiding van de deken van Westminster. In het centrum van de gemeenschap zal een kleine kapel worden ingericht. Want uw goedertierenheid is beter dan het leven. Psalm 63 4a. Wij houden allen van het leven. Inderdaadhet komt voor, dat men sen levensmoe zijn, maar het is niet de regel. De regel is, dat we vechten voor het leven. Ziekenhuizen, dokters, verpleegsters zijn de getuigen van een nimmer aflatend gevecht om het leven. De dode lijk zieke smeekt om nog een enkel jaar te mogen leven. Zelfs op de slagvelden, waar het afsnijden van levens een deugd dreigt te worden, wordt met soms primitieve middelen een gevecht geleverd om het leven. Want tvij hangen aan het leven. Is er dan nog iets mooiers dan het leven f Hier is een David, die zegt: Gods goedertierenheid is mij nog meer waard. Hij is, eenvoudig gezegd, nog blijer met Gods goedertieren heid dan met het leven. Is hij dan misschien niet blij met het leven? Toch wel; hij is juist gevlucht voor zijn vijand Saul om zijn be dreigde leven veilig te stellen. Dan moet het wel zó zijn: hij is nü juist geconfronteerd met de broosheid van ons bestaan. Wij zijn in die grote gave van het leven juist zo kwetsbaar. Midden in het leven zijn wij door de dood omgeven. Misschien kan ons deze gedachte somber maken. Dat ligt zo voor de hand. Maar neen: David niet. Er is iets, wat hem hier bovenuit haalt en wat hem daarom doet ver klaren, dat het hem boven 't leven uitgaat in waarde: dit weten: God is goed op mij! Ik heb 't niet verdiend dóór mijn leven, noch tans houdt God van mij. Het is de blijdschap over de vreemde vrijspraak. Het is een stil genieten van een blij weten: waar ik ook ben en wat of wie het op mij voorzien heeft de Heer is bij mij. En dus zal ik niet vrezen. Hetzij ik leef, hetzij ik sterf, ik ben des Heeren.' Het hoera voor het leven is bij David ingebed in het hoera voor het Leven. Dat is pas echt leven. Leeft U ook echt? COLIJNSPLAAT. R. DIJKMEIJER. de Kerk en de Gereformeerde Ker ken betekent een toename van de spanningen binnen de hervormde kerk zelf. Wij zullen niet recht streeks kunnen ingrijpen, maar wel de broeders in de hervormde kerk onze hartelijke steun moeten geven: door het gesprek gaande te houden over de functie van de belijdenis: existentieel, niet theoretisch en door samenwerken op alle terreinen waar mogelijk". He i Ïetzelfde geldt voor de toenade ring tot andere kerken. Wat be- treft die tot de R.-K. Kerk raakt het iets gecompliceerder, omdat in het dogmatisch vlak de moeilijkheden veel groter zijn. De samenwerking zal veel subtieler, veel voorzichtiger moeten zijn, maar niet minder har telijk. Vooral in het gesprek moeten wij nagaan de wegen, die wij samen Om de strijd voor de eenheid aan te gaan met een hiaat in ken nis is echter een gevaar, omdat dan de basis om te leven ten volle wordt ondermijnd. Op die manier komt men onherroepelijk tot relative ren van wat men van het voorge slacht meekreeg. „Ds. Sloot meent daarom, dat op de kennis van de kerkhistorie en -traditie het accent moet liggen, dit geldt zowel voor de oudere als voor de jongere kerkle den. En verder: „bij de oudere kerk leden moet iets doorbroken worden, de jongeren moeten leren van de ouderen, dan alleen kunnen zij spre ken van serieuze toenaderingspogin gen". Concreet is er zeker een be paalde samenwerking mogelijk tus sen de verschillende kerken op het plaatselijk vlak, aldus ds. Sloot. Hij spreekt over samenwerken in evan gelisatie en in reclassering bijvoor beeld tussen hervormden en gerefor meerden. „Verder zou de hervorm de predikant hier in Rilland één van mijn mensen kunnen opzoeken". Hij denkt aan gesprekken tussen de ker keraden en gezamenlijke kerkdien sten. Gezamenlijke avondmaalsvie ringen kunnen mogelijk zijn vanaf het punt, dat de tucht gehandhaafd wordt vanuit de belijdenis. Ook geza menlijke bijbelcolportage. „Evangelisatie met de rooms-katho- lieken samen? Niet in alle gevallen, omdat dan het element van de ge scheidenheid te sterk op de voor grond zou komen, dat zou de een wording schaden en niet bevorderen." Wél ziet ds. Sloot een mogelijkheid in liturgische diensten: „Ik wil er gens zéker laten zien, dat wjj de grondslag gemeen hebben". De Zierikzeese hervormde Kleine of Gasthuiskerk bovenin het beurs gebouw, is onlangs gesloten in verband met herstelwerkzaamheden aan de balken, waarin de boktor heeft huisgehouden. De orthodox- hervormden houden nu diensten in de Grote Kerk en de vrijzinnigen komen bijeen in het evangelisch-lutherse kerkgebouw. Beide richtingen tellen in Zierikzee respectievelijk ongeveer 2500 en 1500 zielen. De Gasthuiskerk zal omstreeks drie maanden ge sloten zijn. Tevens zal dan een nieuw procédé tegen de zoutschade wor den geprobeerd. Begin 1964 zal de gemeente een nieuw Rampenfonds orgel, gebouwd door Marcussen in Denemarken, in gebruik nemen. Boven de zuilen in Florentijns-Italiaanse bouwtrant van de uit de veer tiende eeuw daterende beurs bevindt zich de gaanderij van de Gast huiskerk (zie foto). In het kerkgebouw staat onder meer een fraai gebeeldhouwde preekstoel. De hervormde gemeente van Zierikzee kreeg op 7 december 1573 als eerste vaste predikant ds. Gerardus van Cuilenburg, nadat de bekende predikant ds. Moded veel werk had ver richt voor de hervorming op Schouwen-Duiveland. Ds. Moded overleed november 1603 in Middelburg. Beide modaliteiten liggen in Zierikzee thans beslist niet meer zo scherp tegenover elkaar, als tijdens de be kende strijd in de vorige eeuw. (Foto P.Z.C.) Deze week rolde weer de maandelijkse nieuws brief van de Stichting Oecumenische Hulp aan Kerken en Vluchtelingen in onze bus. We hebben daarin gelezen van een echtpaar dat door de Gereformeerde Kerken in Hongkong is ge plaatst om aldaar de leiding te hebben van het „warme-maaltijdenproject". Deze kerken alleen reeds stellen daarvoor een kwart miljoen beschik baar. Wat dit echtpaar doet, is slechts een on derdeeltje van hetgeen wordt gedaan voor de paar miljoen vluchtelingen uit communistisch China. We hebben in die nieuwsbrief gelezen van oecu menische teams in Griekenland en hoe een ge- sprekskring van slechts 14 leden voor het werk dat hier gedaan wordt 1500,heeft bijeenge bracht in een jaar. We hebben gelezen van Algerije en het door de aardbeving zo zwaar getroffen Skopje in Zuid- slavië. Dit is een deel van de objecten waarbij de protestantse kerken van ons land betrokken zijn. In voorgaande nieuwsbrieven hebben we kunnen lezen van Perzië, van Pakistan, van Madagascar, van verschillende landen in Afrika. Waarvan we lezen in deze nieuwsbrieven betreft projecten in oecumenisch verband. Ook de kerken in andere landen kennen deze „diaconie overzee". Dit werk zou nog veel meer bekend moeten zijn, er zou veel meer geld beschikbaar voor moeten zijn en er zouden zich hiervoor meer mensen beschik baar moeten stellen. Toen Kennedy nog niet zo lang de regering van de Verenigde Staten van Noord-Amerika had overgenomen, kwam hij met een nieuw plan. Militairen waren er genoeg over de aarde ge zonden vanuit zijn land; nu wilde hij al z'n medewerking geven opdat althans vanuit zijn gebied een „vredeskorps" die delen van de wereld inging, waar de bevolking in nood leefde en uit zichzelf de mogelijkheden die er voor hen nog waren, niet wist te benutten. Hij stelde grote bedragen in geld ter beschikking en bood een belangrijk gedeelte daarvan de diverse kerken van zijn land aan, waarvan hij wist dat zij men sen uitzonden om in verrjp en dikwijls onherberg zame landen geheel belangeloos de naasten (men sen in nood zijn immers onze naasten volgens de Bijbel) te dienen. Zoiets is om te watertanden, zouden we zeggen. Kerken zitten bijna altijd in geldnood. Dat is zo'n gewoon verschijnsel dat het een gezegde geworden is, hetwelk men nog wel eens hoort; een kerk leeft van zijn tekorten. Het mag in Amerika misschien niet zo sterk zijn als bij ons, maar de vraag is er overal: hoe moet de kerk het geld dat zij nodig heeft voor de instand houding van eigen eredienst, voor de zending enz. bij elkaar krijgen. Wat moet er niet worden ge schooid! En nu ook nog weer die „diaconie over zee", die economische hulp door uitgezonden teams. Dat komt ook nog weer bij al hetgeen dat gevraagd wordt. Stel U voor dat de kerken konden putten uit de zoveel ruimere middelen waarover de regering beschikt. Wat zouden dan niet een heleboel plannen tot werkelijkheid kun nen worden gemaakt, die nu blijven liggen bij gebrek aan geld. De nood op onze aarde is ont stellend groot! Zal zulk een aanbod als van Ken nedy niet met beide handen worden aangegre pen Nadat hij zijn voorstel had gedaan, hebben de kerken in Amerika de koppen bij elkaar ge stoken en tot verbazing van menigeen hebben zij bedankt voor die gelden uit de schatkist. Ze wilden liever wat minder doen en wat krapper in hun centen zitten dan dat ze in hun economisch hulpwerk voor een belangrijk gedeelte afhanke lijk werden van de regering. Daarmee zou hun werk een politiek aspect hebben gekregen en ge zien de positie van de Verenigde Staten in deze onze wereld, zou een te nauwe binding allerlei minder gewenste gevolgen kunnen hebben. Dit zijn problemen waarmee alle kerken zitten die zich bezighouden met economisch en sociaal opbouwwerk en iedere kerk die aan zen ding doet, zal hiermee in aanraking komen en het opbouwwerk, als 't enigszins mogelijk is, zelf ter hand nemen. In het begin van de vorige maand is er te Essen, de bekende staalstad in Duitsland, een r.-k. congres gehouden met natuurlijk een latijnse naam: Pro Mundi Vita, voor het leven van de wereld. Dit congres heeft zich gedurende drie dagen ernstig beziggehouden met „de problemen van de noodgebieden in de wereld". Het ging hier ook om de vraag welke taak de religieusen hier kunnen hebben. Naar sommiger oordeel kunnen deze beter worden ver deeld. „Pro Mundi Vita wil informaties ver schaffen over de noden van de kerk in de ont wikkelingsgebieden en de mogelijkheden voor hulpverschaffing aanwijzen. Dus: waar wordt welke hulp gewenst en waar halen we die van daan Al lazen we er in het verslag niet veel van, in ieder geval heeft men het daar ook gehad over de financiën en ook hier zal wel de vraag gesteld zijn: waar halen we die Ook al worden religieusen ingezet, er is toch ook klinkende munt nodig. In de laatste jaren van het Nederlands be wind op Nieuw-Guinea hebben zending en missie een activiteit op het gebied van onderwijs en ge zondheidszorg ontplooid die boven hun eigen financiële draagkracht ging. Ze konden dit doen, omdat ze daartoe in staat waren gesteld door gelden, die de regering ter beschikking stelde. Ze hebben daarover zelfs nog onderling ruzie gemaakt, toen het ging over de bouw van een bepaalde school. Dit voorbeeld laat echter zien dat er ook in het naaste verleden met het geld uit de schatkist het een en ander is gedaan. Dit stuk werk kon na de overdracht niet worden voortgezet en men zit nu met de vraag of de voordelen dan wel de nadelen groter zijn geweest. Nu lezen we in de laatste nummers van het Gereformeerd Weekblad „dat onze regering vermoedelijk zeer aanzienlijke bedragen beschik baar gaat stellen voor hulpverlening aan de ont wikkelingslanden". Dat wordt dus een „Neder lands zusje" van het vredeskorps van Kennedy. We lezen verder dat „een bepaalde missie-instan tie een manifest gaat richten tot de Tweede Kamer". Zowel zending als missie weten dat hier „voetangels en klemmen te over liggen". Deze zaak is echter nog volop in studie. Tot nu toe zijn het alleen zending en missie geweest die van particuliere zijde, zich „daadwerkelijk met ont wikkelingswerk in de voormalige koloniale ge bieden hebben beziggehouden en dat nog doen". Deze twee instanties hebben nu eenmaal betrouw bare relaties in landen die in aanmerking komen voor ontwikkelingshulp. Zij hebben ook ervaring in de opleiding die er nodig is. Men kan tegen woordig niet zo maar mensen ergens heen sturen, ook al zijn ze nog zo van goede wil- Moet er nu samenwerking zijn als onze regering in dezen 'iets gaat doen Kunnen zending en missie nu gemakkelijker regeringssubsidie voor hun ont wikkelingswerk aanvaarden, nu ons land het ko loniale tijdperk heeft afgesloten Laten we voor zichtig zijn, waarschuwt ds. J. A. C. Rullmann. „De belangeloze dienstverlening speelt zich af in gebieden, waar de politieke winden het weer beeld bepalen. En zeker in het politieke vlak denkt men gemeenlijk in termen van keihard eigenbelang, van uiterste zakelijkheid en van officieel gewettigd wantrouwen". Hij is nu van oordeel dat zowel de zending als de missie zo krachtig mogelijk neen zullen zeggen wanneer het gaat over het aanvaarden van subsidie. Als op haar echter een beroep zal worden gedaan „voor advies, informatie en dergelijke", zullen ze bereid moeten zijn deze te verlenen. Maar, „te allen tijde en onder elke omstandigheid is de in kapseling van christelijke activiteiten in rege ringsbemoeiing, ook in de minst gevaarlijke vorm van regeringssubsidie, een belemmering voor het gestalte geven aan het Evangelie in daden", aldus ds. Rullmann. [et moeilijke is dat de zending en de missie er hoogstwaarschijnlijk mee te maken krijgen wanneer onze regering daadwerkelijk zich gaat bezighouden met hulp aan onderontwikkelde landen. Hij hoopt dat zending en missie het eens zullen worden over de te volgen koers. „Er moeten natuurlyk wegen te vinden zijn, waarin de be zwaren zoveel mogelijk worden vermeden, maar ook anderzijds de verantwoordelijkheid die de zending draagt ten opzichte van het ontwikke lingswerk ten volle worden gehonoreerd". H. E IN DE KRING der Gereformeerde kerken in Friesland wordt al gerui me tijd gewerkt aan een plan voor de stichting van een gereformeerd vor mingscentrum in Friesland, zo meldt de Leeuwarder Courant. Dit zou dan het vierde vormingscentrum in deze provincie worden naast een her vormd, een r.-k. en een Woodbroo- kershuis. De deputaten voor de evan gelisatie van de particuliere synodes van Friesland-Noord en -Zuid heb ben van de Gereformeerde Kerken in Friesland één gulden per ziel ge vraagd als startkapitaal voor de stichting van het centrum. Uit de verslagen van de classicale vergade ringen, waarin deze maand over de aanvraag van de deputaten is ge sproken, blijkt, dat er in sommige kerken ook nog wel bezwaren leven en dat deze nog niet tot medewer king hebben besloten. Men wil zo mogelijk samenwerken met de ker ken in Groningen en Drente voor de stichting van dit vormingscentrum. B DE INDEX van verboden boeken van de Rooms-Katholieke Kerk heeft weinig meer te zeggen voor het hui dige universitaire leven, zo heeft een invloedrijk r.-k. geestelijke in de Verenigde Staten, aartsbisschop Hal lman, verklaard. Hij zei dit in een toespraak voor de conventie van de National Newman Club Federation, een r.-k. studentenorganisatie aan niet-katholieke universiteiten. Het oorspronkelijke doel van de Index was om het godsdienstig geloof te bewaren, zo zei aartsbisschop Halli- nan. Maar in onze tijd is dit verband geheel verloren gegaan. In onze da gen stelt de Index aan de meeste ka tholieken en alle anderen de zedelijke vraag of „enige instelling het recht heeft het lezen van een boek te ver bieden". Aartsbisschop Hallinan zei dat de lijst van schrijvers en boeken van de Index over het algemeen on bekend is aan de student van thans. Advertentie ledereen rijdt anders, alle rij- omstandigheden verschillen. Daarom vragen motoren om „in dividuele voeding". Daarom zijn er 5 soorten BP-benzine: BP nor- ma'' BP Mix 25, 50 of 75, BP Super. Kies zelf uit welke soort u nodig heeft. Die soort - juist dié - geeft u töp-kracht bij het zuinig ste verbruik! Super Mix pompen zijn zeer spe ciale pompen. Vraag rpr brief kaart adressenboekje aan BP, Frederiksplein 42, Arrrierdam.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 17