en de regen
7eg
WESTDUITSE VLIEGTUIG INDUSTRIE ZIT
Acht fabrieken in
een land: te veel
Discipline in Bredase
gevangenis verslapte
Meer vakantie, meer loon
en arbeidstijdverkorting
Minister wil onderscheid tussen
probleem - en spreidingsgebieden
Voor een TERLENKA REGENJAS
naar BISCHOFF
De regionale industrialisatie
Verbetering infrastructuur
gaat bij hei beleid voorop
OVER ANDERHALF JAAR GEEN STARFIGHTERS EN FIATS MEER
l\ i a ij I |L SJP \ff.S 1U ef£ I Een Duits ontwerp dat een kans
Antwerpen boos
op Rotterdam
Afwezigheid van
directeur was
niet de oorzaak
Minister Scholten antwoordt:
Celrecreatie
Nasporingen naar schat
van „Andrea Doria"
Agrarische werknemers wensen:
T egemoetkoming
ineens in december
Samengaan
Onderzoek
Probleemgebieden
Flexibiliteit
Vóór 1965
Aardappels gingen
sterk achteruit
DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1963
P R O V 1 K O I A L S ZBEUWBE COURANT
9
Gekontroleerd
'voorgeschreven somenstelling
HET IS ALLÉÉN TERLENKA MET HET TERLENKA ETIKET
WALSTRAAT 11 VLISSINGEN
(Advertentie)
PUBLIKAT1E VAN A.K.U., ARNHEM
Antwerpse havenautoriteiten hebben
volgens berichten in de Belgische
pers Rotterdam beschuldigd van „on
eerlijke concurrentie". Rotterdamse
ondernemingen zouden namelijk brie
ven hebben geschreven aan Luikse
industrieën met de mededeling, dat de
correspondentie met transportonder
nemingen in de Nederlandse haven
stad in het Frans kan geschieden en
dat de douaneformulieren in deze
taal kunnen worden gesteld.
Men spreekt in Antwerpen van „oneer
lijke concurrentie", omdat er moei
lijkheden zijn ontstaan als gevolg van
de nieuwe taalwetten in België. Aan
gezien Antwerpen uiteraard tot het
Nederlandstalige deel van België be
hoort, kunnen bijvoorbeeld in het
Frans opgestelde douaneformulieren
worden geweigerd, hetgeen trouwens
ook is gebeurd. Bij de regering is
reeds aangedrongen op speciale voor
zieningen voor de Antwerpse haven,
evenals voor de internationale lucht
haven van Brussel, Zaventem, die ook
op Vlaams gebied ligt,
Sommige Belgische kranten herinneren
er aan, dat een initiatief als dat
thans aan Rotterdamse firma's wordt
toegeschreven, niet nieuw is.
Nadat een Vlaamse betoging voor
het gebruik van het Nederlands in
het Belgische kustgebied tot woelige
tonelen had geleid in Oostende, wer
den daar de volgende dag pamfletten
verspreid, waarin werd gezegd dat in
de Nederlandse badplaatsen Frans
sprekende bezoekers van harte wel
kom waren en geen last zouden on
dervinden van de taalstrijd.
V 'uf 35V V A Ik TF\ U"i V W y WM w v wwwwwMvwwwwwwwwwwwwwwift
I i a i K w El 1% i heeft. Het loodrecht startende
MiÉr riS. idste Jb M BhJ? WW 'Sbji, A f transportvliegtuig Do-Sl van Dor-
I nier, dat over een jaar zijn eerste
s vlucht zal maken.
met ten hoogste vier personen in
een cel bijeen mogen zijn voor ont
spanning in de vorm van spelen als
schaken, dammen, kaarten of van
gezamenlijk studeren of praten.
Er is een gegrond vermoeden dat
bepaalde gedetineerden van deze
vorm van recreatie ernstig mis
bruik hebben weten te maken.
Dit zegt de minister van justitie mr.
Y. Scholten in antwoord op schriftelijke
vragen van het Tweede-Kamerlid mevr.
Singer-Dekker (p.v.d.a.) over de wan
ordelijkheden in de Bredase gevangenis.
Aangezien, toen deze vermoedens vaste
vorm begonnen aan te nemen, de direc
teur door ziekte afwezig was en een on
middellijk ingrijpen wenselijk werd ge
acht, werd de hoofddirecteur van de
strafgestichten te Den Haag, die des
tijds zelf directeur van de Bredase ge
vangenis is geweest en derhalve met
de gang van zaken in dit gesticht goed
bekend was, tijdelijk met de waarneming
van de directie belast, met de opdracht
de normale situatie te herstellen.
Hij heeft hiertoe bepaalde maatregelen
genomen, zoals het opheffen van de cel
recreatie en verdeling van de bevolking
in groepen voor het gezamenlijk deelne
men aan bepaalde gemeenschappelijke
activiteiten in het gesticht.
Reeds geruime tijd zijn orde en disci
pline in het gesticht volledig hersteld,
aldus de bewindsman.
Destijds was het regime in dit gesticht
geheel gericht op levenslang en zeer
langgestraften. Merendeels politieke de-
Uit de Amerikaanse plaats Norfolk is
dinsdag een bergingsvaartuig, de „Top
Cat", met duikers vertrokken naar de
plaats in de Atlantische Oceaan, ten
oosten van Nantucket, waar zeven jaar
geleden het Italiaanse passagiersschip
„Andrea Doria" is gezonken. De duikers
zullen trachten de brandkasten omhoog
te brengen, waarin zich een fortuin aan
geld en juwelen moet bevinden.
De „Andrea Doria" zonk destijds na een
aanvaring met het Zweedse schip
„Stockholm", waarbij 51 mensen ver
dronken of om het leven kwamen en
1708 werden gered.
linquenten. Ook de celrecreatie die
in andere gestichten niet bestaat
werd destijds ingevoerd voor die groep
om binnen de door de noodzaak van
een stringente beveiliging gestelde gren
zen, de recreatiemogelijkheden voor deze
voor zeer lange tijd van hun vrijheid
beroofden, enigermate te verruimen.
Naderhand werden steeds meer commu
ne vooroordeelden in het gesticht opge
nomen, zonder dat het regime voldoende
aan hen kon worden aangepast omdat
het voeren van twee regimes in dit
gesticht niet mogelijk was.
Het op de celrecreatie mogelijke toe
zicht is gebleken onvoldoende te zijn,
terwijl ook overigens de situatie het bo
venomschreven ingrijpen nodig maakte.
Op korte termijn zal voor vlucht- en
gemeengevaarlijke tot gevangenis
straf veroordeelden een afzonderlijk
gesticht worden bestemd, met een
geheel aan hen aangepast regime. In
dit gesticht zal dan een aantal gede
tineerden die thans nog in de ge
vangenis te Breda verblijven, worden
opgenomen, waardoor in laatstge
noemde gevangenis de bevolking een
meer dan homogeen karakter zal
dragen.
De beschreven moeilijkheden zijn dus
volgens de heer Scholten niet een ge
volg van de afwezigheid door ziekte van
de directeur. Slechts kregen zij tijdens
diens ziekte, die bovendien va.n langere
duur bleek te zijn dan zich aanvankelijk
liet aanzien, een acuut karakter.
Het hoofdbestuur van de Algemene Ne
derlandse Agrarische Bedrijfsbond
(A.N.A.B.) heeft de uitgangspunten
vastgesteld voor de onderhandelingen
over de 87 c.a.o.'s in land- en tuinbouw
en zuivelindustrie, waarbij de A.N.A.B.
partij is. Deze contracten moeten tus
sen 1 januari en 1 mei 1964 worden
vernieuwd. De katholieke en de christe
lijke organisatie van landarbeiders heb
ben zich na intern beraad met deze
uitgangspunten akkoord verklaard, zij
het, dat zij hier en daar de prioriteiten
anders hebben gelegd.
De A.N.A.B. wil in de eerste plaats in
alle contracten een uitbreiding van het
aantal vakantieweken tot drie, voor zo
ver de werknemers daar nu nog geen
recht op hebben. Dit zou in de meeste
sectoren een verlenging van de vakan
ties met één of twee dagen betekenen.
Een loonsverhoging gelijk aan de gemid
delde verhoging in de overige bedrijfs
takken is uitgangspunt bij de werkne
mersorganisaties. Verder wil de bond
een arbeidstijdverkorting tot 45 uur per
week, met dien verstande dat de ar
beidstijd in de akkerbouw globaal op
45 uur per week wordt vastgesteld
(thans 45,5 a 46 uur) en in de veehou
derij rdt verkort met 60 uur per
jaar t momenteel gemiddeld 2700 uur).
Hierbij zal naar het oordeel van de
A.N.A.B. een concreter vorm gegeven
moeten worden aan de vrije zaterdag
en de vrije zondag. Ook in de tuinbouw
zal een arbeidstijd van 45 uur per week
vooral de vrije zaterdag ten goede ko
men.
De A.N.A.B. zal trachten te bereiken,
dat de achterstand in de beloning in de
agrarische bedrijfstakken opnieuw ge
deeltelijk wordt ingehaald door een ex
tra verhoging van de uurlonen met 5
cent, hetgeen neerkomt op 2 a 2,5 pro
cent van de huidige uurlonen.
De bond staat op het standpunt, dat
kostenverhogingen die verband houden
met arbeidstijdverkorting niet als loons
verhoging mogen worden „ingerekend".
Voor alle vaste arbeiders in de agrari
sche bedrijfstakken wil de A.N.A.B,
nog dit jaar, namelijk tussen Sint-Nico-
laas en Kerstn-is, een tegemoetkoming
ineens. Deze uitkering zou niet alleen
moeten worden gegeven in verband met
het inhalen van de achterstand in de
lonen ten aanzien van andere bedrijfs
takken, maar ook ais een extra beloning
van de door de landarbeiders in de
oogstperiode 1963 onder buitengewoon
moeilijke weersomstandigheden gelever
de prestaties.
(Van onze luchtvaartmedewerker B. van der Klaauw).
„Als de Bondsregering ons niet gauw nieuwe opdrachten geeft en
gelden beschikbaar stelt voor de ontwikkeling van nieuwe vliegtuig
typen, dat kunnen wij binnenkort onze beste technici en vaklieden
naar huis sturen omdat wij niets meer voor hen te doen hebben".
Deze noodkreet komt van de gezamenlijke Duitse vliegtuigindustrie.
Een industrie die iedere dag het moment naderbij ziet komen dat het
misloopt. De geweldige produktiemachines zullen tot stilstand komen,
in de lange montagehallen zal geen arbeider meer te zien zijn en in
de tekenkamers zal men doelloos rondlummelen. Want er zal geen
werk meer zijn.
Op het ogenblik is dat er nog wel. De
meeste fabrieken bouwen straaljagers
voor de Duitse luchtmacht: Starfighters
en Fiats. Vele nijvere handen zijn hier
iedere dag mee bezig. Maar over goed
onderhalf jaar zal dat afgelopen zijn en
als er dan ander werk moet zijn om die
zelfde nijvere handen bezig te houden
moet men nu al beginnen met de voorbe
reiding daarvoor. Maar het gaat niet
hard met die voorbereiding. De regering
en de strijdkrachten hebben nog niet
duidelijk gesteld wat zij nu precies wil
len. Ook is er nog steeds bijna geen geld
beschikbaar gesteld voor het ontwikke
len van nieuwe typen van eigen ontwerp.
Maar het ergste is dat er nog geen te
kenen zijn die erop wijzen dat dit nu
gauw gaat gebeuren. Vandaar dat men
in de directiekamers van de vliegtuigfa
brieken soms de wanhoop nabij is.
Aan de industrie zelf ligt het niet. De
diverse fabrieken hebben hard hun best
gedaan. Ten slotte hadden zij het niet
gemakkelijk. Geallieerde bommen reten
tijdens de oorlog hele fabriekshallen uit
een en vernietigden bijna het gehele ma
chinepark. Na de capitulatie werd het
bouwen van vliegtuigen voorlopig verbo
den. „Voorlopig' bleek in dit geval tien
jaar. Maar tien jaar is een hele tijd in
de luchtvaart en wie een technische ach
terstand van tien jaar in de vliegtuig
bouw moet inhalen heeft daar een zwa
re dobber aan. Maar de Duitsers leverden
het. Hun fabrieken rezen weer uit de
grond, de wijd en zijd verspreid zittende
geschoolde arbeiders en technici kwa
men terug soms zelfs uit andere we
relddelen en dank zij buitenlandse
hulp en het nabouwen van moderne
vliegtuigen van buitenlands fabrikaat
was de achterstand snel ingelopen.
Een paar maanden geleden werd in
Parijs de 25-ste Internationale Lucht
en Ruimtevaartsalon gehouden. De
Duitsers waren er ook. Hun stands
stonden vol met modellen van allerlei
nieuwe vliegtuigtypen, door de ont
werpafdelingen van de diverse fabrie
ken op papier gezet en voorlopig al
leen nog in modelvorm verwezenlijkt.
Niet minder dan zestien nieuwe ont
werpen kon men aldus ontdekken.
Wel een bewijs dat er een grote acti
viteit heerst in de Duitse vliegtuigin
dustrie, dat er nieuwe, frisse ideeën
naar voren komen en dat de Duitsers
serieus van plan zijn een leidende rol
te gaan spelen in de internationale
vliegtuigproduktie. Maar het is een
bedrieglijk beeld dat deze overvloed
van nieuwe ontwerpen bij de meeste
bezoekers van de Parijse Salon heeft
opgeroepen.
Het ontwikkelen van moderne vliegtui
gen kost geld, veel geld zelfs. Zoveel
geld dat zelfs de grootste vliegtuigfa
brieken dat bijna niet meer zelf kunnen
opbrengen. Een veelbelovend project kan
tegenwoordig bijna alleen nog met steun
van de overheid tot een succes worden
gemaakt; onze eigen Fokker Friendship
is daar een duidelijk bewijs voor. Een be
wijs dat trouwens ook door de Duitse
vliegtuigindustrie geregeld wordt ge
hanteerd om hun eigen regering ervan
te overtuigen dat zij de ontwikkeling
van enkele ontwerpen door financiële
steun mogelijk moet maken.
Want de Bonsregering wil niet erg. Zij
vindt het wel belangrijk dat er een eigen
vliegtuigindustrie is, dat deze vliegtui
gen bouwt en dat haar technici nieuwe
ontwerpen het levenslicht doen aan
schouwen, maar erg veel bereidheid om
daar zelfs de nodige marken in te steken
heeft zij tot nu toe niet getoond. Er zijn
nu schoorvoetend enkele nog veel te
kleine bedragen beschikbaar gesteld
en er zal nog heel wat geharrewar onder
de diverse fabrieken zijn om vast te stel
len wie daar nu van mag profiteren,
hoewel de regering als financier daar
zelf ook wel het nodige in te zeggen zal
hebben.
Misschien koopt de Duitse luchtmacht er
wel een paar als transport- en verbin
dingsvliegtuigen. Een ander toestel, "dat
er ook wel komt, is de Do-31 van Dor-
nier. Dat is een transporttoestel dat
loodrecht zal kunnen starten en landen
en daarvoor, behalve twee „gewone"
straalmotoren, twee gondels met elk zes
verticaal geplaatste straalmotoren in de
vleugel krijgt. Het ministerie van defen
sie steunt de ontwikkeling van dit toe
stel en met de bouw van twee prototy
pen is begonnen; de eerste vliegt over
ongeveer een jaar.
Maar voor al die andere ontwerpen, hoe
veelbelovend soms ook, ziet het er niet
zo mooi uit, want de subsidiebeurs in
Bonn gaat maar op een heel klein kier
tje open. Geen vooruitzichten dus voor
de technici. En daarvoor zijn zij nu spe
ciaal uit goedbetaalde banen in het bui
tenland naar huis teruggekeerd! Ver-
scheidenen van hen hebben het dan ook
wel bekeken. Zij zijn in het vliegtuig ge
stapt en weer over de grens verdwenen.
Naar Egypte bijvoorbeeld.
Advertentie
In de afgelopen zomer is in de ge
vangenis te Breda een verslapping
in het regime opgetreden, waar
door er wanordelijkheden hebben
plaatsgehad. De verslapping van
het regime kwam vooral tot uiting
tijdens de zogenaamde „celrecrea
tie", die inhoudt dat gedetineerden
op bepaalde avonden enkele uren
(Van onze parlementaire redacteur)
Minister Andriessen wil in de toekomst in het kader van het regionale
industrialisatiebeleid onderscheid maken tussen probleemgebieden en
spreidingsgebieden. Over de aanwijzing van beide soorten van ge
bieden zal de minister te zijner tijd overleg plegen met zijn ambtgeno
ten van sociale zaken en volksgezondheid en van volkshuisvesting
en bouwnijverheid.
In deze beide soorten van gebieden
is een zij het gedifferentieerd
bijzonder overheidsbeleid op zijn
plaats. Hiermede wordt een nieuw
element in het regionale stimule
ringsbeleid ingevoerd, dat leidt tot
een grotere souplesse in de beleids
voering. Zowel in de nieuwe aan
te wijzen „probleemgebieden" als
in de „spreidingsgebieden" zou
een beperkt aantal kernen moeten
worden aangewezen- Een en ander
wordt door de bewindsman mede
gedeeld in de memorie van toelich
ting op de begroting van economi
sche zaken voor 1964.
De minister herinnert eraan, dat toen in
1959 een nieuwe fase van het regionale
industrialisatiebeleid werd ingeluid,
daarbij meer het accent werd gelegd op
het bevorderen van de spreiding der in
dustriële werkgelegenheid als centrale
doelstelling. Deze ruimtelijke problema
tiek maakt een zekere continuïteit in
het industriële spreidingsbeleid noodza
kelijk. Op welke wijze een meer ver
antwoorde spreiding ook op langere ter
mijn het best kan worden nagestreefd
is een aangelegenheid, die nadere studie
vereist.
Daarom is opdracht gegeven, aldus
de minister, tot het instellen van een
omvangrijk onderzoek, waarbij niet
alleen de probleemgebieden, maar
ook een aantal andere gebieden be
trokken zijn, te weten de kop van
Noord-Holland, de Noordoostpolder,
de IJseldelta, de Achterhoek, West-
Brabant en Midden- en Zuid-Lim
burg. Dit onderzoek zal, naar ver
wachting, in het laatste kwartaal van
1963 kunnen worden afgesloten. In
afwachting van de resultaten hiervan
wil de minister reeds nu aangeven in
welke richting het beleid zou kunnen
worden uitgebouwd.
Een industrieel spreidingsbeleid, dat in
principe het gehele land omvat, dient zo
veel mogelijk te worden aangepast aan
de verscheidenheid van de regionale eco
nomische problematiek. Niet alleen de
gebieden, waar, zonder bijzondere over
heidsmaatregelen, in de toekomst een
groot tekort aan werkgelegenheid wordt
verwacht, moeten erbij betrokken wor
den, maar ook gebieden waar de ontwik
keling van de werkgelegenheid naar ver
wachting weliswaar gunstiger zal zijn,
doch die voor een betere spreiding van
de industrie van betekenis moeten wor
den geacht.
Van probleemgebieden is sprake
wanneer volgens de resultaten van
het vermelde onderzoek een ernstige
wanverhouding tussen de ontwikke
ling van het arbeidsaanbod en van
de werkgelegenheid is te verwachten.
In de industriële spreidingsgebieden
behoeft regionaal gezien niet zonder
meer gevreesd te worden voor een
structureel werkgelegenheidsvraag
stuk, maar een verdere industrialisa
tie zou hier toch een belangrijke
spreidingsbijdrage kunnen leveren.
Wat betreft de beleidsmaatregelen moet
de verbetering van de infrastructuur
worden vooropgesteld. Inmiddels is
reeds aan de provinciale besturen, bin
nen wier ressort thans probleemgebie
den gelegen zijn, gevraagd hun inzich
ten kenbaar te maken omtrent de infra
structuurwerken, die naar hun mening
in de komende vier jaren ter bevorde
ring van de industrialisatie voor een
versnelde uitvoering in aanmerking ko
men.
Vooral bij de toepassing van de premie
en prijsreductieregeling lijkt het ge
wenst, aldus de minister, in de toekomst
een grotere flexibiliteit mogelijk te ma
ken. Daarbij kan worden gedacht aan
de mogelijkheid de prijsreductieregeling,
zij het gedifferentieerd, voor kernen zo
wel in probleemgebieden als in sprei
dingsgebieden van toepassing te ver
klaren. Daarnaast zou zij in haar aange
paste vorm incidenteel ook elders kun
nen worden toegepast, indien zulks uit
hoofde van het spreidingsbeleid wense
lijk zou blijken. De premieregeling daar
entegen zou gedurende een van te
voren vastgestelde periode uitslui
tend moeten gelden voor nieuwe indus
trievestigingen in de aan te wijzen ont-
wikkelingskernen in de probleemgebie
den en alleen bij uitzondering in de aan
gewezen kernen in de spreidingsgebie
den.
De nadere uitwerking van de hiervoor
uiteengezette gedachten vereist uiter
aard nog omvangrijke voorbereidende
arbeid. De minister vertrouwt echter de
resultaten hiervan uiterlijk met de in
diening van de ontwerp-begroting voor
1965 aan de Staten-Generaal te kunnen
voorleggen.
Intussen zal het regionale industrialisa
tiebeleid gedurende het komende begro
tingsjaar ongewijzigd worden voortge
zet.
Met één ontwerp schijnt het in ieder
geval met goed te zitten: de Helio,
een mooi tweemotorig straalvliegtuig
van Heinkel, dat 24 personen zal
kunnen vervoeren. De Lufthansa
heeft de ontwikkeling van dit ont
werp aanbevolen en zal er waar
schijnlijk ook een bestelling voor
plaatsen. Met de hulp van de Bonds
regering zal nu spoedig met de bouw
van twee prototypen worden begon
nen.
De Amerikaanse ruimtevaarder
die de maan betreedt, zal waar
schijnlijk een kostuum dragen zo
als op cle foto te zien is. Het druk-
pak is in ontwikkeling door de in
ternational Latex Corporation
voor het Apollo-project. De zuur
stofcilinder, welke de maanman op
de rug draagt, staat een verblijf
van vier uren op de planeet toe.
Waarom aarzelt de regering in Bonn?
Wel, een van de argumenten is dat er
teveel fabrieken zijn. Acht grote bedrij
ven op dit gebied is voor Duitsland te
veel. Daarom denkt men dat de regering
als voorwaarde zal stellen dat de fabrie
ken zullen samengaan in twee grote
groepen: een Noord-Duitse en een Zuid-
Duitse. Voor de Starfighter-produktie
hebben zij dat feitelijk al gedaan, terwijl
onlangs geruchten opdoken dat de Ham
burger Flugzeugbau en Weserflug in
Bremen al plannen hebben om een fusie
aan te gaan. De Engelsen hebben een
paar jaar geleden een soortgelijke opera
tie uitgevoerd en ook de meeste vlieg
tuigproducenten in één groep samenge
bracht, en niet zonder succes.
Rondom dit alles speelt echter nog meer.
De Entwicklungsring Siid, een groepe
ring waarin Heinkel, Messerschmitt en
l Siebel samenwerken, heeft deze zomer
de opzienbarende VJ-101C uitgebracht,
een toestel dat loodrecht kan starten en
landen en dit met succes gedaan heeft.
Maar dit type wordt niet verder ont
wikkeld, evenmin als een soortgelijk pro
ject van Focke-Wulf.
De Duitsers zitten nu te wikken en te
wegen tussen de Engelse Hawker P.
1154, de Franse Mirage en de Italiaanse
Fiat G. 95, en zij weten nog niet pre
cies wat zij willen. Datzelfde geldt op
het gebied 'van transportvliegtuigen. Sa
men met de Fransen hebben de Duitsers
de z.g. Transall ontwikkeld, een twee
motorig militair transportvliegtuig.
Twee prototypen vliegen hiervan; één
werd in Frankrijk gebouwd, het andere
in Duitsland. Op de luchtvaartshow in
Parijs vlogen zij broederlijk naast elk
aar, maar zo broederlijk was het niet.
De hele Transall was eigenlijk al een
compromis omdat de Fransen een stra
tegisch transporttoestel wilden en de
Duitsers een tactisch toestel. De Tran
sall zit er nu precies tussenin en geen
van beiden is er eigenlijk tevreden over.
Nu zijn de Duitsers plotseling geïnteres
seerd in de Amerikaanse Lockheed Her
cules en proberen die in hun eigen land
gebouwd te krijgen, zodat de hele Tran
sall van de baan zou zijn.
Achter de schermen wordt er op het
ogenblik hard gevochten in Duitsland,
met als inzet de toekomst van de eigen
vliegtuigindustrie. Intussen hebben de
Duitse vliegtuigbouwers voor volgend
jaar april al hun tweejaarlijkse interna
tionale luchtvaartshow in Hannover
aangekondigd. Zij verwachten dat deze
show weer groter en beter gaat worden
dan zijn voorganger in 1962. Maar wat
zij vooral in stilte hopen is dat zij dan
hun gasten uit de heel wereld wat hoop
gevender nieuws kunen vertellen dan op
het ogenblik.
Voor het binnenhalen van de reeds rijpe
gewassen was het weer bijzonder ongun
stig, zo deelt de directie akker- en wei-
debouw van het ministerie van landbouw
en visserij mede in het Iandbouwoogstbe-
richt van 10 september. Ongeveer 20 a
25 van het totale graanareaal stond
nog op het veld, waarvan ongeveer de
helft nog op stam. De overvloedige re
genbuien gedurende de verslagperiode
veroorzaakten nog meer legering in het
gewas, terwijl schot vrij algemeen voor
kwam. Zelfs trad veelvuldig schot op in
de nog op stam staande gewassen.
Het reeds geoogste graan had een abnor
maal hoog vochtgehalte. Een percentage
van 30 a 35 was niet zeldzaam. Veel
graan moest dan ook worden gedroogd.
De kwaliteit van het produkt liet in het
algemeen veel te wensen over.
De oogst van de late grasoorten onder
vond veel stagnatie. De percelen die niet
geruiterd waren, moesten door het op
treden van rot en schot als verloren wor
den beschouwd.
De stand van de aardapelen was op 10
september belangrijk achteruitgegaan.
De aardappelen op de zandgronden ston
den er beter voor dan die op de klei.
Door het natte en vochtige weer had de
fytofthora zich sterk uitgebreid en over
al viel reeds knolaantasting waar te ne
men.
Bij de suikerbieten viel per 10 september
de wortelontwikeling erg tegen. De ver-
gelingsziekte trad hier en daar nogal op.