Huisvesting en landbouw krijgen in 1964 de hoogste prioriteit Uitbreiding gasnet te verwachten NOG GEEN BELASTINGVERLAGING „groen" in Delft BREUK TUSSEN MALEISIË EN INDONESIË PRINSESSEN GESCHROKKEN PAARDEN VOOR CALÈCHE OPHOL Situatie De Troonrede Vandaag... DE KLEDING VAN DE KONINKLIJKE FAMILIE BIJNA 3000 MILITAIREN MET OOGSTVERLOF Dekking Woningbouw Onderzoek naar incident met Gewonde FRANS-DUITS OVERLEG IS SUCCES GEWORDEN WAARIN OPGENOMEN DE MIDDELBURGSE, VLISSINGSE, GOESE, BRESKENSE COURANT EN VRIJE STEMMEN (Van onze parlementaire redacteur) Het is de minister van financiën niet gelukt voor 1964 de eindjes aan elkaar te knopen. De rijksbegroting voor dat jaar wijst een niet onaanzienlijk tekort aan, namelijk van 1628 miljoen. De regering verwacht echter dat voor dit bedrag dekking op de kapitaalmarkt gevonden kan worden, De belangrijkste punten uit de giste ren in het parlement aangeboden mil joenennota zijn verder: In 1964 is nog geen belastingver laging te verwachten. De regering wil het zogenaamde progressie-effect van de loonsverhogingen in de opbrengst van de rijksbelastingen laten doorwer ken. De c.a.o.-lonen zullen in 1964 met vier procent verhoogd mogen worden. Dat blijkt uit het bij de miljoenennota gevoegde rapport van het Centraal Planbureau. In 1964 verwacht de regering een toeneming van de kosten van het le vensonderhoud met twee procent. De regering is van oordeel dat de bestedingen in Nederland door haar financiële maatregelen eerder dienen te worden afgeremd dan gestimuleerd. De regering wil de woningbouw krachtig aanpakken en minstens 90.000 woningen bouwen in 1964. Er kunnen echter alleen meer woningen gebouwd worden door besparingen of door een prijsverlagende hogere bouwproduktiviteit. Voor krotopruiming en sanering van stadskernen is op de begroting een bedrag uitgetrokken van 13 miljoen. Behalve aan de woningbouw wenst de regering een hoge prioriteit toe te kennen aan de voorzieningen voor de landbouw. In 1964 is een verhoging te ver wachten van enkele P.T.T.-tarieven. fa A)lt lijft 206e jaargang - no. 219 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 2? f? roVS? ÏÏ2t öen Boer en W de PaSter- Hoofdredactie: W Leertouwer en G. A. de Kok Abonnementsprijs 62 cent per week, 8,00 perkw.franco per post 8,25 p. kw. Losse nummers 15 ct. Bureaus: Vlissingen: waistraat 58-60, tel 2355 (b.g.g. red. 3508, adv. 3647/3643); Middelburg: Markt 51, tel 3841 (b.g.g red. 2078/3169, adv, 2375); Goes: Gr. Markt 2, tel. 6140 (b.gg. red 7853. adv. 5213); Oostburg: tel. 2395; Temeuzen: Arsenaalstraat 2, tel. 2911: Zierikzee: red tel. 2425 adm tel. 2094. Adv.pr. 30 ct. p. mm. Min. p. adv. f 4.50. tngez. tned. 3 x tarief Kleine adv. (max 8 regels) 30 ct. p. regel (min. f 1,50) Brieven bur. van dit blad" 25 ct. meer. Giro 359300 P.Z.C., Middelburg. Woensdag 18 sept. 1963 MORT OP RIJKSBEGROTING BEDRAAGT 1628 MILJOEN De totale rijksuitgaven zijn geraamd op 12.856 miljoen en de inkomsten op 11.476 miljoen, zodat het tekort wordt geschat op 1.380 miljoen. In feite is het tekort nog groter, want er zal rekening moeten worden gehouden met enkele bijkomende pos ten en wel met 30 miljoen voor steun aan de Nederlandse An tillen, 9 miljoen voor het Nederlandse aandeel in de eventuele financiële hulp van de E.E.G. aan Turkije, ƒ19 miljoen voor financiering van andere dan rijkswegen, 75 miljoen voor de verhoging op 1 januari 1964 van de door het rijk aan het alge meen burgerlijk pensioenfonds te betalen pensioenpremie van 21 pet. tot 24 pet. en 27 miljoen wegens derving van inkomsten door compensaties aan de gemeenten en provincies wegens aan het algemeen burgerlijk pensioenfonds te betalen hogere premie bedragen en in verband met de omzetting van kwartaalbetalingen aan de gemeenten in maandbetalingen. Hierdoor loopt het tekort op tot 1.628 miljoen. Hoe groot het bedrag van het te kort ook is, de regering zit er niet over in zak en as. Zij heeft bere kend dat de financieringsbehoefte van het rijk in 1964 bedraagt als zij rekening houdt met een be drag van ongeveer 125 miljoen ter dekking van het tekort van het gemeentefonds ongeveer 1,7 miljard. In de dekking van deze behoefte kan tot een bedrag van 750 miljoen worden voorzien met middelen van de voorinschrijf- rekeningen, dat is met kapitaal, dat voornamelijk de institutionele beleggers, zoals grote verzeke ringsmaatschappijen, het rijk al te leen hebben aangeboden. Voor het overige deel zal de regering een beroep moeten doen op de open ka pitaalmarkt. Bij het opstellen van de rijksbegroting voor 1964 is de regering uitgegaan van de volgende punten Voor 1964 7.3.1 het woningbouwpro- gram een minimum van 90.000 ivo- Tijdens de plechtigheid in de Bid derzaal was de koningin gekleed in een japon van korenblauw flu weel met zilverdraad doorweven. Zij droeg een hoed van dezelfde stof met witte en zwarte aigret tes. Prins Bernhard was gekleed in het ceremonieel tenue van gene raal van het garderegiment gre nadiers. De kroonprinses droeg een japon van grijze bewerkte stof en een hoed van zilverkleurige stof met een rand van blaadjes in verschil lende kleuren grijs. Prinses Irene was gekleed in een lila met gouden japon met bijpas sende hoed en prinses Margriet droeg een groen gebloemde zijden japon waarvan de corsage en de rand bewerkt met gedofte ge bloemde mousseline de soie. Zij nad een hoed op met een groen satijnen bol met daaroverheen goudkleurige tule. De koningin, de prins en de drie prinsessen droegen de Orde van het Grootkruis van de Nederland se Leeuw. Er zijn volgens een voorlopige telling van het ministerie van defensie op dit moment een kleine 2800 militairen met oogstverlof. 2200 daarvan zijn in dienst bij de landmacht, ongeveer 500 bij de marine en een 60 70 bij de luchtmacht. Zoals bekend verleende minister De Jong ongeveer 14 dagen geleden aan in dienst zijnde landbouwers een oogstverlof van 21 dagen. Omdat de gegevens nog niet geheel compleet zijn (de eerste divisie oefent nog steeds in La Courtine), ver wacht men dat het definitieve totaal ho ger zal zijn. ningen omvatten, namelijk 45.000 wo ningen op grond van de woningwet, 25.000 premiewoningen en 20.000 on gesubsidieerde woningen. Voor de fi nanciering van de woningwetbouw is voor 1964 een bedrag van 925 mil joen in de begroting opgenomen. De uitgaven ten behoeve van het melkprijsbeleid en die voor cultuur technische werken worden voor 1964 verhoogd met een bedrag van onge veer 100 miljoen. Deve verhogingen leiden niet tot een afremming van activiteiten op andere gebieden van het ten behoeve van de agrarische sector te voeren beleid. Het bedrag van de defensiebegroting is voorlopig vastgesteld op 2340 miljoen, inclusief de kosten voor de civiele verdediging en de kosten uit hoofde van maatregelen inzake sala rissen, pensioenen en dergelijke na 31 december 1959. Bij de vaststelling van dit bedrag is rekening gehouden zowel met het wegvallen van de de fensie in Nieuw-Guinea als met het wegvallen van de Amerikaanse hulp verlening. In vergelijking met de de fensiebegroting voor 1963 betekent dit een stijging van de militaire uit gaven van f 126.4 miljoen. Hierbij moet echter in aanmerking worden genomen dat de begroting voor 1963 nog met 82,6 miljoen dient te wor den verhoogd wegens kosten die ver bonden zijn aan algemene salaris- in aatregeien. De uitgaven voor de ontwikkelings landen binnen het koninkrijk zijn voor 1964 begroot op 56,3 miljoen en die voor de ontwikkelingslanden buiten het koninkrijk op 164,7 mil joen. De garanties voor leningen van de Nationale Investeringsbank (Her- stelbank) aan landen waarvoor de Wereldbank consortia vormt en waar in Nederland participeert, zijn ver hoogd van 50 miljoen voor 1963 tot f 75 miljoen voor 1964. De minister van financiën vertrouwt er op, dat de verhouding tussen de totale besparingen en de investeringen zodanig is dat de dekking van bijna één miljard gulden geheel op de open kapitaalmarkt zal kunnen geschieden. Aangezien de Nederlandse ministers van financiën se cure lieden zijn, die niet lichtvaardig verwachtingen uitspreken, mag erop worden gerekend, dat het tekort in 1964 geen bijzondere moeilijkheden zal ople veren. Wel zal de verwezenlijking van de veie wensen, die ten aanzien van de over heidsvoorzieningen bestaan nauwkeurig binnen de grenzen moeten blijven, die door het reële nationale inkomen worden gesteld. De regering wijst daar in de miljoenennota uitdrukkelijk op. Te dien aanzien is zij voornemens voort te bou wen op de grondslag voor een structu reel begrotingsbeleid, die door het vo rige kabinet is gelegd. Bij de verdeling van de beschikbare financiële ruimte geeft het kabinet, (Zie slot pag. 3 kol. 5 De politie te Delft heeft een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van een ver wonding, die een „groen" van de rooms- katholieke studentenvereniging „Sanc- tus Virgilius" heeft opgelopen bij een gevecht in de sociëteit van die vereni ging. Tijdens een vechtpartij met een oudere jaars, zou de „groen" vorige week tegen een deurknop zijn gevallen. Hij is daar na gedurende enige tijd verpleegd ge weest in het St.-Hippolytusziekenhuis. Thans neemt hij weer aan de ontgroe ning deel. De nieuwe Federatie Maleisië heeft gis teren de diplomatieke betrekkingen met haar twee grote buren, Indonesië en de Filippijnen, verbroken. Voorts maakte de regering bekend, dat zij Indonesische en Filippijnse diploma ten een week gelegenheid gaf het land te verlaten. De diplomatieke breuk volgde na felle anti-Maleisië demonstraties in Indone sië en een Filippijns verzoek de betrek kingen terug te brengen tot het consulair peil. In Djakarta was het gisteren rustig. Er verschenen geen demonstranten bij de Britse ambassade. Doch personeel van het Britse handelshuis J. A. Watt and Co, maakte bekend, dat het de fir ma had overgenomen. Volgens nog on bevestigde berichten zou het zelfde zijn gedaan met de Britse Dunlop Tire Com pany en de British-American Tobacco Company. Een vakbondsleider heeft verklaard: „Britse firma's in dit land werken voor subversieve doeleinden in het belang van Maleisië". De prinsessen Beatrix, Irene en Margriet zullen prinsjes dag 1963 niet licht vergeten. Kort nadat zij gistermiddag in de crème calèche waren gestegen om naar het Bin nenhof te rijden, sloegen de paarden voor hun rijtuig op hol. Door de snelle reacties van de koetsiers en de berijders der paar den was het te danken, dat geen ernstig ongeluk gebeurde. Zij dre ven de paarden uit de richting van het publiek, zodat het rijtuig tegen een boom tot stilstand kwam. De prinsessen liepen geen letsel op. Alleen struikelde prinses Beatrix bij het uitstappen. De prinsessen liepen onmiddellijk onder hartelijk applaus van het publiek terug naar het paleis aan de Lange Voorhout. Prins Bern hard, die na het incident naar buiten was gekomen, leidde zijn dochters naar het paleis terug. Even later namen de prinsessen bij hun ouders in de gouden koets plaats, prinses Margriet nog steeds een beetje wit van de schrik. Bij de botsing met de boom was een van de paarden gevallen. De berijder kwam daarbij op de grond terecht en liep een knieblessure op. De man kon 11a behandeld te zijn naar huis gaan. De paarden staan nu weer rustig op stal. Aan de calèche werd lichte schade aan gericht, drie wielbanden zijn af gelopen en het koetswerk is be schadigd. De op hol geslagen paarden, zo meldt onze Haagse redactie, wa ren reeds de hele ochtend onrus tig geweest, zij veroorzaakten pa niek toen de cajèche stond opge steld op de Denneweg, welke straat als aanrijroute naar het paleis aan het Lange Voorhout wordt gebruikt. Reeds tijdens dit wachten gingen zij steigeren. De beide op hol geslagen paarden hebben ook reeds vorige jaren dienst gedaan en hebben de af gelopen weken de normale trai ning ondergaan. Ook koetsier-rij knecht D. H. J. van Florestein is een oudgediende. Overleg is ge opend met de opperceremonie- meester ot het niet gewenst is op prinsjesdag koetsen in reserve te nouden, voor geval zich ooit op nieuw incidenten zouden voordoen. De rijtocht naar de Ridderzaal verliep zonder moeilijkheden. In verband met net bijzondere feit, dat het koninkrijk 150 jaar bestaat, was de commissie van in- en uitgeleide van de Staten- Gcneraal uit vertegenwoordigers van alle partijen samengesteld. Eerst zag men ir. M. A. Geuze (c.h.l, ir. C. N. van Dis (s.g.p.), H. J. Lankhorst (p.s.p.), H. Koe koek (vrije boeren), mevrouw H. J. van Ommeren-Averink (c.p.n.), en P. Jongeling (g.p.v.). Nadat de koninklijke familie de zetels van de troon had ingeno men sprak koningin Juliana de troonrede uit. Zal de Zeeuwse huisvrouw al spoedig profiteren van de aardgasbel, die in Groningen is aangeboord en die een ware revolutie teweeg zal brengen in de gasvoorziening in N ederland Wij hebben deze vraag voorgelegd aan het Zeeuwse lid van Gedeputeerde Staten, de heer A. J. Kaland, die zich de laatste maanden intensief met deze materie heeft beziggehouden. Tijdens dit gesprek vertelde hij ons ZEELAND KRIJGT IN 1966 GRONINGS AARDGAS Medio 1965 bereikt het aardgas Bergen op Zoom. Zeer waar schijnlijk zal de Gasunie dan de hoofdleiding doortrekken naar Goes. Verwacht mag worden, dat Zee land in 1966 aardgas zal hebben, niet alleen in die streken, waar men nu al gas heeft, maar ook in die gebieden, die nu nog van gas zijn verstoken. Hoewel de distributieprijs van het aardgas nog niet is vastge steld, kunnen de Zeeuwse huis vrouwen toch rekenen op een goedkopere prijs ten opzichte van de huidige. Het huidige distributienet in Zeeland zal in belangrijke mate worden uitgebreid. Alle dorps kernen zullen op het gasnet worden aangesloten. De veraf gelegen pecelen zullen het voor lopig nog zonder aardgas moe ten doen. Het tlrans verbrokkelde distri butieapparaat in Zeeland, dat nauwelijks 50 van alle per celen bereikt er zijn vele „witte gebieden" zal zo effi ciënt mogelijk worden opgezet, ten einde de exploitatiekosten te drukken. Samengevat zijn dit de belangrijk ste conclusies uit het gesprek met de heer Kaland. Gedeputeerde Kaland is met enthousias me in de gasproblematiek gedoken. „In teressant om deze ontwikkeling van be gin af mee te maken", is hij van oordeel. De heer Kaland is optimistisch gestemd over de mogelijkheden, welke het aard gas biedt. Datzelfde optimisme projec- teerd hij ook op de mogelijkheden voor Zeeland. „We mikken op 1966. In dat jaar zal Zeeland aardgas moeten heb ben. Ik hoop en ik verwacht, dat dit wel zal lukken", betoogde deze Gedeputeer de, die namens de zes Zeeuwse gas maatschappijen zitting heeft in de com missie S.R.O.G. (samenwerkende regio nale organen gasvoorziening). Deze commissie onderhandelt rechtsstreeks met de Gasunie, in welke unie partici peren de Staatsmijnen (40%), het rijk (10%), Shell (25%) en Esso (25%). De Gasunie, die het aardgas koopt van de N.A.M., kan worden beschouwd als de grossier van dit gas, die het op zijn beurt doorverkoopt aan de distributie bedrijven en die rechtstreeks de indu strie bedient. Hoe is de situatie op dit ogenblik? Ongeveer 50 van alle percelen in Zeeland is op het gasnet aangeslo ten. De Gasmaatschappij „Midden Zeeland" bedient een groot aantal ge meenten op Zuid-Beveland en op Wal cheren. Middelburg heeft zijn eigen (Zie slot pag. 2 kol. 6) De troonrede, die gisteren met zoveel rustige voornaamheid door H.M. de Koningin werd uitgesproken, biedt vrij veel stof tot discussie, ook al moet van dit document gezegd worden, dat het wel enigermate lijdt aan kleurloosheid en vaagheid. Er is een nieuw en ver jongd kabinet opgetreden, dat op grond van de verkiezingsuitslag het bewind van het kabinet De Quay zal voortzetten. Men wil dan in een troonrede wel eens duidelijk gemaakt zien hoe zo'n nieuw kabinet zijn regeringsverklaring zij was van 31 juli jl. in het komende parlementaire jaar zal verwerkelijken en men wil vaststellen hoeveel er van het oude bewind De Quay overblijft. Uit de „internationale inleiding" van de troonrede blijkt, dat althans in één opzicht het kabinet Marijnen getrou welijk de oude beleidslijn volgt en dat betreft de Europa-politiek. Er wordt een zwaar en naar TV. onze mening bepaald een veel te optimis tisch accent gelegd op de Europese ge meenschap, die een van de moeilijkste jaren in haar bestaan moet doorworstelen. Dit kabinet wil niet de conclusie aanvaarden, dat het ver enigen van een aantal (Europese) lan den, tegelijk een zekere afsluiting en bepaald ook wel enige uitsluiting van anderen onvermijdelijk meebrengt. Het spreekt van een „verenigende functie", die de open Europese Gemeenschap moet hebben, terwijl toch veel meer de con solidatie van de huidige bepaald zwakke! gemeenschap op de voor grond had moeten staan. Dat betreuren wij, maar toegegeven moet worden, dat het een voortzetting van het bewind De Quay is. De belangrijkste paragrafen in deze troonrede handelen over het land bouwbeleid, het woningbeleid en het loonbeleid. Wat het loonbeleid betreft houdt de regering vast aan het begren zen van de loonstijgingen via het crite rium van de „macro-economische pro- duktiviteitsstijging", waarover zij reeds in haar regeringsverklaring sprak. Reeds onder het kabinet De Quay werd twijfel geopperd aan de hanteerbaarheid van dat criterium en de nogal heftige bewegingen, die zich in de laatste maan den zowel zichtbaar als onzichtbaar op het loonfront voordeden, wijzen er op, dat andere elementen dan het pro- duktiviteitscriterium een steeds grotere rol gaan spelen. Nu wordt in de troonrede wel gesproken over de verhouding loon- en prijspeil, over het investeringsniveau en over de concurrentiepositie tegenover het bui tenland, maar de betekenis van deze factoren wordt niet nader afgewogen en het is dus niet duidelijk in hoeverre de basis van het oude loonbeleid nog be staat of reeds goeddeels is ondermijnd. De regering zegt in de troonrede slechts, „dat zij met zorg vervuld is over een aantal met de zeer krappe arbeids markt samenhangende verschijnselen, die een ernstige inbreuk maken op een verantwoorde loonvorming". Te gemak kelijk schuift zij hier de vraag opzij, in hoeverre de oude loonpolitiek geleid heeft tot de te krappe arbeidsmarkt en ook in de nabije toekomst daartoe (en tot ernstige inbreuken) zal leiden!! Zelfs de aankondiging van een gemid delde loonsverhoging groot 6 zoals voor het komende jaar aanvaardbaar wordt geacht kan niet als een soort sanering van de wankele loonpolitiek gezien worden. De wil tot handhaving van net macro- economisch produktiviteitscriterium komt overigens wel in heel schril licht te staan, wanneer daarnaast uit de troonrede blijkt, dat de regering be reid is van bepaalde macro-economische principes af te stappen als het gaat om het landbouwbeleid en het woningbeleid. Wij juichen gaarne het gewijzigde land bouwbeleid toe, ook al gaat dat'vele mil joenen guldens meer kosten dan onder het kabinet De Quay, maar als de rege ring zegt, dat zij daarbij haar eigen fi nanciële richtlijn wil veronachtzamen, dan geeft dat reden tot bezorgdheid. Het kabinet Marijnen erkent althans met de lippen dat bij een goed financieel beleid de stijging van de overheidsuitga ven altijd een ietsje achterblijft bij de stijging van het nationale inkomen. Ten behoeve van de landbouw echter werpt de regering deze „economische wet" over boord; zij laat daarvoor de over heidsuitgaven sneller stijgen dan het na tionale inkomen. Ook wat het woningbeleid betreft, zegt de regering, dat zij zonodig inbreuk zal maken op de norm, die gesteld is voor de toelaatbare stijging van de overheids uitgaven. Op dit ogenblik is die nieuwe inbreuk nog niet van zo groot belang omdat de versnelde stijging van de wo- ningbouwuitgaven nog niet zo sterk speelt voor de rijksbegroting 1964. Maar voor 1965 zal zij stellig wel meespelen en dan wordt het gezien de kostbare plannen van de betrokken minister een honderden-miljoenenaffaire! Men kan dit in financieel en econo misch opzicht nauwelijks meer een voortzetting van het bewind De Quay noemen. Het komt neer op een grote koerswijziging, die niet zo duidelijk bleek uit de regeringsverklaring, maar die in de troonrede een ietsje beter aan het licht treedt. Geconcludeerd moet worden, dat de hui dige regeringsploeg wel de schijn poogt te bewaren, dat het bewind De Quay wordt voortgezet, maar dat in feite en door de omstandigheden gedwongen een nieuwe koers wordt gevaren. Daartegen kan uiteraard weinig bezwaar bestaan. Wel komt men nu voor de vraag of dit verjongde ministerie zich in de komende jaren nu ook openlijk en meer totaal zal ontdoen van de erfenis, welke het van het kabinet De Quay ontving. De ministers van buitenlandse zaken van Frankrijk en West-Duitsland heb ben gisteren „volledige overeenstem ming bereikt bij hun besprekingen van alle grote problemen tussen Oost en West", aldus is door een woordvoerder van de Franse regering bekend ge maakt. De woordvoerder zei dat er „volledige overeenstemming was op alle punten, vooral op het punt dat alles in het werk gesteld moet worden om een verslechte ring van de situatie in centraal Europa en Berlijn tegen te gaan". 1 fWWWWWWWWWWWWMWWWWWWVWVWWWWWWW» is het 125 jaar geleden, dat de beroemde Nederlandse dieren- en landschapschilder en etser An ton Mauve, een der meesters van de Haagsche School, te Zaandam werd geboren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1963 | | pagina 1