ONTWIKKELINGSHULP
Super Mix
voor iedereen
onmisbaar
Echi leven
D. Sloot, predikant
NIEUWS VAN OVERAL
Proces
Subtieler
He
Kerken aan het werk
Zaterdag 12 oktober 1963
VAN KAS NAAR
KANSEL
„Ik moest deze kant uit", zegt ernstig de 46-jarige voormalige bank
employé D. Sloot, die in 1956 ging studeren voor gereformeerd
predikant. Zondag zes oktober werd hij bevestigd en deed hij zijn
intrede als predikant van de Gereformeerde Kerk te Rilland-Bath.
De 46-jarige in Musselkanaal geboren predikant doorliep het gym
nasium in Groningen, studeerde in de oorlogsjaren nog een paar
jaar Romaanse taal en letterkunde aan de Groningse universiteit en
volgde in zijn banktijd twee jaar de studie middelbaar economie.
„Dat waren maar persoonlijke liefhebberijen", zegt hij: „nu is mijn j
hobby mijn werk: predikant". (Foto P.Z.C.).
I
fk had van binnenuit sterk
het gevoel, een teken of hoe
je het noemen wilt, dat ik hier,
in Rilland-Bath het meest kon
doen. Er is nu een sfeer van
vertrouwen, men verwacht iets.
Deze gemeente heeft na een
vacante periode van twee jaar
zowel in het herderlijk werk als
op de kansel mijn bijzondere
zorg nodig. Ds. Fidder van
Krabbendijke heeft als consu
lent erg veel goed werk gedaan,
maar een eigen predikant is
voor een gemeente erg belang
rijk." Ds. D. Sloot,-tot voor kort
bankemployé in Amsterdam, is
nu gereformeerd predikant in
Rilland-Bath. Van de bankwe
reld in de hoofdstad naar een
plattelandsgemeente in Zeeland.
Waarom?
„In 1949 kreeg ik een vaste werk
kring op het hoofdkantoor van de
Amsterdamsche Bank, aan de Hee-
rengraeht. Ik was heel gewoon bank
employé, op het economisch bureau
en bij de rekening-courant onder an
dere. Zes, zeven jaar geleden heb
ik de definitieve beslissing genomen.
Ik moest eerst in mijn leven concreet
klaar zijn: in de oude omstandighe
den had ik te abstract geleefd uit
een God, die te weinig concreet leef
de. De weg tot de beslissing is lang
geweest. Maar de beloning is ook
veel dieper". Die beloning is predi
kant in een gemeente van 250 zielen,
een nieuw, modern kerkgebouw in
een bloeiend Zeeuws dorp, met veel
bloemen en planten.
Om dit te kunnen volbrengen
eerst in de avonduren studeren,
"later halve dagen heb ik ont
zaglijk veel kracht nodig gehad. Mijn
vrouw en mijn schoonmoeder hebben
geheel achter mij gestaan. Ik begon
in 1956 aan de vrije universiteit.
Eerst behield ik mijn baan, daarna
gaf de bank mij dispensatie: een
baan voor halve dagen. Toen heb ik
vanuit geloof en gebed de stap ge
waagd: ik zei mijn baan op, nu twee
en een half jaar geleden. Mijn
vrouw is toen lerares geworden in
linnen- en kostuumnaaien, eerst in
Amsterdam, later in Zaandam. Ze
had zestien jaar niet meer voor de
klas gestaan. Maar het aantal uren
studie mocht niet minder worden.
Mijn kinderen werden verzorgd door
mijn schoonmoeder: Reinout van der
tien, Herman van elf en Ireentje van
zeven. Soms was het bovenmenselijk,
juist toen mijn vrouw de hele dag
de deur uit was".
Wat de keuze van mijn gemeente
betreft: je moet bij het kiezen van
een gemeente niet de maatstaf van
de mensen aanleggen, maar de maat
staf, die Hij zou aanleggen: de tota
liteit en de mensen aankijken en
zien wat ze nodig hebben. In Drij-
ber in Drente heeft de gemeente
met mij gebeden om een teken of ik
da&r predikant moest worden of naar
Rilland moést gaan. In Nieuwveen-
Zevenhoven bij Alphen aan de Rijn
kon op andere wijze worden voor
zien in de predikantsvacature. Je
krijgt van God eigenlijk altijd een
teken, maar die tekens komen niet
altijd zo, dat de mensen ze diiect
kunnen zien. Daarover wil ik ver
der liever niet praten".
In de gereformeerde jongelingsvere
niging heeft ds. Sloot toen hij jong
was, wel meegedaan, maar voor het
overige was hij niet in kerkelijke
functies of in het ambt van ouderling
of diaken werkzaam. Zijn vader was
onderwijzer en later hoofdonderwij
zer bij het christelijk ulo-onderwijs.
De zoon had als jongen wel eens idee
om predikant te worden, maar na
zijn gymnasiumtijd (Alpha) was dit
al op de achtergrond geraakt. „Het
proces zette pas door, toen ik op
de bank werkte. Ik heb de populari
teit op de bank nooit gezocht, maar
er waren heel veel mensen op de
afscheidsbijeenkomst in de Alledag-
kerk aan het Ajnsterdamse Begijn
hof.
„Of er mensen uit de omgeving van
mijn werkkring mogelijk invloed heb
ben uitgeoefend op mijn besluit? Er
zijn wel verschillende mensen op mijn
weg gebracht als ik het zelf vaak
moeilijk had. Al helpende kwam je
zelf zo uit de put. Ik zie er Gods
genade in, maar verder is het besluit
niet beïnvloed door de mensen op de
bank. Neen, ik moest deze kant uit".
Ds. Sloot houdt zich veel bezig met
de huidige situatie der kerken,
met de verhouding onderling van de
verschillende kerken van gerefor
meerde richting, met de verhouding
gereformeerd-hervormd, met de
oecumenische beweging. „In alle
kerken, waar het Woord Gods wordt
verkondigd, is Christus tegenwoor
dig. Dit opent voor de toekomst ge
weldige perspectieven: het gaat niet
vanuit onszelf, maar door ons men
selijk handelen heen. De mens moet
weer leren leven, méér dan thans het
geval is, in de Heer. Die komt en
zélf Zijn gemeente leidt. Men moet
weer leven vanuit het besef, dat Hij
persoonlijk tegenwoordig is in de
Heilige Geest".
„Vandaag de dag leeft veel sterker
dan eeuwen het geval is, het saam
horigheidsgevoel onder de christenen.
Maar de eenheid zal nooit ten koste
mogen gaan van de belijdenis, dat
hij Heer is. Ook daarin is in de loop
der geschiedenis een ontwikkeling.
Christus geeft wat in elke tijd bij
zonder nodig is".
Ik heb uitstekende contacten met
mijn hervormde collega, al blijft nog
wel de moeilijkheid, dat de hervorm
de kerk tegelijk belijdende en volks
kerk wil zijn." Over de vrijzinnige
richting in de hervormde kerk zegt
ds. Sloot: „men kan geen leem met
ijzer vermengen, dat kan niet, om
dat het niet mag. Er zit echter on
dubbelzinnig een groeiproces in. De
toenadering tussen de Ned. Hervorm-
E IN DE AFGELOPEN drie jaar
zijn in een deel van het westen van
de Oekraïne 200 kerken en bedehui
zen gesloten, aldus meldde het blad
van de Russische communistische
partij de Prawda. De sluiting
van de kerken was volgens de
Prawda een gevolg van een „zeer
intensieve opvoedingscampagne van
de partij". Aangenomen wordt dat
het vooral Russisch Orthodoxe
kerken zijn die werden gesloten, om
dat 90 procent van de bevolking in
dit gebied hiertoe behoort.
kunnen gaan." De gereformeerde
predikant wijst op de „concrete
schuldbelijdenis" van Paus Paulus
VI bij de aanvang van de tweede
zittingsperiode van het concilie.
„Van onze kant moet dan óók ver
ootmoediging en schuldbelijdenis zijn,
dat wij in dezelfde fout zijn verval
len: dat wij de menselijke wapen
rusting hebben aangegord. Het gaat
tussen de kerken niet primair om een
organische eenheid, maar om een
eenheid in Christus."
„De oecumenische beweging is ook
een teken des tijds, maar ook hier
zullen wij uitermate op onze hoede
moeten zijn, omdat er het gevaar is,
dat wij van het menselijk denken uit
een eenheid gaan maken door relati
vering van de belijdenis. En dat kan
en mag onder geen voorwaarde. Het
is een zeer gunstige omstandigheid
en een zeer bijzondere werking, dat
Rome op hetzelfde standpunt staat.
De Gereformeerde Kerken moeten
hun opdracht met wijsheid en door
tastendheid realiseren: doortasten
waar een stuk van de weg naar de
eenheid is opengebroken en afwach
ten, waar de tijd om een stuk van
die weg te vervolgen, nog niet rijp
is. Ik ben geen lid van de „64" of
van de „18", omdat dit het kerk-zijn
van Christus naar één of andere zijde
breekt.
fl IN FARNCOMBE (Engeland), is
in het huis van wijlen dr. Reginald
Somerset Ward, die tijdens zijn leven
bekend was wegens zijn geestelijke
arbeid, een oecumenische zusterge-
meenschap gesticht, die zich ten doel
stelt het voortdurend gebed voor de
eenheid der christenen. De leidster
is een pionierster uit de Kerk van
Zuid-India, dr. Graham, die daar ook
reeds een zustergemeenschap sticht
te. Samen met haar zijn er drie vrou
wen van wie een van methodische
afkomst. Naast haar is er een aantal
„compagnions", die het dagelijks ge
bed voor de eenheid op zich genomen
hebben en verder de „Fellowship of
Prayer", waartoe reeds een driehon
derd leden behoren onder leiding van
de deken van Westminster. In het
centrum van de gemeenschap zal een
kleine kapel worden ingericht.
Want uw goedertierenheid is beter
dan het leven.
Psalm 63 4a.
Wij houden allen van het leven. Inderdaadhet komt voor, dat men
sen levensmoe zijn, maar het is niet de regel. De regel is, dat we
vechten voor het leven. Ziekenhuizen, dokters, verpleegsters zijn de
getuigen van een nimmer aflatend gevecht om het leven. De dode
lijk zieke smeekt om nog een enkel jaar te mogen leven. Zelfs op
de slagvelden, waar het afsnijden van levens een deugd dreigt te
worden, wordt met soms primitieve middelen een gevecht geleverd
om het leven. Want tvij hangen aan het leven. Is er dan nog iets
mooiers dan het leven f
Hier is een David, die zegt: Gods goedertierenheid is mij nog meer
waard. Hij is, eenvoudig gezegd, nog blijer met Gods goedertieren
heid dan met het leven. Is hij dan misschien niet blij met het leven?
Toch wel; hij is juist gevlucht voor zijn vijand Saul om zijn be
dreigde leven veilig te stellen. Dan moet het wel zó zijn: hij is nü
juist geconfronteerd met de broosheid van ons bestaan. Wij zijn in
die grote gave van het leven juist zo kwetsbaar. Midden in het leven
zijn wij door de dood omgeven. Misschien kan ons deze gedachte
somber maken. Dat ligt zo voor de hand. Maar neen: David niet. Er
is iets, wat hem hier bovenuit haalt en wat hem daarom doet ver
klaren, dat het hem boven 't leven uitgaat in waarde: dit weten:
God is goed op mij! Ik heb 't niet verdiend dóór mijn leven, noch
tans houdt God van mij.
Het is de blijdschap over de vreemde vrijspraak. Het is een stil
genieten van een blij weten: waar ik ook ben en wat of wie het op
mij voorzien heeft de Heer is bij mij. En dus zal ik niet vrezen.
Hetzij ik leef, hetzij ik sterf, ik ben des Heeren.' Het hoera voor
het leven is bij David ingebed in het hoera voor het Leven.
Dat is pas echt leven.
Leeft U ook echt?
COLIJNSPLAAT. R. DIJKMEIJER.
de Kerk en de Gereformeerde Ker
ken betekent een toename van de
spanningen binnen de hervormde
kerk zelf. Wij zullen niet recht
streeks kunnen ingrijpen, maar wel
de broeders in de hervormde kerk
onze hartelijke steun moeten geven:
door het gesprek gaande te houden
over de functie van de belijdenis:
existentieel, niet theoretisch en door
samenwerken op alle terreinen waar
mogelijk".
He
i
Ïetzelfde geldt voor de toenade
ring tot andere kerken. Wat be-
treft die tot de R.-K. Kerk raakt
het iets gecompliceerder, omdat in
het dogmatisch vlak de moeilijkheden
veel groter zijn. De samenwerking
zal veel subtieler, veel voorzichtiger
moeten zijn, maar niet minder har
telijk. Vooral in het gesprek moeten
wij nagaan de wegen, die wij samen
Om de strijd voor de eenheid aan
te gaan met een hiaat in ken
nis is echter een gevaar, omdat
dan de basis om te leven ten volle
wordt ondermijnd. Op die manier
komt men onherroepelijk tot relative
ren van wat men van het voorge
slacht meekreeg. „Ds. Sloot meent
daarom, dat op de kennis van de
kerkhistorie en -traditie het accent
moet liggen, dit geldt zowel voor de
oudere als voor de jongere kerkle
den. En verder: „bij de oudere kerk
leden moet iets doorbroken worden,
de jongeren moeten leren van de
ouderen, dan alleen kunnen zij spre
ken van serieuze toenaderingspogin
gen". Concreet is er zeker een be
paalde samenwerking mogelijk tus
sen de verschillende kerken op het
plaatselijk vlak, aldus ds. Sloot. Hij
spreekt over samenwerken in evan
gelisatie en in reclassering bijvoor
beeld tussen hervormden en gerefor
meerden. „Verder zou de hervorm
de predikant hier in Rilland één van
mijn mensen kunnen opzoeken". Hij
denkt aan gesprekken tussen de ker
keraden en gezamenlijke kerkdien
sten. Gezamenlijke avondmaalsvie
ringen kunnen mogelijk zijn vanaf
het punt, dat de tucht gehandhaafd
wordt vanuit de belijdenis. Ook geza
menlijke bijbelcolportage.
„Evangelisatie met de rooms-katho-
lieken samen? Niet in alle gevallen,
omdat dan het element van de ge
scheidenheid te sterk op de voor
grond zou komen, dat zou de een
wording schaden en niet bevorderen."
Wél ziet ds. Sloot een mogelijkheid
in liturgische diensten: „Ik wil er
gens zéker laten zien, dat wjj de
grondslag gemeen hebben".
De Zierikzeese hervormde Kleine of Gasthuiskerk bovenin het beurs
gebouw, is onlangs gesloten in verband met herstelwerkzaamheden
aan de balken, waarin de boktor heeft huisgehouden. De orthodox-
hervormden houden nu diensten in de Grote Kerk en de vrijzinnigen
komen bijeen in het evangelisch-lutherse kerkgebouw.
Beide richtingen tellen in Zierikzee respectievelijk ongeveer
2500 en 1500 zielen. De Gasthuiskerk zal omstreeks drie maanden ge
sloten zijn. Tevens zal dan een nieuw procédé tegen de zoutschade wor
den geprobeerd. Begin 1964 zal de gemeente een nieuw Rampenfonds
orgel, gebouwd door Marcussen in Denemarken, in gebruik nemen.
Boven de zuilen in Florentijns-Italiaanse bouwtrant van de uit de veer
tiende eeuw daterende beurs bevindt zich de gaanderij van de Gast
huiskerk (zie foto). In het kerkgebouw staat onder meer een fraai
gebeeldhouwde preekstoel. De hervormde gemeente van Zierikzee
kreeg op 7 december 1573 als eerste vaste predikant ds. Gerardus van
Cuilenburg, nadat de bekende predikant ds. Moded veel werk had ver
richt voor de hervorming op Schouwen-Duiveland. Ds. Moded overleed
november 1603 in Middelburg. Beide modaliteiten liggen in Zierikzee
thans beslist niet meer zo scherp tegenover elkaar, als tijdens de be
kende strijd in de vorige eeuw.
(Foto P.Z.C.)
Deze week rolde weer de maandelijkse nieuws
brief van de Stichting Oecumenische Hulp
aan Kerken en Vluchtelingen in onze bus. We
hebben daarin gelezen van een echtpaar dat door
de Gereformeerde Kerken in Hongkong is ge
plaatst om aldaar de leiding te hebben van het
„warme-maaltijdenproject". Deze kerken alleen
reeds stellen daarvoor een kwart miljoen beschik
baar. Wat dit echtpaar doet, is slechts een on
derdeeltje van hetgeen wordt gedaan voor de paar
miljoen vluchtelingen uit communistisch China.
We hebben in die nieuwsbrief gelezen van oecu
menische teams in Griekenland en hoe een ge-
sprekskring van slechts 14 leden voor het werk
dat hier gedaan wordt 1500,heeft bijeenge
bracht in een jaar.
We hebben gelezen van Algerije en het door de
aardbeving zo zwaar getroffen Skopje in Zuid-
slavië. Dit is een deel van de objecten waarbij de
protestantse kerken van ons land betrokken zijn.
In voorgaande nieuwsbrieven hebben we kunnen
lezen van Perzië, van Pakistan, van Madagascar,
van verschillende landen in Afrika. Waarvan we
lezen in deze nieuwsbrieven betreft projecten in
oecumenisch verband. Ook de kerken in andere
landen kennen deze „diaconie overzee". Dit werk
zou nog veel meer bekend moeten zijn, er zou
veel meer geld beschikbaar voor moeten zijn en
er zouden zich hiervoor meer mensen beschik
baar moeten stellen.
Toen Kennedy nog niet zo lang de regering van
de Verenigde Staten van Noord-Amerika
had overgenomen, kwam hij met een nieuw plan.
Militairen waren er genoeg over de aarde ge
zonden vanuit zijn land; nu wilde hij al z'n
medewerking geven opdat althans vanuit zijn
gebied een „vredeskorps" die delen van de wereld
inging, waar de bevolking in nood leefde en uit
zichzelf de mogelijkheden die er voor hen nog
waren, niet wist te benutten. Hij stelde grote
bedragen in geld ter beschikking en bood een
belangrijk gedeelte daarvan de diverse kerken
van zijn land aan, waarvan hij wist dat zij men
sen uitzonden om in verrjp en dikwijls onherberg
zame landen geheel belangeloos de naasten (men
sen in nood zijn immers onze naasten volgens de
Bijbel) te dienen. Zoiets is om te watertanden,
zouden we zeggen. Kerken zitten bijna altijd in
geldnood. Dat is zo'n gewoon verschijnsel dat het
een gezegde geworden is, hetwelk men nog wel
eens hoort; een kerk leeft van zijn tekorten. Het
mag in Amerika misschien niet zo sterk zijn als
bij ons, maar de vraag is er overal: hoe moet de
kerk het geld dat zij nodig heeft voor de instand
houding van eigen eredienst, voor de zending enz.
bij elkaar krijgen. Wat moet er niet worden ge
schooid! En nu ook nog weer die „diaconie over
zee", die economische hulp door uitgezonden
teams. Dat komt ook nog weer bij al hetgeen
dat gevraagd wordt. Stel U voor dat de kerken
konden putten uit de zoveel ruimere middelen
waarover de regering beschikt. Wat zouden dan
niet een heleboel plannen tot werkelijkheid kun
nen worden gemaakt, die nu blijven liggen bij
gebrek aan geld. De nood op onze aarde is ont
stellend groot! Zal zulk een aanbod als van Ken
nedy niet met beide handen worden aangegre
pen Nadat hij zijn voorstel had gedaan, hebben
de kerken in Amerika de koppen bij elkaar ge
stoken en tot verbazing van menigeen hebben
zij bedankt voor die gelden uit de schatkist. Ze
wilden liever wat minder doen en wat krapper in
hun centen zitten dan dat ze in hun economisch
hulpwerk voor een belangrijk gedeelte afhanke
lijk werden van de regering. Daarmee zou hun
werk een politiek aspect hebben gekregen en ge
zien de positie van de Verenigde Staten in deze
onze wereld, zou een te nauwe binding allerlei
minder gewenste gevolgen kunnen hebben.
Dit zijn problemen waarmee alle kerken zitten
die zich bezighouden met economisch en
sociaal opbouwwerk en iedere kerk die aan zen
ding doet, zal hiermee in aanraking komen en
het opbouwwerk, als 't enigszins mogelijk is, zelf
ter hand nemen. In het begin van de vorige
maand is er te Essen, de bekende staalstad in
Duitsland, een r.-k. congres gehouden met
natuurlijk een latijnse naam: Pro Mundi Vita,
voor het leven van de wereld. Dit congres heeft
zich gedurende drie dagen ernstig beziggehouden
met „de problemen van de noodgebieden in de
wereld". Het ging hier ook om de vraag welke
taak de religieusen hier kunnen hebben. Naar
sommiger oordeel kunnen deze beter worden ver
deeld. „Pro Mundi Vita wil informaties ver
schaffen over de noden van de kerk in de ont
wikkelingsgebieden en de mogelijkheden voor
hulpverschaffing aanwijzen. Dus: waar wordt
welke hulp gewenst en waar halen we die van
daan Al lazen we er in het verslag niet veel
van, in ieder geval heeft men het daar ook gehad
over de financiën en ook hier zal wel de vraag
gesteld zijn: waar halen we die Ook al worden
religieusen ingezet, er is toch ook klinkende munt
nodig. In de laatste jaren van het Nederlands be
wind op Nieuw-Guinea hebben zending en missie
een activiteit op het gebied van onderwijs en ge
zondheidszorg ontplooid die boven hun eigen
financiële draagkracht ging. Ze konden dit doen,
omdat ze daartoe in staat waren gesteld door
gelden, die de regering ter beschikking stelde.
Ze hebben daarover zelfs nog onderling ruzie
gemaakt, toen het ging over de bouw van een
bepaalde school. Dit voorbeeld laat echter zien
dat er ook in het naaste verleden met het geld
uit de schatkist het een en ander is gedaan. Dit
stuk werk kon na de overdracht niet worden
voortgezet en men zit nu met de vraag of de
voordelen dan wel de nadelen groter zijn geweest.
Nu lezen we in de laatste nummers van het
Gereformeerd Weekblad „dat onze regering
vermoedelijk zeer aanzienlijke bedragen beschik
baar gaat stellen voor hulpverlening aan de ont
wikkelingslanden". Dat wordt dus een „Neder
lands zusje" van het vredeskorps van Kennedy.
We lezen verder dat „een bepaalde missie-instan
tie een manifest gaat richten tot de Tweede
Kamer". Zowel zending als missie weten dat hier
„voetangels en klemmen te over liggen". Deze
zaak is echter nog volop in studie. Tot nu toe
zijn het alleen zending en missie geweest die van
particuliere zijde, zich „daadwerkelijk met ont
wikkelingswerk in de voormalige koloniale ge
bieden hebben beziggehouden en dat nog doen".
Deze twee instanties hebben nu eenmaal betrouw
bare relaties in landen die in aanmerking komen
voor ontwikkelingshulp. Zij hebben ook ervaring
in de opleiding die er nodig is. Men kan tegen
woordig niet zo maar mensen ergens heen sturen,
ook al zijn ze nog zo van goede wil- Moet er nu
samenwerking zijn als onze regering in dezen
'iets gaat doen Kunnen zending en missie nu
gemakkelijker regeringssubsidie voor hun ont
wikkelingswerk aanvaarden, nu ons land het ko
loniale tijdperk heeft afgesloten Laten we voor
zichtig zijn, waarschuwt ds. J. A. C. Rullmann.
„De belangeloze dienstverlening speelt zich af
in gebieden, waar de politieke winden het weer
beeld bepalen. En zeker in het politieke vlak
denkt men gemeenlijk in termen van keihard
eigenbelang, van uiterste zakelijkheid en van
officieel gewettigd wantrouwen". Hij is nu van
oordeel dat zowel de zending als de missie zo
krachtig mogelijk neen zullen zeggen wanneer
het gaat over het aanvaarden van subsidie. Als
op haar echter een beroep zal worden gedaan
„voor advies, informatie en dergelijke", zullen ze
bereid moeten zijn deze te verlenen. Maar, „te
allen tijde en onder elke omstandigheid is de in
kapseling van christelijke activiteiten in rege
ringsbemoeiing, ook in de minst gevaarlijke
vorm van regeringssubsidie, een belemmering
voor het gestalte geven aan het Evangelie in
daden", aldus ds. Rullmann.
[et moeilijke is dat de zending en de missie er
hoogstwaarschijnlijk mee te maken krijgen
wanneer onze regering daadwerkelijk zich gaat
bezighouden met hulp aan onderontwikkelde
landen.
Hij hoopt dat zending en missie het eens zullen
worden over de te volgen koers. „Er moeten
natuurlyk wegen te vinden zijn, waarin de be
zwaren zoveel mogelijk worden vermeden, maar
ook anderzijds de verantwoordelijkheid die de
zending draagt ten opzichte van het ontwikke
lingswerk ten volle worden gehonoreerd".
H.
E IN DE KRING der Gereformeerde
kerken in Friesland wordt al gerui
me tijd gewerkt aan een plan voor de
stichting van een gereformeerd vor
mingscentrum in Friesland, zo meldt
de Leeuwarder Courant. Dit zou dan
het vierde vormingscentrum in deze
provincie worden naast een her
vormd, een r.-k. en een Woodbroo-
kershuis. De deputaten voor de evan
gelisatie van de particuliere synodes
van Friesland-Noord en -Zuid heb
ben van de Gereformeerde Kerken in
Friesland één gulden per ziel ge
vraagd als startkapitaal voor de
stichting van het centrum. Uit de
verslagen van de classicale vergade
ringen, waarin deze maand over de
aanvraag van de deputaten is ge
sproken, blijkt, dat er in sommige
kerken ook nog wel bezwaren leven
en dat deze nog niet tot medewer
king hebben besloten. Men wil zo
mogelijk samenwerken met de ker
ken in Groningen en Drente voor de
stichting van dit vormingscentrum.
B DE INDEX van verboden boeken
van de Rooms-Katholieke Kerk heeft
weinig meer te zeggen voor het hui
dige universitaire leven, zo heeft een
invloedrijk r.-k. geestelijke in de
Verenigde Staten, aartsbisschop Hal
lman, verklaard. Hij zei dit in een
toespraak voor de conventie van de
National Newman Club Federation,
een r.-k. studentenorganisatie aan
niet-katholieke universiteiten. Het
oorspronkelijke doel van de Index
was om het godsdienstig geloof te
bewaren, zo zei aartsbisschop Halli-
nan. Maar in onze tijd is dit verband
geheel verloren gegaan. In onze da
gen stelt de Index aan de meeste ka
tholieken en alle anderen de zedelijke
vraag of „enige instelling het recht
heeft het lezen van een boek te ver
bieden". Aartsbisschop Hallinan zei
dat de lijst van schrijvers en boeken
van de Index over het algemeen on
bekend is aan de student van thans.
Advertentie
ledereen rijdt anders, alle rij-
omstandigheden verschillen.
Daarom vragen motoren om „in
dividuele voeding". Daarom zijn
er 5 soorten BP-benzine: BP nor-
ma'' BP Mix 25, 50 of 75, BP
Super. Kies zelf uit welke soort u
nodig heeft. Die soort - juist dié -
geeft u töp-kracht bij het zuinig
ste verbruik!
Super Mix pompen zijn zeer spe
ciale pompen. Vraag rpr brief
kaart adressenboekje aan BP,
Frederiksplein 42, Arrrierdam.