en de regen 7eg WESTDUITSE VLIEGTUIG INDUSTRIE ZIT Acht fabrieken in een land: te veel Discipline in Bredase gevangenis verslapte Meer vakantie, meer loon en arbeidstijdverkorting Minister wil onderscheid tussen probleem - en spreidingsgebieden Voor een TERLENKA REGENJAS naar BISCHOFF De regionale industrialisatie Verbetering infrastructuur gaat bij hei beleid voorop OVER ANDERHALF JAAR GEEN STARFIGHTERS EN FIATS MEER l\ i a ij I |L SJP \ff.S 1U ef£ I Een Duits ontwerp dat een kans Antwerpen boos op Rotterdam Afwezigheid van directeur was niet de oorzaak Minister Scholten antwoordt: Celrecreatie Nasporingen naar schat van „Andrea Doria" Agrarische werknemers wensen: T egemoetkoming ineens in december Samengaan Onderzoek Probleemgebieden Flexibiliteit Vóór 1965 Aardappels gingen sterk achteruit DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1963 P R O V 1 K O I A L S ZBEUWBE COURANT 9 Gekontroleerd 'voorgeschreven somenstelling HET IS ALLÉÉN TERLENKA MET HET TERLENKA ETIKET WALSTRAAT 11 VLISSINGEN (Advertentie) PUBLIKAT1E VAN A.K.U., ARNHEM Antwerpse havenautoriteiten hebben volgens berichten in de Belgische pers Rotterdam beschuldigd van „on eerlijke concurrentie". Rotterdamse ondernemingen zouden namelijk brie ven hebben geschreven aan Luikse industrieën met de mededeling, dat de correspondentie met transportonder nemingen in de Nederlandse haven stad in het Frans kan geschieden en dat de douaneformulieren in deze taal kunnen worden gesteld. Men spreekt in Antwerpen van „oneer lijke concurrentie", omdat er moei lijkheden zijn ontstaan als gevolg van de nieuwe taalwetten in België. Aan gezien Antwerpen uiteraard tot het Nederlandstalige deel van België be hoort, kunnen bijvoorbeeld in het Frans opgestelde douaneformulieren worden geweigerd, hetgeen trouwens ook is gebeurd. Bij de regering is reeds aangedrongen op speciale voor zieningen voor de Antwerpse haven, evenals voor de internationale lucht haven van Brussel, Zaventem, die ook op Vlaams gebied ligt, Sommige Belgische kranten herinneren er aan, dat een initiatief als dat thans aan Rotterdamse firma's wordt toegeschreven, niet nieuw is. Nadat een Vlaamse betoging voor het gebruik van het Nederlands in het Belgische kustgebied tot woelige tonelen had geleid in Oostende, wer den daar de volgende dag pamfletten verspreid, waarin werd gezegd dat in de Nederlandse badplaatsen Frans sprekende bezoekers van harte wel kom waren en geen last zouden on dervinden van de taalstrijd. V 'uf 35V V A Ik TF\ U"i V W y WM w v wwwwwMvwwwwwwwwwwwwwwift I i a i K w El 1% i heeft. Het loodrecht startende MiÉr riS. idste Jb M BhJ? WW 'Sbji, A f transportvliegtuig Do-Sl van Dor- I nier, dat over een jaar zijn eerste s vlucht zal maken. met ten hoogste vier personen in een cel bijeen mogen zijn voor ont spanning in de vorm van spelen als schaken, dammen, kaarten of van gezamenlijk studeren of praten. Er is een gegrond vermoeden dat bepaalde gedetineerden van deze vorm van recreatie ernstig mis bruik hebben weten te maken. Dit zegt de minister van justitie mr. Y. Scholten in antwoord op schriftelijke vragen van het Tweede-Kamerlid mevr. Singer-Dekker (p.v.d.a.) over de wan ordelijkheden in de Bredase gevangenis. Aangezien, toen deze vermoedens vaste vorm begonnen aan te nemen, de direc teur door ziekte afwezig was en een on middellijk ingrijpen wenselijk werd ge acht, werd de hoofddirecteur van de strafgestichten te Den Haag, die des tijds zelf directeur van de Bredase ge vangenis is geweest en derhalve met de gang van zaken in dit gesticht goed bekend was, tijdelijk met de waarneming van de directie belast, met de opdracht de normale situatie te herstellen. Hij heeft hiertoe bepaalde maatregelen genomen, zoals het opheffen van de cel recreatie en verdeling van de bevolking in groepen voor het gezamenlijk deelne men aan bepaalde gemeenschappelijke activiteiten in het gesticht. Reeds geruime tijd zijn orde en disci pline in het gesticht volledig hersteld, aldus de bewindsman. Destijds was het regime in dit gesticht geheel gericht op levenslang en zeer langgestraften. Merendeels politieke de- Uit de Amerikaanse plaats Norfolk is dinsdag een bergingsvaartuig, de „Top Cat", met duikers vertrokken naar de plaats in de Atlantische Oceaan, ten oosten van Nantucket, waar zeven jaar geleden het Italiaanse passagiersschip „Andrea Doria" is gezonken. De duikers zullen trachten de brandkasten omhoog te brengen, waarin zich een fortuin aan geld en juwelen moet bevinden. De „Andrea Doria" zonk destijds na een aanvaring met het Zweedse schip „Stockholm", waarbij 51 mensen ver dronken of om het leven kwamen en 1708 werden gered. linquenten. Ook de celrecreatie die in andere gestichten niet bestaat werd destijds ingevoerd voor die groep om binnen de door de noodzaak van een stringente beveiliging gestelde gren zen, de recreatiemogelijkheden voor deze voor zeer lange tijd van hun vrijheid beroofden, enigermate te verruimen. Naderhand werden steeds meer commu ne vooroordeelden in het gesticht opge nomen, zonder dat het regime voldoende aan hen kon worden aangepast omdat het voeren van twee regimes in dit gesticht niet mogelijk was. Het op de celrecreatie mogelijke toe zicht is gebleken onvoldoende te zijn, terwijl ook overigens de situatie het bo venomschreven ingrijpen nodig maakte. Op korte termijn zal voor vlucht- en gemeengevaarlijke tot gevangenis straf veroordeelden een afzonderlijk gesticht worden bestemd, met een geheel aan hen aangepast regime. In dit gesticht zal dan een aantal gede tineerden die thans nog in de ge vangenis te Breda verblijven, worden opgenomen, waardoor in laatstge noemde gevangenis de bevolking een meer dan homogeen karakter zal dragen. De beschreven moeilijkheden zijn dus volgens de heer Scholten niet een ge volg van de afwezigheid door ziekte van de directeur. Slechts kregen zij tijdens diens ziekte, die bovendien va.n langere duur bleek te zijn dan zich aanvankelijk liet aanzien, een acuut karakter. Het hoofdbestuur van de Algemene Ne derlandse Agrarische Bedrijfsbond (A.N.A.B.) heeft de uitgangspunten vastgesteld voor de onderhandelingen over de 87 c.a.o.'s in land- en tuinbouw en zuivelindustrie, waarbij de A.N.A.B. partij is. Deze contracten moeten tus sen 1 januari en 1 mei 1964 worden vernieuwd. De katholieke en de christe lijke organisatie van landarbeiders heb ben zich na intern beraad met deze uitgangspunten akkoord verklaard, zij het, dat zij hier en daar de prioriteiten anders hebben gelegd. De A.N.A.B. wil in de eerste plaats in alle contracten een uitbreiding van het aantal vakantieweken tot drie, voor zo ver de werknemers daar nu nog geen recht op hebben. Dit zou in de meeste sectoren een verlenging van de vakan ties met één of twee dagen betekenen. Een loonsverhoging gelijk aan de gemid delde verhoging in de overige bedrijfs takken is uitgangspunt bij de werkne mersorganisaties. Verder wil de bond een arbeidstijdverkorting tot 45 uur per week, met dien verstande dat de ar beidstijd in de akkerbouw globaal op 45 uur per week wordt vastgesteld (thans 45,5 a 46 uur) en in de veehou derij rdt verkort met 60 uur per jaar t momenteel gemiddeld 2700 uur). Hierbij zal naar het oordeel van de A.N.A.B. een concreter vorm gegeven moeten worden aan de vrije zaterdag en de vrije zondag. Ook in de tuinbouw zal een arbeidstijd van 45 uur per week vooral de vrije zaterdag ten goede ko men. De A.N.A.B. zal trachten te bereiken, dat de achterstand in de beloning in de agrarische bedrijfstakken opnieuw ge deeltelijk wordt ingehaald door een ex tra verhoging van de uurlonen met 5 cent, hetgeen neerkomt op 2 a 2,5 pro cent van de huidige uurlonen. De bond staat op het standpunt, dat kostenverhogingen die verband houden met arbeidstijdverkorting niet als loons verhoging mogen worden „ingerekend". Voor alle vaste arbeiders in de agrari sche bedrijfstakken wil de A.N.A.B, nog dit jaar, namelijk tussen Sint-Nico- laas en Kerstn-is, een tegemoetkoming ineens. Deze uitkering zou niet alleen moeten worden gegeven in verband met het inhalen van de achterstand in de lonen ten aanzien van andere bedrijfs takken, maar ook ais een extra beloning van de door de landarbeiders in de oogstperiode 1963 onder buitengewoon moeilijke weersomstandigheden gelever de prestaties. (Van onze luchtvaartmedewerker B. van der Klaauw). „Als de Bondsregering ons niet gauw nieuwe opdrachten geeft en gelden beschikbaar stelt voor de ontwikkeling van nieuwe vliegtuig typen, dat kunnen wij binnenkort onze beste technici en vaklieden naar huis sturen omdat wij niets meer voor hen te doen hebben". Deze noodkreet komt van de gezamenlijke Duitse vliegtuigindustrie. Een industrie die iedere dag het moment naderbij ziet komen dat het misloopt. De geweldige produktiemachines zullen tot stilstand komen, in de lange montagehallen zal geen arbeider meer te zien zijn en in de tekenkamers zal men doelloos rondlummelen. Want er zal geen werk meer zijn. Op het ogenblik is dat er nog wel. De meeste fabrieken bouwen straaljagers voor de Duitse luchtmacht: Starfighters en Fiats. Vele nijvere handen zijn hier iedere dag mee bezig. Maar over goed onderhalf jaar zal dat afgelopen zijn en als er dan ander werk moet zijn om die zelfde nijvere handen bezig te houden moet men nu al beginnen met de voorbe reiding daarvoor. Maar het gaat niet hard met die voorbereiding. De regering en de strijdkrachten hebben nog niet duidelijk gesteld wat zij nu precies wil len. Ook is er nog steeds bijna geen geld beschikbaar gesteld voor het ontwikke len van nieuwe typen van eigen ontwerp. Maar het ergste is dat er nog geen te kenen zijn die erop wijzen dat dit nu gauw gaat gebeuren. Vandaar dat men in de directiekamers van de vliegtuigfa brieken soms de wanhoop nabij is. Aan de industrie zelf ligt het niet. De diverse fabrieken hebben hard hun best gedaan. Ten slotte hadden zij het niet gemakkelijk. Geallieerde bommen reten tijdens de oorlog hele fabriekshallen uit een en vernietigden bijna het gehele ma chinepark. Na de capitulatie werd het bouwen van vliegtuigen voorlopig verbo den. „Voorlopig' bleek in dit geval tien jaar. Maar tien jaar is een hele tijd in de luchtvaart en wie een technische ach terstand van tien jaar in de vliegtuig bouw moet inhalen heeft daar een zwa re dobber aan. Maar de Duitsers leverden het. Hun fabrieken rezen weer uit de grond, de wijd en zijd verspreid zittende geschoolde arbeiders en technici kwa men terug soms zelfs uit andere we relddelen en dank zij buitenlandse hulp en het nabouwen van moderne vliegtuigen van buitenlands fabrikaat was de achterstand snel ingelopen. Een paar maanden geleden werd in Parijs de 25-ste Internationale Lucht en Ruimtevaartsalon gehouden. De Duitsers waren er ook. Hun stands stonden vol met modellen van allerlei nieuwe vliegtuigtypen, door de ont werpafdelingen van de diverse fabrie ken op papier gezet en voorlopig al leen nog in modelvorm verwezenlijkt. Niet minder dan zestien nieuwe ont werpen kon men aldus ontdekken. Wel een bewijs dat er een grote acti viteit heerst in de Duitse vliegtuigin dustrie, dat er nieuwe, frisse ideeën naar voren komen en dat de Duitsers serieus van plan zijn een leidende rol te gaan spelen in de internationale vliegtuigproduktie. Maar het is een bedrieglijk beeld dat deze overvloed van nieuwe ontwerpen bij de meeste bezoekers van de Parijse Salon heeft opgeroepen. Het ontwikkelen van moderne vliegtui gen kost geld, veel geld zelfs. Zoveel geld dat zelfs de grootste vliegtuigfa brieken dat bijna niet meer zelf kunnen opbrengen. Een veelbelovend project kan tegenwoordig bijna alleen nog met steun van de overheid tot een succes worden gemaakt; onze eigen Fokker Friendship is daar een duidelijk bewijs voor. Een be wijs dat trouwens ook door de Duitse vliegtuigindustrie geregeld wordt ge hanteerd om hun eigen regering ervan te overtuigen dat zij de ontwikkeling van enkele ontwerpen door financiële steun mogelijk moet maken. Want de Bonsregering wil niet erg. Zij vindt het wel belangrijk dat er een eigen vliegtuigindustrie is, dat deze vliegtui gen bouwt en dat haar technici nieuwe ontwerpen het levenslicht doen aan schouwen, maar erg veel bereidheid om daar zelfs de nodige marken in te steken heeft zij tot nu toe niet getoond. Er zijn nu schoorvoetend enkele nog veel te kleine bedragen beschikbaar gesteld en er zal nog heel wat geharrewar onder de diverse fabrieken zijn om vast te stel len wie daar nu van mag profiteren, hoewel de regering als financier daar zelf ook wel het nodige in te zeggen zal hebben. Misschien koopt de Duitse luchtmacht er wel een paar als transport- en verbin dingsvliegtuigen. Een ander toestel, "dat er ook wel komt, is de Do-31 van Dor- nier. Dat is een transporttoestel dat loodrecht zal kunnen starten en landen en daarvoor, behalve twee „gewone" straalmotoren, twee gondels met elk zes verticaal geplaatste straalmotoren in de vleugel krijgt. Het ministerie van defen sie steunt de ontwikkeling van dit toe stel en met de bouw van twee prototy pen is begonnen; de eerste vliegt over ongeveer een jaar. Maar voor al die andere ontwerpen, hoe veelbelovend soms ook, ziet het er niet zo mooi uit, want de subsidiebeurs in Bonn gaat maar op een heel klein kier tje open. Geen vooruitzichten dus voor de technici. En daarvoor zijn zij nu spe ciaal uit goedbetaalde banen in het bui tenland naar huis teruggekeerd! Ver- scheidenen van hen hebben het dan ook wel bekeken. Zij zijn in het vliegtuig ge stapt en weer over de grens verdwenen. Naar Egypte bijvoorbeeld. Advertentie In de afgelopen zomer is in de ge vangenis te Breda een verslapping in het regime opgetreden, waar door er wanordelijkheden hebben plaatsgehad. De verslapping van het regime kwam vooral tot uiting tijdens de zogenaamde „celrecrea tie", die inhoudt dat gedetineerden op bepaalde avonden enkele uren (Van onze parlementaire redacteur) Minister Andriessen wil in de toekomst in het kader van het regionale industrialisatiebeleid onderscheid maken tussen probleemgebieden en spreidingsgebieden. Over de aanwijzing van beide soorten van ge bieden zal de minister te zijner tijd overleg plegen met zijn ambtgeno ten van sociale zaken en volksgezondheid en van volkshuisvesting en bouwnijverheid. In deze beide soorten van gebieden is een zij het gedifferentieerd bijzonder overheidsbeleid op zijn plaats. Hiermede wordt een nieuw element in het regionale stimule ringsbeleid ingevoerd, dat leidt tot een grotere souplesse in de beleids voering. Zowel in de nieuwe aan te wijzen „probleemgebieden" als in de „spreidingsgebieden" zou een beperkt aantal kernen moeten worden aangewezen- Een en ander wordt door de bewindsman mede gedeeld in de memorie van toelich ting op de begroting van economi sche zaken voor 1964. De minister herinnert eraan, dat toen in 1959 een nieuwe fase van het regionale industrialisatiebeleid werd ingeluid, daarbij meer het accent werd gelegd op het bevorderen van de spreiding der in dustriële werkgelegenheid als centrale doelstelling. Deze ruimtelijke problema tiek maakt een zekere continuïteit in het industriële spreidingsbeleid noodza kelijk. Op welke wijze een meer ver antwoorde spreiding ook op langere ter mijn het best kan worden nagestreefd is een aangelegenheid, die nadere studie vereist. Daarom is opdracht gegeven, aldus de minister, tot het instellen van een omvangrijk onderzoek, waarbij niet alleen de probleemgebieden, maar ook een aantal andere gebieden be trokken zijn, te weten de kop van Noord-Holland, de Noordoostpolder, de IJseldelta, de Achterhoek, West- Brabant en Midden- en Zuid-Lim burg. Dit onderzoek zal, naar ver wachting, in het laatste kwartaal van 1963 kunnen worden afgesloten. In afwachting van de resultaten hiervan wil de minister reeds nu aangeven in welke richting het beleid zou kunnen worden uitgebouwd. Een industrieel spreidingsbeleid, dat in principe het gehele land omvat, dient zo veel mogelijk te worden aangepast aan de verscheidenheid van de regionale eco nomische problematiek. Niet alleen de gebieden, waar, zonder bijzondere over heidsmaatregelen, in de toekomst een groot tekort aan werkgelegenheid wordt verwacht, moeten erbij betrokken wor den, maar ook gebieden waar de ontwik keling van de werkgelegenheid naar ver wachting weliswaar gunstiger zal zijn, doch die voor een betere spreiding van de industrie van betekenis moeten wor den geacht. Van probleemgebieden is sprake wanneer volgens de resultaten van het vermelde onderzoek een ernstige wanverhouding tussen de ontwikke ling van het arbeidsaanbod en van de werkgelegenheid is te verwachten. In de industriële spreidingsgebieden behoeft regionaal gezien niet zonder meer gevreesd te worden voor een structureel werkgelegenheidsvraag stuk, maar een verdere industrialisa tie zou hier toch een belangrijke spreidingsbijdrage kunnen leveren. Wat betreft de beleidsmaatregelen moet de verbetering van de infrastructuur worden vooropgesteld. Inmiddels is reeds aan de provinciale besturen, bin nen wier ressort thans probleemgebie den gelegen zijn, gevraagd hun inzich ten kenbaar te maken omtrent de infra structuurwerken, die naar hun mening in de komende vier jaren ter bevorde ring van de industrialisatie voor een versnelde uitvoering in aanmerking ko men. Vooral bij de toepassing van de premie en prijsreductieregeling lijkt het ge wenst, aldus de minister, in de toekomst een grotere flexibiliteit mogelijk te ma ken. Daarbij kan worden gedacht aan de mogelijkheid de prijsreductieregeling, zij het gedifferentieerd, voor kernen zo wel in probleemgebieden als in sprei dingsgebieden van toepassing te ver klaren. Daarnaast zou zij in haar aange paste vorm incidenteel ook elders kun nen worden toegepast, indien zulks uit hoofde van het spreidingsbeleid wense lijk zou blijken. De premieregeling daar entegen zou gedurende een van te voren vastgestelde periode uitslui tend moeten gelden voor nieuwe indus trievestigingen in de aan te wijzen ont- wikkelingskernen in de probleemgebie den en alleen bij uitzondering in de aan gewezen kernen in de spreidingsgebie den. De nadere uitwerking van de hiervoor uiteengezette gedachten vereist uiter aard nog omvangrijke voorbereidende arbeid. De minister vertrouwt echter de resultaten hiervan uiterlijk met de in diening van de ontwerp-begroting voor 1965 aan de Staten-Generaal te kunnen voorleggen. Intussen zal het regionale industrialisa tiebeleid gedurende het komende begro tingsjaar ongewijzigd worden voortge zet. Met één ontwerp schijnt het in ieder geval met goed te zitten: de Helio, een mooi tweemotorig straalvliegtuig van Heinkel, dat 24 personen zal kunnen vervoeren. De Lufthansa heeft de ontwikkeling van dit ont werp aanbevolen en zal er waar schijnlijk ook een bestelling voor plaatsen. Met de hulp van de Bonds regering zal nu spoedig met de bouw van twee prototypen worden begon nen. De Amerikaanse ruimtevaarder die de maan betreedt, zal waar schijnlijk een kostuum dragen zo als op cle foto te zien is. Het druk- pak is in ontwikkeling door de in ternational Latex Corporation voor het Apollo-project. De zuur stofcilinder, welke de maanman op de rug draagt, staat een verblijf van vier uren op de planeet toe. Waarom aarzelt de regering in Bonn? Wel, een van de argumenten is dat er teveel fabrieken zijn. Acht grote bedrij ven op dit gebied is voor Duitsland te veel. Daarom denkt men dat de regering als voorwaarde zal stellen dat de fabrie ken zullen samengaan in twee grote groepen: een Noord-Duitse en een Zuid- Duitse. Voor de Starfighter-produktie hebben zij dat feitelijk al gedaan, terwijl onlangs geruchten opdoken dat de Ham burger Flugzeugbau en Weserflug in Bremen al plannen hebben om een fusie aan te gaan. De Engelsen hebben een paar jaar geleden een soortgelijke opera tie uitgevoerd en ook de meeste vlieg tuigproducenten in één groep samenge bracht, en niet zonder succes. Rondom dit alles speelt echter nog meer. De Entwicklungsring Siid, een groepe ring waarin Heinkel, Messerschmitt en l Siebel samenwerken, heeft deze zomer de opzienbarende VJ-101C uitgebracht, een toestel dat loodrecht kan starten en landen en dit met succes gedaan heeft. Maar dit type wordt niet verder ont wikkeld, evenmin als een soortgelijk pro ject van Focke-Wulf. De Duitsers zitten nu te wikken en te wegen tussen de Engelse Hawker P. 1154, de Franse Mirage en de Italiaanse Fiat G. 95, en zij weten nog niet pre cies wat zij willen. Datzelfde geldt op het gebied 'van transportvliegtuigen. Sa men met de Fransen hebben de Duitsers de z.g. Transall ontwikkeld, een twee motorig militair transportvliegtuig. Twee prototypen vliegen hiervan; één werd in Frankrijk gebouwd, het andere in Duitsland. Op de luchtvaartshow in Parijs vlogen zij broederlijk naast elk aar, maar zo broederlijk was het niet. De hele Transall was eigenlijk al een compromis omdat de Fransen een stra tegisch transporttoestel wilden en de Duitsers een tactisch toestel. De Tran sall zit er nu precies tussenin en geen van beiden is er eigenlijk tevreden over. Nu zijn de Duitsers plotseling geïnteres seerd in de Amerikaanse Lockheed Her cules en proberen die in hun eigen land gebouwd te krijgen, zodat de hele Tran sall van de baan zou zijn. Achter de schermen wordt er op het ogenblik hard gevochten in Duitsland, met als inzet de toekomst van de eigen vliegtuigindustrie. Intussen hebben de Duitse vliegtuigbouwers voor volgend jaar april al hun tweejaarlijkse interna tionale luchtvaartshow in Hannover aangekondigd. Zij verwachten dat deze show weer groter en beter gaat worden dan zijn voorganger in 1962. Maar wat zij vooral in stilte hopen is dat zij dan hun gasten uit de heel wereld wat hoop gevender nieuws kunen vertellen dan op het ogenblik. Voor het binnenhalen van de reeds rijpe gewassen was het weer bijzonder ongun stig, zo deelt de directie akker- en wei- debouw van het ministerie van landbouw en visserij mede in het Iandbouwoogstbe- richt van 10 september. Ongeveer 20 a 25 van het totale graanareaal stond nog op het veld, waarvan ongeveer de helft nog op stam. De overvloedige re genbuien gedurende de verslagperiode veroorzaakten nog meer legering in het gewas, terwijl schot vrij algemeen voor kwam. Zelfs trad veelvuldig schot op in de nog op stam staande gewassen. Het reeds geoogste graan had een abnor maal hoog vochtgehalte. Een percentage van 30 a 35 was niet zeldzaam. Veel graan moest dan ook worden gedroogd. De kwaliteit van het produkt liet in het algemeen veel te wensen over. De oogst van de late grasoorten onder vond veel stagnatie. De percelen die niet geruiterd waren, moesten door het op treden van rot en schot als verloren wor den beschouwd. De stand van de aardapelen was op 10 september belangrijk achteruitgegaan. De aardappelen op de zandgronden ston den er beter voor dan die op de klei. Door het natte en vochtige weer had de fytofthora zich sterk uitgebreid en over al viel reeds knolaantasting waar te ne men. Bij de suikerbieten viel per 10 september de wortelontwikeling erg tegen. De ver- gelingsziekte trad hier en daar nogal op.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 9